Regeling vervallen per 01-05-2018

Subsidieregeling samenlevingsbeleid Rheden

Geldend van 01-01-2013 t/m 19-02-2014

Intitulé

Subsidieregeling samenlevingsbeleid Rheden

Het college van de gemeente Rheden;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, tweede lid, artikel 4, eerste lid en artikel 5, vierde lid van de Algemene subsidieverordening Rheden;

b e s l u i t :

vast te stellen de Subsidieregeling samenlevingsbeleid Rheden

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    kaderkosten: kosten die gemaakt worden om vrijwilligers te kunnen inzetten bij de bestuurlijke en uitvoerende taken van de instelling;

  • b.

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

  • c.

    subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Rheden;

  • d.

    vrijwilligerswerk: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van andere mensen of de samenleving;

  • e.

    vrijwilligersorganisatie: organisatie, zijnde een instelling als bedoeld in de subsidieverordening, die bestaat uit vrijwilligers, of werkt voor vrijwilligers of werkt met inzet van vrijwilligers;

  • f.

    Wijk- en Dorpsgericht Werken-belangengroep: een georganiseerde bewonersgroep die bestaat uit vrijwilligers die:

    • -

      zich inzet voor de algemene belangen en leefbaarheid van wijk of dorp of zich inzet om de betrokkenheid van de bewoners bij de wijk of dorp te vergroten;

    • -

      binnen het Wijk- en Dorpsgericht werken als gesprekspartner fungeert;

  • g.

    doelgroepkind: een kind tussen de 2 en de 4 jaar oud waarvoor door het consultatiebureau een verwijzing naar voorschoolse educatie is afgegeven.

Artikel 2 Subsidiëring

  • 1. Het college kan aan instellingen als bedoeld in de hoofdstukken 2 tot en met 20 subsidie verstrekken voor het uitvoeren van activiteiten op het gebied van samenlevingsbeleid.

  • 2. Op de subsidieverstrekking op grond van deze regeling zijn de bepalingen van de subsidieverordening van toepassing.

Artikel 3 Aanvraag

Voor de indiening van de subsidieaanvraag wordt gebruikgemaakt van het hiervoor door het college vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 4 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten niet binnen de doelstelling van deze regeling passen dan wel niet aan de in deze regeling gestelde voorwaarden wordt voldaan;

    • b.

      met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen, voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2. De weigeringsgrond als genoemd in artikel 8, sub d van de subsidieverordening is niet van toepassing voor het verstrekken van subsidie ten behoeve van een bijdrage in de kaderkosten van maximaal € 500,00.

Artikel 5 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, tenzij anders in deze regeling is bepaald.

  • 2. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 6 Fusietoeslag

In het geval twee of meer gesubsidieerde instellingen fuseren, kan op schriftelijk verzoek van de nieuwe instelling gedurende twee jaren een toeslag op de subsidie worden verstrekt aan de nieuwe instelling tot maximaal het bedrag dat als gevolg van de fusie op jaarbasis door het college bespaard kan worden.

Artikel 7 Indexatie

Een subsidie of subsidiecomponent kan periodiek worden bijgesteld op basis van een door het college vast te stellen indexering.

HOOFDSTUK 2 VRIJWILLIG JEUGDWERK

Artikel 8 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd jeugdigen in de leeftijdscategorie van 4 tot 23 jaar in staat te stellen om in georganiseerd verband deel te nemen aan sociaal culturele of andere activiteiten die gericht zijn op ontspanning, ontmoeting en creatieve ontplooiing, om daarmee een positieve bijdrage te leveren aan de vorming van hun persoonlijkheid.

Artikel 9 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c.

    opgave van het aantal contributiebetalende leden.

Artikel 10 Subsidievoorwaarden

  • 1. Voor de subsidieverstrekking wordt onderscheid gemaakt in scoutinggroepen, jeugdverenigingen en kinderkamporganisaties. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      scouting: de subsidiëring van een watertak beperkt zich tot één instelling in de gemeente;

    • b.

      jeugdverenigingen: jeugdgroepen die gelieerd zijn aan een kerkelijke organisatie komen niet voor subsidiëring in aanmerking, tenzij sprake is van een zelfstandige vereniging, waarbij het lidmaatschap niet beperkt wordt tot de kerkelijke doelgroep;

    • c.

      kindervakantiekampen: de subsidiëring van kinderkampen beperkt zich tot maximaal één kamp per jaar per kern (Velp, Dieren en Rheden).

