Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregels Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Krimpenerwaard

Geldend van 05-05-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregels Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Krimpenerwaard

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet;

    • b.

      de verordening: de Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 gemeente Krimpenerwaard;

    • c.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard;

    • d.

      vermogen: het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de wet;

    • e.

      laag inkomen: gezinsinkomen van ten hoogste 120% van de geldende bijstandsnorm, de kostendelersnorm wordt niet toegepast;

    • f.

      inwoner: een persoon die ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen van de gemeente Krimpenerwaard;

    • g.

      doelgroep: inwoners met een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen en hun kinderen;

    • h.

      belanghebbende: de inwoner die behoort tot de doelgroep en een aanvraag indient voor een in deze beleidsregels opgenomen voorziening;

    • i.

      kind: thuiswonend ten laste komend kind dat nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en waarvoor de ouder kinderbijslaggerechtigd is zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 onder e van de wet;

    • j.

      schoolgaande kind: een kind in de leeftijd van 4 tot 18 jaar dat door het rijk erkend basis- of voortgezet onderwijs volgt;

    • k.

      schooljaar: periode die loopt van 1 augustus tot en met 31 juli;

    • l.

      jongvolwassenen: doelgroep in de leeftijd van 18 tot 21 jaar;

    • m.

      maatschappelijke participatie: deelname aan een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken;

    • n.

      voorziening: financiële dan wel materiele ondersteuning of begeleiding.

    • o.

      voorliggende voorziening: een voorziening waar aanspraak op gemaakt kan worden en die toereikend en passend wordt geacht in de situatie van de belanghebbende zoals bedoeld in de artikelen 15 en 36 van de wet;

    • p.

      maatschappelijke organisatie: bedrijf, instelling of vereniging dat op sociaal, cultureel, sportief of onderwijsgebied werkzaam is.

Hoofdstuk 2. Voorzieningen voor kinderen van 0 tot 18 jaar en jongvolwassenen van 18 tot 21 jaar(kindpakket)

Artikel 2. Tegemoetkoming in de kosten voor sport of cultuur (4 tot 18 jaar)

  • 1. De belanghebbende met een kind in de leeftijd van 4 tot 18 jaar komt in aanmerking voor een voorziening in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van deelname aan activiteiten gericht op sport of cultuur.

  • 2. De belanghebbende kan op elk moment een aanvraag indienen bij een door het college aangewezen maatschappelijke organisatie.

  • 3. Een voorziening kan één keer per 12 maanden worden verstrekt tot een bedrag van € 225,00 voor een sportactiviteit of tot een bedrag van € 450,00 voor een cultuuractiviteit.

  • 4. De voorziening kan worden ingezet voor de kosten van lidmaatschap, lesgeld en aanschaf materiaal.

Artikel 3. Tegemoetkoming in de kosten voor zwemmen (4 tot 18 jaar)

  • 1. De belanghebbende met een inkomen tot 130% van de geldende bijstandsnorm met een kind in de leeftijd van 4 tot 18 jaar komt in aanmerking voor een voorziening in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van deelname aan zwemles (diploma-zwemmen).

  • 2. De belanghebbende kan op elk moment een aanvraag indienen bij een door het college aangewezen maatschappelijke organisatie.

  • 3. Zwemles met een diploma A-B-C garantie volgens het zwem A-B-C kan één keer per 24 maanden worden verstrekt tot een bedrag van maximaal € 675,00.

  • 4. Zwemles met een diploma A garantie volgens het zwem A-B-C kan één keer per 24 maanden worden toegekend tot een bedrag van maximaal € 450,00, dit kan eventueel worden uitgebreid met een pakket voor B-C diploma garantie. De tegemoetkoming voor het totale pakket diploma-zwemmen volgens het zwem A-B-C bedraagt maximaal € 675,00.

  • 5. Een voorziening kan één keer per 12 maanden worden verstrekt tot een bedrag van € 225,00 voor zwemles anders dan de regeling genoemd onder lid 3 en 4 van dit artikel.

  • 6. De voorziening kan worden ingezet voor de kosten van lidmaatschap, lesgeld en aanschaf materiaal.

