Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening tot regeling van de salariëring van de ambtenaren in dienst van de gemeente Ten Boer

Geldend van 01-07-1995 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening tot regeling van de salariëring van de ambtenaren in dienst van de gemeente Ten Boer

Integrale actuele tekst

Wettelijke grondslag: art. 125 Ambtenarenwet

Gemeenteblad 1995, nr.12

Bezoldigingsverordening 1995

VERORDENING TOT REGELING VAN DE SALARIËRING VAN DE AMBTENAREN IN DIENST VAN DE GEMEENTE TEN BOER

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    ambtenaar: hij, die overeenkomstig de bepalingen van de CAR en de UWO is aangesteld in vaste of tijdelijke dienst of overeenkomstig de arbeidsovereenkomstenverordening in dienst is genomen.

  • 2.

    functie: het geheel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen.

  • 3.

    functiewaardering: het door burgemeester en wethouders op een evenwichtige wijze en naar zwaarte rangordenen van de functies.

  • 4.

    salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van het op zijn functie betrekking hebbende waarderings-/salarisniveau, zoals vermeld op bijlage II van de CAR.

  • 5.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een waarderings-/salarisniveau dat kan worden bereikt door jaarlijkse salarisverhogingen.

  • 6.

    salarisanciënniteit: de tijd die in aanmerking komt voor de vaststelling van het salaris van een ambtenaar van 22 jaar en ouder op een hoger bedrag dan het minimum van het waarderings/salarisniveau dat op zijn functie betrekking heeft.

  • 7.

    bezoldiging: het salaris, vermeerderd met de toelagen, bedoeld onder 8).

  • 8.

    toelagen: alle toelagen, waarop ingevolge of krachtens deze verordening aanspraak bestaat.

Artikel 2 Indeling der functies

  • 1. Bij de vaststelling van het salaris wordt rekening gehouden met de aan de hand van de functiewaardering bepaalde en op bijlage A weergegeven indeling van de functies in de waarderings/salarisniveaus zoals vermeld op bijlage II, bijlage IIA en de conversietabel van de CAR.

  • 2. De waarderings-/salarisniveaus zoals aangegeven op bijlage A gelden tevens als maximale niveaus.

  • 3. Bij indiensttreding of bij het aanvaarden van een nieuwe functie kunnen burgemeester en wethouders een ambtenaar indelen in een lager waarderings-/salarisniveau dan is aangegeven op bijlage A.

Artikel 3 Salaris bij aanstelling

  • 1. Bij aanstelling wordt het salaris van een ambtenaar van 22 jaar en ouder vastgesteld op het minimumbedrag van het blijkens bijlage A op zijn functie betrekking hebbende waarderings-/ salarisniveau, behoudens het bepaalde in artikel 4, 3e lid.

  • 2. Bij de aanstelling wordt het salaris van een ambtenaar jonger dan 22 jaar vastgesteld op een bedrag, dat op bijlage II van de CAR bij het blijkens bijlage A voor hem geldende waarderings-/ salarisniveau bij zijn leeftijd is aangegeven, behoudens het bepaalde in artikel 4, 3e lid.

Artikel 4 Verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van een ambtenaar die de leeftijd van 22 jaar heeft bereikt, wordt vastgesteld op het minimumbedrag van het blijkens bijlage A op zijn functie betrekking hebbende waarderings-/ salarisniveau.

  • 2. Het salaris van een ambtenaar, die daarvoor in aanmerking komt, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, wordt verhoogd op de wijze als in het desbetreffende waarderings-/ salarisniveau is aangegeven, naar gelang de ingevolge de artikelen 6, 7, 8 en 9 van deze verordening verworven, dan wel toegekende salarisanciënniteit.

  • 3. Indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders termen aanwezig zijn, kan in afwijking van het bepaalde in artikel 3, bij aanstelling van een ambtenaar een hoger salaris worden toegekend, mits daardoor het maximumsalaris verbonden aan het voor hem blijkens bijlage A geldende waarderings-/salarisniveau niet wordt overschreden.

