Regeling vervallen per 02-01-2017

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 01-01-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Nieuwkoop;

gelezen het voorstel 15.20192 van burgemeester en wethouders van 03-11-2015;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t:

vast te stellen de; Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik

maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden

beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik

maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22

van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaven en tarieven, opgenomen in Hoofdstuk 3 van de bij deze verordening behorende en nader vastgestelde “Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen”, zoals die geldt voor het betreffende belastingjaar.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • a.

    De belasting bedoeld in de artikelen 3.1 en 3.2 van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen wordt door middel van een aanslag geheven.

  • b.

    De belasting bedoeld in artikel 3.3 van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting van de artikelen 3.1 en 3.2 van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen

  • 1. De belasting, bedoeld in de 3.1 en 3.2 van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien een perceel in de loop van het belastingjaar in gebruik wordt genomen en de gebruiker nog niet eerder als belastingschuldige voor hetzelfde belastbare feit een aanslag is opgelegd, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van het gebruik, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 9 worden niet geheven.

  • 6. Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 7a Ontstaat van de belasting van artikel 3.3 van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen

De belasting, bedoeld in artikel 3.3 van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen, is verschuldigd bij de aanbieding van het afval aan huis.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbil­jet verenigde aanslagen, minder is dan € 2.500,00, en zolang de verschul­digde bedragen door mid­del van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschre­ven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De belasting, bedoeld in artikel 3.3 van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen, moet worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 2 weken na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening afvalstoffenheffing” van 12 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2016’.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van donderdag 10 december 2015, nummer 2015-132e

  • 3.

    De griffier,

    De voorzitter,

    E.R. van Holthe

    F.Buijserd