Artikel 4. Tegemoetkoming in de schoolkosten (4 tot 18 jaar)

  • 1. De belanghebbende met een schoolgaand kind van 4 tot 18 jaar in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs komt in aanmerking voor een voorziening in de vorm van een tegemoetkoming in de schoolkosten en kosten die gemaakt moeten worden om het kind deel te laten nemen aan onderwijsactiviteiten.

  • 2. De voorziening bestaat uit:

    • a.

      een eenmalige financiële dan wel materiële tegemoetkoming in de schoolkosten van € 125,00 per kind per schooljaar;

    • b.

      een financiële dan wel materiële tegemoetkoming voor de kosten van de aanschaf van een computer of tablet, inclusief software en verzekering, tot maximaal € 500,00.

      Deze tegemoetkoming wordt maximaal 1 keer per 5 jaar verstrekt. Indien er sprake is van meerdere schoolgaande kinderen per huishouden, wordt 1 computer of tablet per 2 kinderen verstrekt met een maximum van 3 computers en/of tablets per huishouden.

  • 3. De belanghebbende kan op elk moment een aanvraag indienen bij het college of bij een door het college aangewezen maatschappelijke organisatie.

  • 4. Belanghebbende moet (betalings-)bewijzen over kunnen leggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt of heeft gemaakt voor de voorzieningen.

  • 5. De tegemoetkoming wordt rechtstreeks aan de ouder(s) uitbetaald of aan de uitvoerende organisatie of onderneming indien dit specifiek is vermeld.

Artikel 5. Tegemoetkoming in de kosten voor verjaardagen (4 tot 13 jaar)

  • 1. De belanghebbende met een kind in de leeftijd van 4 tot 13 jaar komt in aanmerking voor een voorziening in de vorm van een materiele tegemoetkoming in de kosten die in verband worden gebracht met het vieren van de kinderverjaardag.

  • 2. De belanghebbende kan op elk moment een aanvraag indienen bij een door het college aangewezen maatschappelijke organisatie.

  • 3. Een voorziening wordt eens in de 12 maanden per kind in natura verstrekt.

Artikel 6. Tegemoetkoming in de kosten van baby’s en peuters (0 tot 3 jaar)

  • 1. De belanghebbende met een baby in de leeftijd van 0 tot 3 jaar komt in aanmerking voor een voorziening in natura in de vorm van een materiele tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van een baby-uitzet in verband met de geboorte van een baby en de groei van baby naar peuter.

  • 2. De belanghebbende kan op elk moment een aanvraag indienen bij een door het college aangewezen maatschappelijke organisatie.

Artikel 7. Tegemoetkoming in de kosten van opgroeien kinderen en jongvolwassenen (0 tot 21 jaar)

  • 1. De belanghebbende met een kind in de leeftijd van 0 tot 18 jaar en de jongvolwassene van 18, 19 of 20 jaar, die niet in aanmerking komt voor kosten zoals genoemd in artikel 2 tot en met 6, kan in aanmerking komen voor een materiele vergoeding voor kosten die verband houden met het opgroeien en het participeren van kinderen en jongvolwassenen aan sociaal maatschappelijke activiteiten.

  • 2. De belanghebbende kan op elk moment een aanvraag indienen bij een door het college aangewezen maatschappelijk organisatie, waarbij geldt dat de jongvolwassene de aanvraag zelf moet indienen.

  • 3. Een voorziening wordt eens in de 12 maanden verstrekt, zowel bij de beoordeling als bij de toekenning is er sprake van maatwerk.

Hoofdstuk 3. Voorzieningen participatie volwassenen van 21 jaar en ouder

Artikel 8. Tegemoetkoming participatie en werk

  • 1. De belanghebbende van 21 jaar of ouder maar jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd, die korter dan drie jaar een laag inkomen heeft en die direct of indirect activiteiten onderneemt gericht op participatie en/of werk, komt in aanmerking voor een voorziening.

  • 2. De voorziening bestaat uit een jaarlijkse financiële tegemoetkoming dan wel materiele ondersteuning of begeleiding ter hoogte van € 250,00. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

  • 3. Bij aanvraag is de persoonlijke situatie van de belanghebbende van belang.

