Regeling vervallen per 15-03-2022

Kiesreglement gebiedscommissies

Geldend van 08-06-2013 t/m 30-06-2017

Intitulé

Gemeenteblad 2013

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2013/28 mei 2013 (raadsvoorstel 13GR1146);

gelet op artikel 83 Gemeentewet;

besluit:

tot vaststelling van het navolgende Kiesreglement gebiedscommissies:

Kiesreglement gebiedscommissies.

Artikel 1

In dit Kiesreglement wordt verstaan onder:

  • a.

    politieke groepering: elke natuurlijke persoon of groep van natuurlijke personen dan wel een vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid die een kandidatenlijst wenst in te leveren ten behoeve van de verkiezing van de leden van een gebiedscommissie;

  • b.

    gebiedscommissie: een commissie ex artikel 83 Gemeentewet als bedoeld in de Verordening op de gebiedcommissies;

  • c.

    gebied: een in de Verordening op de gebiedscommissies aangeduid geografisch gebied op het grondgebied van de gemeente Rotterdam;

  • d.

    ambtenaar: functionaris in dienst van de gemeente Rotterdam.

Artikel 2

De verkiezing van de leden van de gebiedscommissie vindt gelijktijdig plaats met de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Rotterdam.

Het kiesrecht

Artikel 3

De leden van de gebiedscommissie worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling van de verkiezing van de leden van de gemeenteraad ingezetenen zijn van het gebied, kiesrecht hebben voor de gemeenteraad van Rotterdam en op basis van de Kieswet ook als zodanig geregistreerd zijn.

De zittingsduur

Artikel 4

  • 1. De leden van de gebiedscommissie worden gekozen voor vier jaren.

  • 2. Zij treden op de tweede maandag na de dinsdag waarop de uitslag van de verkiezingen van de leden van de gebiedscommissies wordt vastgesteld.

Artikel 5

Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Kieskringen en stembureaus

Artikel 6

  • 1. De op grond van artikel E3 van de Kieswet door burgemeester en wethouders ingestelde stembureaus voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Rotterdam zijn tevens de stembureaus voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissie.

  • 2. De op grond van artikel E4 van de Kieswet door burgemeester en wethouders benoemde leden alsmede plaatsvervangende leden van elk stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Rotterdam worden geacht tevens benoemd te zijn als leden dan wel plaatsvervangende leden van elk stembureau voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissie.

Artikel 7

  • 1. Voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissie geldt dat het hoofdstembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Rotterdam tevens optreed als hoofdstembureau voor elk van de verkiezingen van de leden van de gebiedscommissie.

  • 2. De voorzitter van het hoofdstembureau kan ambtenaren van de gemeente Rotterdam mandateren om taken van het hoofdstembureau uit te voeren.

Artikel 8

Voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissie treedt het hoofdstembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Rotterdam tevens als centraal stembureau op.

Tijdstip van kandidaatstelling

Artikel 9

De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissie vindt plaats op de maandag twee weken voorafgaand aan de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

Registratie van de aanduiding van een politieke groepering

Artikel 10

  • 1.

    Een politieke groepering waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, onderscheidenlijk de gemeenteraad, is geregistreerd, kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van gebiedscommissie schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken kunnen worden ingediend tot uiterlijk vier weken voor de kandidaatstelling als bedoeld in artikel 9.

  • 2.

    Bij het verzoek wordt overgelegd een verklaring van de politieke groepering, houdende aanwijzing van haar gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau, welke geldt zolang zij niet door een andere is vervangen.

  • 3.

    Het centraal stembureau beschikt slechts afwijzend op het verzoek, indien:

    • a.

      de aanduiding strijdig is met de openbare orde;

    • b.

      de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op basis van de Kieswet geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is;

    • c.

      de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;

    • d.

      de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat;

    • e.

      de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van een rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden.

  • 4.

    De beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt aan de gemachtigde bekendgemaakt, alsmede ter openbare kennis gebracht via www.rotterdam.nl.

  • 5.

    Een politieke groepering waarvan de aanduiding is ingeschreven in het register, kan schriftelijk een verzoek tot wijziging van deze aanduiding indienen bij het centraal stembureau.

  • 6.