Artikel 5 Diensttijduitloop

  • 1. De ambtenaar van 22 jaar en ouder wiens functie blijkens bijlage A is ingedeeld in waarderings-/salarisniveau 1 tot en met 4 van bijlage II van de CAR, verkrijgt, nadat hij respectievelijk 5, 7 en 9 jaren het maximum-salaris van het desbetreffende waarderings-/salarisniveau heeft genoten, recht op respectievelijk de 1e, 2e en 3e periodieke verhoging van de diensttijduitloop.

  • 2. De ambtenaar van 22 jaar en ouder wiens functie is ingedeeld in waarderings-/salarisniveau 5 van bijlage II van de CAR, verkrijgt, nadat hij respectievelijk 5 en 7 jaren het maximumsalaris heeft genoten, recht op respectievelijk de 1e en 2e periodieke verhoging van de diensttijduitloop.

Artikel 6 Voldoende bekwaamheid

Bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver verwerft de ambtenaar van 22 jaar en ouder een salarisanciënniteit, gelijk aan de tijd, gedurende welke hij als zodanig in de door hem beklede functie is gesalarieerd, onverminderd hetgeen overigens dienaangaande in deze verordening is bepaald.

Artikel 7 Militaire dienst

De tijd gedurende welke de ambtenaar krachtens wettelijk voorschrift verlof geniet ter vervulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende dienst, wordt in aanmerking genomen voor de vaststelling van de salarisanciënniteit, onverminderd hetgeen overigens dienaangaande in deze verordening is bepaald.

Artikel 8 Buitengewone bekwaamheid

  • 1. Bij buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver kunnen burgemeester en wethouders de salarisanciënniteit van een ambtenaar van 22 jaar en ouder, met inachtneming van het maximumsalaris van het voor hem geldende waarderings-/salarisniveau, vaststellen op een groter tijdvak dan is aangegeven bij artikel 6, dan wel aan een niet-volwassene een hoger salaris toekennen dan overeenkomt met zijn leeftijd.

  • 2. Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast ten aanzien van een ambtenaar, die gedurende tenminste een jaar werkelijke dienst heeft gedaan in de door hem beklede functie.

Artikel 9 Bevordering

  • 1. Bevordering naar een hoger waarderings-/salarisniveau is slechts mogelijk indien de functie een duidelijk aantoonbare verzwaring heeft ondergaan.

  • 2. Bij bevordering van een ambtenaar stellen burgemeester en wethouders het aantal periodieke verhogingen in het hogere waarderings-/salarisniveau zodanig vast, dat het salaris tenminste 1 periodiek hoger ligt dan het bedroeg in het oude waarderings-/salarisniveau.

Artikel 10 Minimum (jeugd)loon

Onverminderd het bepaalde in de vorige artikelen zijn de door de minister van binnenlandse zaken vastgestelde en vast te stellen regelen omtrent het minimumloon en minimumjeugdloon van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Deelbetrekking

De ambtenaar die een deelbetrekking bekleedt, geniet een zodanig deel van de volledige bezoldiging als overeenkomt met het aantal gewerkte uren per maand.

Artikel 12 Compensatie premie AOW/AWW

De regelen welke zijn en zullen worden vastgesteld voor het rijkspersoneel met betrekking tot de compensatie premie Algemene Ouderdomswet en Algemene Weduwen- en Wezenwet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Ingang, uitbetaling en einde van de bezoldiging

  • 1. Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de aanstelling ingaat. Indien in het besluit van de benoeming geen datum van ingang is bepaald, vangt het genot van de bezoldiging

    aan met de dag, waarop de functie is aanvaard.

  • 2. De bezoldiging wordt per maand uitbetaald.

  • 3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de functie of met ingang van de dag na het overlijden van de ambtenaar.

Artikel 14 Emolumenten

  • 1. Voor het genot van woning, vuur, licht en water wordt op de bezoldiging een korting toegepast overeenkomstig de regelen, welke terzake voor het personeel in dienst van het rijk zijn of zullen worden vastgesteld.

  • 2. Voor het genot van kost, inwoning en bewoning wordt een korting toegepast overeenkomstig de normen, welke terzake voor soortgelijk personeel in dienst van het rijk zijn of zullen worden vastgesteld.

Artikel 15 Toelage onregelmatige dienst.

