Regeling vervallen per 01-08-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent subsidie voor peuteropvang Nadere regels subsidieregeling peuteropvang Heemskerk 2018

Geldend van 24-01-2018 t/m 31-07-2021

Intitulé

Nadere regels subsidieregeling peuteropvang Heemskerk 2018

1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV

De Algemene subsidieverordening gemeente Heemskerk 2016.

College

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk.

Bijzondere bijstand

vergoeding voor noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en waar men zelf niet in kan voorzien. In Heemskerk wordt een inkomensgrens gehanteerd ter hoogte van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Doelgroeppeuters

peuters woonachtig in de gemeente Heemskerk in de leeftijd van tweeëneenhalf jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, met een risico op (taal)achterstand die in aanmerking komen voor VVE op grond van door het College vastgestelde criteria en als zodanig door Jeugdgezondheidzorg (JGZ) Kennemerland zijn geïndiceerd.

Doorgaande leerlijn

van een doorgaande leerlijn is in het kader van VVE sprake, indien een kind in de voorschoolse voorzieningen voorschoolse educatie volgt en daarna vroegschoolse educatie op de basisschool.

Houder

de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een locatie die in het LRK staat geregistreerd als kinderdagverblijf.

Inkomensverklaring

de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI) (voorheen IB60-verklaring genoemd). Dit is een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar.

Kinderdagverblijf

locatie waar dagopvang voor kinderen tussen nul en vier jaar wordt gerealiseerd, volgens wettelijke kwaliteitseisen.

Kinderopvang

het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

Kinderopvangtoeslag

de tegemoetkoming van het Rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders, bedoeld als bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang.

LRK

Landelijk Register Kinderopvang; het register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen.

Maximumuurtarief

dit is de maximum uurprijs zoals opgenomen voor de dagopvang artikel 4 lid 1 sub a Besluit Kinderopvangtoeslag voor het betreffende jaar.

Minimaregeling

(eenouder)gezinssituatie waarbij het (gezamenlijk) inkomen niet meer bedraagt dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Ouderbijdrage

financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van een peuterplek (hetzij regulier, hetzij VVE) voor hun kind, afgestemd op het verzamelinkomen van het huishouden.

Ouderbijdragentabel

een door het college opgesteld overzicht van de ouderbijdrage peuteropvang per inkomensgroep. Deze wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de VNG ouderbijdrage adviestabel.

Ouders

de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft, met dien verstande dat bij de beoordeling of sprake is van pleegouderschap een vergoeding op grond van de Jeugdwet buiten beschouwing blijft.

Overgangstermijn

per 1 januari 2020 dienen voorschoolse voorzieningen voor de gemeentelijke subsidie te voldoen aan de eisen die aan VVE worden gesteld. 2018 en 2019 dienen hiervoor als overgangstermijn. Organisaties hebben in 2018 en 2019 een inspanningsverplichting om zich voor te bereiden op de eisen die vanaf 2020 gelden.

Peuter

in de gemeente Heemskerk ingeschreven kind van twee tot vier jaar.

Peuteropvang

kortdurende en intentionele opvang voor peuters van twee tot vier jaar, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool en die voldoet aan de wettelijke eisen die aan kinderopvang worden gesteld.

Peuterplaats regulier

plaats voor peuters van twee tot vier jaar. De peuter maakt in totaal zeven uur per week gedurende veertig weken per jaar gebruik van de peuterplaats. De plaats bevindt zich op een locatie die in het LRK staat geregistreerd. Let op: vanaf 2020 dient een locatie in het LRK geregistreerd te staan als VVE gecertificeerd.

Peuterplaats VVE

Plaats voor doelgroeppeuters van tweeëneenhalf jaar tot het moment dat de doelgroeppeuter naar de basisschool uitstroomt. De peuter maakt op minstens twee verschillende dagen in totaal 10,5 uur per week gedurende veertig weken per jaar gebruik van de peuterplaats. De plaats bevindt zich op een locatie in de gemeente Heemskerk die in het LRK staat geregistreerd als VVE gecertificeerd.

Voorschoolse voorziening

peuteropvanglocaties en kinderdagverblijven, die zijn geregistreerd in het LRK.

