Verordening voor de raadscommissies Hendrik Ido Ambacht 2015

Geldend van 07-07-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening voor de raadscommissies Hendrik Ido Ambacht 2015

De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

gezien het voorstel van het seniorenconvent van 17 december 2014,

gelet op artikel 82, eerste lid van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening voor de raadscommissies Hendrik Ido Ambacht 2015

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Hieronder treft u aan een toelichting van de begripsbepalingen in deze verordening.

Lid: Lid van een raadscommissie.

Voorzitter: Voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger.

Commissievoorzitter: Voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger.

Commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger.

Griffier: Griffier van de raad of diens vervanger.

Vergadering: Vergadering van een raadscommissie.

Burgerraadslid: een commissielid, geen Lid van de gemeenteraad zijnde. Het bepaalde in artikel 4 van deze verordening is van toepassing.

Agendacommissie; de Agendacommissie, bedoeld in artikel 3c, tweede lid, van het Reglement van orde van de gemeenteraad.

Artikel 2 Instelling raadscommissies

De raad stelt de volgende raadscommissies in:

  • 1.

    Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden en Financiën (ABA - Fin).

  • 2.

    Welzijn, Onderwijs en Sociale zaken (WOS).

  • 3.

    Ruimtelijke Zaken - De Volgerlanden (RZ - De Vo).

    Ad 1. De raadscommissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden en Financiën adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • -

      Bestuurs- en beleidscoördinatie.

    • -

      Openbare orde en (integrale) veiligheid.

    • -

      Politie en brandweer.

    • -

      Jumelage.

    • -

      Dienstverlening (+ICT) en Burgerzaken.

    • -

      Financiën.

    • -

      Grondbeleid (excl. Projecten).

    • -

      Economische Zaken (incl. projecten).

    • -

      Regionale samenwerking:

    • -

      Zuid-Holland-Zuid en raadsledenplatform

    • -

      Samenwerking Zwijndrechtse Waard

    • -

      Drechtsteden en voorbereiding Drechtraad.

    • -

      Personeel en organisatie (excl. Onderwijs)

    • -

      Communicatie

    • -

      Facilitaire zaken:

    • -

      verbouw gemeentehuis

    • -

      gemeentelijke gebouwen (m.u.v. scholen, zwembad, sporthallen en cultureel centrum)

    Ad 2. De raadscommissie Welzijn, Onderwijs en Sociale zaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • -

      Zorg en welzijn:

    • -

      uitvoering Wet Maatschappelijke Ondersteuning;

    • -

      wijk- en buurtgericht werken;

    • -

      ontwikkeling wonen, zorg en welzijn;

    • -

      huisvesting bijzondere doelgroepen;

    • -

      volksgezondheid;

    • -

      ouderenbeleid;

    • -

      maatschappelijk werk ;

    • -

      jeugd- en jongerenbeleid;

    • -

      cultuur (incl. gebouw cultureel centrum);

    • -

      emancipatiebeleid;

    • -

      ontwikkelingssamenwerking;

    • -

      vluchtelingenwerk;

    • -

      bibliotheek.

    • -

      Onderwijs (incl. personeel en schoolgebouwen)

    • -

      Muziekonderwijs;

    • -

      Primair onderwijs;

    • -

      Personeel en schoolgebouwen.

    • -

      Sport (incl. sporthallen en zwembad) en onderhoud sportvelden

    • -

      Sociale zaken:

    • -

      Sociale Dienst Drechtsteden

    • -

      Sociale Werkvoorziening Drechtwerk (opdrachtgeverschap)

    • -

      Kunst:

    • -

      Beleid;

    • -

      openbare ruimte;

    • -

      kunst in De Volgerlanden.

    Ad 3. De raadscommissie Ruimtelijke Zaken en De Volgerlanden adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • -

      Ruimtelijke beleid:

    • -

      ruimtelijke ordening;

    • -

      wonen;

    • -

      volkshuisvesting en woonruimteverdeling;

    • -

      bouwzaken;

    • -

      monumenten;

    • -

      toerisme en recreatie;

    • -

      speelruimtebeleid;

    • -

      verkeer en vervoer;

    • -

      milieu.

    • -

      Ruimtelijke beheer:

    • -

      beheer openbare ruimte (groen, water, riolering, wegen);

    • -

      afvalinzameling.

    • -

      RO Projecten.

    Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de Agendacommissie beslist dat een gezamenlijke Vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

    Indien een gezamenlijke Vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de Commissievoorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • 1.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in Artikel 2 van deze verordening genoemde onderwerpen waarbij aangegeven wordt of het voorstel of onderwerp als Hamerstuk (H) of als Debatstuk (D) naar de raad gaat;

  • 2.

    het (al dan niet vooraf) stellen van technische vragen ter voorbereiding van de besluitvormende discussie in de gemeenteraad;

  • 3.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • 4.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in Artikel 2 van deze verordening genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal twee Leden per fractie.

