Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening cliënten advies raad Heerhugowaard 2015

Geldend van 14-04-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2015

Intitulé

Verordening cliënten advies raad Heerhugowaard 2015

VERORDENING CLIENTEN ADVIES RAAD

Nr. RB2015053

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 april 2015;

gelet op het advies van de commissie Maatschappelijke ontwikkeling d.d. 11 juni 2015;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

overwegende dat:

Artikel 47 van de Participatiewet voorschrijft dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid;

b e s l u i t

  • 1.

    de Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Heerhugowaard vast te stellen.

  • 2.

    De aangepaste Verordening cliënten advies raad Heerhugowaard 2015 vast te stellen, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening cliënten advies raad Heerhugowaard 2010.

  • 3.

    Het huishoudelijk reglement cliënten advies raad Heerhugowaard 2015 vast te stellen, onder gelijktijdige intrekking van het huishoudelijk reglement cliënten advies raad Heerhugowaard 2008.

Heerhugowaard, 23 juni 2015

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

VERORDENING CLIENTEN ADVIES RAAD

Algemene bepalingen.

Artikel 1 Begripsomschrijving:

College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard

CAR: Cliënten Advies Raad

Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning

Voorzitter: De voorzitter van de Cliënten Advies Raad

Secretaris: Ambtelijke ondersteuning voor de CAR

Wethouder: de portefeuillehouder

Artikel 2 Doelstelling

  • 1. De CAR houdt zich bezig met belangenbehartiging van de inwoners van de gemeente Heerhugowaard ten aanzien van beleid op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet.

  • 2. De CAR heeft tot doel inzicht te verschaffen in hetgeen er onder (potentiële) cliënten leeft om, waar mogelijk, te komen tot een grotere inbreng van cliënten in samenhang met de beoordeling van de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening.

  • 3. De CAR fungeert als contactpunt in de gemeente voor groepen cliënten.

Artikel 3 Doelgroepen

Doelgroepen Wmo: verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten en chronisch zieken, ouderen, psychiatrische patiënten, cliënten verslavingszorg, dag- en thuislozen, mantelzorgers en cliënten in de vrouwen- en jeugd hulpverlening.

Doelgroep Jeugdwet: kinderen en jeugdigen tot 18 jaar.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden CAR

  • 1. De CAR geeft gevraagd en ongevraagd advies of doet voorstellen aan het college en/of de gemeenteraad over zaken aangaande het beleid, de beleidsontwikkeling en de uitvoering van het beleid op het gebied van de relevante wetgeving; Wmo en Jeugdwet.

  • 2. De CAR heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente raken in de overlegvergaderingen met de wethouder aan de orde te stellen.

  • 3. Het door de CAR inschakelen van het ambtelijk apparaat gebeurt in alle gevallen via de secretaris.

  • 4. De CAR heeft de bevoegdheid een samenwerkingsverband aan te gaan met belangen- vertegenwoordiging bij andere uitvoeringsorganisaties.

  • 5. De CAR heeft het recht om over alle informatie te beschikken die hij nodig acht voor de vervulling van zijn taken, mits het verkrijgen van die informatie niet strijdig is met wet- en/of regelgeving.

  • 6. De CAR stelt jaarlijks een inhoudelijk en financieel verslag op over de werkzaamheden van de CAR.

  • 7. De CAR stelt jaarlijks een begroting en een werkplan op.

  • 8. De CAR adviseert niet over:

    • -

      klachten, bezwaar en beroepschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben

    • -

      onderwerpen van interne organisatie voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen

      hebben voor de dienstverlening aan de cliënten

    • -

      de uitvoering van wettelijke voorschriften als er voor die uitvoering geen ruimte voor

      gemeentelijk beleid is gelaten.

Artikel 5 Aanvullende taken

Naast het doen van voorstellen en/of het uitbrengen van advies aan het college en/of de gemeenteraad, heeft de CAR met inachtneming van artikel 4, lid 1, tot taak:

  • 1.

    het bewaken van gemaakte afspraken en overeengekomen regelingen tussen het college cq. de gemeenteraad en de CAR;

  • 2.

    het signaleren van consequenties van vastgesteld beleid;

  • 3.

    het doorgeven van deze signalen aan het college en/of de gemeenteraad;

  • 4.

    het geven van schriftelijke en mondelinge informatie aan cliënten;

  • 5.

    de CAR fungeert als aanspreekpunt voor cliënten en belangenorganisaties;

  • 6.

    de CAR fungeert als aanspreekpunt voor gemeenteambtenaren en het gemeentebestuur.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1. De CAR bestaat uit maximaal 9 leden inclusief de voorzitter en exclusief de secretaris.

