Regeling vervallen per 29-11-2019

Reglement van Orde Monumentencommissie Tiel 2012

Geldend van 19-01-2012 t/m 05-04-2017

Intitulé

De gemeenteraad van Tiel heeft op 18 januari 2012 vastgesteld het

Reglement van Orde Monumentencommissie Tiel 2012

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1. De commissie: De Monumentencommissie Tiel

  • 2. Monumentencommissie: Monumentencommissie als bedoeld in artikel 15, eerste lid Monumentenwet 1988.

  • 3. Monumentenadvies:

    Het advies dat betrekking heeft op aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, sub f (rijksmonumenten) en artikel 2.2, eerste lid, sub b (gemeentelijke monumenten) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het uitbrengen van advies betreffende aanwijzing als beschermd monument en plaatsing op (of afvoer van) de monumentenlijst.

  • 4. Reglement: Reglement van Orde Monumentencommissie Tiel 2012

HOOFDSTUK 2 Monumentencommissie Tiel

Artikel 2.1 Taakomschrijving

  • 1. De commissie heeft tot taak op verzoek van burgemeester en wethouders aan hen:

    • a.

      Monumentenadvies uit te brengen over aanvragen voor vergunning ingevolge de Monumentenwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    • b.

      Monumentenadvies uit te brengen over voorstellen voor aanwijzing en plaatsing (of afvoer) van beschermde monumenten op de lijst van beschermde monumenten;

    • c.

      Vooroverleg monumentenadvies te voeren over principe aanvragen betreffende wijziging van monumenten (het zogenaamde vooroverleg);

    • d.

      Het jaarverslag op te stellen als bedoeld in artikel 4.1.

  • 2. De commissie heeft naast het gestelde in het eerste lid tot taak om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders mee te denken over het cultuurhistorische beleid en de uitvoering daarvan.

Artikel 2.2 Samenstelling commissie

  • 1. Voor de onder artikel 2.1 genoemde taken bestaat de monumentencommissie, al dan niet met plaatsvervangers, uit een voorzitter, de stadsbouwmeester van Tiel zoals bedoeld in de Bouwverordening Tiel 2010, een deskundige op het gebied van restauratiearchitectuur en een burgerlid die affiniteit heeft met bouw- en/of cultuurhistorie.

  • 2. Voor de voorzitter en de overige leden worden even zovele plaatsvervangers benoemd die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 3. De commissie kan ook adviezen uitbrengen indien zij al dan niet bij plaatsvervanging in meerderheid aanwezig is.

  • 4. De commissie wordt bijgestaan door een of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtelijke ondersteuning.

Artikel 2.3 Functieprofiel en taken voorzitter

  • 1. De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en de kwaliteit van de advisering binnen de kaders van het gemeentelijke monumentenbeleid zoals aangegeven in artikel 2.1.

  • 2. De voorzitter is onafhankelijk van lokale politiek, het gemeentelijke bestuur, de ambtelijke organisatie en van belanghebbende partijen bij de te bespreken plannen.

  • 3. De voorzitter beschikt over aantoonbare leidinggevende ervaring, heeft brede belangstelling voor en affiniteit met cultuurhistorie.

  • 4. De voorzitter beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden, is een bruggenbouwer, gericht op het bereiken van consensus en heeft een uitstekend gevoel voor maatschappelijke en bestuurlijke verhoudingen.

Artikel 2.4 Functieprofiel en taken deskundige

  • 1. De deskundige heeft een brede en diepgaande kennis van zaken en tenminste 5 jaar relevante (werk-)ervaring op het gebied van restauratiearchitectuur.

  • 2. De deskundige is onafhankelijk van lokale politiek, het gemeentebestuur, de ambtelijke organisatie en van belanghebbende partijen bij de te bespreken plannen en de advisering daarover.

  • 3. De deskundige is in staat zijn een inschatting te maken van de waardering van gebouwen en heeft een neutrale houding ten opzichte van de verschillende stijlen en stromingen binnen de gevraagde discipline.

  • 4. De deskundige is bereid de gemeente binnen een half jaar goed te leren kennen, communiceert helder en overtuigend en kan vaktermen begrijpelijk maken voor leken.

