Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Krimpenerwaard 2018

Geldend van 01-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Krimpenerwaard 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaats(en) in

    • Ammerstol, Achterweg 2

    • Bergambacht, Dijklaan 97

    • Berkenwoude, Westeinde 3a

    • Gouderak, Poten 1

    • Haastrecht, Provincialeweg Oost 82

    • Krimpen aan de Lek, Molenweg 2

    • Lekkerkerk, Tiendweg-Oost 1a/Opperduit

    • Ouderkerk aan den IJssel, IJsseldijk-noord 12

    • Ouderkerk aan den IJssel, Lageweg 39b

    • Schoonhoven, Wal 5

    • Stolwijk, Hoflaan 9

  • en de gesloten begraafplaats(en) in

    • Ammerstol, Kerkplein 4

    • Berkenwoude, Dorpsstraat 16-20

    • Krimpen aan de Lek, Middelland

    • Ouderkerk aan den IJssel, IJsseldijk Noord 67

    • Lekkerkerk, Kerkweg (Joods)

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • e.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • g.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • h.

    bewaarplaats: een nis of columbarium waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • l.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf, particuliere urnennis of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • m.

    ruimen: het in opdracht van het college leegmaken van een graf, na het verstrijken van de termijn van uitgifte of beschikbaarstelling daarvan, waarbij de stoffelijke resten van een overledene opnieuw op een begraafplaats worden begraven of desgevraagd beschikbaar worden gesteld om te laten cremeren;

  • n.

    herinrichten: het op verzoek en voor rekening van een rechthebbende leegmaken (schudden) van een particulier graf waarbij de stoffelijke resten uit het graf worden verzameld en dieper in hetzelfde graf worden geborgen om opnieuw ruimte te maken voor het begraven van een nieuw stoffelijk overschot;

  • o.

    aula: ruimte op de begraafplaats waarin diensten en/of condoleances plaats kunnen vinden;

  • p.

    familiekamer: ruimte waar de overledene opgebaard kan worden;

  • q.

    eeuwig durend graf: een graf dat tot in lengte van dagen blijft bestaan op de begraafplaats;

  • r.

    onbepaalde tijd graf: een graf dat blijft bestaan op de begraafplaats, zolang er een rechthebbende bekend is;

  • s.

    buitengewone uren: de tijden waarbij er overuren gemaakt worden om een begrafenis plaats te doen vinden en de gemeente daarvoor extra kosten maakt, te weten maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en na 15.00 uur, zaterdagen, zondagen en feestdagen;

  • t.

    oorlogsslachtoffers: burgers en militairen die in de strijd met de vijand of door hun handelingen of houding tegenover de vijand hun leven hebben verloren. Ook mensen die tijdens de door de vijand opgelegde internering of vervolging overleden zijn worden hiertoe gerekend;

  • u.

    slachtoffers van de oorlog: mensen die zijn omgekomen door oorlogsgeweld, zoals een beschieting of bombardement.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    oorlogsslachtoffers;

  • b.

    slachtoffers van de oorlog.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten dan die bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen bedoeld in 5.1 en 5.2 van de tarieventabel door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De Verordening lijkbezorgingsrechten 2017 van 8 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten Krimpenerwaard 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op dinsdag 7 november 2017.
de griffier, drs. K.E. Driehuijs
de voorzitter, mr. R.S. Cazemier

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Krimpenerwaard 2018

behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Krimpenerwaard 2018

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een (particulier) graf wordt geheven:

1.1.1a

bij 3 lagen voor een periode van 30 jaar in Schoonhoven

€ 3.112,00

1.1.1b

bij 3 lagen voor een periode van 20 jaar Schoonhoven

€ 2.074,70

1.1.2a

bij 2 lagen voor een periode van 30 jaar

€ 2.074,70

1.1.2b

bij 2 lagen voor een periode van 20 jaar

€ 1.383,10

1.1.3a

bij 1 laag voor een periode van 30 jaar in Berkenwoude

€ 1.037,35

1.1.3b

bij 1 laag voor een periode van 20 jaar in Berkenwoude

€ 691,55

1.1.4a

voor het lijk van een kind van 12 jaar of ouder en jonger dan 18 jaar voor een periode van 30 jaar in Ouderkerk (Lageweg 39b)

€ 518,65

1.1.4b

voor het lijk van een kind van 12 jaar of ouder en jonger dan 18 jaar voor een periode van 20 jaar in Ouderkerk (Lageweg 39b)

€ 345,80

1.1.5a

voor het lijk van een kind van 2 jaar of ouder en jonger dan 12 jaar voor een periode van 30 jaar

€ 259,35

1.1.5b

voor het lijk van een kind van 2 jaar of ouder en jonger dan 12 jaar voor een periode van 20 jaar

€ 172,90

1.1.6a

voor het lijk van een foetus uit een zwangerschap van minimaal 24 weken en van een kind jonger dan 2 jaar voor een periode van 30 jaar

€ 129,65

1.1.6b

voor het lijk van een foetus uit een zwangerschap van minimaal 24 weken en van een kind jonger dan 2 jaar voor een periode van 20 jaar

€ 86,45

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een (particuliere) urnenbewaarplaats wordt geheven voor een periode van 30 jaar:

€ 865,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een (particuliere) urnenbewaarplaats of in Ouderkerk aan den IJssel (Lageweg 39b) op een particuliere gedenkplaats wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 576,65

