Regeling vervallen per 01-01-2018

gemeenschappelijke regeling Reestmond

Geldend van 04-05-2016 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

gemeenschappelijke regeling Reestmond

Overwegende,

dat ten gevolge van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen

het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Reestmond,

besluit:

vast te stellen de volgende gemeenschappelijke regeling Reestmond, waarmee de

vorige gemeenschappelijke regeling, vastgesteld op 27 mei 2008, vervalt.

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Definities

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de regeling: deze gemeenschappelijke regeling.

  • b.

    Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur als bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • c.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur als bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijk regelingen.

  • d.

    voorzitter; de voorzitter als bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • e.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe.

  • f.

    werknemers: degenen, die ingevolge de Wet in een dienstbetrekking tot het Werkvoorzieningschap staan.

  • g.

    personeel: het door of namens het openbaar lichaam aangesteld, op detacheringbasis ingehuurd, of in dienst genomen ambtelijk personeel.

  • h.

    Uitvoeringsorganisatie: de uitvoeringsorganisatie Werkvoorziening-schap Reestmond

  • i.

    Algemeen directeur: de persoon die is belast met de dagelijkse leiding van de uitvoeringsorganisatie

HOOFDSTUK 2. HET OPENBAAR LICHAAM

Artikel 2. Openbaar lichaam

  • 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd Reestmond.

  • 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijk regelingen en is gevestigd te Meppel.

  • 3. Het werkgebied van het openbaar lichaam omvat het grondgebied van de aan deze regeling deelnemende gemeenten.

Artikel 3. Taken

De colleges van de gemeenten dragen aan het openbaar lichaam over, de bevoegdheden zoals bedoeld in de artikelen 2 lid 1; 4; 5; 6 lid 2; 7 lid 1; 15 lid 1, 2, 4 en 5 Wsw met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 lid 2 Wsw.

HOOFDSTUK 3. ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 4. Samenstelling

De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

Artikel 5. Stemrecht

Elk lid van het Algemeen Bestuur heeft één stem.

Artikel 6. Reglement van orde

Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.

Artikel 7. Informatie- en verantwoordingsplicht

De regels uit het reglement van orde van de betreffende gemeenteraad zijn op de verantwoordingsplicht van een lid van het Algemeen Bestuur aan de raad van toepassing.

HOOFDSTUK 4. DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 8. Samenstelling

  • 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit:

    • a.

      vier leden, waaronder de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris, allen afkomstig uit een van de deelnemende gemeenten

  • 2. Het Algemeen Bestuur benoemt op voordracht van het Dagelijks Bestuur een secretaris, een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. De secretaris is tevens secretaris van het Algemeen Bestuur.

  • 4. De leden van het Dagelijks Bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in de nieuwe samenstelling.

Artikel 9. Aanwijzing leden en tussentijdse vacatures

  • 1. Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur openvalt, wijst het Algemeen Bestuur binnen twee maanden een nieuw lid aan.

  • 2. Gaat het openvallen van een plaats in het Dagelijks Bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het Algemeen Bestuur, dan vindt aanwijzing eerst plaats nadat de plaats in het Algemeen Bestuur opnieuw is bezet, tenzij deze benoeming meer dan drie maanden zou uitblijven.

  • 3. Indien langdurige verhindering of ontstentenis van een lid van het Dagelijks Bestuur verwacht wordt, kan het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur in diens tijdelijke vervanging voorzien.

  • 4. Het tijdelijke benoemde lid treedt als zodanig af, zodra degene die hij vervangt, de uitoefening van zijn taak hervat.

  • 5. De leden van het Dagelijks Bestuur treden af op de dag van aftreding van het Algemeen Bestuur.

Artikel 10. Vergadering Dagelijks Bestuur

  • 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden van dit bestuur dit nodig achten.

  • 2. Elk lid van het Dagelijks Bestuur heeft in de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur één stem.

  • 3. De artikelen 22 en 56 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Reglement van orde

Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen.

Artikel 12. Ondertekening stukken

De stukken, die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan, worden door de voorzitter en secretaris ondertekend.

HOOFDSTUK 5. DE VOORZITTER

Artikel 13. Algemene bepalingen

  • 1. Het Algemeen Bestuur wijst in de eerste vergadering van elke zittingsperiode uit zijn midden, op voordracht van het Dagelijks Bestuur, de voorzitter aan. Hetzelfde geldt met betrekking tot de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris.