  • 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden voor:

    • a.

      scoutinggroepen:

      • 1.

        gevarieerd aanbod van activiteiten;

      • 2.

        minimaal 50 contributiebetalende jeugdleden per tak;

      • 3.

        aansluiting bij Scouting Nederland;

    • b.

      jeugdverenigingen:

      • 1.

        gevarieerd aanbod van activiteiten;

      • 2.

        minimaal 30 contributiebetalende jeugdleden;

    • c.

      kinderkamporganisaties:

      • 1.

        het organiseren van een kinderkampweek gedurende de zomervakantieperiode voor basisschoolleerlingen in de groepen 3 t/m 8.

Artikel 11 Subsidieberekening

  • 1. De subsidie bedraagt voor:

    • a.

      scoutinggroepen:

      • -

        basisbedrag voor kaderkosten, zijnde € 400,00;

      • -

        aanvullend basisbedrag per scoutingtak, zijnde € 1.000,00 voor een landtak en € 2.500,00 voor de watertak;

      • -

        toeslag van € 20,00 per jeugdlid uit de gemeente Rheden op basis van de laatst bekende afdrachtnota van Scouting Nederland;

    • b.

      jeugdverenigingen:

      • -

        basisbedrag voor kaderkosten, zijnde € 400,00;

    • c.

      kinderkamporganisaties:

      • -

        basisbedrag voor kaderkosten, zijnde € 400,00;

      • -

        toeslag van € 5,00 per deelnemende leerling uit de gemeente Rheden, op basis van het gemiddelde aantal over de achterliggende drie jaren.

  • 2. De te verstrekken subsidie wordt ingevolge artikel 15, lid 1 sub a van de subsidieverordening door het college direct vastgesteld.

HOOFDSTUK 3 OUDERENBONDEN

Artikel 12 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd door middel van het organiseren van activiteiten door ouderenbonden een bijdrage te leveren aan de participatie van ouderen in de samenleving.

Artikel 13 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c.

    een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • d.

    een opgave van het aantal deelnemers op 1 januari van het voorgaande jaar.

Artikel 14 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    gevarieerd aanbod van activiteiten gericht op ontspanning, ontwikkeling en maatschappelijke participatie van ouderen;

  • b.

    aansluiting bij landelijke koepelorganisatie;

  • c.

    aansluiting bij lokale koepelorganisatie Cosbo met verplichte ledenafdracht.

Artikel 15 Subsidieberekening

  • 1. Het subsidieplafond voor de gezamenlijke ouderenbonden bedraagt € 4.200,00.

  • 2. In afwijking van artikel 5 van deze subsidieregeling ontvangt elke bond een evenredig aandeel op basis van het aantal uit de gemeente Rheden afkomstige leden.

  • 3. De subsidie voor de lokale koepelorganisatie Cosbo bedraagt € 0,40 per lid uit de gemeente Rheden tot een maximum van € 700,00 per jaar.

  • 4. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de ledenaantallen op 1 januari voorafgaande aan de nieuwe subsidieperiode.

  • 5. De te verstrekken subsidie wordt ingevolge artikel 15, lid 1 sub a van de subsidieverordening door het college direct vastgesteld.

HOOFDSTUK 4 VROUWENVERENIGINGEN

Artikel 16 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd door middel van activiteiten van vrouwenverenigingen een bijdrage te leveren aan de verbetering van de participatie van vrouwen in de samenleving.

Artikel 17 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen.

Artikel 18 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    uitvoering van een activiteit die past binnen de doelstelling;

  • b.

    aansluiting bij een landelijke koepelorganisatie.

Artikel 19 Subsidieberekening

  • 1. De subsidie bedraagt € 100,00 per jaar voor kaderkosten.

  • 2. De te verstrekken subsidie wordt ingevolge artikel 15, lid 1 sub a van de subsidieverordening door het college direct vastgesteld.

HOOFDSTUK 5 EHBO-VERENIGINGEN

Artikel 20 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd de deskundigheid van inwoners op het terrein van de EHBO te bevorderen en gebruik te kunnen maken van de assistentie van EHBO-verenigingen tijdens evenementen en bij eventuele calamiteiten.

Artikel 21 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen.