  • 4. Geen recht op een voorziening zoals bedoeld in dit artikel heeft diegene:

    • a.

      die in de periode van twaalf maanden voorafgaande aan de aanvraag een lagere uitkering dan de van toepassing zijnde normbedrag heeft ontvangen, wegens schending van de arbeidsverplichting, zoals bedoeld in de artikel 9 en 9a van de wet.

    • b.

      die in de periode van twaalf maanden voorafgaande aan de aanvraag al een tegemoetkoming in het kader van dit artikel of een individuele inkomenstoeslag heeft ontvangen.

  • 5. Belanghebbende moet gedurende de eerste 24 maanden na aanvraag (betalings-) bewijzen over kunnen leggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijke kosten heeft gemaakt voor de voorzieningen.

Artikel 9. Tegemoetkoming maatschappelijke participatie voor AOW-gerechtigden

  • 1. De belanghebbende die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt komt in aanmerking voor een voorziening gericht op maatschappelijke participatie en dient bij te dragen aan maatschappelijke betrokkenheid en zelfontplooiing.

  • 2. De voorziening bestaat uit een jaarlijkse financiële dan wel materiële tegemoetkoming in de maatschappelijke participatie ter hoogte van € 132,00 per persoon. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

  • 3. Belanghebbende moet betalingsbewijzen kunnen overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt of heeft gemaakt voor de voorzieningen.

  • 4. Geen recht op een voorziening zoals bedoeld in dit artikel heeft diegene:

    • a.

      die in de periode van twaalf maanden voorafgaande aan de aanvraag een individuele inkomenstoeslag dan wel een tegemoetkoming participatie en werk, zoals bedoeld in artikel 8, heeft ontvangen.

    • b.

      een vermogen heeft dat hoger is dan het vrij te laten vermogen zoals bedoeld in artikel 34 lid 3 van de wet.

  • 5. Het vermogen in een door belanghebbende zelfbewoonde eigen (koop)woning blijft buiten beschouwing.

  • 6. Belanghebbende moet (betalings-) bewijzen kunnen overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijke kosten

    maakt of heeft gemaakt voor de voorzieningen.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen en voorwaarden

Artikel 10. Aanvraag en vergoeding van kosten

  • 1. Een aanvraag kan alleen schriftelijk worden ingediend met behulp van het daartoe bestemde aanvraag- en inlichtingenformulier. Aanvragen bij een door het college aangewezen maatschappelijke organisatie kunnen worden ingediend via een intermediair en/of hulpverlener.

  • 2. Artikel 4 lid 6 sub c van de Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 is niet van toepassing op de belanghebbende die als ouder aanspraak maakt op een voorziening voor het kind als genoemd in artikel 2 tot en met 7.

  • 3. Bij toekenning wordt de tegemoetkoming uitbetaald aan belanghebbende, rechtstreeks aan de leverancier of rechtstreeks aan de maatschappelijke organisatie waarop de voorziening betrekking heeft.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Een aanvraag wordt overeenkomstig deze beleidsregels afgehandeld, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden die voor belanghebbende zou kunnen leiden tot een onevenredigheid de met deze beleidsregels te dienen doelen.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 12. Intrekking

De Beleidsregels Maatschappelijke Participatie 2017 worden ingetrokken.

Artikel 13. Inwerkingtreding

De Beleidsregels Maatschappelijke Participatie 2018 treden in werking op het tijdstip waarop de VerordeningMaatschappelijke Participatie 2018 Gemeente Krimpenerwaard in werking treedt.

Artikel 14. Overgangsbepaling

Een aanvraag die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels nog niet is afgehandeld, wordt verder behandeld en beoordeeld aan de hand van de in deze beleidsregels opgestelde criteria.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beleidsregels Maatschappelijke Participatie.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard van 19 december 2017
de secretaris, mw. mr. M. Plantinga
de burgemeester, mr. R.S. Cazemier

TOELICHTING

ALGEMEEN

In de Verordening maatschappelijke participatie 2018 (hierna: Verordening) staat aangegeven onder welke voorwaarden een voorziening voor maatschappelijke participatie wordt verstrekt. Deze beleidsregels zijn in aanvulling op de Verordening een nadere uitwerking en concretisering van de te verstrekken voorziening.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

In de begripsbepaling staat aangegeven dat een inkomen tot 120% van geldende bijstandsnorm wordt gezien als het hebben van een laag inkomen en dat de kostendelersnorm niet wordt toegepast. Hierdoor kan een persoon die werk heeft of inkomen heeft uit een sociale zekerheidsuitkering ook aanspraak maken op een voorziening ter voorkoming van sociaal isolement.