Let op: vanaf 2020 dient een voorschoolse voorziening in het LRK geregistreerd te staan als VVE gecertificeerd om voor subsidie in aanmerking te komen.

VNG Adviestabel

De VNG adviestabel ouderbijdrage peuterwerk 2017 voor het betreffende jaar, zoals gepubliceerd op www.VNG.nl.

VVE

Voor- en vroegschoolse educatie; hier opgevat als voorschoolse educatie voor kinderen vanaf tweeëneenhalf jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin aan de hand van een VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

VVE-jaarbedrag

een vergoeding in de vorm van een jaarbedrag aan de houder voor de extra werkzaamheden voor een bezette peuterplaats VVE.

VVE-programma

een erkend voorschools programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd op het gebied van rekenen, taal, motoriek, en sociaal- emotionele ontwikkeling voor zover dit programma is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

VVE registratie

een registratie in het LRK waaruit blijkt dat de houder voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het aanbieden van VVE.

Warme overdracht

een mondelinge overdracht van kindgegevens tussen professionals voor- en vroegschool bij de overgang van de ene naar de andere schoolfase in aanvulling op de schriftelijke (koude) overdracht van leerling-gegevens.

Artikel 2 Doelstelling

Deze nadere regels hebben als doel het vaststellen van de hoogte van de subsidie voor voorschoolse voorzieningen (inclusief VVE) en de procedures voor het bepalen en innen van de bijdrage die ouders betalen voor deelname van Heemskerkse (doelgroep)peuters aan een door de gemeente Heemskerk gesubsidieerde voorschoolse voorziening.

Artikel 3 Doelgroep

Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan voorschoolse voorzieningen die peuteropvang aanbieden voor peuters die in de gemeente Heemskerk wonen en:

  • a.

    doelgroepkind zijn;

  • b.

    geen doelgroepkind zijn en waarvan de ouder(s) aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag op grond van afdeling 2 paragraaf 1 en 2 van de Wet Kinderopvang.

2 De subsidie

Artikel 4 De aanvrager

Een subsidieaanvraag kan enkel worden ingediend door een houder.

Artikel 5 De subsidieaanvraag

In aanvulling op artikel 5, 6 en 7 van de Algemene subsidieverordening gemeente Heemskerk (ASV) gelden de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De aanvraag dient te worden gedaan op basis van een reële inschatting van het aantal bezette (VVE )peuterplaatsen en de te factureren ouderbijdragen.

  • 2.

    Voor de aanvraag dient, naast de overlegging van de gegevens genoemd in de ASV, gebruik te worden gemaakt van een door het college vastgesteld formulier voor gemeentelijke peuteropvang.

Artikel 6 Inzicht in bezetting per kwartaal

Elk kwartaal, op 15 april, 15 juli en 15 oktober en 15 januari dient de houder een bezettingsoverzicht te tonen van het afgelopen kwartaal. Indien blijkt, dat het aantal geplaatste peuters 20% of meer afwijkt van het in de beschikking vermelde aantal, vindt een heroverweging van de subsidie plaats. Mocht de heroverweging leiden tot een wijziging van de subsidieverlening, dan ontvangt de organisatie een gewijzigd besluit.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1. Het college stelt voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar het maximum tarief per (VVE-)peuterplaats en het VVE-jaarbedrag vast.

  • 2. Het college stelt jaarlijks voor 31 december de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast. Deze is gebaseerd op het maximumuurtarief van de kinderopvangtoeslag en de VNG adviestabel.

  • 3. De grondslag voor de subsidie is het werkelijk aantal peuters en het werkelijk aantal uren dat gebruik wordt gemaakt van de peuterspeelzaal.

  • 4. Het college stelt de subsidie als volgt vast:

    • a.

      per bezette peuterplaats regulier voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag 7 uren per week maal veertig weken maal het vastgestelde uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage;

    • b.

      per bezette peuterplaats VVE voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag 3,5 uur per week maal veertig weken, oftewel het derde dagdeel, maal het vastgestelde uurtarief;

    • c.

      per bezette peuterplaats VVE voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag 10,5 uren per week maal veertig weken maal het vastgestelde uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage voor de eerste twee dagdelen (7 uur).