  • 2. Het voorzitterschap rouleert tussen de deelnemende gemeenten.

  • 3. De artikelen 40 en 41 van de Gemeentewet zijn ten aanzien van de voorzitter van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Bij verhindering of ontstentenis wordt de voorzitter vervangen door de plaatsvervangend voorzitter en bij diens verhindering of ontstentenis het hiertoe door het Algemeen Bestuur aan te wijzen lid van het Dagelijks Bestuur, dat door en uit het midden van het Bestuur aangewezen is.

Artikel 14. Informatie- en verantwoordingsplicht

  • 1. De voorzitter is aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde beleid.

  • 2. Hij geeft het Algemeen Bestuur, mondeling of schriftelijk, de door één of meer leden gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang.

  • 3. Het Algemeen Bestuur kan omtrent de wijze waarop van de voorzitter inlichtingen kunnen worden gevraagd, alsmede de wijze waarop hij ter verantwoording kan worden geroepen, in zijn reglement van orde nadere regels stellen.

HOOFDSTUK 6. ORGANISATIE EN PERSONEEL

Artikel 15. Organisatiestructuur

Er is een uitvoeringsorganisatie genaamd: “Werkvoorzieningschap Reestmond”

Artikel 16. Overig personeel.

  • 1. Het overige personeel wordt door de algemeen directeur benoemd en ontslagen.

  • 2. De algemeen directeur kan de personeelsleden schorsen.

Artikel 17. Aanstelling werknemers

Indienstneming van werknemers als bedoeld in de Wet Sociale Werkvoorziening geschiedt door het Algemeen Bestuur volgens de bepalingen van de Wsw en de CAO Wsw.

Artikel 18. Aanstelling werknemers niet afkomstig uit het verzorgingsgebied

  • 1. Op verzoek van de betrokken gemeentebesturen kunnen personen, wonend in niet aan deze regeling deelnemende gemeenten, door de uitvoeringsorganisatie in dienst worden genomen.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid vindt plaats onder nader te regelen voorwaarden en tegen betaling van een door het Algemeen Bestuur vast te stellen bijdrage die minimaal omvat het bedrag van de rijksbijdrage die de gemeente van ingezetenschap van de werknemer ontvangt en een bijdrage in de algemene kosten.

HOOFDSTUK 7. FINANCIELE BEPALINGEN

Artikel 19. Opmaken van de begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur zendt de kadernota voor 1 februari aan de deelnemende gemeenten.

  • 2. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting voor 1 mei aan de deelnemende gemeenten.

Artikel 20. Betaling gemeentelijke bijdragen

  • 1. Elke gemeente levert jaarlijks een bijdrage in de algemene kosten van de regeling. De bijdrage wordt voor de helft op basis van het inwonertal van de deelnemende gemeenten omgeslagen en de andere helft naar rato van het aantal plaatsen op grond van de Participatiewet en de Wsw uitgedrukt in arbeidsjaren, dat de gemeenten hebben ondergebracht bij de uitvoeringsorganisatie (de gemeente De Wolden op basis van het voedingsgebied). Het Dagelijks Bestuur ontwikkelt een rekenmodel waarbij meer dan gemiddelde inkoop bij Reestmond deze bijdrage vermindert.

  • 2. Aan het begin van ieder kwartaal betalen de deelnemende gemeenten bij wijze van voorschot ¼ deel van hun in de begroting geraamde jaarlijkse bijdrage in de algemene kosten.

  • 3. Elke gemeente betaalt jaarlijks een specifieke bijdrage bestemd voor de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde taken.

  • 4. De hoogte van de specifieke bijdrage is afhankelijk van de prestatieafspraken die de uitvoeringsorganisatie maakt met de gemeenten.

  • 5. De specifieke bijdrage wordt in maandelijkse voorschotten uitbetaald voor de 20e van elke maand (in de maand mei verhoogd met de vakantietoeslag).

  • 6. Bij niet tijdige betaling van de bedragen genoemd in het eerste en derde lid, is de wettelijke rente verschuldigd.

Artikel 21. Garantstelling Bank Nederlandse Gemeenten

  • 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 2. Indien aan het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet of artikel 104 Waterschapswet, respectievelijk een verzoek aan de Minister tot toepassing van de artikelen 198 en 199 Provinciewet.

  • 3. Een liquiditeitsplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.