Met de Participatiewet is ook de kostendelersnorm ingevoerd. Hierdoor ontstaan bij het bepalen van uitkeringsbedragen veel verschillende categorieën van bedragen. Dat maakt het lastig om uit te gaan van de geldende bijstandsnorm; die is er immers in veel varianten.

Omdat de groep werkenden met een laag inkomen een belangrijke focusgroep is binnen de armoedebestrijding, wordt de kostendelersnorm niet toegepast. Als we de regeling zouden koppelen aan de kostendelersnorm zouden veel werkenden niet in aanmerking komen. Werkende mensen verdienen minimaal het wettelijk minimum loon en hebben bij inwoning altijd een hoger inkomen dan de kostendelersnorm.

Bij het inkomen wordt aangesloten bij de definities genoemd in paragraaf 3.4 van de Participatiewet. Het gaat om inkomen waarover men redelijkerwijs beschikt of kan beschikken. Mensen die in een wettelijke of minnelijk schuldentraject zitten, kunnen ook aanspraak maken op de regeling. In geval van een wettelijk of minnelijk traject wordt immers van het inkomen al het meerdere boven de van toepassing zijnde beslagvrije voet afgeroomd ten behoeve van de schuldeisers.

Artikel 2 Tegemoetkoming in de kosten voor sport of cultuur

Kinderen presteren beter op school, maken makkelijker vriendjes en zijn gedisciplineerder als ze naast school ook een sportieve of culturele hobby kunnen uitoefenen.

Voor de uitvoering van dit artikel is samenwerking gezocht met de Stichting Jeugdsportfonds en Stichting Jeugdcultuurfonds. Via een intermediair kan een ouder een aanvraag indienen zoals bedoeld in lid 3 en lid 4. De tegemoetkoming voor de kosten van lidmaatschap, lesgeld en aanschaf materiaal wordt rechtstreeks aan de maatschappelijke organisatie uitbetaald.

Artikel 3 Tegemoetkoming in de kosten voor zwemmen

Voor kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen was het al mogelijk om een beroep te doen op het Jeugdsportfonds, zwemmen was hier een onderdeel van. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen binnen de gemeente Krimpenerwaard goed leren zwemmen en zwemdiploma’s behalen, het liefst het volledige zwem A-B-C, is er een zwemreling in het leven geroepen met een diploma garantie. Belanghebbende met een inkomen tot 130% van de geldende bijstandsnorm kunnen een aanvraag indienen bij het Jeugdsportfonds in de vorm van een tegemoetkoming voor de kosten van diploma-zwemmen met een diplomagarantie. De voorziening kan één keer in de 24 maanden worden verstrekt voor een diploma A garantiepakket volgens het zwem A-B-C ten bedrage van €450,00. Dit kan worden aangevuld met een pakket voor diplomagarantie B-C. De totale tegemoetkoming voor het zwem A-B-C diploma garantiepakket bedraagt €675,00 voor de duur van 24 maanden. Het aanvragen van een tegemoetkoming in de kosten voor een aanvullende sport is bij deelname aan zwemles met een diplomagarantie mogelijk na 24 maanden. Via een intermediair kan een ouder een aanvraag indienen zoals bedoeld in lid 3, 4 en 5. De tegemoetkoming voor de kosten van lidmaatschap, lesgeld en aanschaf materiaal wordt rechtstreeks aan de maatschappelijke organisatie uitbetaald.

Artikel 4. Tegemoetkoming in de schoolkosten

De ouder met een inwonend kind op het basisonderwijs en/of het voortgezet onderwijs, kan aanspraak maken op een tegemoetkoming in de schoolkosten en overige onderwijsactiviteiten. Het gaat om kosten zoals: ouderbijdrage, schoolspullen, excursies, schoolreisje, huiswerkbegeleiding etc.