    • d.

      per bezette peuterplaats VVE voor ouders die aanspraak kunnen maken op de minimaregeling van de gemeente Heemskerk, 10,5 uren per week maal veertig weken maal het vastgestelde uurtarief plus de in rekening gebrachte ouderbijdrage voor de eerste twee dagdelen (7 uur).

  • 5. Het college verstrekt geen subsidie voor bezette peuterplaatsen voor ouders die wel recht hebben op kinderopvangtoeslag, behoudens de overgangsregeling zoals opgenomen in artikel 15 van deze nadere regels.

  • 6. Naast de in het vierde lid genoemde subsidiebedragen stelt het college voor doelgroeppeuters een VVE-jaarbedrag beschikbaar voor de meerkosten van doelgroeppeuters. Dit subsidiebedrag wordt verstrekt voor peuters die een VVE-peuterplaats bezetten, ongeacht of de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Indien een doelgroeppeuter de VVE-peuterplaats niet het gehele jaar bezet, wordt dit bedrag naar rato verstrekt.

  • 7. Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het risico van niet-betalers.

Artikel 8 Subsidieplafond

Het college verdeeld de subsidie voor peuteropvang als volgt:

  • 1.

    Het college hanteert als subsidieplafond het door de raad bij de jaarbegroting vastgestelde budget voor peuteropvang.

  • 2.

    VVE peuterplaatsen worden bekostigd vanuit het onderwijsachterstandenbeleid budget. Indien dit budget wordt overschreden, wordt het budget voor peuteropvang met voorrang beschikbaar gesteld voor het subsidiëren van de peuterplaatsen VVE.

  • 3.

    Indien het totaal van de aangevraagde subsidie voor reguliere peuteropvang het plafond overschrijdt, wordt voorrang gegeven aan reeds geplaatste reguliere peuters. Hiervoor wordt uitgegaan van de geplaatste reguliere peuters van niet-toeslagouders op 1 november in het jaar van uitvoering.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond wordt voor peuteropvang overschreden informeert het college de raad hierover en kan het college de raad verzoeken om extra budget beschikbaar te stellen.

3 Bijzondere bepalingen

Artikel 9 Bijzondere verplichtingen betreffende de houder

Na de subsidieverlening dient de houder in aanvulling op de ASV artikel 13, 14 en 15, te voldoen aan de navolgende verplichtingen:

  • a.

    houder werkt mee aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen;

  • b.

    houder verleent doelgroeppeuters voorrang bij de plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen peuterplaatsen;

  • c.

    houder geeft peuters die woonachtig zijn in de gemeente Heemskerk voorrang bij plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen peuterplaatsen;

  • d.

    houder geeft het aantal peuters aan waarvan de ouder(s) gebruik maken van bijzondere bijstand en innen de verschuldigde ouderbijdrage bij de gemeente

  • e.

    houder past een door het college vastgestelde inkomensafhankelijke ouderbijdrage toe voor die ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, conform artikel 7;

  • f.

    houder voldoet aan alle relevante wettelijke voorschriften die buiten deze nadere regels van toepassing zijn;

  • g.

    houder heeft de verplichting om te voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen van VVE;

  • h.

    houder verschaft op verzoek informatie aan de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs, het Ministerie van Onderwijs of aan andere door het college aangewezen instanties;

  • i.

    houder zal proactief samenwerking zoeken met partners binnen gemeente Heemskerk, zoals gemeente, primair onderwijs, kinderopvang en welzijn; er wordt gestreefd naar een eenduidige pedagogische visie;

  • j.

    houder heeft per locatie een aantoonbare samenwerking met tenminste één basisschool, met aandacht voor de invulling van de doorgaande lijn voor (doelgroep)peuters;

  • k.

    houder werkt aantoonbaar samen binnen de bestaande jeugdhulp- en zorgstructuur in gemeente Heemskerk;

  • l.

    Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Heemskerk 2016 en de subsidievoorwaarden in deze nadere regels

    • a.

      wordt de subsidie geweigerd indien bij één van de Heemskerkse locaties van de houder, vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening, bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt;

    • b.

      Wordt de subsidie geweigerd indien het uurtarief voor ouders die een beroep doen op kinderopvangtoeslag lager is dan het uurtarief voor de door het college te subsidiëren peuterplekken, als het aanbod in uren per week en weken per jaar voor deze ouder gelijk is.