    Het centraal stembureau schrapt de aanduiding in het register en brengt dit ter openbare kennis op de in de gemeente gebruikelijke wijze, wanneer:

    • a.

      de politieke groepering heeft opgehouden te bestaan;

    • b.

      de politieke groepering een verzoek daartoe heeft gedaan;

    • d.

      voor de laatst gehouden verkiezing van de leden van de gebiedscommissie geen geldige kandidatenlijst is ingeleverd.

  • 7.

    Een geregistreerde aanduiding die overeenkomstig het bepaalde in de Kieswet ter openbare kennis is gebracht, geldt tevens voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissie.

  • 8.

    Tegen een beschikking van het centraal stembureau als bedoeld in dit artikel kan een belanghebbende binnen zes dagen beroep instellen bij een daartoe in en door de gemeenteraad van Rotterdam aangewezen commissie. De Algemene wet bestuursrecht is op dit beroep niet van toepassing.

Inleveren van de kandidatenlijsten

Artikel 11

  • 1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de voorzitter van het centraal stembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau of bij een door deze gemandateerde ambtenaar, op een adres waar dit bureau zetelt, van negen tot zeventien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd. Ten minste acht weken en voorts nogmaals drie weken voorafgaand aan de dag van de kandidaatstelling brengt de burgemeester van Rotterdam dit, inclusief de adressen waar het centraal stembureau zetelt, ter openbare kennis via www.rotterdam.nl.

  • 2. In de kennisgeving als bedoeld in het vorige lid wordt tevens aangegeven waar en wanneer de formulieren voor de kandidatenlijsten, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn.

Artikel 12

  • 1. De inlevering van de lijst geschiedt persoonlijk door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing. De inleveraar moet van zijn identiteit doen blijken. De kandidaten kunnen bij de inlevering aanwezig zijn.

  • 2. Aan degene die de lijst inlevert, kan door de gemachtigde, bedoeld in de artikelen G 1, G 2 of G 3 van de Kieswet dan wel in het tweede lid van artikel 10, de bevoegdheid worden verleend boven de lijst de aanduiding van de desbetreffende groepering te plaatsen, zoals deze door het centraal stembureau is geregistreerd. Een verklaring van de gemachtigde waaruit deze bevoegdheid blijkt, wordt bij de lijst overgelegd.

  • 3. Degene die de lijst inlevert, is bevoegd daarboven een aanduiding te plaatsen, gevormd door samenvoeging van voor de desbetreffende verkiezing geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan, indien hem daartoe de bevoegdheid is verleend door de gemachtigden van de onderscheidene groeperingen. Verklaringen van de gemachtigden waaruit deze bevoegdheid blijkt, worden bij de lijst overgelegd. Een aldus gevormde aanduiding mag niet meer dan 35 letters of andere tekens bevatten.

  • 4. Degene die de lijst heeft ingeleverd, ontvangt van de voorzitter van het centraal stembureau of van het door deze aangewezen lid van dat bureau een bewijs daarvan.

Artikel 13

  • 1. Bij de lijst worden overgelegd schriftelijke verklaringen van ten minste vijfentwintig kiezers dat zij de lijst ondersteunen. Op deze verklaringen worden de kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde vermeld als op de lijst.

  • 2. Verklaringen van ondersteuning kunnen slechts worden afgelegd door personen die binnen het gebied waarvoor die lijst geldt, als kiezer zijn geregistreerd voor de desbetreffende verkiezing.

  • 3. De kiezer die een verklaring van ondersteuning wenst af te leggen, ondertekent binnen een termijn van veertien dagen voorafgaand aan of op de dag van de kandidaatstelling deze verklaring op een adres bedoeld in het eerste lid van artikel 11 in aanwezigheid van de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar. De kiezer toont aan de burgemeester of de ambtenaar een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

  • 4. De burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar gaat onverwijld na of de ondertekenaar als kiezer in zijn gemeente is geregistreerd. Indien hem blijkt dat dit het geval is, tekent hij dit op de verklaring aan.

  • 5. Een kiezer mag niet meer dan één verklaring van ondersteuning ondertekenen.

  • 6. Een overgelegde verklaring van ondersteuning kan niet worden ingetrokken.

