Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening studiefaciliteiten

Geldend van 14-01-1994 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening studiefaciliteiten

De raad der gemeente Haren,

 

overwegende, dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht (stb. 1992, 315) noodzakelijk is de "Verordening Studiefaciliteiten" aan te passen aan deze wet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 1993, nr. 150;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Ambtenarenwet 1929;

besluit:

I de Verordening Studiefaciliteiten, zoals vastgesteld bij raadbesluit van 23 december 1991, in te trekken;

II vast te stellen de:

Verordening Studiefaciliteiten

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

ambtenaar

:degene op wie het Algemeen Ambtenarenreglement van toepassing is;

b

volledige betrekking 

c.

werkdag

:de krachtens artikel D 1 van het Algemeen Ambtenarenreglement voor de betrekking van de ambtenaar per dag vastgestelde - al dan niet gelijke - arbeidsperiode;

d.

opleidingsplan

:vastgestelde opleidingsplanning waarin de wensen van de organisatie en de wensen van betrokkenen op opleidingsgebied geregeld zijn.

 

Artikel 2

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover het belang van de dienst zulks toelaat, aan een ambtenaar op aanvraag één of meer van de in de volgende artikelen omschreven studiefaciliteiten toekennen indien: met de opleidingen genoemd in het opleidingsplan een gemeentelijk en/ of een persoonlijk belang wordt gediend.

  • 2 Een gemeentelijk belang wordt gediend door:

    • a.

      opleidingen, gericht op het terrein waarop de ambtenaar in zijn huidige funcktie werkzaam is;

    • b.

      opleidingen, die niet direct betrekking hebben op de funktie van de ambtenaar, maar gericht zijn op een funktie, waarvoor de ambtenaar op een later tijstip in aanmerking kan komen;

    • c.

      in het, in de commissie voor Georganiseerd Overleg overeengekomen, opleidingsplan vastgestelde opleidingen en cursussen;

    • d.

      opleidingen die een bijdrage leveren aan de versterking van de positie van de ambtenaar die zich naar het oordeel van burgemeester en wethouders bevindt in een achterstandsituatie, volgens algemeen maatschappelijk aanvaarde opvattingen.

  • 3 Een persoonlijk belang wordt ingediend door:

    • a.

      opleidingen gericht op het verhogen van het opleidingsnivo van de betrokken ambtenaar;

    • b.

      opleidingen die bijdragen aan een eventuele promotie van de ambtenaar binnen of buiten de gemeentelijke organisatie;

    • c.

      opleidingen uitsluitend gericht op de individuele ontwikkeling van de ambtenaar.

Artikel 3

Alvorens studiefaciliteiten te verlenen kunnen burgemeester en wethouders - indien daarover overeenstemming is bereikt met de ambtenaar - een gericht studieadvies inwinnen dan wel een psychologisch onderzoek doen instellen. 

Artikel 4

  • 1 De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en wethouders bij de verlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de studie.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde termijn met een jaar verlengen, welke termijn in bijzondere gevallen nogmaals kan worden verlengd.

  • 3 De in de voorgaande leden bedoelde termijnen worden geacht in elk geval te zijn verstreken op de datum, waarop het dienstverband met de gemeente eindigt.

Artikel 5

  • 1 Indien burgemeester en wethouders op grond van de door hen ingewonnen inlichtingen van oordeel is, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te volbrengen, zijn burgemeester en wethouders bevoegd de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijdelijk - in te trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden die niet aan de ambtenaar zijn te wijten.

  • 2 De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die burgemeester en wethouders voor de toepassing van deze verordening nodig achten.

Artikel 6

De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn/ haar studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan burgemeester en wethouders mee te delen, tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.

Artikel 7 Studiekostenvergoeding

  • 1 De door een ambtenaar, met een betrekking van minimaal gemiddeld 16 uur per week, naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte studiekosten worden vergoed tot een percentage van:

    • a.

      100% voor cursus- en examengelden alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken, indien het opleidingen betreft die volledig in het gemeentebelang worden gevolgd. 100% voor de noodzakelijk reis- en verblijfskosten, met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer;

    • b.

      75% voor cursus- en studiekosten, alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken, indien het opleidingen betreft die naast een gemeentelijk belang ook een persoonlijk belang kennen. 100% voor de noodzakelijke reis- en verblijfskosten, met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer;

    • c.

      50% voor cursus- en studiekosten, alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken, indien het opleidingen betreft waarbij het persoonlijk belang overheerst maar wel sprake is van een gemeentelijk belang. 75% voor de noodzakelijke reis- en verblijfskosten met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer.

