Regeling vervallen per 15-10-2016

Verordening gemeentearchief Hoorn

Geldend van 05-05-1995 t/m 14-10-2016

Intitulé

Verordening gemeentearchief Hoorn

De raad van de gemeente Hoorn;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 maart 1995;

overwegende dat het noodzakelijk is de verordening te wijzigen;

gelet op artikel 6 van de Archief- en documentatieverordening van de gemeente Hoorn;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende

Verordening voor de dienst en het gebruik van de archieven en vezamelingen, opgenomen in de gemeentelijke archiefbewaarplaats en in de ruimten in gebruik bij de gemeentelijke archiefdienst

ARTIKEL 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

het college:

het bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn.

de Gemeentewet:

de Gemeentewet zoals gepubliceerd in Stb. 762 op 1 november 1994.

Daar waar in deze verordening de mannelijke vorm gebruikt wordt, dient daar ook de vrouwelijke vorm gelezen te worden.

ARTIKEL 2

  • 1. De in de gemeentelijke archiefbewaarplaats en in de ruimten in gebruik bij het gemeentearchief ondergebrachte archieven en verzamelingen kunnen van maandag tot en met vrijdag gedurende ten hoogste acht uur per dag worden geraadpleegd.

  • 2. Behalve de dienstdoende ambtenaren, daartoe door de gemeentearchivaris aangewezen, hebben slechts toegang tot de bewaarplaats de leden van het college en zij, die vanwege het Rijk of de provincie belast zijn met het toezicht op de in de bewaarplaats berustende archieven.

  • 3. Tevens worden, met voorkennis van de gemeentearchivaris, tot de bewaarplaats toegelaten de personen, belast met het toezicht op en het herstel en onderhoud van het gebouw en het meubilair.

  • 4. De gemeentearchivaris is bevoegd om, volgens door hem vast te stellen regels, gelegenheid te geven tot bezichtiging van de bewaarplaats.

ARTIKEL 3

Nasporingen ten behoeve van de gemeente worden verricht door de gemeentearchivaris of onder zijn verantwoordelijkheid door de onder hem te werk gestelde ambtenaren.

ARTIKEL 4

  • 1. Een ieder is bevoegd, behoudens de beperkingen welke bij of krachtens de Archiefwet 1962 en in het tweede lid van dit artikel worden gesteld, alsmede voor zover de voorwaarden bij de opneming in de bewaarplaats gesteld zich daartegen niet verzetten, de in de gemeentelijke archiefbewaarplaats en de ruimten in gebruik bij het gemeente-archief ondergebrachte archieven en verzamelingen kosteloos te raadplegen en daarvan of daaruit afbeeldingen, afschriften, reprodukties of uittreksels te maken of op zijn kosten te doen maken. Ten aanzien van het vervaardigen van afbeeldingen of reprodukties is de het college bevoegd beperkingen te stellen.

  • 2. Van de gemeentelijke archiefbescheiden, die van jongere datum zijn dan het 31e jaar vóór dat van de lopende dienst en overgebracht zijn naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, mag de gemeentearchivaris geen inzage verlenen of afbeeldingen, afschriften, reprodukties of uittreksels verstrekken dan onder uitdrukkelijk mandaat van het college. Het vorenstaande geldt niet voor functionarissen van de diensten, bedrijven en instellingen van welke de stukken afkomstig zijn en die daarvan ambtshalve wensen kennis te nemen.

ARTIKEL 5

Voor het in het voorgaande artikel bedoelde gebruik van de archieven en verzamelingen gelden, behalve hetgeen bij of krachtens de Archiefwet 1962 en bij de opneming in de archiefbewaarplaats is bepaald, de volgende regels:

  • a.

    vóór de aanvang van het onderzoek vermeldt de bezoeker op de daarvoor vastgestelde wijze zijn naam, woonplaats, kwaliteit en het onderwerp van zijn nasporingen;

  • b.

    het raadplegen van de door de bezoeker aangevraagde of voor zijn doel hem aanbevolen stukken, geschiedt onder toezicht van een daarvoor aangewezen ambtenaar, in de door de gemeentearchivaris aan te wijzen lokaliteiten;

  • c.

    de bezoeker mag in de door hem geraadpleegde stukken geen aantekeningen maken, tekens plaatsen, vouwen leggen of op andere wijze beschadigingen aanbrengen. Hij moet er zorg voor dragen, dat de volgorde der losse stukken bewaard blijft. Het calqueren of doortrekken is hem verboden, tenzij hij daartoe vergunning van het college heeft gekregen;

  • d.

    indien blijkt, dat de bezoeker tegen het in dit artikel onder c bepaalde gehandeld heeft of dreigt te handelen, kan hem door het college de gelegenheid tot verder onderzoek worden ontzegd, onverminderd zijn verplichtingen om in geval van aangebrachte schade een door het college vast te stellen vergoeding te betalen.

