Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2001

Geldend van 17-11-2005 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2001

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 9 november 2000;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2000;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2001.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

klein gevaarlijk afval (KGA):

afvalstoffen, die in kleine hoeveelheden vrijkomen in een bedrijf, die in het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen van 25 november 1993 worden aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen en die overeenkomen met het klein gevaarlijk afval zoals dit ook bij huishoudens vrij komt. Asbest valt niet onder klein gevaarlijk afval.

grijs bedrijfsafval:

afvalstoffen die naar aard, omvang en samenstelling overeenkomen met huishoudelijke

afvalstoffen, zogenaamd kantoor, winkel- en dienstenafval (kwd-afval), welke op dezelfde wijze als huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden en in dezelfde reguliere inzamelgang door gemeentelijke inzameldiensten met het huishoudelijke afval kunnen worden ingezameld.

milieustraat:

de terzake door de gemeente aangelegde voorzieningen in Drunen, Heusden en Vlijmen

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

De in het eerste lid bedoelde diensten en het gebruik van bezittingen, werken en

inrichtingen bestaan uit:

het in ontvangst nemen en laten verwerken van KGA van een bedrijf tot een hoeveelheid van 50 kg per bedrijf per kalenderjaar;

het tijdens de reguliere inzamelgang in ontvangst nemen van zogenaamd kwd-afval.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Hoogte van de heffing

1.Het recht bedraagt voor het in ontvangst nemen op de gemeentelijke milieustraat van klein gevaarlijk afval, per kg € 3,50

(exclusief B.T.W.)

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een kg als volle kg aangemerkt.

2.Voor het tijdens de reguliere inzamelgang ledigen van de door de gemeente

beschikbaar gestelde afvalcontainer per belastingjaar € 325,68

(exclusief B.T.W.)

[Vervalt. Tarieven worden ieder jaar opnieuw vastgesteld.]

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in artikel 4 worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting bedoeld in artikel 2 onder 2,b is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting

verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

De belasting bedoeld in artikel 2 onder 2,a is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Tijdstip en wijze van betaling

Het recht bedoeld in artikel 4, onder 1 is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen en moet worden betaald op het tijdstip van uitreiking van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

Het recht bedoeld in artikel 4, onder 2 is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening en moet worden betaald binnen dertig dagen na uitreiking van een gedagtekende kennisgeving, nota of ander schriftuur.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

De Verordening tot vijfde wijziging van de verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2001 treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking;

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006;

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening tot vijfde wijziging van de Verordening reinigingsrechten 2001”.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 3 november 2005.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

A.J. Emmen drs H.P.T.M. Willems

zesde wijziging 2006

zevende wijziging 2007