Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op het burgerinitiatief 2007

Geldend van 05-07-2007 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief 2007

Verordening op het burgerinitiatief Sint Anthonis 2007.

De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het presidium van 23 mei 2007;

gehoord de Commissie Middelen en Burgerzaken van 11 juni 2007;

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende “Verordening op het burgerinitiatief Sint Anthonis 2007 “.

Artikel 1.

In deze verordening wordt onder:

a. Raad: de gemeenteraad van Sint Anthonis;

b. College: het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis;

c. Een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad;

d. Ambtsdragers: de burgemeester, de wethouders, de secretaris, raadsleden, ambtenaren en de griffier.

Artikel 2.

1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

2. Ongeldig is het verzoek dat:

a. niet door tenminste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

b. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

c. niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3.

1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

2. Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4.

Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad;

b. een vraag over het gemeentelijk beleid of de uitvoering daarvan;

c. een bezwaar in de zin van de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

d. handelingen en gedragingen van ambtsdragers waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht of een door de gemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

e. vaststellen en wijzigen van de gemeentebegroting inclusief gemeentelijke belastingen en tarieven;

f. geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers danwel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

g. een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

h. onderwerpen welke een wijziging van beleid betreffen dat al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling is;

i. onderwerpen waarover door een gerechtelijke instantie een uitspraak is gedaan.

Artikel 5.

1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

2. Het verzoek bevat ten minste:

a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de verzoeker en zijn plaatsvervanger;

d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van de in bijlagen bij deze verordening opgenomen modellen.

Artikel 6.

1. De griffier bericht de raad en de indiener(s) zo mogelijk binnen 2 weken na ontvangst van een burgerinitiatief dat dit is ontvangen en of dit voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 en of er sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

2. Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 stelt de griffier de indiener(s) gedurende een termijn van ten hoogste 4 weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

3. De griffier doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid mededeling aan de raad.

Artikel 7.

1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na ontvangst van het advies van de griffier als bedoeld in artikel 6, eerste lid of na ontvangst van de aanvulling ingevolge artikel 6, tweede lid, over de procedurele behandeling van het burgerinitiatief.

2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel – eventueel vergezeld van zijn advies – doorzenden naar het college van burgemeester en wethouders of naar de burgemeester.

3. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatief voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

4. Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of dit raakt aan de bevoegdheden en taken van het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. Deze bestuursorganen worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.

5. De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker(s) schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten en om eventuele vragen uit de raad te beantwoorden.

6. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

7. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

8. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

9. Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 8.

De burgemeester brengt over elk jaar via het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 9.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 10.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening op het burgerinitiatief Sint Anthonis 2007?.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Sint Anthonis van 2 juli 2007.
De Raad voornoemd,
de griffier,                             de voorzitter,
mr. A.P.J.L. Keijzers           J.M.J. Verbeeten 

Verzoek burgerinitiatiefvoorstel 1

Aan de Gemeenteraad van Sint Anthonis Ter attentie van de voorzitter, de heer/mevrouw……………………………………..Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:……………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

Toelichting op het voorstel:

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

Naam:

……………………………………………………………………………………………….

Eerste voornaam en verdere voorletters

……………………………………………………………………………………………….

Geboortedatum:

……………………………………………………………………………………………….

Adres:

……………………………………………………………………………………………….

Postcode:

……………………………………………………………………………………………….

Woonplaats:

……………………………………………………………………………………………….

Handtekening: Plaatsvervanger:

Naam:

……………………………………………………………………………………………….

Eerste voornaam en verdere voorletters:

……………………………………………………………………………………………….

Geboortedatum:

……………………………………………………………………………………………….

Adres:

……………………………………………………………………………………………….

Postcode:

……………………………………………………………………………………………….

Woonplaats:

……………………………………………………………………………………………….

Handtekening: Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van ………………………… initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Het burgerinitiatief kunt u indienen bij de raadsgriffie(r).

Toelichting voor de initiatiefnemer Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kan een verzoek doen om een voorstel op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd. Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 25 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier opgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.Het burgerinitiatief mag niet inhouden:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de Raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid of de uitvoering daarvan;

  • c.

    en bezwaar in de zin van de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • d.

    handelingen en gedragingen van ambtsdragers waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht of een door de gemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

  • e.

    vaststellen en wijzigen van de gemeentebegroting inclusief gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • f.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • g.

    een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de Raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

  • h.

    onderwerpen welke een wijziging van beleid betreffen dat al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling is.