Artikel 22 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    organisatie van cursussen voor inwoners uit de gemeente Rheden;

  • b.

    aansluiting bij een landelijke koepelorganisatie.

Artikel 23 Subsidieberekening

  • 1. De subsidie bedraagt € 400,00 per jaar voor kaderkosten.

  • 2. De te verstrekken subsidie wordt ingevolge artikel 15, lid 1 sub a van de subsidieverordening door het college direct vastgesteld.

HOOFDSTUK 6 WERELDWINKELS

Vervallen.

HOOFDSTUK 7 KLEINE KERNEN

Artikel 28 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefbaarheid in de vier kleine kernen (Ellecom, Laag-Soeren, Spankeren en De Steeg) en de maatschappelijke participatie van de inwoners in deze dorpen.

Artikel 29 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen.

Artikel 30 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een Wijk- en Dorpsgericht Werken-belangengroep van de kern een activiteitenplan in bij het college. Hierbij geldt als voorwaarde dat de inhoud van het activiteitenplan door de belangengroep vooraf afgestemd is met alle groepen die binnen de kern voor een (deel)subsidie in aanmerking willen komen.

Artikel 31 Subsidieberekening

  • 1. Het totale budget voor de 4 kleine kernen gezamenlijk bedraagt maximaal € 5.000,00 per jaar.

  • 2. Per kern kan hieruit door de daarvoor aangewezen functionaris een subsidie worden verstrekt tot maximaal € 1.500,00 per jaar.

  • 3. In afwijking van artikel 5 van deze subsidieregeling kan het college voor de beoordeling van activiteitenplannen specifieke wegingsfactoren of verdeelmaatstaven vaststellen.

  • 4. Iedere belangengroep heeft eenmaal in de vier jaar, op basis van de reeds bestaande cyclus, recht op een aanvullende bijdrage van € 1.500,00 in het kader van de kleine kernenweek.

Artikel 32 Overgangsbepaling

De Belangenorganisatie Laag-Soeren kan binnen de gestelde voorwaarden een beroep doen op een subsidie tot maximaal € 2.000,00 per jaar, mits hiervoor ruimte is binnen het beschikbare budget als bedoeld in artikel 31, eerste lid.

HOOFDSTUK 8 WIJK- EN DORPSGERICHT WERKEN

Artikel 33 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd bij te dragen aan de organisatieontwikkeling van de belangengroep en dan specifiek de communicatie van de belangengroepen met hun achterban.

Artikel 34 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen.

Artikel 35 Subsidievoorwaarden

Om voor een subsidie in aanmerking te komen dient een Wijk- en Dorpsgericht Werken-belangengroep van de kern een activiteitenplan in. De uitvoering van het activiteitenplan past binnen de doelstelling.

Artikel 36 Subsidieberekening

  • 1. Het totale budget voor de belangengroepen gezamenlijk bedraagt € 10.000,00 per jaar.

  • 2. Iedere belangengroep ontvangt afhankelijk van het aantal 1 of meer persoonshuishoudens een bijdrage. Hierbij wordt de volgende verdeling gehanteerd:

    • -

      0 tot 750 huishoudens: € 750,00;

    • -

      750 tot 1500 huishoudens: € 1.000,00;

    • -

      meer dan 1500 huishoudens: € 1.500,00.

  • 3. In afwijking van artikel 5 van deze subsidieregeling kan het college voor de beoordeling van activiteitenplannen specifieke wegingsfactoren of verdeelmaatstaven vaststellen.

HOOFDSTUK 9 VRIJWILLIGE BRANDWEERVERENIGINGEN

Artikel 37 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd de samenwerking te bevorderen van de vrijwilligers binnen de vrijwillige brandweerkorpsen van de gemeente Rheden.

Artikel 38 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen.

Artikel 39 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    jaarlijks wordt een activiteitenplan opgesteld dat binnen de doelstelling past;

  • 2.

    per brandweerkorps is maximaal één vereniging functioneel.

Artikel 40 Subsidieberekening

  • 1. De subsidie bedraagt € 400,00 per jaar voor kaderkosten.

  • 2. Als bijdrage in de uitvoeringskosten van de activiteiten kan een toeslag van € 200,00 worden verstrekt.

  • 3. De te verstrekken subsidie wordt ingevolge artikel 15, lid 1 sub a van de subsidieverordening door het college direct vastgesteld.