  • 2. De in het eerste lid genoemde Leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Een Lid kan zowel raadslid als Burgerraadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een Lid van een raadscommissie. De fracties mogen maximaal 2 Burgerraadsleden voordragen. De in het eerste lid van dit artikel in de onderhavige verordening genoemde Leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de desbetreffende fractie (de plaats op de lijst doet niet ter zake).

  • 4. Burgerraadsleden mogen ook deelnemen aan besloten commissievergaderingen mits zij een geheimhoudingsverklaring hebben ondertekend.

  • 5. Leden van de commissie kunnen zich bij verhindering laten vervangen door een ander Lid van de fractie, zoals bedoeld in Artikel 4, lid 3 van deze verordening. Van het voornemen tot vervanging wordt door of namens het commissielid tijdig mededeling gedaan aan de Voorzitter van de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een Lid, de Commissievoorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een Lid en zijn plaatsvervanger houden op Lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in Artikel 4, lid 3 van deze verordening gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een Lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het Lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de Commissievoorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een Lid, de Commissievoorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel Artikel 4 en Artikel 5 van deze verordening.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het Lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 6 De Commissiegriffier

  • 1. De Griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar als Commissiegriffier.

  • 2. Een Commissiegriffier is aanwezig in Vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de Griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3. Een Commissiegriffier kan op uitnodiging van de Commissievoorzitter aan beraadslagingen in Vergaderingen deelnemen.

Artikel 7 De Commissievoorzitter

1.De Commissievoorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

De commissie benoemt zelf een plaatsvervangend Commissievoorzitter.

De Commissievoorzitter is geen Lid van de raadscommissie.

De Commissievoorzitter is belast met:

het leiden van de Vergadering;

het handhaven van de orde;

het doen naleven van deze verordening;

hetgeen deze verordening hem verder opdraagt

Artikel 8 De burgemeester en wethouders

De burgemeester en/of een of meer wethouders zijn in beginsel aanwezig in de Vergadering en nemen deel aan de beraadslagingen.

De raadscommissie kan bij aanvang van de Vergadering beslissen dat de burgemeester en/of een of meer wethouders niet in de Vergadering of een deel van de Vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 9 De gemeentesecretaris

De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in de Vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening

Hoofdstuk 1. Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Oproep en voorlopige agenda

1.De stukken voor de Vergadering worden conform het vergaderschema digitaal aan de Leden ter beschikking gesteld, ten minste zeven dagen voor een Vergadering, onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de Vergadering. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd digitaal ter beschikking gesteld aan de Leden.

Indien een gewijzigde expeditie van de agenda wordt vastgesteld als bedoeld in Artikel 11, lid 1 van deze verordening, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de Vergadering digitaal gepubliceerd.

Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid van dit artikel onder berusting van de Griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Op voorstel van een Lid of de Commissievoorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke Vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Op voorstel van een Lid of de Commissievoorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11 Agenda, gewijzigde expeditie

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de Commissievoorzitter na het verzenden van een digitale oproep een gewijzigde expeditie van de voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Een agenda wordt bij aanvang van een Vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De Commissievoorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in Artikel 13 van deze verordening. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de Leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken, in afwijking van lid 1 van dit artikel, onder berusting van de Griffier en verleent de Griffier een Lid inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

De Vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het lokale dag- of weekblad en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

Artikel 14 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de Vergaderingen van de raadscommissie:

    • a.

      Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden en Financiën plaats op de derde woensdag van de maand;

    • b.

      Welzijn , Onderwijs en Sociale Zaken plaats op de derde maandag van de maand;

    • c.

      Ruimtelijke ordening en De Volgerlanden plaats op de derde dinsdag van de maand.

De Vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 20.00 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

Een raadscommissie vergadert voorts indien de Commissievoorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

De Commissievoorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de Griffier.

Paragraaf 2 Orde der Vergadering

Artikel 15 Presentielijst

  • 1. De Commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van de presentielijsten van Vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder Lid de presentielijst. Aan het einde van elke Vergadering wordt die lijst door de Commissievoorzitter en de Commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening Vergadering; quorum

  • 1. De Commissievoorzitter opent de Vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van de fracties door een of meerdere Leden vertegenwoordigd is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal Leden aanwezig is, bepaalt de Commissievoorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige Leden, dag en uur van de volgende Vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na de digitale publicatie van de oproep is gelegen.

  • 3. Op de Vergadering, bedoeld in lid 2, is lid 1 van dit artikel niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van de fracties vertegenwoordigd is.