  • 2. De CAR functioneert onder een onafhankelijke voorzitter die extern wordt geworven op basis een door het college vastgesteld functieprofiel.

  • 3. De leden van de CAR vormen zo veel mogelijk een representatieve vertegenwoordiging van de doelgroepen, maar treden op zonder last of ruggespraak.

  • 4. De secretaris wordt vanuit de gemeentelijke organisatie benoemd.

  • 5. De CAR kan op ad hoc basis een of meerdere deskundigen uitnodigen aan de vergadering deel te nemen. Deze personen tellen niet mee bij de bepaling van het officiële ledenaantal. Deze personen hebben geen stemrecht met betrekking tot de door de CAR uit te brengen adviezen.

Artikel 7 Benoeming, zittingsduur, rechtsbescherming en beëindiging

  • 1. Benoeming van de leden in artikel 6, eerste lid, gebeurt door het college op voorstel van de voorzitter van de CAR.

  • 2. De in artikel 6, tweede lid, genoemde voorzitter wordt benoemd door het college.

  • 3. De voorzitter en de leden worden voor een periode van vier jaar benoemd.

  • 4. De leden kunnen voor een periode van vier jaar herbenoemd worden.

  • 5. De zittingsduur van de voorzitter kan twee keer verlengd worden.

  • 6. Een rooster van aftreden wordt vastgelegd in het huishoudelijk reglement.

  • 7. Het lidmaatschap eindigt:

    • -

      indien een lid of de voorzitter daar zelf om verzoekt

    • -

      bij overlijden.

  • 8. De voorzitter wordt door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 9. Op voorstel van de voorzitter wordt een lid door het college benoemd, geschorst en ontslagen. Het college zal indien er sprake is van schorsing of gedwongen ontslag geen gebruik maken van deze bevoegdheid voordat hoor en wederhoor met betrokken lid en de voorzitter hebben plaatsgevonden.

  • 10. Het lidmaatschap van de CAR is van geen enkele invloed op de behandeling van de cliënt door medewerkers van de gemeente.

Artikel 8 Vacatures

  • 1. Bij vervulling van een vacature voor een lid wordt extern geworven op basis van een door de CAR vastgesteld functieprofiel.

  • 2. De voorzitter en de secretaris kiezen een nieuw lid na een sollicitatiegesprek en doen een voordracht voor benoeming aan het college.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid van een lid wordt door de voorzitter vastgesteld of er sprake is van een vacature.

Artikel 9 Verantwoordelijkheden

  • 1. De voorzitter is verantwoordelijk voor het aansturen van de CAR. Tevens verzorgt hij al dan niet door middel van het inzetten van anderen de communicatie met autoriteiten en/of media.

  • 2. De voorzitter is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de CAR.

  • 3. De secretaris is verantwoordelijk voor de verzorging van de correspondentie, het in overleg met de voorzitter samenstellen van de agenda, het maken van de notulen en het beheren van het archief.

Artikel 10 Vergaderingen en besluiten

  • 1. De CAR vergadert tenminste zes maal per jaar. Voorts vergadert de CAR zo vaak als de voorzitter en de secretaris dit wenselijk achten.

  • 2. De CAR vergadert tenminste één maal per jaar met de verantwoordelijk wethouder. Voorts zo vaak als één van beiden dit wenselijk acht en met inachtneming van de noodzakelijke tijd ter voorbereiding.

  • 3. Een advies of initiatiefvoorstel van de CAR wordt met meerderheid van stemmen uitgebracht en schriftelijk vastgelegd.

  • 4. Besluiten van de CAR worden genomen in vergaderingen waarbij minimaal de helft van het aantal leden aanwezig is, waaronder de voorzitter.

  • 5. Stemming over zaken gebeurt hoofdelijk en mondeling.

  • 6. Notulen van de vergaderingen worden ter kennisname gepubliceerd op de website.

  • 7. De vergaderingen zijn in beginsel openbaar.

Artikel 11 Huishoudelijk reglement

De CAR stelt ter aanvulling op de verordening een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring aan het college wordt voorgelegd. In dit reglement wordt in ieder geval de werkwijze opgenomen over hoe omgegaan wordt met een (verzoek om) advies. Tevens wordt hierin opgenomen in welke uitzonderlijke gevallen in besloten vergadering kan worden vergaderd. Het huishoudelijk reglement wordt uiterlijk twee maanden na de datum van installatie van de CAR vastgesteld.

Artikel 12 Ondersteuning van de CAR

  • 1. De gemeente verschaft de CAR de nodige faciliteiten om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen.

  • 2. De voorzitter legt binnen drie maanden na het betreffende kalenderjaar over de besteding van het budget rekening en verantwoording af aan het college.