  • 7. De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gebiedscommissie dan wel de gemeenteraad van Rotterdam een of meer zetels zijn toegekend dan wel in het geval van de eerste verkiezing van de gebiedscommissie waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de deelgemeenteraad in hetzelfde gebied een of meer zetels waren toegekend. De vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van:

    • a.

      samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gebiedscommissie dan wel de gemeenteraad van Rotterdam, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan tenminste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend;

    • b.

      een nieuwe aanduiding indien twee of meer groeperingen als één groepering onder een nieuwe naam samen aan de verkiezingen deelnemen en bij de laatstgehouden verkiezingen van de leden van de gebiedscommissie dan wel de gemeenteraad van Rotterdam, aan ieder van de afzonderlijke groeperingen één of meer zetels zijn toegekend.

Artikel 14

Op de lijst kunnen een gemachtigde en desgewenst diens plaatsvervanger worden aangewezen, bevoegd tot het verbinden van de lijst met andere lijsten tot een lijstencombinatie. Voorts worden op de lijst een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel 20.

Artikel 15

  • 1. De namen van de kandidaten worden op de lijsten geplaatst in de volgorde waarin aan hen de voorkeur wordt gegeven.

  • 2. Het hoogst toegelaten aantal kandidaten op dezelfde lijst is gelijk aan het aantal zetels in de gebiedscommissie opgehoogd met het getal drie.

Artikel 16

  • 1. De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op een lijst, indien de kandidaat tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd zal bereiken.

  • 2. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één van de lijsten die bij het centraal stembureau zijn ingeleverd.

  • 3. De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op een lijst, indien de kandidaat op het moment van kandidaatstelling geen ingezetene is van het gebied waarvoor die lijst bedoeld is.

Artikel 17

De wijze waarop kandidaten op de lijst worden vermeld is dezelfde als die is voorgeschreven voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Rotterdam.

Artikel 18

  • 1.

    Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst.

  • 2.

    Een overgelegde verklaring van instemming kan niet worden ingetrokken.

  • 3.

    Bij de lijst wordt van iedere kandidaat voor de gebiedscommissie waarvoor de verkiezing wordt gehouden, tevens een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht overgelegd. Indien van een dergelijke kandidaat een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ontbreekt, wordt de verklaring van instemming van de betreffende kandidaat geacht te ontbreken.

Het onderzoek van de kandidatenlijsten

Artikel 19

Op de dag na de dag van de kandidaatstelling, om zestien uur, houdt het centraal stembureau een zitting tot het onderzoeken van de kandidatenlijsten.

Artikel 20

  • 1. Indien bij het onderzoek blijkt van een of meer van de volgende verzuimen, geeft het centraal stembureau onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heeft ingeleverd:

    • a.

      dat, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal verklaringen, genoemd in het eerste lid van artikel 13, is overgelegd, waarbij niet meetellen de verklaringen die niet aan het bepaalde in artikel 13 voldoen, de verklaringen waarop niet een aantekening als bedoeld in het vierde lid van artikel 13 voorkomt en de verklaringen van een kiezer die meer dan één verklaring heeft ondertekend;

    • b.

      dat een kandidaat niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel 17;

    • c.

      dat ten aanzien van een kandidaat ontbreekt de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst;

    • d.

      dat de lijst niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing;

    • e.

      dat een verklaring, bedoeld in het tweede of derde lid van artikel 12, ontbreekt.

    • f.

      dat de inleveraar zich niet heeft geïdentificeerd met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

  • 2. Uiterlijk op de derde dag na de kandidaatstelling kan degene die de lijst heeft ingeleverd, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op een adres zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 11 waar het centraal stembureau zetelt, op de eerste en tweede dag van negen tot zeventien uur en op de derde dag van negen tot veertien uur.

  • 3. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder a, kunnen kiezers gedurende de verzuimperiode alsnog ondersteuningsverklaringen afleggen.

  • 4. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder d, kan een kiezer die tot het inleveren van de lijst bevoegd zou zijn geweest, door persoonlijke verschijning op een nader door het centraal stembureau aan te geven adres zich alsnog in de plaats van de onbevoegde inleveraar stellen; hij wordt dan geacht de lijst persoonlijk te hebben ingeleverd. Hij identificeert zich met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

  • 5. Bij verhindering of ontstentenis van degene die de lijst heeft ingeleverd, treedt in diens plaats een ingevolge artikel 14 op de lijst vermelde vervanger.

