Algemene subsidieverordening gemeente Nieuwkoop 2017

Geldend van 01-06-2016 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Nieuwkoop 2017

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- EG-Verdrag verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

-Europees steunkader een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, beschikking of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie, gelet op de artikelen 86, derde lid , 87 en 88 van het EG-Verdrag heeft vastgesteld.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23 lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is.

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3. Bevoegdheden burgemeester en wethouders

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vast welke activiteiten en voorzieningen in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Als van toepassing wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

  • 3. Als dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen als bedoeld in artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht. In dat geval bepalen zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen:

    • a.

      als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of

    • b.

      als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging.

  • 4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag legt de aanvrager, tenzij dat naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet noodzakelijk is, de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteit(en) en voorziening(en) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteit(en) en voorziening(en) worden nagestreefd, en hoe de activiteit(en) en voorziening(en) daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van de kosten voor de activiteit(en) en voorziening(en);

    • d.

      een begroting van de opbrengsten van de activiteit(en) en voorziening(en), waaronder ten minste:

      • i.

        een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies, cofinanciering of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteit(en) en voorziening(en) onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

      • ii.

        een actueel overzicht van de aanwezige (bestemmings)reserves en voorzieningen inclusief (indien van toepassing) het onderliggende bestedingsplan;

      • iii.

        een opgave van de wijze waarop de aanvrager getracht heeft andere middelen te verzamelen om uitvoering te kunnen geven aan de gewenste activiteit(en) en voorziening(en) en de mate waarin de aanvrager daarin is geslaagd (bijvoorbeeld contributie of entreegelden).

    • e.

      een overzicht van de wijzen waarop de aanvrager de gewenste activiteit(en) en voorziening(en) in samenwerking met andere actoren voornemens is te realiseren;

  • 3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten en een opgaaf van de zittende bestuursleden toe aan de aanvraag, alsmede een afschrift van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar zoals die door de penningmeester of accountant zijn opgemaakt en ter goedkeuring en vaststelling zijn aangeboden aan bestuur of leden.

  • 4. De aanvraag kan door twee of meer aanvragers gezamenlijk worden ingediend. Indien de aanvraag gezamenlijk door twee of meer aanvragers wordt ingediend, gelden de eisen uit dit artikel voor alle indieners van deze gezamenlijke aanvraag.

Artikel 6. Aanvraagtermijnen

  • 1. Een subsidie kan worden aangevraagd voor een tijdvak van één of meerdere kalenderjaren, voor een ander tijdvak of voor een specifieke activiteit. Een aanvraag voor subsidie die voor één of meer kalenderjaren wordt verstrekt, moet zijn ontvangen op uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

  • 3. Andere aanvragen voor subsidie moeten zijn ontvangen minimaal 13 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 6, derde lid, binnen 8 weken nadat de aanvraag is ingediend.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

  • 4. Bij aanvragen voor een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het EG Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.

Artikel 8. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:

    • a.

      als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het EG-Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt.

    • b.

      als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

  • 2. Onverminderd het vorige lid kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen, tenzij de subsidie wordt gedekt door een specifieke uitkering van derden die mede is bestemd voor andere gemeenten;

    • b.

      als activiteiten niet in overeenstemming zijn met de Maatschappelijke Structuurvisie “Nieuwkoop in perspectief”, de Kadernotitie subsidiebeleid 2017 en de Subsidieregelingen van de gemeente Nieuwkoop;

    • c.

      als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • d.

      als de activiteiten al door (andere) overheidsinstellingen worden bekostigd;

    • e.

      in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • f.

      als de subsidieverstrekking in strijd is met een wettelijk voorschrift;

    • g.

      als de aanvrager niet alle benodigde vergunningen of ontheffingen heeft;

    • h.

      als de aanvrager niet aan de in de subsidieregeling gestelde kwaliteitseisen voldoet;

    • i.

      als een subsidie wordt gevraagd voor activiteiten die tot de reguliere activiteiten van de aanvrager behoren;

    • j.

      als al subsidie is verstrekt voor dezelfde activiteit;

    • k.

      als activiteiten gericht zijn op het uitdragen van levensbeschouwelijke of politieke overtuigingen;

    • l.

      als bij de toelating van personen tot de activiteiten naar het oordeel van burgemeester en wethouders discriminatie plaatsvindt als bedoeld in artikel 90quater Wetboek van Strafrecht;

    • m.

      als activiteiten gericht zijn op het maken van winst en/of overwegend een commercieel doel hebben;

    • n.

      als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het EG-Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • o.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

  • 3. Burgemeester en wethouders vordert een subsidie, vermeerderd met wettelijke rente, terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak en bij het niet geheel of gedeeltelijk uitvoeren van de gesubsidieerde activiteit(en) of voorziening(en).