ARTIKEL 6

  • 1. Aan een ieder die gegevens aan archiefbescheiden heeft ontleend, staat het vrij, behoudens hetgeen daaromtrent bij of krachtens de Archiefwet 1962 of bij de opneming in de bewaarplaats is bepaald, deze gegevens te publiceren mits hij:

    • a.

      zich verantwoordelijk stelt voor het door hem gepubliceerde;

    • b.

      een exemplaar van het door hem gepubliceerde aan het gemeentearchief schenkt;

    • c.

      ermee instemt, dat het recht om het door hem gepubliceerde opnieuw te doen publiceren, zowel voor de gemeente als voor anderen, onverkort blijft.

  • 2. Voor het verspreiden van gegevens, ontleend aan andere documenten dan archiefbescheiden, gelden onverminderd het gestelde in de Auteurswet 1912 dezelfde bepalingen, met dien verstande evenwel, dat vergunning nodig is van het college.

ARTIKEL 7

  • 1. Aan verzoeken van particulieren om te hunnen behoeve van ambtswege nasporingen in de archieven en verzamelingen te doen, wordt door de gemeentearchivaris voldaan, wanneer naar zijn oordeel de dienst zulks toelaat.

  • 2. Voor nasporingen, die niet geacht kunnen worden van algemeen belang te zijn, en voor afbeeldingen, afschriften en reprodukties van en uittreksels uit de archieven en verzamelingen, worden van de aanvrager leges geheven volgens een door de gemeenteraad vast te stellen tarief.

ARTIKEL 8

  • 1. Zij, die overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 23, 25 en 26 van het Archiefbesluit, Staatsblad 1968, nummer 200, stukken tijdelijk in bewaring ontvangen, zijn voor de ongeschonden bewaring der stukken verantwoordelijk.

  • 2. De gebruikers van deze stukken zijn onderworpen aan de bepalingen, die in artikel 5 van dit reglement ten opzichte van het gebruik der archieven en verzamelingen zijn vastgesteld, voor zover die op hen kunnen worden toegepast.

ARTIKEL 9

  • 1. De handschriften worden, wat de uitlening betreft, geheel met archiefstukken gelijk gesteld.

  • 2. Boekwerken uit de archiefbibliotheek kunnen, voor zover de dienst zulks toelaat en zij naar het oordeel van het college niet tot de zeldzame behoren, worden uitgeleend.

  • 3. Stukken behorende tot de historisch-topografische atlas kunnen slechts worden uitgeleend ten behoeve van tentoonstellingen.

  • 4. Van films en geluidsbanden kunnen slechts kopieën worden uitgeleend.

  • 5. Het college is bevoegd om, zo hem dat wenselijk voorkomt, van de lener een borgstelling te vragen.

  • 6. Zij, die de in dit artikel bedoelde stukken tijdelijk in bewaring ontvangen, zijn onderworpen aan de bepalingen die in artikel 5 van dit reglement ten opzichte van het gebruik der archieven en verzamelingen zijn vastgesteld, voor zover die op hen kunnen worden toege-past.

ARTIKEL 10

De uitlening, bedoeld in artikel 8 en 9 van dit reglement, geschiedt slechts voor een bepaalde, ook op het bewijs van ontvangst te vermelden termijn. Op schriftelijke aanvraag van de belanghebbende kan deze termijn worden verlengd.

ARTIKEL 11

Op aanvraag van de gemeentearchivaris kunnen stukken, behorende tot andere binnenlandse of buitenlandse archieven of bibliotheken, tijdelijk in bewaring genomen worden. De gebruikers zijn, behalve aan de bijzondere voorschriften, geldende voor de betrokken archieven en bibliotheken, onderworpen aan de bepalingen die in artikel 5 van dit reglement voor het gebruik van de archieven en verzamelingen zijn vastgesteld.

ARTIKEL 12

In de lokaliteiten, voor de bewaring en de raadpleging van archiefstukken en stukken uit de verzamelingen bestemd mogen geen licht ontbrandbare stoffen of open vuur aanwezig zijn en mag niet worden gerookt. In diezelfde ruimten moeten, voor zover nodig, reddings- en brandblusmiddelen aanwezig zijn.

ARTIKEL 13

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening gemeentearchief Hoorn".

  • 2. Met ingang van de datum van inwerkingtreding vervalt het reglement gemeentearchief Hoorn, zoals vastgesteld op 20 mei 1975 en alle daarin aangebrachte wijzigingen.