Artikel 21

Nadat de lijsten door het centraal stembureau zijn onderzocht, worden deze en, indien vereist, de verklaringen van ondersteuning, door de voorzitter gepubliceerd via www.rotterdam.nl.

Artikel 22

Op de derde dag na de kandidaatstelling beslist het centraal stembureau in een openbare zitting die om zestien uur aanvangt op het adres als bedoeld in het eerste lid van artikel 11 over de geldigheid van de lijsten en over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten, alsmede over het handhaven van de daarboven geplaatste aanduiding van een politieke groepering, en maakt deze beslissingen op de zitting bekend.

Artikel 23

Ongeldig is de lijst:

  • a.

    die niet op de dag van de kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur bij de voorzitter van het centraal stembureau of het door deze aangewezen lid is ingeleverd;

  • b.

    waarbij, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal geldige verklaringen, genoemd in artikel 13, eerste lid, is overgelegd;

  • c.

    die niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing;

  • d.

    waarbij de inleveraar zich niet heeft geïdentificeerd met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht

  • e.

    waarop door toepassing van artikel I 6 van de Kieswet alle kandidaten zijn geschrapt.

Artikel 24

  • 1. Het centraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, van de lijst de naam van de kandidaat:

    • a.

      die niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel 17;

    • b.

      van wie niet is overgelegd de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst;

    • c.

      die tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in de gebiedscommissie vereiste leeftijd bereikt;

    • d.

      die op de dag van de kandidaatstelling geen ingezetene is van het gebied waarvoor die lijst bedoeld is;

    • e.

      die voorkomt op meer dan één van de bij het centraal stembureau ingeleverde lijsten;

    • f.

      van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wel een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd;

    • g.

      die op de lijst voorkomt na het ten hoogste toegelaten aantal.

  • 2. Het centraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, de aanduiding van een politieke groepering, indien:

    • a.

      een daarop betrekking hebbende verklaring als bedoeld in het tweede of derde lid van artikel 12 ontbreekt;

    • b.

      de aanduiding geplaatst is boven meer dan één van de bij het centraal stembureau ingeleverde lijsten.

  • 3. Indien de aanduiding van een politieke groepering niet in overeenstemming is met die waaronder zij is geregistreerd, brengt het centraal stembureau deze ambtshalve daarmee in overeenstemming.

Artikel 25

  • 1. Tegen een beschikking als bedoeld in artikel 22 kan, in afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, beroep worden ingesteld door een belanghebbende en iedere kiezer. In afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift vier dagen.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde beroep moet worden ingesteld bij een daartoe in en door de gemeenteraad van Rotterdam aangewezen commissie.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde commissie doet uitspraak uiterlijk op de zesde dag nadat het beroepschrift is ontvangen.

  • 4. Indien de uitspraak van de in het tweede lid bedoelde commissie strekt tot gegrondverklaring van het beroep, treedt die uitspraak in de plaats van de vernietigde beschikking.

  • 5. De voorzitter van de in het tweede lid bedoelde commissie stelt partijen en de voorzitter van het centraal stembureau onverwijld in kennis van de uitspraak.

Artikel 26

  • 1.

    Indien beroep is ingesteld tegen een beschikking waarbij het centraal stembureau een lijst ongeldig heeft verklaard of de naam van een kandidaat dan wel de aanduiding van een politieke groepering heeft geschrapt op grond van een of meer van de verzuimen, vermeld in artikel 20, eerste lid, zonder dat het centraal stembureau tevoren overeenkomstig het in dat artikel bepaalde kennis heeft gegeven van het bestaan daarvan aan degene die de lijst heeft ingeleverd, kan deze het verzuim of de verzuimen alsnog herstellen ter griffie van de gemeenteraad van Rotterdam. Artikel 20, derde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Indien een verzuim overeenkomstig het eerste lid is hersteld, houdt de in het tweede lid bedoelde commissie bij haar uitspraak daarmee rekening.

Lijsten combinaties

Artikel 27

  • 1.