In het geval dat de ouders niet bij elkaar wonen, kan alleen de ouder die kinderbijslag (zie ookbegripsbepalingen, artikelen 1 en 2 van de verordening) ontvangt in aanmerking komen voor een tegemoetkoming.

De tegemoetkoming schoolkosten is vastgesteld aan de hand van de gemiddelde kosten voor ouderbijdrage in de Krimpenerwaard. Dit ligt rond € 90,00 per schooljaar. Daarnaast zijn er bijkomende kosten voor schoolkamp/excursie, gymkleding, enzovoort en is gekozen voor een ruimer bedrag aan tegemoetkoming.

Voor de uitvoering van dit artikel wordt, waar mogelijk, de samenwerking gezocht met de Stichting Leergeld en bekeken of het mogelijk is een lokale stichting op te richting. Via een intermediair kan dan een ouder een aanvraag indienen. De tegemoetkoming voor de kosten van lidmaatschap, lesgeld en aanschaf materiaal wordt rechtstreeks aan de maatschappelijke organisatie en/of onderneming uitbetaald.

Indien niet het volledige bedrag voor de aanschaf van een computer of tablet binnen vijf jaren wordt besteed, dan kan het resterende bedrag binnen die vijf jaren alsnog worden aangevraagd voor de aanschafkosten van een computer of tablet.

Artikel 5. Tegemoetkoming in de kosten voor verjaardagen

Voor de uitvoering van dit artikel wordt de samenwerking gezocht met de Stichting Jarige Job. Jarige Job geeft geen geld maar een complete verjaardagsbox aan de ouders. Via een intermediair kan een ouder een aanvraag indienen.

Artikel 6. Tegemoetkoming in de kosten van baby’s en peuters van 0 - 3 jaar

Voor de uitvoering van dit artikel wordt de samenwerking gezocht met de Stichting Babyspullen. Stichting Babyspullen verstrekt babystartpakketten in samenwerking met een netwerk van meer dan 800 professionele (hulpverlenende) instanties. Zij zitten dicht op de doelgroep en kunnen in ieder individueel geval goed beoordelen of de hulp van Stichting Babyspullen noodzakelijk is. Via een intermediair kan een ouder een aanvraag indienen.

Artikel 7. Tegemoetkoming in de kosten van opgroeien kinderen en jongvolwassenen van 0 - 21 jaar

Voor de uitvoering van dit artikel wordt samenwerking gezocht met de Nationaal Fonds Kinderhulp. Verstrekkingen vanuit dit fonds zijn mogelijk als er geen vergoedingen mogelijk zijn vanuit andere voorliggende voorzieningen, zoals opgenomen in deze beleidsregels. Via een intermediair kan respectievelijk de ouder of de jongvolwassene een aanvraag indienen.

Artikel 8. Tegemoetkoming participatie en werk

De tegemoetkoming is bedoeld voor het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten die er toe bijdragen om aan het werk te gaan of te blijven. Bijvoorbeeld een cursus presenteren kan helpen bij het vinden van een baan of beter worden in je werk, maar ook lidmaatschap van een sportclub kan er toe bijdragen dat er op een laagdrempelige manier gewerkt wordt aan het aangaan van sociale contacten, samenwerken, tijdsplanning, enzovoort.

Bij de uitvoering is van belang dat er kritisch gekeken wordt of de tegemoetkoming daadwerkelijk het gewenste effect gaat hebben. Er kan alleen een overwogen voorstelling danwel voorspelling worden gemaakt. De toekomst is immers ongewis. Op het moment van beoordeling is het zaak om ook de voorgaande 12 maanden in het onderzoek te betrekken. Als blijkt dat (eerdere) gemeentelijke ondersteuning en de inspanningen van belanghebbende in het afgelopen jaar niet geleid hebben tot een significante verbetering van de financiële en/of maatschappelijke situatie, is de vraag gerechtvaardigd of deze regeling wel het juiste instrument voor de belanghebbende is. Mogelijk wordt namelijk ook en tegelijk aan de voorwaarden van de individuele inkomenstoeslag voldaan. De individuele inkomenstoeslag en de tegemoetkoming participatie en werk hebben gedeelde doelstellingen en voorwaarden. Wezenlijk verschil is echter dat de inkomenstoeslag gericht is op personen die geen zicht hebben op inkomensverbetering.