Artikel 17 Besluitenlijst

1.De concept-besluitenlijst van de voorgaande Vergadering wordt, zo mogelijk, digitaal aan alle (burger)raadsleden en personen die het woord hebben gevoerd beschikbaar gesteld gelijktijdig met digitale publicatie van de stukken.

Bij het begin van de Vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige Vergadering vastgesteld.

De Leden, de Commissievoorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben het recht een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat.

De besluitenlijst moet inhouden:

  • a.

    de namen van de Commissievoorzitter, de Griffier, de burgemeester en de wethouders, de gemeentesecretaris en de ter Vergadering aanwezige Leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld welke Leden afwezig waren;

  • b.

    een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • c.

    een samenvatting van het advies aan de raad.

De besluitenlijst wordt opgesteld onder de zorg van de Commissiegriffier.

De vastgestelde besluitenlijst wordt door de Commissievoorzitter en de Commissiegriffier ondertekend.

Als de audioverslagen elektronisch beschikbaar zijn worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 18 Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de Leden op voorstel van de Commissievoorzitter over de inhoud van het advies

  • 2. In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties en commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 3. In een Vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en die met betrekking tot de orde.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de Commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 5. In Vergaderingen van de commissies treedt één woordvoerder per fractie per agendapunt op, tenzij de Commissievoorzitter anders beslist.

Artikel 20 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de Commissievoorzitter of een Lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 21 Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de Vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over onderwerpen die het werkterrein van de commissie betreffen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 2 werkdagen voor de aanvang van de Vergadering aan de Griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De Commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De Commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is van de orde van de Vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De Commissievoorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De Commissievoorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord nadat de Commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De Commissievoorzitter of een Lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 22 Handhaving orde, schorsing

  • 1. De Commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de Vergadering.

  • 2. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

  • a. de Commissievoorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

  • b. een Lid hem interrumpeert. De Commissievoorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 3. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de Commissievoorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de Commissievoorzitter hem gedurende de Vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 4. De Commissievoorzitter kan ter handhaving van de orde de Vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de Vergadering sluiten.

  • 5. De Commissievoorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een Lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de Vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het Lid de Vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de Commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het Lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de Vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1. De Commissievoorzitter en ieder Lid kunnen tijdens de Vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de Vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

    Paragraaf 3. Besloten Vergaderingen

Artikel 24 Toepassing verordening op besloten Vergaderingen

Op een besloten Vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de Vergadering.

Artikel 25 Besluitenlijst besloten Vergadering

  • 1. De concept besluitenlijst van een besloten Vergadering worden digitaal beschikbaar gesteld aan de raads- en Burgerraadsleden en collegeleden en voor commissieleden ter inzage gelegd bij de Griffier.

  • 2. Deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten Vergadering ter vaststelling aangeboden.

  • 3. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de Commissievoorzitter en de Commissiegriffier ondertekend.

Artikel 26 Opheffing geheimhouding

  • 1. Voor de afloop van de besloten Vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

  • 2. Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten Vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

    Paragraaf 4. toehoorders en pers

Artikel 27 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare Vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De Commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de Vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de Vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de Vergadering te ontzeggen.

Artikel 28 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de Vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de Commissievoorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 2. Slotbepalingen

Artikel 29 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de veror-dening, beslist de raadscommissie op voorstel van de Commissievoorzitter.

Artikel 30 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 12 mei 2015

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de verordening:

(vastgesteld bij raadsbesluit van 14 maart 2002)

(gewijzigd bij raadvoorstel van 2 februari 2004)

(gewijzigd bij raadsvoorstel van 6 februari 2006).

(gewijzigd bij raadsvoorstel van 10 april 2006)

(gewijzigd bij raadsvoorstel van 19 april 2010)

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht in zijn openbare Vergadering van 11 mei 2015.

De Griffier, de voorzitter,
G.H. Logt J. Heijkoop

Toelichting op de verordening voor de raadscommissies Hendrik-Ido-Ambacht

Artikel 1. Begripsbepalingen

Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, zijn in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd.

Artikel 2 Instelling raadscommissies

In deze verordening is gekozen voor een stelsel van meerdere raadscommissies.

Als een onderwerp meerdere commissies aangaat, zal moeten worden vastgesteld in welke raadscommissie(s) het onderwerp besproken zal worden. In dit model is ervoor gekozen om de Agendacommissie hierover zeggenschap te geven.

In geval van een gezamenlijke Vergadering vervult de Voorzitter van de commissie die het onderwerp het meest aangaat, de rol van Commissievoorzitter. Het spreekt voor zich dat dan ook de Commissiegriffier van die commissie de functie van Commissiegriffier vervult.