Artikel 9. Verantwoording

Als dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10. Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten als het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 11. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot:

    • a.

      het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht;

    • b.

      de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de activiteiten voor inwoners met een beperking;

    • c.

      het samenwerken met andere verenigingen en organisaties;

    • d.

      de inzet bij de activiteiten van personen die onder de zorgplicht van de gemeente vallen in het kader van de Participatiewet.

  • 2. Bij subsidies hoger dan € 50.000,--, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

Artikel 12. Reserves

Burgemeester en wethouders kan bij subsidieregeling of in de subsidieovereenkomst bepalingen opnemen over het vormen van reserves.

Artikel 13. Eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000,--

  • 1. Subsidies tot en met € 5.000,-- worden door burgemeester en wethouders direct vastgesteld, dan wel verleend en — tenzij toepassing wordt gegeven aan het volgende lid — binnen 8 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld.

  • 2. Binnen drie maanden nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, meldt de aanvrager schriftelijk bij de gemeente of en hoe de activiteiten hebben plaatsgevonden.

  • 3. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid kan de aanvrager worden verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 8 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 4. Indien de subsidie gezamenlijk is aangevraagd door twee of meer aanvragers gelden de verplichtingen uit dit artikel voor elke aanvrager afzonderlijk. De verantwoording kan wel gezamenlijk worden ingediend.

Artikel 14. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 5.000,--

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 5.000,-- dient desubsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in:

    • a.

      in geval van een subsidie die voor een kalenderjaar is verleend: uiterlijk op 1 juni van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar.

    • b.

      indien de subsidie voor één tijdvak van meerdere kalenderjaren is verleend: jaarlijks uiterlijk op 1 juni van het volgende kalenderjaar.

    • c.

      in andere gevallen uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 2. De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening, die door de penningmeester of accountant is opgemaakt en ter goedkeuring en vaststelling is aangeboden aan bestuur of leden);

    • c.

      een overzicht in hoeverre vermogen is gevormd;

    • d.

      indien de subsidie meer bedraagt dan € 100.000,-- een subsidieverklaring van een onafhankelijke accountant (overeenkomstig het door burgemeester en wethouders vastgestelde protocol) of indien een gesubsidieerde organisatie valt onder de wettelijk verplichte accountantscontrole: een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop en een controleverklaring door een onafhankelijk accountant.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.

  • 4. Indien de subsidie gezamenlijk is aangevraagd door twee of meer aanvragers, gelden de verplichtingen uit dit artikel voor elke aanvrager afzonderlijk. De verantwoording kan wel gezamenlijk worden ingediend.

Artikel 15. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000,--

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt vast voor 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verstrekt.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie die voor één tijdvak van meerdere kalenderjaren wordt verleend, jaarlijks vast. Dit gebeurt voor ieder voorafgaand jaar vóór 1 juli van het daaropvolgende jaar.

  • 3. Andere subsidies dan bedoeld in het eerste lid stelt burgemeester en wethouders vast binnen 8 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.

  • 4. De termijn genoemd in het eerste en tweede lid kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

  • 5. Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

  • 6. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder a en b, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze nieuwe termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

  • 7. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld.

Artikel 16. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1. Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij de subsidieregeling of bij de subsidieverlening voorgeschreven berekeningswijze.

  • 2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van bij de subsidieregeling of bij de subsidieverlening voorgeschreven definities.

  • 3. Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

Artikel 17. Hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2 en 3, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken als de toepassing van die bepalingen naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor de subsidieaanvrager of ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

  • 2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 18. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    De Algemene subsidieverordening gemeente Nieuwkoop 2012 wordt ingetrokken, behoudens het bepaalde in het tweede lid.

  • 2.

    Ten aanzien van subsidies waarvoor vóór de inwerkingtreding van deze verordening een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, blijft de Algemene subsidieverordening Nieuwkoop 2012 van kracht.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: ASV gemeente Nieuwkoop 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 mei 2016