Artikel 13 Budget

  • 1. Aan de CAR wordt jaarlijks een budget toegekend ter bestrijding van onkosten van de leden gemaakt in het kader van hun werkzaamheden voor de CAR.

  • 2. De hoogte van dit budget wordt vastgesteld door het college op grond van een jaarlijks door de CAR ingediende begroting.

  • 3. Het budget wordt ten behoeve van de CAR beheerd door de secretaris.

Artikel 14 Vergoeding van kosten

  • 1. De voorzitter en elk lid van de CAR hebben recht op een vergoeding.

  • 2. De vergoedingen van de leden zijn gebaseerd op hoofdstuk 4, artikelen 14 en 15, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (d.d. 22 maart 1994 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties) en gekoppeld aan de vrijwilligersregeling Belastingen.

  • 3. De vergoeding wordt gekoppeld aan de aanwezigheid bij reguliere vergaderingen en bij vergaderingen op verzoek van het college en/of de gemeenteraad.

  • 4. De voorzitter heeft recht op een vergoeding welke hoger is dan van elk ander lid vanwege de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 15 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na consultatie van de voorzitter.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Cliënten Advies Raad”.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 mei 2015.

Per dezelfde datum worden ingetrokken de “verordening Cliënten Advies Raad 2010”.

Heerhugowaard, 26 april 2015

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • -

    die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Halte Werk

De uitvoering van de Participatiewet is door de colleges en gemeenteraden van Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk opgedragen aan de bedrijfsvoeringsorganisatie Halte Werk. De basis hiervoor wordt gevormd door een gemeenschappelijke regeling. Uit het bovenstaande vloeit voort dat ook de uitvoering geven aan artikel 47 van de Participatiewet is opgedragen aan (het bestuur van) Halte Werk. Op grond hiervan is in deze verordening (die door de drie betrokken gemeenten wordt vastgesteld) in voorkomende gevallen de term ‘het college’ vervangen door ’het bestuur van Halte Werk’.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 2. Cliëntenraad

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle belanghebbenden persoonlijk te betrekken bij het beleid, ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het bestuur van Halte Werk.

Tweede lid

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is.

Derde lid

Omdat de uitvoering van de wet door de colleges van Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk is opgedragen aan de bedrijfsvoeringsorganisatie Halte Werk, is de vraag of er sprake moet zijn van een evenredige vertegenwoordiging vanuit de betrokken gemeenten. In beginsel is dit niet noodzakelijk. Bij de start van de cliëntenraad wordt hiervoor echter wel gekozen. De huidige cliëntenraden hechten eraan dat ook maatschappelijke organisaties lid kunnen zijn van de cliëntenraad.

Zesde lid

Er is voor gekozen om door de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te laten benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt.

Achtste lid

Er is voor gekozen om de procedure van adviseren en de afspraken rond het periodiek overleg met de diverse geledingen van Halte Werk niet op te nemen in de verordening, maar apart te regelen in een document (reglement van orde) dat door het bestuur van Halte Werk bekrachtigd wordt. Dit biedt de mogelijkheid de afspraken daar waar wenselijk aan te passen, zonder dat de verordening daarvoor gewijzigd hoeft te worden.

Artikel 3. Ambtelijke ondersteuning

Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet moet worden voorzien in ondersteuning om de cliëntenraad zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien wordt deze ondersteuning opgenomen in het takenpakket van een medewerker van Halte Werk. Deze medewerker kan de communicatie tussen bestuur, college en gemeenteraad enerzijds en de cliëntenraad anderzijds stroomlijnen.

De ambtelijke ondersteuner is geen lid van de cliëntenraad.

Artikel 4. Taken van het bestuur

Derde lid

Het wordt belangrijk geacht dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het bestuur ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.

Artikel 5. Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

De cliëntenraad kan ook gevraagd en ongevraagd adviseren over de wijze waarop het beleid wordt uitgevoerd. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken met betrekking tot een individuele persoon. Gedacht moet worden aan signalen die de cliëntenraad ontvangt m.b.t. bijvoorbeeld de bereikbaarheid, de afhandelingstermijnen, de bejegening, en de communicatie die het individuele niveau overstijgen.

Artikel 7. Vergoeding aan de leden

Eerste lid

De leden van de cliëntenraad ontvangen een vergoeding voor hun activiteiten. Werknemers van instellingen of organisaties die op grond van artikel 2 lid 3 deel uit maken van de cliëntenraad komen niet voor deze vergoeding in aanmerking, omdat zij door hun werkgever voor deze werkzaamheden betaald worden, of van hun werkgever een vergoeding hiervoor ontvangen.