Artikel 3 Taken

De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet. De raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester. Voor wat betreft de invulling van de taken van de raadscommissies is gekozen voor het laten plaats vinden van de meningsvorming en politiek voorbereidende debat in de raadscommissie en vindt de besluitvorming in de raad plaats.

De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. De raadscommissie kan ook uit eigener beweging advies aan de raad uitbrengen, ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.

De raadscommissie bepaalt evenals de raad zijn eigen agenda. Dit betekent dat niet het college maar (de Voorzitter van) de raadscommissie bepaalt of een voorstel aan de raadscommissie wordt voorgelegd alvorens het in de raad wordt besproken. Hierover kan uiteraard ook overleg plaatsvinden in de Agendacommissie.

In het Reglement van orde voor de Vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2014 is, om dit te coördineren, een Agendacommissie ingericht. Deze commissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke afstemming van raads- en commissievergaderingen. Veelal zal het echter wel zo zijn dat een onderwerp eerst in een raadscommissie wordt besproken.

Artikel 4 Samenstelling

De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de Gemeentewet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen. Om dit te bereiken schrijft lid 1 van Artikel 4 van onderhavig reglement voor dat een raadscommissie bestaat uit ten minste een en maximaal 2 Leden per fractie. De verhoudingen in de raadscommissies hoeven overigens blijkens jurisprudentie niet exact overeen te komen met de verhoudingen in de raad. Om tot een evenwichtige verdeling te komen is gekozen voor een minimum en een maximum aantal Leden.

De commissieleden worden door de raad benoemd, op voordracht van de fracties. Dit houdt in dat het aan de fracties zelf is om te bepalen wie de betreffende fractie vertegenwoordigen in de verschillende commissies. Het is enkel mogelijk – overeenkomstig lid 3 van dit artikel zelfs verplicht – de benoeming van een voorgedragen Lid te weigeren als het betreft een “burgerlid” die niet voldoet aan de vereisten van de Gemeentewet (zie verder de toelichting op lid 3 van Artikel 4).

Zoals ook uit lid 3 van dit artikel blijkt, hoeven de Leden van een raadscommissie geen raadslid te zijn. Wel is er in deze bepaling vanuit gegaan dat de politieke groeperingen (fracties) de in het eerste lid van deze verordening reglement bedoelde Leden voordragen. Daarnaast moeten de in het eerste lid van deze verordening bedoelde Leden op grond van deze bepaling op de kandidatenlijst van de desbetreffende fractie hebben gestaan.

Op grond van het derde lid van deze verordening moeten Leden, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 van de Gemeentewet mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15 van de Gemeentewet.

Om te beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van de Gemeentewet, ligt het voor de hand om gebruik te maken van een geloofsbrievenonderzoek. Het verdient aanbeveling dit onderzoek uit te laten voeren door de commissie die voor raadsleden en wethouders het op basis van artikel V 4 van de Kieswet verplichte geloofsbrievenonderzoek uitvoert. De vereisten die onderzocht moeten worden zijn immers gelijk. Dit onderzoek (alleen naar de niet-raadsleden) gaat vooraf aan het raadsbesluit waarmee de commissieleden benoemd worden.

Om er voor te zorgen dat iedere fractie en met name ook de kleine fracties in staat zijn om deel te nemen aan de Vergaderingen van de raadscommissie bepaalt het vierde lid van deze verordening dat iedere fractie een plaatsvervangend Lid kan voordragen. Voor de plaatsvervangende Leden gelden dezelfde eisen als voor het Lid van een raadscommissie. De vervangingsregeling geldt uitsluitend voor de op basis van het eerste lid van onderhavig reglement benoemde Leden.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

De zittingsperiode van de Leden, de Commissievoorzitters en hun plaatsvervangers is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.

Op grond van het tweede lid van deze verordening eindigt het lidmaatschap van een raadscommissie eveneens van rechtswege indien een Lid niet meer voldoet aan de in Artikel 4, lid 3 van deze verordening gestelde eisen en indien een Lid is benoemd op voordracht van een fractie die blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet meer vertegenwoordigd is in de raad (Artikel 5, lid 7 van deze verordening).

De raad kan een Lid van een raadscommissie op voorstel van de fractie die het Lid heeft voorgedragen, ontslaan. Deze situatie kan zich voordoen in geval van een splitsing van een fractie. De ontstane nieuwe fractie heeft dan overigens op grond van Artikel 4, lid 1 van deze verordening recht op een eigen Lid. De (plaatsvervangend) Voorzitter van een raadscommissie kan de raad ook zonder voorstel van een fractie ontslaan, bijvoorbeeld indien deze (plaatsvervangend) Commissievoorzitter niet meer het vertrouwen van de meerderheid van de raad bezit. Artikel 5, lid 5 en 6 van deze verordening, voorzien in de situatie van tussentijdse vacature, hetzij door ontslag hetzij door overlijden.