Artikel 10 Kwaliteitseisen peuteropvangaanbod

Het peuteropvangaanbod voldoet aan de volgende verplichtingen:

  • a.

    op alle peuteropvanglocaties wordt een VVE-programma aangeboden ongeacht of er doelgroeppeuters aanwezig zijn;

  • b.

    pedagogisch medewerkers zijn VVE-gecertificeerd of bezig met een opleidingstraject in het VVE programma waarmee wordt gewerkt;

  • c.

    pedagogisch medewerkers voldoen aan het wettelijk vastgestelde taalniveau voor schrijf-, spreek- en luistervaardigheid (in 2018 3F);

  • d.

    op alle peuteropvanglocaties wordt gebruik van een kind-volgsysteem;

  • e.

    houder draagt zorg voor de overdracht van (doelgroep)peuters naar het primair onderwijs middels een overdrachtsprotocol;

  • f.

    indien het gaat om een VVE-peuterplaats dient de houder er zorg voor te dragen dat:

    • i.

      de VVE-monitor van JGZ Kennemerland wordt ingevuld en bijgehouden;

    • ii.

      als de doelgroeppeuter 3,2 en 3,8 jaar is de citotoetsen “Taal voor peuters 2-4 jaar” en “Rekenen voor peuters 2-4 jaar” worden afgenomen en de uitkomsten hiervan worden geregistreerd.

Let op: voor de kwaliteitseisen in dit artikel geldt een overgangstermijn. Deze eisen zijn verplicht per 1 januari 2020.

Artikel 11 Toetsing recht op een gesubsidieerde peuterplek

  • 1. Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplek dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de ondertekende (Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag), in combinatie met een Inkomensverklaring van (bei)de ouder(s).

  • 2. Ouder(s) van peuters die tussen 1 januari en 30 juni geplaatst worden overleggen de laatst beschikbare Inkomensverklaring (twee jaar oud) aan de houder; Ouders die tussen 1 juli en 31 december geplaatst zijn, die van het voorgaande jaar.

  • 3. Indien het verwachte verzamelinkomen wijzigt ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de Inkomensverklaring(en) dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing op een peuterplek.

  • 4. Indien ondernemende Ouders (inclusief Zzp-ers) niet de meest recente aanslag inkomstenbelasting kunnen of willen overleggen, moeten zij aantonen startend ondernemer te zijn door middel van een bewijs van de Kamer van Koophandel, waarbij ze in de laagste categorie ingeschaald kunnen worden. Indien geen sprake is van een startende onderneming, kan de ondernemer ingeschaald worden in de middelste inkomenscategorie, waarbij het recht op herziening is voorbehouden.

  • 5. Indien ouders geen Verklaring recht op kinderopvangtoeslag willen overleggen, dan kan de peuter niet meer in aanmerking komen voor een gesubsidieerde peuterplek.

  • 6. Indien de ouder enkel geen inzicht wenst te verschaffen in de hoogte van het inkomen, middels een Inkomensverklaring of overige documenten waarmee de hoogte van het inkomen kan worden bepaald, kan een kind wel geplaatst worden en ontvangt houder subsidie voor deze peuterplek. De ouder valt dan echter automatisch in de hoogste inkomenscategorie.

  • 7. De houder toetst bij de ouders of de peuter niet al bij een andere kinderopvangorganisatie een gesubsidieerde peuterplek, hetzij regulier hetzij VVE, bezet. Is dat wel het geval, dan is een tweede gesubsidieerde plek voor de betreffende peuter niet mogelijk.

  • 8. Als de inkomenssituatie zodanig wijzigt dat ouders in aanmerking komen voor de Kinderopvangtoeslag, dan vervalt het recht op de gesubsidieerde peuterplek nadat het recht op Kinderopvangtoeslag is ingegaan. Ouders zijn verplicht per omgaande te melden aan de houder dat zij in aanmerking komen voor Kinderopvangtoeslag.

  • 9. Wanneer een verlaging van het inkomen zodanig is dat ouders in een lagere inkomenscategorie van de Adviestabel Ouderbijdrage vallen, kan bij de houder een aanvraag tot herziening van de Ouderbijdrage worden gedaan op basis van de meest recente loongegevens, loonstrook, uitkeringsbeschikking of op basis van de meest recente inkomensverklaring.