Boven het salaris kan een toelage voor het verrichten van onregelmatige diensten worden toegekend. De onregelmatigheidstoeslag bedraagt f 450,72 en wordt met elke generieke salarisverhoging met hetzelfde percentage als de salarisverhoging aangepast.

Artikel 16 Gebroken tijdvakken

In gevallen, waarin de bezoldiging of kortingsbedragen moeten worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt de bezoldiging of korting per dag vastgesteld door de bezoldiging of korting per maand te delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.

Artikel 17 Rijwieltoelage

De ambtenaar, aan wie de verplichting wordt opgelegd zijn rijwiel ter beschikking van de dienst te stellen, ontvangt daarvoor een toelage, berekent naar f. 120,- per jaar.

Artikel 18 Gladheidsbestrijding

De daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren ontvangen een toelage van:

  • a.

    f. 1000,- per winterseizoen indien zij bij gevaar voor gladheid aan huis gebonden en daarbij verplicht zijn regelmatig- ook 's nachts - de toestand van wegen, straten, bruggen enz. in ogenschouw te nemen ( leider gladheidsbestrijdingsploeg I);

  • a1.

    f. 750,- per winterseizoen indien zij bij gevaar voor gladheid aan huis gebonden en daarbij verplicht zijn regelmatig - ook 's nachts - de toestand van wegen, straten, bruggen enz. in ogenschouw te nemen (leider gladheidsbestrijdingploeg II);

  • b.

    f. 150,- per winterseizoen indien zij bij gevaar voor gladheid aan huis gebonden zijn, teneinde, na waarschuwing, deel te kunnen nemen aan de gladheidsbestrijding;

  • c.

    één en ander geldt onverminderd het bepaalde in artikel 3.2. van de CAR en de UWO.

Artikel 19 Schadevrij rijden

De chauffeur, aan wie regelmatig het gebruik van een vrachtauto of een bestelwagen van de buitendienst van de afdeling openbare werken wordt toevertrouwd, ontvangt, indien aan of door het hem toevertrouwde voertuig geen schade wordt toegebracht, die aan zijn schuld of nalatigheid kan worden geweten, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, een premie berekend naar f 150,- per auto per jaar. De chauffeur, aan wie regelmatig het gebruik van de overige op de openbare weg komende voertuigen wordt toevertrouwd ontvangt, eveneens ter beoordeling van burgemeester en wethouders, een dergelijke premie berekend naar f 75,- per voertuig per jaar.

Artikel 20 Telefoonkostenvergoeding

Aan de in dit artikel, onder c vermelde ambtenaren wordt:

  • a.

    een vergoeding toegekend van de door hem/haar voor de privé-telefoonaansluiting verschuldigde aansluitings- en abonnementskosten van: 100% van de kosten indien zijn/haar salaris gelijk aan of lager is dan het maximumbedrag van w.s.-niveau 5 van de bijlage II van de CAR; 50% van die kosten indien zijn/haar salaris hoger is dan het maximumbedrag van w.s.-niveau 5, maar niet hoger dan het maximumbedrag van w.s.-niveau 7 van voornoemde bijlage;

  • b.

    op declaratiebasis een volledige vergoeding toegekend van de kosten van de met gebruikmaking van de privé-telefoonaansluiting gevoerde uitgaande dienstgesprekken;

  • c.

    de vergoeding is van toepassing op de navolgende functies:

    • 1.

      gemeentesecretaris

    • 2.

      loco-secretaris

    • 3.

      hoofd afdeling openbare werken

    • 4.

      technisch hoofdambtenaar

    • 5.

      ambtenaar bouw- en woningtoezicht

    • 6.

      opzichter buitendienst afdeling openbare werken

    • 7.

      voorman sectie grijs buitendienst afdeling openbare werken

    • 8.

      voorman sectie groen buitendienst afdeling openbare werken.

Artikel 21 Billijkheid

In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, beslissen burgemeester en wethouders zoveel mogelijk met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 22 Inwerkingtreding, intrekking anterieure verordening

  • 1. Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Bezoldigingsverordening 1995" treedt in werking op 1 juli 1995

  • 2. Met ingang van het in het eerste lid genoemde tijdstip vervalt de "Bezoldigingsverordening 1981".