Artikel 6 De Commissiegriffier

Iedere raadscommissie wordt ondersteund door een Commissiegriffier. Afhankelijk van de omvang van de griffie is dit een medewerker van de griffie of een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie. De medewerker van de griffie kan ook parttime door de raad als Commissiegriffier worden benoemd. Het verschil tussen deze beide opties komt tot uitdrukking in de alternatieven voor het eerste en tweede lid. Indien de Commissiegriffier een medewerker van de griffie is, is de raad de werkgever en benoemt deze de Commissiegriffier en regelt zijn vervanging.

Als de Commissiegriffier een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie is, is het college de werkgever en zal de raad in overleg met het college moeten beslissen welke ambtenaar deze functie vervult en wie hem bij zijn afwezigheid of verhindering vervangt. De facto zal de secretaris bij deze beslissing vaak een rol vervullen.

De Commissiegriffier is altijd bij de Vergaderingen van de raadscommissie aanwezig. In principe neemt hij geen deel aan de beraadslagingen, zij het dat de raadscommissie op grond van Artikel 20 van deze verordening altijd de mogelijkheid heeft om anderen aan de beraadslagingen deel te laten nemen.

Artikel 7 Commissievoorzitter

Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de Voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn. Om die reden bepaalt Artikel 7, lid 1 van deze verordening, dat de raad de Commissievoorzitters “uit zijn midden” benoemt. In deze bepaling is er voor gekozen om de Voorzitters van de raadscommissies door de raad te laten benoemen en de plaatsvervangend Commissievoorzitters door de raadscommissies.

Op basis van lid 1 van dit artikel, is de Commissievoorzitter (en de plaatsvervangend Commissievoorzitter op grond van artikel 1 van de verordening) geen Lid van de raadscommissie. Dit is een bewuste keuze, op deze wijze kan de Commissievoorzitter zich concentreren op zijn taak als (technisch) Commissievoorzitter en zijn tijd en energie aanwenden voor het bewaken van de positie van de raadscommissie. Hij hoeft zich niet te bekommeren om de inbreng van zijn fractie in de raadscommissie.

Het ligt voor de hand dat de (plaatsvervangend) Commissievoorzitters, evenals de Leden, van de raadscommissies in de eerste Vergadering van de raad in nieuwe samenstelling worden benoemd, aangezien de zittingsperiode van de Commissievoorzitters en de Leden aan het einde van de zittingsperiode van de raad eindigt (Artikel 5, lid 1 van deze verordening). Aangezien het echter niet altijd mogelijk zal zijn om de Commissievoorzitters direct na de verkiezingen te benoemen, is er voor gekozen om geen termijn in Artikel 7 lid 1, op te nemen. Hetzelfde geldt overigens voor Artikel 4, lid 2.

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

De burgemeester en de wethouders zijn vanaf het moment van inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur geen Lid meer van raadscommissies (artikel 82, tweede lid). Hun aanwezigheid is daardoor niet langer vanzelfsprekend, de raadscommissie kan per Vergadering beslissen of de aanwezigheid van een collegelid al dan niet gewenst is en of hij aan de beraadslagingen mag deelnemen. Artikel 82, vijfde lid, dat artikel 21, tweede lid, van overeenkomstige toepassing verklaard, is hiervoor de grondslag. Dit geldt zowel voor besloten als voor niet besloten Vergaderingen. In openbare Vergaderingen kunnen collegeleden uiteraard altijd aanwezig zijn. Deelnemen aan de beraadslagingen kunnen zij echter alleen als de raadscommissie hiermee instemt. In de regel zullen ze veelal wel aanwezig zijn ten behoeve van het voeren van overleg en het uitoefenen van controle door de raadscommissie.

Om te komen tot een praktische regeling is er in deze bepaling voor gekozen om de voorzitter van de raadscommissie een voorlopige beslissing omtrent de aanwezigheid van de burgemeester of een wethouder en de deelname aan de beraadslagingen te laten nemen. Als de raadscommissie het niet met deze voorlopige beslissing van de Commissievoorzitter eens is, kan zij bij aanvang van de Vergadering anders beslissen. Een expliciete beslissing bij iedere Vergadering is niet nodig. Als de raadscommissie niet aangeeft dat de aanwezigheid van het college niet gewenst is, volstaat de beslissing van de Commissievoorzitter.