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in de onderdelen 1.1.1a tot en met 1.1.3b wordt geheven:

1.4.1

bij een graf met 3 lagen per jaar bij bijzetting

€ 103,75

1.4.2

bij een graf met 2 lagen per jaar bij bijzetting

€ 69,15

1.4.3

bij een graf met 1 laag per jaar bij bijzetting

€ 34,60

1.4.4

bij een graf met 3 lagen voor een periode van 10 jaar

€ 1.037,35

1.4.5

bij een graf met 2 lagen voor een periode van 10 jaar

€ 691,55

1.4.6

bij een graf met 1 laag voor een periode van 10 jaar

€ 345,80

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in de onderdelen 1.1.4a tot en met 1.1.6b wordt geheven voor een periode van 10 jaar:

1.5.1

bij een verleend recht voor een periode van 30 jaar: een recht gelijk aan een derde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

1.5.2

bij een verleend recht voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 1.2 wordt geheven voor een periode van 10 jaar:

1.6.1

bij een verleend recht voor een periode van 30 jaar: een recht gelijk aan een derde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

1.6.2

bij een verleend recht voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in onderdeel 1.3 wordt geheven voor een periode van 10 jaar:

1.7.1

bij een verleend recht voor een periode van 30 jaar: een recht gelijk aan een derde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

1.7.2

bij een verleend recht voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven of bijzetten in een algemeen of een particulier graf wordt geheven:

2.1.1

voor een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 1.200,00

2.1.2

voor een lijk van een kind ouder dan 2 jaar en jonger dan 12 jaar

€ 600,00

2.1.3

voor een lijk van een kind tot en met 2 jaar

€ 300,00

2.2

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3 verhoogd met:

€ 280,00

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een particulier graf of in een urnenbewaarplaats wordt geheven:

€ 410,00

3.2

Voor het bijzetten op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in onderdeel 3.1 verhoogd met:

€ 90,00

3.3

Voor het tegelijkertijd bijzetten van meerdere asbussen en/of urnen gelden de in onderdelen 3.1 en 3.2 genoemde rechten.

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as

4.1

Voor het verstrooien van as wordt per asbus of urn geheven:

€ 186,65

4.2

Voor het tegelijkertijd verstrooien van as uit meerdere asbussen en/of urnen geldt het in onderdeel 4.1 genoemde recht.

Hoofdstuk 5 Onderhoud

5.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats, als bedoeld in artikel 9 van de Regels grafbedekkingen 2017, wordt geheven per jaar:

5.1.1

voor een particulier graf

€ 124,45

5.1.2

voor een algemeen graf, urnenbewaarplaats of kindergraf

€ 62,20

5.2

De rechten bedoeld in onderdeel 5.1 kunnen worden afgekocht door voldoening van een afkoopsom. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor:

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht

Vermenigvuldi-gingsfactor

1

1,00

2

1,70

3

2,55

4

3,40

5

4,25

6

5,10

7

5,95

8

6,80

9

7,65

10

8,50

11

9,35

12

10,20

13

11,05

14

11,90

15

12,75

16

13,60

17

14,45

18

15,30

19

16,15

20

17,00

21

17,85

22

18,70

23

19,55

24

20,40

25

21,25

26

22,10

27

22,95

28

23,80

29

24,65

30

25,50

Hoofdstuk 6 Grafbedekking

6.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 19 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Krimpenerwaard 2017 wordt geheven:

€ 99,75

6.2

Voor het afnemen en terugplaatsen van een gedenkteken op een graf wordt geheven:

€ 250,00

6.3

Voor het afnemen of terugplaatsen van een gedenkteken op een graf wordt geheven:

€ 125,00

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van particulier graf, particuliere urnennis, particuliere gedenkplaatsof particuliere gedenkplaats

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 66,50

Hoofdstuk 8 Opgraven of ruimen

8.1

Voor het opgraven en weer opnieuw begraven in hetzelfde graf (herinrichten) binnen 48 uur en het bijzetten wordt geheven (inclusief kosten van begraven):

€ 2.550,00

8.2

Voor het opgraven en weer begraven in een ander graf wordt geheven (inclusief kosten van begraven en grafkist, eiken en onbekleed):

€ 2.750,00

8.3

Voor het ruimen van een graf en na ruiming bijeen brengen van de overblijfselen van een lijk voor crematie of herbegraven wordt geheven (inclusief grafkist):

€ 500,00

8.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn uit een particulier graf of voor het verwijderen van een asbus of urn uit een urnenbewaarplaats wordt geheven:

€ 186,70

8.5

Voor het tegelijkertijd opgraven of verwijderen van meerdere asbussen of urnen als bedoeld in de onderdelen 8.4 en 8.5 gelden de in onderdelen 8.4 en 8.5 genoemde rechten.

Hoofdstuk 9 Overige diensten

9.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier:

€ 50,00

9.2

Voor het gebruik van de geluidsinstallatie bij het graf wordt geheven:

€ 50,00

9.3

Voor het gebruik van de familiekamer (in Ouderkerk, Lageweg 39b) per opbaring per nacht wordt geheven:

€ 150,00

9.4

Voor het gebruik van de aula wordt per uur geheven:

€ 125,00

9.5

Voor het gebruik van de koelinstallatie (in Gouderak) wordt per etmaal geheven:

€ 125,00

Behoort bij besluit van de Raad van de Gemeente Krimpenerwaard van 7 november 2017.

de griffier,  
drs. K.E. Driehuijs