    Op de dag van de kandidaatstelling, tussen negen en zeventien uur, kunnen kandidatenlijsten van verschillende politieke groeperingen tot een lijstencombinatie worden verbonden door inlevering bij het hoofdstembureau van een daartoe strekkende schriftelijke gemeenschappelijke verklaring van de op de lijsten vermelde gemachtigden.

  • 2.

    Zodanige verbinding kan slechts worden aangebracht tussen politieke groeperingen waarvan de aanduiding ten behoeve van de desbetreffende verkiezing is geregistreerd.

  • 3.

    Het centraal stembureau beslist over de geldigheid van de lijstencombinaties in de zitting, bedoeld in artikel 22, en maakt deze beslissing op de zitting bekend.

Nummering kandidatenlijsten

Artikel 28

  • 1. ‘Het centraal stembureau nummert, in een daartoe te houden zitting, eerst de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, daarna worden de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissies, die hij geldig heeft verklaard, genummerd. Het centraal stembureau maakt deze beslissing op de zitting bekend, alsmede via www.rotterdam.nl.

  • 2. Aan de lijsten van politieke groeperingen, die tevens deelnemen aan de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, worden dezelfde nummers toegekend als die gelden voor die verkiezing.

  • 3. Aan de lijst waarboven een samenvoeging van aanduidingen is geplaatst van twee of meer groeperingen die ook afzonderlijk aan de verkiezing van leden van de gemeenteraad deelnemen, wordt een nummer toegekend gelijk aan het laagste nummer dat deze groeperingen voor die verkiezing hebben verkregen.

  • 4. Vervolgens worden genummerd de lijsten van politieke groeperingen waarvan de aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatst gehouden verkiezing van de leden van de deelraad dan wel de gebiedscommissie een of meer zetels zijn toegekend, zulks in de volgorde van het bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten uitgebrachte aantal stemmen, met dien verstande dat aan de lijst van de groepering met het hoogste aantal stemmen het laagste of eerste vrije nummer wordt toegekend. Bij een gelijk aantal stemmen beslist het lot. De vorige volzinnen zijn van overeenkomstige toepassing op de samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen.

  • 5. De overige lijsten worden genummerd met de nummers volgend op het laatste krachtens het vierde lid toegekende nummer, in de volgorde door het lot aangewezen.’

Artikel 29

De nummering van de kandidatenlijsten van groeperingen die reeds zitting hebben in de gemeenteraad, geschiedt overeenkomstig de nummering op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezing. Aansluitend hierop volgen de overige kandidatenlijsten; de nummering hiervan geschiedt door loting.

Artikel 30

  • 1.

    Indien de uitspraak van de commissie als bedoeld in artikel 25 strekt tot ongeldigverklaring van een kandidatenlijst, heeft dat geen gevolgen voor de nummers, toegekend aan de overige kandidatenlijsten.

  • 2.

    Indien de uitspraak van de commissie als bedoeld in artikel 25 strekt tot geldigverklaring van een kandidatenlijst, wordt deze kandidatenlijst door haar genummerd met het nummer volgende op het laatste krachtens artikel 28 en, indien van toepassing, bij eerdere uitspraak van de commissie toegekende nummer.

Openbaarmaking van de kandidatenlijsten

Artikel 31

  • 1.

    De voorzitter van het centraal stembureau maakt de lijsten zo spoedig mogelijk openbaar. Daarbij vermeldt hij tevens welke lijsten tot een lijstencombinatie zijn verbonden.

  • 2.

    De openbaarmaking geschiedt via www.rotterdam.nl.

Processen-verbaal

Artikel 32

  • 1.

    Van de in de artikelen 19, 22 en 28 bedoelde zittingen wordt proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal wordt gepubliceerd via www.rotterdam.nl.

  • 2.

    De bij de in de en 22 en 28 bedoelde zittingen aanwezige kiezers kunnen mondeling bezwaren inbrengen. Van deze bezwaren wordt in het proces-verbaal melding gemaakt.

De stemming

Artikel 33

Aanvullend op hetgeen in dit reglement is bepaald, zijn de regels van toepassing zoals deze op basis van hoofdstuk J van de Kieswet gelden voor het stemmen bij de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Rotterdam, met uitzondering van artikel J 9.