  • i.

    onderwerpen waarover door een gerechtelijke instantie een uitspraak is gedaan.

Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel (Verordening op het burgerinitiatief Sint Anthonis 2007) 2

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot plaatsen van het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

 

……………………………………………………………………………………………….

 

……………………………………………………………………………………………….

 

……………………………………………………………………………………………….

 

………………………………………………………………………………………………. 

Naam, eerste voornaam en voorletters

Adres

Geboortedatum

Handtekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting Bovenaan de lijst dient het voorstel van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen. Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen.

Artikelsgewijze toelichting Verordening op het burgerinitiatief Sint Anthonis 2007

Artikel 1 Er is voor gekozen de term "burgerinitiatief " te hanteren ter aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Alleen een individuele burger kan concrete voorstellen indienen bij de gemeenteraad. Mogelijk dat belangengroepen in voorkomende gevallen ondersteuning kunnen verlenen bij het opstellen van een concreet voorstel behorend bij een burgerinitiatief.

Artikel 2 Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (b) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.Over het vereiste dat het verzoek door tenminste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De omvang van de drempel zou van dien aard moeten zijn dat zij toch een zekere garantie biedt dat het desbetreffende verzoek wordt gedragen door een gedeelte van de bevolking. Anderzijds moet de drempel niet te hoog zijn, om te voorkomen dat allerlei in potentie waardevolle burgerinitiatieven de raad niet bereiken. Het aantal van 25 is gebaseerd op ervaringen elders en loopt in de pas met de door vergelijkbare buurgemeenten gehanteerde voorschriften.Opgemerkt wordt dat in de praktijk niet te lichtvaardig moet worden gedacht over de acties die een potentieel initiatiefgerechtigde moet nemen. Hij of zij moet immers een initiatief ontwikkelen en meerdere initiatiefgerechtigden benaderen die middels het plaatsen van naam, adres, geboortedatum en een handtekening hun steun aan het burgerinitiatief kenbaar maken. Dit is dus meer dan alleen het plaatsen van een handtekening bij een deur-aan-deur actie.

Artikel 3 Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. In het kader van het betrekken van jongeren bij de politiek is de categorie initiatiefgerechtigden uitgebreid door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar.

Artikel 4 De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief voorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat". Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissievergadering of het spreekuur van een wethouder of de burgemeester. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop wordt onder c), d), en e) bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Voorts is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent (een periode korter dan twee jaar) nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode – waarin indiening van het voorstel plaatsvindt – door de raad een besluit is genomen. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het initiatief een nieuw voorstel betreft dat nog geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest. Lid i) is opgenomen om te voorkomen dat burgerinitiatieven andere reeds opgestarte procedures in het kader van inspraak of interactieve beleidsvorming doorkruisen.Tenslotte zijn er bepalingen opgenomen ter voorkoming dat ambtsdragers onderwerp worden van een burgerinitiatiefvoorstel.

Artikel 5 Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat indiening van een burgerinitiatief plaatsvindt door middel van verplichte standaardformulieren. Deze formulieren zijn als bijlagen 1 en 2 opgenomen in de verordening. Op het formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel en een toelichting in ieder geval zijn personalia moeten aangeven.Ter voorkoming van fraude met namen kan gevraagd worden naar personalia, zoals adressen en met name geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6 Dit artikel voorziet in de ontvankelijkheidstoets van de ingediende aanvraag. De mogelijkheid wordt geboden om vastgestelde gebreken binnen een termijn van ten hoogste 4 weken te herstellen. Het wordt aan de griffier overgelaten acties terzake te ontplooien en de informatievoorziening aan initiatiefnemer(s) en raad te verzorgen.

Artikel 7 De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of naar de burgemeester (als bestuursorgaan/portefeuillehouder). Met het vijfde tot en met achtste lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het zevende lid wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten (niet) aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). In de verordening wordt in het midden gelaten hoe de raad verder met het burgerinitiatief omgaat. Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan en kan hij vooraf de opvatting vragen van het dagelijks bestuur van de gemeente (vierde lid). De indiener / initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.

Artikel 8 Bij de jaarlijkse verslaglegging over het burgerinitiatief valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), en aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.