HOOFDSTUK 8. TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Artikel 22. Toetreding en uittreding

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente die wenst toe te treden richt, na verkregen toestemming van de raad van die gemeente, het verzoek daartoe aan het Algemeen Bestuur.

  • 2. Het Algemeen Bestuur zendt het verzoek als bedoeld in het eerste lid binnen 13 weken door aan de colleges van de deelnemende gemeenten, onder overlegging van zijn advies omtrent de toetreding en de eventueel daaraan te verbinden voorwaarden.

  • 3. Toetreding vindt plaats, indien de colleges van de deelnemende gemeenten daarmee hebben ingestemd en ter zake toestemming is verkregen van de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 4. Aan de toetreding kunnen bij de in het derde lid bedoelde besluiten voorwaarden worden verbonden.

  • 5. Uittreding vindt niet eerder plaats dan op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen en de uittreding is gepubliceerd.

  • 6. De financiële schade, die het openbaar lichaam als gevolg van de uittreding lijdt, wordt aan de uittredende gemeente in rekening gebracht.

  • 7. Het Algemeen Bestuur stelt regels over de wijze waarop de gevolgen van de uittreding geregeld worden.

Artikel 23. Wijziging regeling

  • 1. Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de besturen van de deelnemende gemeenten kunnen voorstellen doen tot wijziging van de regeling.

  • 2. Een wijziging is tot stand gekomen wanneer:

    • a.

      de colleges haar hebben vastgesteld en

    • b.

      de raden daarvoor toestemming hebben gegeven.

  • 3. De wijziging gaat in op de in het besluit aangegeven dag maar niet eerder dan dat het besluit is gepubliceerd in de Staatcourant.

Artikel 24. Liquidatie

  • 1. De regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.

  • 2. Een besluit als bedoeld in het eerste lid bepaalt tevens de datum van opheffing en kan niet eerder worden genomen dan nadat het Algemeen Bestuur daarover zijn mening kenbaar heeft gemaakt.

  • 3. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten dragen er zorg voor dat de gemeenschappelijke regeling wordt verwijderd uit het register als bedoeld in artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 4. In geval van opheffing van de regeling, besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels op in een liquidatieplan.

  • 5. Het liquidatieplan wordt niet vastgesteld, dan nadat de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten zijn gehoord.

  • 6. In het liquidatieplan zijn bepalingen opgenomen omtrent de vereffening van het vermogen van het openbaar lichaam. Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel, de werknemers en de archieven.

HOOFDSTUK 9. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 25. Overdracht

  • 1. De deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Reestmond ingegaan op 1 juli 2008 dragen aan de deelnemers in deze regeling over om niet alle op de eindbalans voorkomende eigendommen, bezittingen, vorderingen en verkregen rechten.

  • 2. Het personeel en de werknemers van de in het eerste lid bedoelde gemeenschappelijke regeling gaat zonder uitzondering met ingang van inwerkingtreding van deze regeling over in dienst van het bij deze regeling ingesteld openbaar lichaam in dezelfde rechtstoestand als waarin het in de vervallen regeling werkzaam was.

Artikel 26. In werkingtreding

Deze regeling treedt in werking 8 dagen na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 27. Toezenden aan GS

De in de artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen voorgeschreven toezending van de regeling aan Gedeputeerde Staten zal geschieden door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel.

Artikel 28. Duur van de regeling

Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 29. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “gemeenschappelijke regeling Reestmond”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling:
De voorzitter: de secretaris:
Datum: 15 oktober 2015 Datum: 15 oktober 2015
Indien van toepassing:
Het college van de gemeente Meppel heeft bij besluit van 27 oktober 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging. De gemeenteraad van de gemeente Meppel heeft bij besluit van 26 november 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging.
Het college van de gemeente De Wolden heeft bij besluit van 20 oktober 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging. De gemeenteraad van gemeente De Wolden heeft bij besluit van 29 oktober 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging.
Het college van de gemeente Staphorst heeft bij besluit van 3 november 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging. De gemeenteraad van gemeente Staphorst heeft bij besluit van 8 december 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging.
Het college van de gemeente Westerveld heeft bij besluit van 27 oktober 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging. De gemeenteraad van gemeente Westerveld heeft bij besluit van 17 november 2015 ingestemd met de voorliggende wijziging.
Bekendgemaakt op 26 april 2016