  • 10. Indien sprake is van inkomenswijziging door werkeloosheid, kunnen kinderopvanggerechtigden nog gedurende een half jaar aanspraak maken op de Kinderopvangtoeslag, nadat deze termijn verstreken is kunnen zij in aanmerking komen voor de subsidieregeling peuteropvang.

Artikel 12 Rapportageverplichtingen

De houder dient, om de subsidie te kunnen ontvangen, de volgende informatie vast te leggen in een dossier en toegankelijk te maken voor controle door de gemeente Heemskerk:

  • a.

    Ondertekende overeenkomst tussen de ouder en de houder;

  • b.

    Inkomensverklaringen van de ouder en overige documenten op basis waarvan de toets niet-recht op kinderopvangtoeslag is uitgevoerd en de inschaling van de ouderbijdrage heeft plaatsgevonden;

  • c.

    naam, geboortedatum en BSN van de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • d.

    de namen, adres(sen) en BSN van ouders;

  • e.

    de startdatum van de peuteropvang;

  • f.

    het aantal uren peuteropvang per maand;

  • g.

    het uurtarief en de ouderbijdrage;

  • h.

    de aard van de opvang (VVE of niet);

  • i.

    indien er sprake is van VVE, de startdatum en het aantal uren van het extra dagdeel opvang;

  • j.

    indien van toepassing de wijziging of einddatum van de peuteropvang;

  • k.

    documenten naar aanleiding van een aanvraag tot wijziging van de ouderbijdrage;

  • l.

    een afschrift van de indicatiestelling van de peuter (op naam) door de JGZ Kennemerland;

  • m.

    bevestiging van de opzegging, van ouders met datum.

Artikel 13 Verantwoording en controle

  • 1. De houder dient , zoals in artikel 6 vermeld, per kwartaal een bezettingsoverzicht te tonen, waarin het aantal gerealiseerde peuteropvangplaatsen (kinderopvangtoeslag en niet-kinderopvangtoeslag) en doelgroepplaatsen is opgenomen. De houder dient hiermee aan te tonen dat voornoemde plaatsing en inzet daadwerkelijk is gerealiseerd.

  • 2. De gemeente kan op elk gewenst tijdstip een controle uitvoeren. Deze controle kan eventueel worden uitgevoerd door de (gemeentelijke) accountant. Daarbij zal initieel een steekproef worden gedaan en een aantal dossiers getoetst worden op bijvoorbeeld voorgeschreven inhoud, juistheid van gegevens en op het correct uitvoeren van de toetsing niet-recht op kinderopvangtoeslag en de inschaling in de Ouderbijdragetabel en de wijze en uitkomst van de toetsing.

  • 3. De gemeente kan op elk gewenst tijdstip de wijze en uitkomst van de toetsing van de aanvraagprocedure door houder komen controleren, initieel via een steekproef. Voor die dossiers waar de toetsing door de houder niet correct heeft plaats gevonden zal de gemeente Heemskerk de onterecht uitgekeerde subsidie bij de houder terugvorderen.

  • 4. Voor peuterplaatsen VVE dient de houder jaarlijks voor 1 maart volgend op het jaar waarop subsidie is verleend, verantwoording af te leggen in het kader van de Sisa, conform artikel 9, sub i.

4 Slotbepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze nadere regels, indien toepassing van deze nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 15 Subsidiering koptarief voor alle ouders als overgangsregeling

  • 1. De gemeente betaalt het zogenoemde koptarief voor 2018 uit aan de houder. Dit is het verschil tussen vastgestelde kostprijs van 7,95 per uur en het maximum uurtarief VNG adviestabel. Dit geldt zowel voor ouders die gebruik maken van peuteropvang op basis van de Gemeentetoeslag, als van de kinderopvangtoeslag.

  • 2. De houder dient daarvoor een registratie bij te houden zoals omschreven in Artikel 12.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2018.

Artikel 17 Citeertitel

Deze Nadere regels worden aangehaald als: ‘Nadere regels subsidieregeling peuteropvang Heemskerk 2018’

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de B en W-vergadering
van 19 december 2017
burgemeester en wethouders van Heemskerk,
de secretaris,
de burgemeester,