Artikel 9 Gemeentesecretaris

Ook de aanwezigheid van de secretaris is in een gedualiseerd stelsel niet langer vanzelfsprekend. Indien de raadscommissie het wenselijk acht dat de secretaris bij een Vergadering van een raadscommissie aanwezig is, zal de raadscommissie het college moeten verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen. Het college is immers zijn werkgever. Ook deze bepaling geldt zowel voor openbare als besloten Vergaderingen. Op basis van Artikel 20 van deze verordening kan de raad ook andere ambtenaren aan de beraadslagingen deel laten nemen, ook hiertoe zullen zij een verzoek aan het college moeten doen.

Artikel 10 Oproep en voorlopige agenda

Voor de Leden van een raadscommissie worden de agenda voor een Vergadering en de stukken tenminste een week voor de Vergadering elektronisch gepubliceerd, op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en zo mogelijk op de site van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt vastgesteld bedraagt de termijn minimaal 48 uur voor een Vergadering. Uiteraard kan ook voor andere termijnen worden gekozen. Wel zal de termijn uiteraard zodanig moeten zijn dat de Leden van een raadscommissie in staat zijn om de stukken te lezen. De stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd worden niet gepubliceerd, maar kunnen bij de Griffier worden ingezien (Artikel 12, lid 3 van deze verordening).

Uiteindelijk bepaalt een raadscommissie echter zijn eigen agenda. De agenderende rol van een raadscommissie komt tot uitdrukking in lid 4, 5 en 6 van dit artikel. Dit betekent onder andere dat een raadscommissie kan bepalen dat een onderwerp of voorstel onvoldoende voorbereid en voor inlichtingen of advies aan het college wordt gezonden. Een raadscommissie bepaalt vervolgens in welke Vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt en niet het college. Uiteraard zal hierover wel overleg gevoerd moeten worden met het college of de secretaris.

Artikel 11 Agenda, gewijzigde expeditie

In de dagelijkse praktijk van de gemeente zal het niet altijd mogelijk zijn om ruim voor de commissievergadering een agenda op te stellen, die ook zicht heeft op de actualiteiten.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

Naast de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, worden stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen op een vaste plaats voor een ieder ter inzage gelegd. Veelal zal dit in het gemeentehuis zijn, maar uiteraard kan in een gemeente met meerdere dorpskernen ook gekozen worden voor ter inzage legging op meerdere plaatsen zoals een bibliotheek. In de openbare kennisgeving wordt vermeld waar de stukken liggen. Originele stukken moeten uiteraard bij de gemeente blijven berusten. Stukken ten aanzien waarvan geheimhouding wordt opgelegd kunnen Leden van raadscommissies ook bij de Commissiegriffier in plaats van bij de Griffier inzien. Deze keuze is aan de gemeente.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de Voorzitter van een raadscommissie tegelijkertijd met de elektronische publicatie de dag, het tijdstip en de plaats van de Vergadering ter openbare kennis brengen. Voor wat betreft de wijze van publicatie is aangesloten bij artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) Hier wordt expliciet vastgelegd in welke dag- nieuws- of huis-aan-huisbladen de aankondiging van de raad wordt geplaatst. Indien de kennisgeving uitsluitend elektronisch plaatsvindt, dan dient er een grondslag te zijn, zie artikel 3:12 juncto 2:14 van de Awb.

De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met deze elektronische publicatie op een bij openbare kennisgeving aan te geven plaats (internetsite van de Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht) ter inzage gelegd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor.

De openbare kennisgeving vermeldt:

  • -

    de datum, aanvangstijd en plaats van de Vergadering;

  • -

    de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

  • -

    de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in Artikel 21 van deze verordening.

Artikel 14 Vergaderfrequentie

Veelal zullen de Vergaderingen van de raadscommissies plaatsvinden op een vaste dag en plaats voorafgaand aan de vergaderingen van de raad. Een raadscommissie vergadert vaker als de voorzit-ter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties hierom vragen. In plaats van twee fracties kan gekozen worden voor een bepaald deel van de raadscommissie. Ook zou de Agendacommissie hierin een rol kunnen vervullen. Deze keuzes zijn aan de raad voorbehouden. Indien een raadscommissie een hoorzitting zal willen houden, kan de Commissievoorzitter gebruik maken van Artikel 14, lid 3 en een andere dag, aanvangsuur of plaats bepalen. Bepaald is dat de Commissievoorzitter hierover overleg voert met de Griffier. Indien de Griffier echter meer inhoudelijke taken vervult, is het ook denkbaar dat hierover overleg wordt gevoerd met de Commissiegriffier.