HOOFDSTUK 10 ACTIVITEITEN GEHANDICAPTEN

Artikel 41 Doelstelling

  • 1. Het college kan aan instellingen subsidie verstrekken voor het uitvoeren van activiteiten voor inwoners met een geestelijke of lichamelijke beperking of een chronische ziekte.

  • 2. Met de subsidieverstrekking wordt beoogd het organiseren van sport-, vormings- en ontspanningsactiviteiten te stimuleren voor inwoners van de gemeente Rheden met een geestelijke, of lichamelijke beperking of een chronische ziekte.

Artikel 42 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleids-terreinen;

  • c.

    het aantal uit de gemeente Rheden afkomstige deelnemers aan de activiteit.

Artikel 43 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen geldt de voorwaarde dat de activiteiten open staan voor gehandicapte inwoners of chronisch zieken uit de gemeente Rheden.

Artikel 44 Subsidiegrondslagen activiteiten voor gehandicapten (G)

  • 1. Instellingen die activiteiten organiseren voor lichamelijk of geestelijk gehandicapten en hun zetel in de gemeente Rheden hebben ontvangen een basisbedrag van € 400,00 voor kaderkosten.

  • 2. Het basisbedrag wordt aangevuld met een bijdrage per deelnemer overeenkomstig artikel 46.

  • 3. Instellingen die activiteiten organiseren zoals bedoeld in lid 1, maar geen zetel in de gemeente Rheden hebben, kunnen alleen een beroep doen op de deelnemersbijdrage overeenkomstig artikel 46.

  • 4. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks herberekend op basis van het aantal deelnemers uit de gemeente Rheden op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar.

Artikel 45 Subsidiegrondslagen sportactiviteiten voor chronische patiënten (P)

  • 1. Patiëntenverenigingen en groepen voor patiënten die sportactiviteiten organiseren kunnen een bijdrage ontvangen van € 10,00 per jaar per deelnemer uit de gemeente Rheden.

  • 2. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks herberekend op basis van het aantal deelnemers uit de gemeente Rheden op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar.

Artikel 46 Bijdrage per deelnemer

  • 1. De hoogte van de bijdrage per deelnemer wordt berekend op basis van de categorie waarin het college de activiteit(en) van de subsidieaanvrager heeft ingedeeld. Het college onderscheidt de volgende categorieën:

    • a.

      categorie I: sportactiviteiten voor gehandicapten;

    • b.

      categorie II: activiteiten voor gehandicapten op het terrein van recreatieve ontspanning;

    • c.

      categorie III: sportactiviteiten voor leden van patiëntenverenigingen of vergelijkbaar.

  • 2. Het college houdt bij de beslissing over de categorie-indeling rekening met zowel de kosten van de activiteit als de financiële noodzaak van de subsidie-inkomsten.

  • 3. De bijdrage per deelnemer en het maximumsubsidiebedrag per instelling bedraagt:

    • -

      € 50,00 per deelnemer tot een maximum van € 2.250,00 per instelling in categorie I;

    • -

      € 25,00 per deelnemer tot een maximum van € 1.250,00 per instelling in categorie II;

    • -

      € 10,00 per deelnemer tot een maximum van € 500,00 per instelling in categorie III.

HOOFDSTUK 11 ACTIVITEITEN INWONERS MET EEN PARTICIPATIE-ACHTERSTAND

Artikel 47 Doelstelling

  • 1. Het college kan aan instellingen subsidie verstrekken voor het uitvoeren van activiteiten voor inwoners met een participatieachterstand tot gelijkwaardig meedoen in de samenleving.

  • 2. Met de subsidieverstrekking wordt beoogd het organiseren van activiteiten voor ontspanning, ontwikkeling en maatschappelijke participatie voor inwoners met een participatieachterstand te stimuleren.

Artikel 48 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om een subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c.

    een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • d.

    een opgave van de bijdrage per deelnemer;

  • e.

    het aantal uit de gemeente Rheden afkomstige deelnemers aan de activiteit.

Artikel 49 Subsidievoorwaarden

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op ontmoeting en ontspanning voor inwoners met een Wmo dan wel Awbz indicatie. De activiteiten dienen te voldoen aan de criteria en uitgangspunten als bepaald in het vigerende Wmo-meerjarenbeleidsplan.