Artikel 2.5 Functieprofiel en taken burgerlid

  • 1. Het burgerlid heeft affiniteit met bouw- en/of cultuurhistorie, woont in Tiel en voelt zich met Tiel verbonden.

  • 2. Het burgerlid, kent de stad goed, heeft gevoel voor maatschappelijke en bestuurlijke verhoudingen en communiceert helder en overtuigend.

  • 3. Het burgerlid is onafhankelijk van lokale politiek, het gemeentebestuur, de ambtelijke organisatie en van belanghebbende partijen bij de te bespreken plannen en de advisering daarover.

  • 4. Het burgerlid kan zich op basis van tekeningen en studiemaquettes een goed beeld vormen van plannen en projecten.

Artikel 2.6 Benoeming en zittingsduur

  • 1. De voorzitter en leden van de commissie worden door de gemeenteraad benoemd en ontslagen.

  • 2. De voorzitter en leden kunnen ten hoogste voor een termijn van twee jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 3. Een vertegenwoordiger van de gemeenteraad en de portefeuillehouder uit het college maken in ieder geval deel uit van een door het college van burgemeester en wethouders in te stellen sollicitatie- en selectiecommissie.

  • 4. Door of namens burgemeester en wethouders vindt er jaarlijks, vóór 1 april, een evaluatiegesprek plaats met de leden van de commissie over het functioneren van de commissie en ieder lid afzonderlijk in het voorgaande jaar.

Artikel 2.7 Ambtelijke ondersteuning Monumentencommissie

  • 1. Burgemeester en wethouders voorzien in ambtelijke ondersteuning die belast is met de organisatie van de commissievergaderingen waaronder de facilitaire ondersteuning.

  • 2. De ambtelijke ondersteuning ziet er op toe dat de voorliggende plannen voldoende zijn gedocumenteerd en toegelicht voor de advisering door de commissie. De ondersteunende ambtenaar betrekt de ambtenaar cultuurhistorie hierbij. Alle bouwplannen die aan de commissie worden voorgelegd zijn voorzien van een ambtelijk advies, voor zover van toepassing bestaande uit een stedenbouwkundige toets (bestemmingsplan) en relevante informatie over monumentenzorg en cultuurhistorie. Zonder dit advies worden bouwplannen niet behandeld in de commissie.

  • 3. De ambtelijke ondersteuning verzorgt de administratieve voorbereiding van de commissievergadering en de verwerking van de adviezen.

HOOFDSTUK 3 Werkwijze en wijze van adviseren

Artikel 3.1 Werkwijze

De commissie regelt zelf haar wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen van dit reglement en in overleg met de ambtelijke ondersteuning.

Artikel 3.2 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

  • 1. De vergadering over de onder artikel 2.1 omschreven taken door de commissie is openbaar.

  • 2. De agenda, wordt tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 3. De aanvrager of diens gemachtigde wordt uitgenodigd voor de vergadering en door de voorzitter in de gelegenheid gesteld tot het geven van een mondelinge toelichting op de aanvraag.

  • 4. Derde belanghebbenden kunnen op verzoek van de voorzitter, informatie inbrengen voorzover het een advies over monumentenzorg en cultuurhistorie als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 betreft.

  • 5. De vergadering kent geen ander spreekrecht dan het in dit artikel vervatte.

Artikel 3.3 Termijn van advisering

  • 1. De commissie brengt het advies uit binnen twee weken nadat hierom door of namens burgemeester en wethouders is verzocht.

  • 2. Door of namens burgemeester en wethouders kan in het verzoek om advies de commissie een kortere of langere termijn geven voor het uitbrengen van het advies dan de termijn genoemd in het voornoemde eerste lid.

Artikel 3.4 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

  • 1. De commissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk, en per plan afzonderlijk. Het advies is gemotiveerd en omvat:

    • a.

      een korte omschrijving van het ingediende plan;

    • b.

      een verwijzing naar de van toepassing zijnde toetsingscriteria, opgestelde nadere eisen, dan wel randvoorwaarden;

    • c.

      een samenvatting van de beoordeling van het plan op genoemde punten.