Artikel 34

  • 1. Ten minste veertien dagen voor de stemming ontvangt elke kiezer die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, van de burgemeester van Rotterdam een stempas. Op de stempas wordt een volgnummer vermeld.

  • 2. De voorzitter van het centraal stembureau, gehoord de commissie als bedoeld in artikel 25, tweede lid, stelt het model vast voor de stempas.

Artikel 35

  • 1.

    Op bij de verkiezingen te bezigen stembiljetten kunnen kiezers een keuze maken uit de kandidaten over wie de stemming moet geschieden. De stembiljetten zijn voorzien van de handtekening van de voorzitter van het centraal stembureau alsmede van de naam van de gebiedscommissie waarvoor de verkiezing geldt.

  • 2.

    De voorzitter van het centraal stembureau, gehoord de commissie als bedoeld in artikel 25, tweede lid, stelt het model vast voor het stembiljet.

Stemmen bij volmacht

Artikel 36

Met uitzondering van artikel L9 zijn de bepalingen uit hoofdstuk L van de Kieswet van toepassing.

Stemopneming

Artikel 37

Aanvullend op hetgeen in dit reglement is bepaald zijn de bepalingen uit hoofdstuk N van de Kieswet van toepassing.

Artikel 38

Binnen 72 uur na de in artikel N 2 voorgeschreven verzegelingen wordt de stembus geopend om de in de artikelen N 4 tot en met N 13 voorgeschreven handelingen te verrichten.

Taak hoofdstembureau verkiezingsuitslag

Artikel 39

Hoofdstuk O van de Kieswet is van toepassing, met dien verstande dat in artikel O 1 voor ‘de tweede dag’ gelezen dient te worden ‘uiterlijk de eerste dinsdag na de stemming’.

Vaststellen verkiezingsuitslag centraal stembureau

Artikel 40

De bepalingen uit Hoofdstuk P van de Kieswet zijn van toepassing, met dien verstande dat:

  • a.

    in artikel P 1 voor ‘onmiddellijk’ gelezen dient te worden ‘uiterlijk de eerste woensdag na de stemming’;

  • b.

    in de artikelen P 15 en P 19 voor ‘25% van de kiesdeler’ respectievelijk ‘helft van de kiesdeler’ gelezen dient te worden ‘de kiesdeler’

Begin van het lidmaatschap, opvolging en beëindiging van het lidmaatschap

Artikel 41

  • 1. Aanvullend op hetgeen in dit reglement is bepaald zijn de bepalingen uit de hoofdstukken V, W en X van de Kieswet van toepassing, met dien verstande dat voor “gemeenteraad”, “gebiedscommissie” dient te worden gelezen.

  • 2. In uitzondering op hetgeen bepaald in lid 1 geschiedt onderzoek van de geloofsbrieven, zoals beschreven in de hoofdstukken V, W en X van de Kieswet, door een door de gemeenteraad in te stellen commissie.

  • 3. Indien een lid van de gebiedscommissie meer dan vier maanden geen deel heeft genomen aan de vergaderingen, en geen verzoek heeft gedaan tot vervanging op basis van de artikelen X10, X11 en X12, kan de gebiedscommissie hem van zijn lidmaatschap van de gebiedscommissie vervallen verklaren.

  • 4. Voor de opvolging van de op basis van het vorige lid opengevallen plaats in de gebiedscommissie geldt het gestelde in hoofdstuk W van de Kieswet, met dien verstande dat artikel W 4 geldt voor alle gebiedscommissies ongeacht het aantal leden.

Artikel 42

Aanvullend op de stukken die de benoemde op basis van artikel V3 van de Kieswet bij aanvaarding van zijn benoeming aan de gebiedscommissie moet overleggen dient de benoemde een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te overleggen.

Slotbepalingen

Artikel 43

In alle gevallen waarin dit Kiesreglement niet voorziet beslist de voorzitter van het centraal stembureau. Beroep tegen diens beslissing staat open bij de commissie als bedoeld in artikel 25, tweede lid. De termijnen zoals gemeld in artikel 24 zijn ook op deze beroepsgang van toepassing.

Artikel 44

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Kiesreglement gebiedscommissies’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 mei 2013.

De griffier,

J.G.A. Paans

De voorzitter,

A.Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 7 juni 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Gemeentebladen)