Op het moment dat langdurig ingezet wordt op participatie en werk en er geen verbetering optreedt, kan gesteld worden dat er geen zicht is op inkomensverbetering. Deze tegemoetkoming kan dan ook niet los worden gezien van de individuele inkomenstoeslag, wat de uitvoering van beide compliceert en waarbij in de beoordeling een hoge mate van zorgvuldigheid is vereist.

Door voor de begrippen ‘langdurig’ en ‘geen zicht op inkomensverbetering’ aan te sluiten bij artikel 36 van de wet en de verordening en beleidsregels individuele inkomenstoeslag, geeft het college in de breedst mogelijke zin uitvoering aan het eigen minimabeleid en hetgeen de wetgever heeft beoogd met de decentralisatie van inkomensondersteunende maatregelen. Aangenomen wordt dat wanneer er korter dan drie jaar sprake is van een laag inkomen er een relatieve korte afstand is tot de arbeidsmarkt. Hierdoor ontstaat er een logische wisselwerking met de individuele inkomenstoeslag, op het moment dat er drie jaar of langer sprake is van een laag inkomen ligt de beoordeling van het recht op deze toeslag meer voor de hand.

Artikel 9. Tegemoetkoming maatschappelijke participatie voor AOW-gerechtigden

Ter bevordering en behoud van zelfredzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid van ouderen in de AOW-leeftijd wordt een tegemoetkoming verstrekt voor kosten van activiteiten zoals museumbezoek, abonnement dagblad, lidmaatschap bibliotheek, et cetera.

Verder dient de belanghebbende ten minste 24 maanden na aanvraag bewijsstukken of gegevens te kunnen overleggen die betrekking hebben op de aanvraag. Het college kan namelijk in het kader van controle op rechtmatige besteding van gelden, jaarlijks controleren of het toegekende bedrag besteed is aan het doel waarvoor de voorziening is verstrekt.

Wanneer de AOW-gerechtigde eigenaar is van een woning en deze woning door hemzelf of zijn gezin wordt bewoond, blijft het in de woning gebonden vermogen volledig buiten beschouwing. Er kan immers redelijkerwijs niet over het vermogen worden beschikt en het is niet reëel om van belanghebbende te verlangen het vermogen te gelde te maken door verkoop van de woning of het vestigen van een (extra) hypotheek.

Artikel 10. Aanvraag en vergoeding van kosten

Aanvragen dienen via een aanvraagformulier te worden ingediend.

Voor zover er recht is op een financiële tegemoetkoming wordt dit bij voorkeur uitbetaald aan de maatschappelijke organisatie.

De in artikel 4 genoemde tegemoetkoming in kosten van een computer of tablet wordt voor zover mogelijk aan de leverancier betaald aan de hand van een pro forma nota.

Indien de kosten voor deelname aan maatschappelijke activiteiten lager is dan de maximale tegemoetkoming, dan kan alleen voor die kosten die aantoonbaar zijn een aanvraag worden ingediend. In elk geval kan er nooit meer toegekend worden dan de in deze beleidsregels genoemde maximale bedragen.

Het tweede lid in dit artikel regelt dat studerende (alleenstaande) ouders wel aanspraak kunnen maken op een voorziening voor hun minderjarige kind, terwijl zij volgens de verordening geen recht hebben op alle overige voorzieningen zoals genoemd in de verordening. De kinderen van deze groep zijn immers een doelgroep op zich.

De belanghebbende dient ten minste 24 maanden na aanvraag bewijsstukken of gegevens te kunnenoverleggen die betrekking hebben op de aanvraag. Het college kan namelijk in het kader van controle op rechtmatige besteding van gelden, jaarlijks controleren of het toegekende bedrag besteed is aan het doel waarvoor de voorziening is verstrekt.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Van de voorwaarden genoemd in deze beleidsregel kan gemotiveerd ten gunste van de aanvrager worden afgeweken, als blijkt dat er door samenloop van omstandigheden geheel buiten de schuld van de aanvrager een hardheid is ontstaan omdat de gevraagde voorziening niet is toegekend of kan worden verstrekt.