Over de openbaarheid van de Vergaderingen bevat deze verordening geen bepaling, aangezien artikel 82, vijfde lid van de Gemeentewet hierin voorziet. In deze bepaling wordt artikel 23 van overeenkomstige toepassing verklaard op raadscommissies. Dit betekent dat de Vergaderingen van de raadscommissies in de regel in het openbaar plaatsvinden. Op verzoek van een vijfde van het aantal Leden van een raadscommissie of de Commissievoorzitter kan de raadscommissie beslissen om achter gesloten deuren te vergaderen. Van een besloten Vergadering wordt een afzonderlijke besluitenlijst opgemaakt, dat niet openbaar is tenzij de raadscommissie anders beslist.

Artikel 15 Presentielijst

De presentielijst en de ondertekening door de Commissievoorzitter en de Commissiegriffier zijn bedoeld om formeel vast te stellen dat het vergaderquorum aanwezig is. Indien de Griffier tevens de functie van Commissiegriffier op zich neemt, ondertekent hij de presentielijst. Daarnaast is de presentielijst van belang om de vergoedingen voor de Leden van een raadscommissie te kunnen vaststellen.

Artikel 16 Opening Vergadering; Quorum

Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Dit artikel voorziet hierin. Indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende Leden aanwezig is en de presentielijst heeft getekend, kan worden vergaderd.

Lid 3 van dit artikel voorziet in een regeling voor een nieuwe Vergadering indien het quorum niet aanwezig is, anders zou de afwezigheid van Leden van een raadscommissie de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren. Uiteraard staat op het moment dat de Commissievoorzitter bepaalt op welke datum en tijdstip, nog niet vast op welk moment de digitale publicatie van de agenda en oproep plaatsvindt . Indien er enkele dagen tussen de twee Vergaderingen zit, mag er vanuit worden gegaan dat het mogelijk is om 24 uur van tevoren de agenda en oproep digitaal te publiceren. Overigens ligt het in de rede dat de Commissievoorzitter overlegt met de raadscommissie over de datum van een nieuwe Vergadering.

Artikel 17 Besluitenlijst

De concept-besluitenlijst wordt tegelijkertijd met de schriftelijk oproep digitaal beschikbaar gesteld aan de Leden en overige personen die het woord gevoerd hebben. Het geluidsbestand van de betreffende commissievergadering is bovendien binnen enkele dagen na de Vergadering via de website te beluisteren.

De Commissievoorzitter, de Leden en de collegeleden hebben het recht een voorstel tot wijziging te doen. Een voorstel tot wijziging kan tot het moment van vaststelling bij de Commissiegriffier worden ingediend. Het recht om aanpassing voor te stellen (lid 3) komt ook toe aan de Commissievoorzitter, een Lid en een collegelid, dat bij de desbetreffende Vergadering niet aanwezig was. Het is aan de raadscommissie om te beslissen of een voorgestelde wijziging of aanvulling geaccepteerd wordt, aangezien de raadscommissie de besluitenlijst vaststelt. Een afwijzing van een dergelijk voorstel is niet vatbaar voor beroep (aldus de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State).

Het is aan te bevelen uitsluitend een zakelijke samenvatting van hetgeen besproken is, te geven. De Commissiegriffier stelt de besluitenlijst op, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt hiervoor bij de Griffier op grond van het vijfde lid. Na vaststelling van de besluitenlijst ondertekenen de Commissievoorzitter en de Commissiegriffier deze.

Artikel 18 Advies; geen stemmingen

Het gebruik van het woord beslissen in het eerste lid kan de suggestie gewekt worden dat in de commissievergadering ook ‘echte’ Awb-besluiten kunnen worden genomen. Dit is echter niet het geval. Een raadscommissie neemt geen beslissingen maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Alleen in de raadsvergadering kunnen besluiten worden

genomen. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, wordt in het advies de standpunten van alle fracties opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een Lid het niet eens is met het fractiestandpunt, dat hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de Commissievoorzitter afgesloten. Dit hoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste en tweede termijn. Een verzoek van een raadslid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de Commissievoorzitter niet te honoreren. Indien de raadscommissie van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.

Artikel 20 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 Gemeentewet geregelde verschoningsrecht, dat in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op Leden van raadscommissies en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het is uiteraard ook mogelijk dat een raadscommissie bepaalt dat een bepaalde functionaris in bepaalde gevallen altijd aan de beraadslaging mag deelnemen (bij voorbeeld de voorzitter van een deelraad aan de beraadslaging over deelgemeente-aangelegenheden). Het gaat in deze bepaling om anderen dan de Leden, de Commissievoorzitter, de burgemeester, de wethouders en de secretaris. Deze hebben op grond van Artikel 8 en Artikel 9 van deze verordening reeds het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen. Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de Leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel te doen tot wijziging van de notulen, een voorstel over de spreektijd of over de orde van de Vergadering.

Artikel 21 Spreekrecht burgers

Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het lokaal bestuur.

