Beleidsregels leefbaarheidsbudgetten

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a.leefbaarheid: de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Onder woon en leefomgeving wordt onder meer het volgende verstaan:

* openbare ruimte (onder meer groenvoorziening, woon- en winkelstraten, pleinen, straatmeubilair),

* verkeer (onder meer voorzieningen voor voetgangers en fietsers),

* welzijn (zoals het bevorderen contacten in de buurt), cultuur, sport en jeugd,

* communicatie en participatie (onder meer bewoners en bedrijven betrekken bij projecten en beleidsontwikkeling in hun wijk, buurt of straat),

* veiligheid (onder meer sociale veiligheid, buurtpreventie, omgaan met overlast);

• b.

  leefbaarheidsbudget: het budget dat jaarlijks per wijk bestemd is voor het verbeteren van de leefbaarheid in die wijk;

• c.

  basisniveau: de mate van leefbaarheid die zou ontstaan als er geen leefbaarheidsbudgetten zouden zijn, en als de middelen voor de leefbaarheidsbudgetten ook niet op een andere manier voor leefbaarheid worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt het basisniveau jaarlijks door de vaststelling van de gemeentebegroting;

• d.

  initiatief: een initiatief om de leefbaarheid in een wijk,buurt of straat te verbeteren;

• e.

  ondersteuning: het door, namens of in opdracht van de gemeente uitvoeren of financieel bijdragen aan een actie, verbetering of voorziening om de leefbaarheid te verbeteren;

• f.

  gemeentebestuur: het college van burgemeester en wethouders, of namens hen de wethouder of wijkmanager.

Artikel 4 Criteria

• 1.

  Bij het toekennen van ondersteuning hanteert de gemeente de volgende vereisten en criteria:

  • a.

    Er is draagvlak in de wijk, straat of buurt.

  • b.

    De doelgroep van een voorziening of activiteit is groter dan alleen de initiatiefnemers; er is sprake van een collectief belang van bewoners en ondernemers van een wijk, buurt of straat.

  • c.

    Het initiatief heeft betrekking op de verbetering van de leef- en woonomgeving van de initiatiefnemers, of van de bewoners of ondernemers namens wie het initiatief wordt genomen. De uitvoering van het initiatief vindt plaats binnen de gemeente Utrecht.

  • d.

    Snelle uitvoering van het initiatief is mogelijk en van belang.

  • e.

    Het initiatief draagt in voldoende mate bij aan de doelen waarvoor ondersteuning wordt gegeven. Ondersteuning van het initiatief past in de in artikel 2 genoemde doelen.

  • f.

    Naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders is ondersteuning vereist of nodig als stimulans om het initiatief tot uitvoering te laten komen.

  • g.

    Het initiatief betreft of beoogt geen specifieke politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming.

  • h.

    Er moet sprake zijn van éénmalige ondersteuning. Dit geldt niet voor:

* het maken en verspreiden van buurt- of wijkkranten, of websites over een buurt of wijkgebonden onderwerp;

* de ondersteuning van bewonersorganisaties en belangengroepen die zich inspannen voor het verbeteren van de leefbaarheid in de straat, buurt of wijk;

* initiatieven die gericht zijn op sociale integratie, al of niet van specifieke doelgroepen;

* activiteiten die uit hun aard jaarlijks terugkeren zoals bevordering van sociale integratie met festivals en vieringen van feestdagen.

2. De wijkwethouder beslist over een eventueel advies van de wijkraad dat gaat over inhoudelijke criteria voor besluiten over de ondersteuning van initiatieven voor de leefbaarheid in de betreffende wijk.

• 3.

  Aan een initiatief kan in de volgende gevallen ondersteuning worden onthouden:

  • a.

    Het initiatief heeft betrekking op de gemeentelijke organisatie.

  • b.

    Over het onderwerp van het initiatief zijn of waren, op grond van gemeentelijke of wettelijke regelgeving, inspraak- of bezwaarprocedures mogelijk.

  • c.

    Het initiatief past niet binnen het beleid van de gemeente Utrecht.

  • d.

    Het initiatief heeft betrekking op onderwerpen die al behandeld werden door:

* de raad of B&W, minder dan twee jaar voor de indiening;

* de wijkwethouder of de wijkmanager, eerder in het jaar van indienen.

• 4.

  Een initiatief wordt in de volgende gevallen niet ondersteund:

  • a.

    Het initiatief draagt voornamelijk bij aan de reguliere instandhoudingstaak van het basisniveau van de leefbaarheid.

  • b.

    Het initiatief gaat over de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waarop de gemeente geen beleidsvrijheid heeft (hieronder valt ook particulier eigendom).

  • c.

    Het initiatief heeft betrekking op gemeentelijke belastingen en tarieven.

  • d.

    Het initiatief heeft betrekking op geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden.

  • e.

    Het initiatief heeft betrekking op benoemingen van personen en functioneren van personen.

  • f.

    Het initiatief is strijdig met geldende wet en regelgeving.

  • g.

    Het leefbaarheidsbudget is voor het betreffende jaar volledig uitgegeven.

• 5.

  Ondersteuning kan afhankelijk worden gesteld van een eigen bijdrage van de aanvrager of de deelnemers. Ondersteuning kan onthouden worden als de door de aanvrager aan de deelnemers van de activiteiten gevraagde eigen bijdrage zo laag is of zal zijn dat door een redelijke verhoging van deze bijdrage subsidieverlening achterwege kan blijven.

• 6.

  De wijkwethouder kan besluiten voor zijn wijk een maximum te stellen aan het aantal te ondersteunen initiatieven waarvan de ondersteuning meer vergt dan EUR 20.000,00.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 28 juni 2011.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 12 oktober 2011.

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 13 oktober 2011.