Artikel 50 Subsidiegrondslag

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de totale kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt € 3.500,00.

  • 3. Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet worden geweigerd op grond van artikel 8 van de subsidieverordening of artikel 4 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidieverstrekking bepaald door de mate waarin de activiteit het meest bijdraagt aan de doelstelling.

  • 4. De te verstrekken subsidie wordt ingevolge artikel 15, lid 1 sub a van de subsidieverordening door het college direct vastgesteld.

HOOFDSTUK 12 AMATEURKUNST

Artikel 51 Doelstellingen

  • 1. Het college kan aan instellingen subsidie verstrekken voor activiteiten op het gebied van amateurkunst, die een openbaar karakter hebben en voor een breed publiek toegankelijk zijn.

  • 2. Met de subsidieverstrekking wordt beoogd:

    • a.

      te voorzien in een aanbod van amateurkunstuitingen in de gemeente Rheden, dat zich kenmerkt door kwaliteit en samenwerking;

    • b.

      de kunstzinnige ontwikkeling te stimuleren van de amateurkunstbeoefenaars die woonachtig zijn in de gemeente Rheden, met specifieke aandacht voor de opleiding van jongeren;

    • c.

      de sociale structuur in de dorpen van de gemeente Rheden te versterken.

Artikel 52 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om een subsidie:

  • a.

    het aantal actieve leden van de instelling verdeeld in de categorieën zoals aangegeven in artikel 54 en onder vermelding van het aantal in de gemeente Rheden woonachtige aantal actieve leden;

  • b.

    het aantal in de gemeente Rheden woonachtige jeugdleden;

  • c.

    een overzicht van alle in het subsidiejaar te verzorgen uitvoeringen door de aanvrager;

  • d.

    het aantal uit te voeren openbare presentaties per jaar binnen de gemeente Rheden;

  • e.

    bewijs van aanstelling van een vakbekwaam artistiek leider/leidster;

  • f.

    een bewijs van aansluiting bij een landelijk erkende koepelorganisatie;

  • g.

    een bewijs van aansluiting bij de Rhedense Muziekfederatie voor instellingen op het terrein van muziek of zang.

Artikel 53 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de instelling heeft een minimum aantal actieve leden, zoals dat per genre bepaald is in artikel 54;

  • b.

    van het aantal actieve leden is minimaal 60% uit de gemeente Rheden afkomstig;

  • c.

    de instelling heeft de beschikking over een vakbekwaam artistiek leider/leidster;

  • d.

    de instelling verzorgt minimaal 1 openbare presentatie per jaar binnen de gemeente Rheden;

  • e.

    de instelling is ter bevordering van de kwaliteit aangesloten bij een landelijk erkende koepelorganisatie;

  • f.

    de instelling op het terrein van muziek of zang is ter bevordering van de onderlinge samenwerking lid van de Rhedense Muziekfederatie.

Artikel 54 Minimum aantal leden per genre

Het minimum ledenaantal als bedoeld in artikel 53 bedraagt:

  • a.

    30 voor harmonie/fanfarekorpsen;

  • b.

    25 voor drum/showfanfares;

  • c.

    20 voor overige muziekensembles;

  • d.

    60 voor oratoriumkoor;

  • e.

    20 voor overige koren;

  • f.

    15 voor toneelgroepen.

Artikel 55 Ontheffing van de voorwaarden

  • 1. Mits minimaal 30%van de leden afkomstig is uit de gemeente Rheden, kanhet college in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van subsidievoorwaarde a en b als genoemd in artikel 53 aanhef onder sub a en b, als:

    • a.

      sprake is van een sterke verrijking van het aanbod, dat alleen gerealiseerd kan worden door middel van een regionaal ledenbestand;

    • b.

      de subsidie ten goede komt aan relatief veel jeugdleden en/of allochtonen uit de gemeente Rheden.

  • 2. Aan verenigingen die 4 jaar of langer een subsidie ontvangen, kan het college in bijzondere omstandigheden (tijdelijke) ontheffing van de voorwaarden c tot en met f van artikel 53 verlenen.