  • 2. De uitkomst van het advies kan zijn:

    • a.

      akkoord;

    • b.

      niet akkoord;

    • c.

      aanhouden en vooralsnog niet akkoord;

      De commissie kan het advies aanhouden - waarbij door de ambtelijke ondersteuning wordt aangegeven of en hoelang dit mogelijk is binnen de resterende vergunningtermijn - wanneer meer informatie of een toelichting van de ontwerper of enig adviesorgaan nodig is.

    • d.

      akkoord onder voorwaarden;

  • 3. De commissie kan, ingeval van een positief advies, de aanvrager attenderen op zaken die het plan op een (nog) hoger niveau kunnen tillen. Deze suggesties staan los van het advies zelf.

  • 5. Zodra het advies is uitgebracht, wordt door of namens burgemeester en wethouders:

    • a.

      het advies gevoegd bij de aanvraag en bij de beoordeling betrokken;

    • b.

      een afschrift van het advies verzonden aan aanvrager.

  • 6. Bij het vooroverleg, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c kan maximaal drie keer een wijziging van het plan aan de commissie worden voorgelegd.

  • 7. Een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c moet worden gedaan via een door of namens burgemeester en wethouders opgesteld aanvraagformulier inclusief de in het aanvraagformulier vereiste bescheiden.

Artikel 3.5 Afwijken van het monumentenadvies

Burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid om ook op andere gronden dan monumentengronden af te wijken van een monumentenadvies. De redenen voor afwijking moeten bij de bekendmaking worden vermeld.

HOOFDSTUK 4 Jaarlijkse verantwoording en slotbepaling

Artikel 4.1 Jaarverslag monumentencommissie

  • 1. De commissie stelt jaarlijks, vóór 1 mei, het verslag zoals is bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder d op voor de gemeenteraad van het voorafgaande jaar. Daarin komt ten minste aan de orde:

    • a.

      op welke wijze toepassing is gegeven aan het beleid zoals aangegeven in artikel 3.4 lid 1 onder b;

    • b.

      de werkwijze van de commissie;

    • c.

      op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

    • d.

      een overzicht van de verstrekte adviezen op de wijze waarop uitvoering is gegeven aan artikel 3.4 lid 2;

    • e.

      een korte beschouwing van de belangrijkste monumentenplannen;

  • 2. In het jaarverslag kunnen aanbevelingen worden gedaan ten aanzien van het gemeentelijke cultuurhistorische beleid;

  • 3. De commissie houdt gedurende het verslagjaar een logboek bij waarin de onder lid 1 en 2 bedoelde onderwerpen worden aangetekend.

  • 4. De commissie baseert haar verslag op het logboek zoals bedoeld in het voorgaande lid en het evaluatiegesprek als bedoeld in artikel 2.4 lid 4.

Artikel 4.2 Jaarlijkse rapportage burgemeester en wethouders

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks, vóór 1 juni, een verslag op voor de gemeenteraad over de wijze waarop zij met het monumentenbeleid zijn omgegaan. In de rapportage komt ten minste aan de orde:

    • a.

      op welke wijze burgemeester en wethouders zijn omgegaan met de in het verslag van de commissie aangegeven (evaluatie van) monumentenadviezen zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder d. In gevallen waarin burgemeester en wethouders het advies van de commissie niet hebben overgenomen wordt de reden om af te wijken gemotiveerd onderbouwd.

    • b.

      op welke wijze is omgegaan met de openbaarheid van vergaderen;

    • c.

      de werkwijze en het functioneren van de commissie.

  • 2. Door of namens burgemeester en wethouders wordt gedurende het verslagjaar een logboek bijgehouden waarin de onder lid 1 bedoelde onderwerpen worden aangetekend.

  • 3. Burgemeester en wethouders baseren hunrapportage op het jaarverslag van de commissie als bedoeld in artikel 4.1, het logboek als bedoeld in het voorgaande lid en het evaluatiegesprek als bedoeld in artikel 2.6 lid 4.

Artikel 4.3 Citeertitel

Dit Reglement kan worden aangehaald als “Reglement van Orde

Monumentencommissie Tiel 2012”

Artikel 4.4 Inwerkingtreding

Het Reglement van Orde Monumentencommissie Tiel 2012 treedt in werking op de dag nadat de Raad het Reglement heeft vastgesteld.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 18 januari 2012

de griffier, de voorzitter,