Regeling vervallen per 30-12-2017

Verordening op de rekenkamer Kaag en Braassem 2010

Geldend van 17-02-2011 t/m 29-12-2017

Intitulé

Verordening op de rekenkamer Kaag en Braassem 2010

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelet op artikel 81 oa van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de Verordening op de rekenkamer Kaag en Braassem 2010 (gemengd model)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. wet: Gemeentewet;b. commissie: rekenkamercommissie;c. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;d. college: college van burgemeester en wethouders;e. rekenkamer: de Rekenkamer Kaag en Braassem volgens artikel 81 o Gemeentewet.f. externe leden: de leden van de rekenkamer die geen lid van de raad van Kaag en Braassem zijn.g. interne leden: de leden van de rekenkamer die tevens lid van de raad van Kaag en Braassem zijn.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1 Er is een commissie, ex artikel 81 oa Gemeentewet, die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als “Rekenkamer Kaag en Braassem”.

  • 2 De rekenkamer bestaat uit ten minste 3 en ten hoogste 7 leden.

  • 3 Ten hoogste drie leden zijn niet lid van de raad en ten hoogste vier leden zijn tevens lid van de raad van Kaag en Braassem.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1 De raad benoemt de leden van de rekenkamer.

  • 2 De interne leden worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. De externe leden worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 3 De rekenkamer benoemt haar voorzitter, niet zijnde een intern lid, uit haar midden. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met het secretariaat en de onderzoekers. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt een door de rekenkamer aangewezen externe lid als plaatsvervanger op.

  • 4 Bij een tussentijdse vacature pleegt, voorafgaand aan de benoeming van de leden, de raad overleg met de rekenkamer.

Artikel 4 Onverenigbaarheid

Artikel 15, eerste en tweede lid van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de externe leden van de rekenkamer.

Artikel 5 Integriteit

  • 1 De leden maken aan elkaar bekend welke andere functies dan het lidmaatschap van de rekenkamer zij vervullen.

  • 2 Tijdens het onderzoek dienen de leden, in hun handelen en nalaten, af te zien van datgene dat kan worden aangemerkt, dan wel zou kunnen worden aangemerkt als beïnvloeding door degenen die onderwerp zijn of kunnen worden van het onderzoek.

  • 3 De raad kan voor de leden van de rekenkamer een gedragscode vaststellen.

  • 4 De extern leden leggen alvorens zij hun functie kunnen uitvoeren de eed of belofte af in de vergadering van de raad.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1 De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2 Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:a. op eigen verzoek, totdat in zijn opvolging is voorzien;b. indien het lid aftreedt als lid van de raad;c. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamer te vervullen.

  • 3 Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:a. na de benoemingsperiode van 6 jaar, totdat in de opvolging is voorzien;b. op eigen verzoek, totdat in zijn opvolging is voorzien;c. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamer.d. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;e. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4 De raad kan een extern lid tijdelijk op non-actief stellen:a. als tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld;b. als er een ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en of omstandigheden die tot ontslag leiden, zoals genoemd in het derde lid, onder d.

  • 5 De externe leden van de rekenkamer kunnen door de raad worden ontslagena. wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend of langdurig ongeschikt zijn hun functie te vervullen;b. wanneer het lidmaatschap naar het oordeel van de raad schade toebrengt aan het (publieke) vertrouwen in de rekenkamer.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1 De externe leden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer een vergoeding ten bedrage van 200% van het maximumbedrag genoemd in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De externe voorzitter ontvangt voor het bijwonen van vergaderingen van de rekenkamer een vergoeding ten bedrage van 250 % van het maximumbedrag.

  • 2 De externe leden kunnen voor verrichte onderzoekswerkzaamheden t.b.v. de rekenkamer een uurvergoeding ontvangen van 60% van het maximumbedrag genoemd in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 3 De vergoeding genoemd in het eerste en tweede lid komt ten laste van het budget voor de rekenkamer.

  • 4 De interne leden ontvangen een toelage van 5% op jaarbasis van de raadsvergoeding (tabel I, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden) voor de werkzaamheden.

Artikel 8 Secretariaat

  • 1 Het secretariaat wordt uitgevoerd door de griffie onder verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 2 De secretaris staat de rekenkamer bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3 Het secretariaat is gemandateerd om namens de rekenkamer alle informatie te verzamelen die de rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht.

Artikel 9 Onderzoeksmedewerkers

  • 1 Interne onderzoeksmedewerkers worden voor de duur van het onderzoek en in overleg met de rekenkamer door de gemeentesecretaris aangewezen; zij worden in voldoende mate voor de vervulling van hun taak vrijgesteld. Hun werkzaamheden worden door de rekenkamer bekostigd.

  • 2 Onderzoeksmedewerkers kunnen, als de rekenkamer hen daartoe mandateert, alle informatie verzamelen die de rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording schuldig aan de rekenkamer.

Artikel 10 Reglement van orde

De rekenkamer kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisneming naar de raad.

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van de rekenkamer zijn besloten. De rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 2 De rekenkamer komt in vergadering bijeen zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee van de overige leden dat nodig acht.

Artikel 12 Quorum

  • 1 Voor het houden van een vergadering en voor het nemen van besluiten is vereist dat de meerderheid van de rekenkamer, waaronder in ieder geval de voorzitter of diens vervanger, aanwezig is.

  • 2 De rekenkamer besluit bij meerderheid van stemmen, minderheidstandpunten mogen in de rapportage worden verwoord. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de voorzitter.

Artikel 13 Geheimhouding

  • 1 De beraadslagingen en de conceptrapportages van de rekenkamer zijn vertrouwelijk.

  • 2 De rapporten van de rekenkamer zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 3 De leden van de rekenkamer, het secretariaat en degenen die de vergadering hebben bijgewoond, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in het kader van het werk van de rekenkamer ter kennis is gekomen.

  • 4 De vertrouwelijkheid wordt opgeheven zodra de rekenkamer haar rapportage aanbiedt aan de raad.

Artikel 14 Bijwonen vergaderingen

De voorzitter beslist over het bijwonen van de vergaderingen door anderen dan de leden en het secretariaat.

Artikel 15 Onderwerpselectie

  • 1 De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast. De rekenkamer zendt de onderzoeksopzet ter kennisneming aan de raad.

  • 2 De rekenkamer stelt jaarlijks een onderzoeksplan op voor het komende jaar en legt deze ter kennisname voor aan de raad.

  • 3 De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, dan zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 16 Werkwijze

  • 1 De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2 De rekenkamer is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.

  • 3 Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 4 De rekenkamer stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 5 Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 6 De rekenkamer brengt jaarlijks vóór 1 april verslag uit aan de raad over haar werkzaamheden. In het verslag rapporteert de rekenkamer over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van haar eerder gedane door de raad overgenomen aanbevelingen.

Artikel 17 Beraadslagingen rapportages

De leden nemen geen deel aan de beraadslagingen van de rapportages in politieke forums en raad. Wel kunnen zij worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de behandeling in de vorm van een toelichting.

Artikel 18 Budget

  • 1 De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. De griffier is budgethouder.

  • 2 Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:a. de vergoedingen aan de externe leden;b. interne onderzoeksmedewerkers;c. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer zijn ingeschakeld;d. eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3 De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 19 Voorziening

In de gevallen, zover het de werkwijze van de rekenkamer betreft, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamer, met inachtneming van de bepalingen in de wet.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de eerste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van deraad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 19 april 2010 de griffier,                                 de voorzitter,drs. B.S.M. Sepers                 mr. K.M. van der Velde-Menting