Het spreekrecht is niet beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een raadscommissie. Het spreekrecht heeft betrekking op onderwerpen die een raadscommissie aangaan. Indien ingesproken wordt in het kader van een agendapunt krijgen insprekers bij voorkeur dan het woord voorafgaand aan het betreffende agendapunt. Als een burger zich meldt voor een onderwerp dat een andere raadscommissie aangaat, ligt het voor de hand dat de Griffier de betreffende persoon naar de juiste raadscommissie verwijst.

In het tweede lid zijn drie onderwerpen opgenomen, waar het spreekrecht niet voor geldt. Als een besluit van de raad of het college vatbaar is voor bezwaar en de burger belanghebbende is, kan de burger een bezwaarschrift indienen. Ook kan een burger beroep instellen bij de rechtbank. Verder zijn de benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen van personen uitgesloten van het spreekrecht van burgers. Omdat inspraak over de benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen – de belangen van – kandidaten al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie kan schaden, kunnen burgers hierover geen uitlatingen doen. Als laatste kunnen burgers zich ook niet uitlaten over onderwerpen, waar zij op grond van artikel 9:2 Algemene wet bestuursrecht een klacht over kunnen indienen. Deze procedure gaat voor het spreekrecht van burgers.

De burgers die wensen in te spreken moeten zich ten minste twee werkdagen voor de Vergadering melden bij de Griffier. Uiteraard kan er afhankelijk van de beschikbaarheid, ook gekozen worden voor aanmelding bij de Commissiegriffier.

In lid 6 van Artikel 21 is ervoor gekozen om een burger één maal het woord te geven. Op basis van Artikel 17, lid 1, wordt het verslag (de concept-besluitenlijst) digitaal beschikbaar gesteld voor de burgers die hebben ingesproken. De concept-besluitenlijst van de voorgaande Vergadering wordt gelijktijdig met digitale publicatie van de stukken beschikbaar gesteld. Bovendien is het audioverslag binnen enkele dagen na de Vergadering via de website beschikbaar.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

Het eerste lid van dit artikel verzekert dat Leden van een raadscommissie vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties uiteraard toegestaan voor zover de Commissievoorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat Leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van overeenkomstige toepassing is op Leden van raadscommissies. Hierdoor zijn Leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de Vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.

Op basis van lid 3 van dit artikel kunnen alle sprekers in bepaalde gevallen door de Commissievoorzitter tot de orde worden geroepen en kan hen zo nodig over het aanhangige onderwerp het woord ontzegd worden. Ook kan de Commissievoorzitter de Vergadering schorsen en bij herhaling van de verstoring van de orde, kan hij de Vergadering sluiten. In het uiterste geval kan hij een Lid het verdere verblijf ontzeggen en hem uit de Vergadering doen verwijderen. Indien een Lid blijft volharden in zijn gedrag kan hem de toegang tot de Vergadering voor ten hoogste drie maanden worden ontzegd. Het vijfde lid van dit artikel sluit aan bij artikel 26, derde lid van de Gemeentewet, die een dergelijke regeling geeft ten aanzien van raadsleden.

Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar Artikel 27 van deze verordening.

Artikel 23 Voorstellen van orde

Ieder Lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de betreffende raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door een raadscommissie.

Bij het staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen (artikel 32, vierde lid, van de Gemeentewet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de Vergadering voor een (overleg) pauze of een voorstel over de (beperking van de) spreektijden van de Leden en overige deelnemers aan de commissievergadering.

Artikel 24 Toepassing verordening op besloten Vergaderingen

Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voorzover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de Vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten Vergadering en het behandelde zal een raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel opgeheven.

Artikel 25 Besluitenlijst besloten Vergadering

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten Vergadering een afzonderlijke besluitenlijst wordt opgemaakt, die niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus een raadscommissie anders beslist. In aanvulling hierop bepaalt lid 1 van dit artikel dat de besluitenlijst van een besloten Vergadering ter inzage ligt bij de Griffier. Uiteraard kan ook voor inzage bij de Commissiegriffier worden gekozen, indien deze (vrijwel) voortdurend aanwezig is. De raadscommissie beslist over het elektronisch beschikbaar stellen (openbaar maken) van deze besluitenlijst. Tijdens de Vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst.

Artikel 26 Opheffing geheimhouding

De raad kan de geheimhouding, die een raadscommissie aan de raad oplegt, opheffen. In deze bepaling is een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor

Artikel 27 Toehoorders en pers

Artikel 27, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelt dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken. De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de Vergadering verstoren de toegang tot de Vergadering te ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, lid 3 van dit artikel voorziet hierin.

Artikel 28 Geluid- en beeldregistraties

Aangezien de Vergaderingen van een raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluids- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten Vergadering betreft.