Artikel 56 Subsidieberekening

  • 1. De jaarlijkse subsidie wordt berekend op basis van:

    • a.

      het in artikel 57 per genre vastgestelde basisbedrag;

    • b.

      een toeslag voor de in de gemeente Rheden wonende actieve leden van:

      • -

        3,5% van het voor het genre geldende basisbedrag voor jeugdleden (tot en met 18 jaar);

      • -

        2,5% van het voor het genre geldende basisbedrag voor seniorleden (vanaf 19 jaar).

  • 2. Tot de actieve leden worden alleen die leden gerekend die een concrete bijdrage leveren aan de amateurkunstuiting.

  • 3. De hoogte van de ledentoeslagen worden jaarlijks herberekend op basis van het aantal actieve leden op 1 januari voorafgaande aan het subsidiejaar.

  • 4. Bij ontheffing van de subsidievoorwaarden kan het college tot een verlaging van de subsidieverstrekking besluiten tot maximaal 100% van het basisbedrag.

  • 5. Indien de vereniging geen of in geringe mate kosten heeft voor huisvesting en/of vakbekwame instructie, kan het college besluiten de subsidie te verlagen tot maximaal 100% van het basisbedrag.

  • 6. In afwijking van artikel 5 van deze subsidieregeling kan het college het basisbedrag en/of de hoogte van de ledentoeslagen verlagen, indien de uitvoering van deze subsidieregeling niet binnen het door de raad vastgestelde beschikbare begrotingsbudget kan worden uitgevoerd. Dit budget geldt als een subsidieplafond.

Artikel 57 Basisbedrag

  • 1. Het basisbedrag bedraagt maximaal € 1.400,00 per jaar.

  • 2. De hoogte van het basisbedrag verschilt per genre en wordt als volgt berekend:

    • a.

      harmonie- en fanfarekorpsen 100% van het vastgestelde maximumbedrag;

    • b.

      overige orkesten 70% van het vastgestelde maximumbedrag;

    • c.

      oratoriumkoor 100% van het vastgestelde maximumbedrag;

    • d.

      overige koren 85% van het vastgestelde maximumbedrag;

    • e.

      toneelverenigingen 40% van het vastgestelde maximumbedrag.

HOOFDSTUK 13 BEWONERSINITIATIEVEN

Vervallen.

HOOFDSTUK 14 DOE-HET-ZELF

Artikel 62 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd activiteiten te stimuleren, die door jongeren worden georganiseerd. Deze activiteiten dienen een wezenlijke bijdrage te leveren aan de sociale samenhang en leefbaarheid in een dorp, wijk of buurt in de gemeente Rheden.

Artikel 63 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c.

    een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

Artikel 64 Subsidievoorwaarden

  • 1. De activiteit wordt voor Rhedense inwoners georganiseerd door in de gemeente Rheden woonachtige jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar.

  • 2. De subsidieontvanger brengt binnen 8 weken na afloop van de activiteit inhoudelijk verslag uit van het verloop van de activiteit.

  • 3. Aanvragen voor een activiteit die op grond van een ander hoofdstuk uit deze regeling voor subsidiëring in aanmerking komen, kunnen geen aanspraak maken op een subsidie op grond van onderhavig hoofdstuk.

Artikel 65 Subsidieberekening

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal € 1.500,00 per activiteit.

  • 2. De te verstrekken subsidie wordt ingevolge artikel 15, lid 1 sub a door het college direct vastgesteld.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 10.000,00.

HOOFDSTUK 15 ONDERSTEUNING MANTELZORG

Artikel 66 Doelstelling

Met de subsidieverstrekking wordt beoogd de mantelzorger in de gemeente Rheden te ondersteunen. Dit gebeurt door het subsidiëren van initiatieven gericht op de collectieve ondersteuning van mantelzorgers.

Artikel 67 Aanvraag subsidie

In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c.

    een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

Artikel 68 Subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidie kan worden verstrekt aan een instelling die ondersteuning geeft aan mantelzorgers in de vorm van:

    • a.

      het verstrekken van informatie en advies aan mantelzorgers;

    • b.

      het geven van emotionele steun aan mantelzorgers;

    • c.

      het geven van educatie aan mantelzorgers;

    • d.

      initiatieven die bijdragen aan de waardering van mantelzorgers.

  • 2. Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die cliëntgericht, doeltreffend, doelmatig en zorgvuldig zijn en voldoen aan de criteria en uitgangpunten als bepaald in het vigerende Wmo-meerjarenbeleidsplan.

Artikel 69 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 20.000,00.