    • d.

      Een tegemoetkoming van 50% in de studiekosten met een maximum van f. 300,- per ambtenaar per jaar als het gemeentelijk belang niet of nauwelijks aanwezig is. De opleiding dient te worden afgesloten met een door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen erkend diploma, certificaat, getuigschrift of iets dergelijks.

  • 2 De ambtenaar die gemiddeld minder dan 16 uur per week werkt ontvangt een in evenredigheid tot het aantal uren van een volledige betrekking berekend deel van de vergoeding zoals bedoeld in het vorig lid met uitzondering van de opleidingen bedoeld onder a.

  • 3 Indien, naar het oordeel van burgemeester en wethouders het bepaalde in het vorige lid in individuele gevallen tot onbillijkheid leidt, dan kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 8

  • 1 Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven, nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten bedragen zal terugbetalen, indien:

    • a.

      hij/ zij de hem/ haar ingevolge artikel 6 opgeleden verplichting niet nakomt;

    • b.

      hij/ zij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beeindigt voordat de in artikel 4 bedoelde termijn is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van het diploma heeft geleid;

    • c.

      de vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 5;

    • d.

      hij/ zij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hem/ haar zelf te zijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaar na het behalen van het voor deze studie geldende diploma;

    • e.

      hij/ zij op eigen verzoek of ten gevoelge van aan hem/ haar zelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaar na het beeindigen van de studie zonder dat het door de ambtenaar het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4 afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft geleid.

Artikel 9 Studieverlof

Onverminderd het bepaalde in artikel F28, lid 1, van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt voor het volgen van lessen die in diensttijd worden gegeven, verlof met behoud van bezoldiging verleend tot ten hoogste een werkdag per week, gemiddeld over een jaar berekend.

Artikel 10

  • 1 Aan een ambtenaar die een opleiding volgt, kan studieverlof en compensatieverlof worden gegeven volgens onderstaande regels:

    • a.

      opleidingen genoemd onder artikel 7, lid a: 100% studieverlof;

    • b.

      opleidingen genoemd onder artikel 7, lid b: Geen compensatieverlof, studieverlof voorzover de lessen in diensttijd worden gegeven;

    • c.

      opleidingen genoemd onder artikel 7, lid c: Geen compensatieverlof, studieverlof voorzover de lessen in diensttijd worden gegeven met een maximum van 50%;

    • d.

      opleidingen genoemd onder artikel 7, lid d: geen verloffaciliteiten.

  • 2 De ambtenaar, met een betrekking van minder dan gemiddeld 16 uur per week, ontvangt een in evenredigheid tot het aantal uren van een voltijd betrekking afgerond deel van het studieverlof en compensatieverlof, als bedoeld in het vorige lid.

  • 3 Indien, naar het oordeel van een burgemeester en wethouders het bepaalde in het vorige lid in individuele gevallen tot onbillijkheid leidt, dan kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 11

Ter voorbereiding op een studie, of een afgrond deel daarvan, afsluitend examen, kan aan de ambtenaar een examenverlof worden verleend tot maximaal 2 werkdagen per studiejaar met een maximum van 8 dagen per gehele studie met uitzondering van studies die niet of nauwelijks een gemeentelijk belang dienen.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1 Burgemeester en wethoduers kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regelen stellen.

  • 2 Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Studiefaciliteiten.

  • 3 Deze verordening treedt in werking op de 8e dag nadat zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Haren d.d. 20 december 1993.
De raad voornoemd,
,voorzitter,
 ,secretaris,

Toelichting 1 bij artikel 7. Studiekosten.

Bij artikel 7, lid 1 sub a.

Het betreft hier opleidingen, korte cursussen, congressen, seminars e.d. die volledig in het gemeentelijk belang worden gevolgd en die in het opleidingsplan ook al zodanig worden benoemd.

Bij artikel 7, lid 1 sub b.

Het betreft hier cursussen en opleidingen waarbij naast een gemeentelijk belang tevens van een persoonlijk belang sprake is.

Bij artikel 7, lid 1 sub c.

Het betreft hier cursussen en opleidingen waarbij het persoonlijk belang duidelijk het gemeentelijk belang overheerst maar waarbij er wel sprake is van een gemeentelijk belang.

Bij artikel 7, lid 1 sub d.

Het betreft hier opleidingen waarbij van een gemeentelijk belang niet of nauwelijks sprake is. De opleiding dient te worden afgesloten met en door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (of het desbetreffende Ministerie) erkend diploma, certificaat, getuigschrift of iets dergelijks.