HOOFDSTUK 16 ONDERSTEUNING VRIJWILLIGERSWERK

Vervallen.

HOOFDSTUK 17 KWALITEITSBEVORDERING VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

Artikel 74 Doel van de regeling

Het college kan aan peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen subsidie verstrekken voor activiteiten en producten die de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1.1 en 2.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, en de doorgaande lijn van voorschool naar basisschool in de gemeente Rheden bevordert dan wel borgt, waaronder:

  • a.

    scholing personeel;

  • b.

    aanschaf materialen.

Artikel 75 Aanvraag subsidie

Vervallen.

Artikel 76 Voorwaarden

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      de scholing van de medewerkers is gericht op de door de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie erkende programma’s voor voor- en vroegschoolse educatie;

    • b.

      aan het eind van het scholingstraject hebben medewerkers een certificaat voor voor- en vroegschoolse educatie gehaald en zijn medewerkers bevoegd voor het geven van voor- en vroegschoolse educatie op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf;

    • c.

      uitsluitend medewerkers met een certificaat voor voor- en vroegschoolse educatie komen in aanmerking voor nascholing of bijscholing.

  • 2. Om voor subsidie voor materialen in aanmerking te komen geldt de voorwaarde dat het materiaal dat aangeschaft wordt past bij de door de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie erkende programma’s voor voor- en vroegschoolse educatie.

Artikel 77 Subsidieberekening

  • 1. De subsidie voor scholing personeel bedraagt maximaal € 2.000,00 per deelnemer per jaar met een maximum van € 6.000,00 per instelling.

  • 2. De subsidie voor materiaal bedraagt maximaal € 5.000,00 per jaar per instelling.

  • 3. De subsidie bedraagt in totaal maximaal € 10.000,00 per jaar per instelling.

HOOFDSTUK 18 VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Artikel 78 Doel van de regeling

  • 1. Het college kan aan peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen subsidie verstrekken voor het uitvoeren van voorschoolse educatie conform de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Wet op het primair onderwijs.

  • 2. Met de subsidieverstrekking wordt beoogd taal- en/of ontwikkelingsachterstanden bij kinderen van 2 tot 4 jaar te signaleren en te bestrijden door het organiseren van voorschoolse educatie, zodat zij goed voorbereid aan de basisschool beginnen.

Artikel 79 Aanvraag subsidie

Vervallen.

Artikel 80 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de voorschoolse educatie voldoet aan de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • b.

    indien de instelling een peuterspeelzaal betreft, voldoet deze aan Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en aan de aanvullende kwaliteitseisen uit de vigerende Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Rheden 2011;

  • c.

    het aantal voorschoolse educatieplaatsen waarvoor subsidie wordt aangevraagd past bij het aantal peuters en doelgroeppeuters in de kern waar de voorschoolse educatie aangeboden gaat worden;

  • d.

    de instelling heeft afspraken met het basisonderwijs over de doorgaande leerlijn en leeft deze ook na.

Artikel 81 Subsidieberekening

  • 1. De instelling ontvangt voor ieder kind, met een verwijzing van het consultatiebureau, dat deelneemt aan voorschoolse educatie een subsidiebedrag. Het college bepaalt jaarlijks het maximale subsidiebedrag per voorschoolse educatieplaats. Daarop wordt in mindering gebracht de maximale ouderbijdrage (conform VNG model).

  • 2. De instelling ontvangt voor ieder kind, zonder een verwijzing van het consultatiebureau, dat een v.v.e.-programma volgt een subsidiebedrag. Het college bepaalt jaarlijks het maximale subsidiebedrag per voorschoolse educatieplaats.

HOOFDSTUK 19 PEUTERSPEELZALEN

Vervallen.

HOOFDSTUK 20 VOLKSGEZONDHEID

Vervallen.

HOOFDSTUK 21 SLOTBEPALINGEN

Artikel 92 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan, gelet op de betrokken belangen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 93 Intrekking

Vervallen.

Artikel 94 Overgangsbepaling

  • 1. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

  • 2. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling verstrekt zijn, blijven de bepalingen van de voor dat tijdstip geldende regels van toepassing.

Artikel 95 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2013 in werking.

Artikel 96 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling samenlevingbeleid Rheden.

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 7 december 2010.

Ondertekening

De Steeg, 7 december 2010

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester.

secretaris