Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 4 juli 2017, nr. 81B27F4C, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019 provincie Utrecht)

Geldend van 14-07-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 4 juli 2017, nr. 81B27F4C, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019 provincie Utrecht)

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op artikel 37 en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat

  • De provincie Utrecht tot doel heeft om ook in 2017, 2018 en 2019 subsidies te verstrekken voor het uitvoeren van regionaal verkeer- en vervoerbeleid zoals dat voorheen door Bestuur Regio Utrecht (BRU) gebeurde;

  • De geplande looptijd van Subsidieverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2015 van beperkte duur was, omdat het subsidieproces gestroomlijnd moest worden.

  • Provinciale Staten op 3 juli 2017, nr. 81AB66C5, wijziging van artikel 37 van de Algemene subsidievoorwaarden van de provincie hebben vastgesteld;

  • Provinciale Staten op 3 juli 2017, nr. 81AEBE86 , intrekking de hoofdstukken 2 en 3 van de subsidieverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2015 hebben vastgesteld.

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    BRU: Bestuur Regio Utrecht, openbaar lichaam op basis van artikelen 8 en 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voor zover tot 1 januari 2015 handelend als plusregio op grond van de Hoofdstuk XI van de op 31 december 2014 geldende Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • d.

    GS: Het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht;

  • e.

    Lokaal maatwerk: activiteiten op het terrein van verkeer en vervoer welke niet per se een bovenlokaal belang dienen;

  • f.

    Programmabegroting: besluit van PS waarin op basis van de door de provincie vastgestelde visie en doelen het concrete regionale planaanbod en de van rijkswege verkregen budgetten is opgenomen welk subsidiebudget er voor de begrotingscyclus beschikbaar is;

  • g.

    Project: een unieke opgave, begrensd in tijd en middelen en afgesloten met een van te voren overeengekomen resultaat;

  • h.

    Regio Utrecht: grondgebied van gemeenten die voorheen aan BRU als plusregio deelnamen;

  • i.

    Subsidiabele investeringskosten: het totale bedrag van de door GS vastgestelde subsidiabele kosten van een project of activiteit;

  • j.

    Subsidiepercentage: het percentage van de subsidiabele kosten dat subsidiabel is;

  • k.

    Subsidiëring gedragsbeïnvloeding: subsidies die verstrekt worden met betrekking tot activiteiten op het terrein van gedragsbeïnvloeding (zoals verkeersveiligheid en vervoermanagement);

  • l.

    Uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 Awb waarin tussen subsidieverstrekker en subsidieontvanger wederzijdse rechten en plichten ten aanzien van de subsidieverstrekking zijn opgenomen;

  • m.

    Uitvoeringsprogramma: jaarlijks besluit van GS waarin is vastgesteld welke projecten in de eerstkomende (meerjaren) periode in aanmerking komen voor subsidiëring door GS, welke subsidiebedragen daarvoor zijn gereserveerd en (eventueel) welke subsidiepercentages en/of maximale subsidiebedragen van toepassing zijn;

  • n.

    VAT-kosten: de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht van een (infrastructureel) project met uitzondering van kosten voor de accountantscontrole.

Artikel 2 Criteria

  • 1. De subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten als bedoeld in art. 37 van de ASV:

    • a)

      ter realisatie van permanente verkeerseducatie, of;

    • b)

      ter realisatie van investeringen in verkeersinfrastructuur in beheer bij de gemeenten, of;

    • c)

      ter realisatie van gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid, of;

    • d)

      ter realisatie van mobiliteitsmanagement.

  • 2. De activiteiten dienen ten goede komen aan de door de provincie vastgestelde doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer, zoals vastgelegd in zoals vastgelegd in visies, streefbeelden of uitvoeringsprogramma’s.

  • 3. De activiteit dient opgenomen te zijn in het Uitvoeringsprogramma.

Artikel 3 Subsidieontvangers / Doelgroepen

Subsidie kan worden verstrekt aan de gemeenten die voorheen aan BRU als plusregio deelnamen, te weten de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen en Zeist.

Artikel 4 Aanvraag (Doorlopend)

  • 1. Aanvragen kunnen jaarlijks doorlopend schriftelijk worden ingediend tot en met 30 september 2019;

  • 2. Een aanvraag moet worden ingediend in het jaar waarop de reservering voor subsidie in het Uitvoeringsprogramma is opgenomen;

  • 3. Voor het indienen van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van een door GS vastgesteld aanvraagformulier voor gemeentelijke infrastucturele projecten of het aanvraagformulier voor lokaal maatwerk (bijlagen bij deze uitvoeringsverordening)

Artikel 5 Bij de aanvraag over te leggen gegevens

In aanvulling op de gegevens zoals in artikel 7 van de ASV zijn genoemd, worden bij aanvraag overlegd:

  • a.

    een projectplanning met mijlpalen die wordt gehanteerd voor het project;

  • b.

    voor zover het een subsidie voor fysieke maatregelen betreft een fotoverantwoording van (de locatie van) het project bestaande uit foto’s van voor de realisatie van het project.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de ASV, gelden de volgende weigeringsgronden:

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd indien de vergoeding van het rijk aan de provincie vervalt.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1. Subsidiepercentages en het maximaal beschikbare subsidiebedrag per project worden vastgesteld in het Uitvoeringsprogramma.

  • 2. Subsidiabele investeringskosten van een infrastructuurproject zijn:

    • a)

      studies voor het betrokken project;

    • b)

      noodzakelijke verwerving van een onroerende zaak;

    • c)

      vergunningen en leges;

    • d)

      bouwrente, gebaseerd op het rentepeil van de meest recente staatslening op het moment van gunning van het werk;

    • e)

      aanleg, bouw, wijziging of inrichting van infrastructuur;

    • f)

      met het project samenhangende schadevergoeding aan derden;

    • g)

      de krachtens de Wet op de Omzetbelasting 1968 verschuldigde belasting voor zover die niet kan worden teruggevorderd of gecompenseerd door het BTW-compensatiefonds;

    • h)

      onvoorziene omstandigheden, voor zover die betrekking hebben op kosten genoemd in de onderdelen a tot en met f.

  • 3. Lokaal maatwerk wordt als budgetsubsidie toegekend. Kosten die van 1 januari tot en met 31 december van het jaar waarin de budgetsubsidie is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma en besteed zijn aan de aangemelde projecten en activiteiten zijn subsidiabel.

  • 4. Bij een aanvraag van een budgetsubsidie (budgetsubsidie is een lumsumbedrag waaruit diverse projecten kunnen worden bekostigd) voor lokaal maatwerk zijn ook kosten ten behoeve van gedragsbeïnvloeding en overige maatregelen in het kader van verkeer- en vervoerbeleid subsidiabel.

  • 5. VAT-kosten zijn ook subsidiabele investeringskosten, met dien verstande dat de subsidie voor deze kosten maximaal 16% van de subsidiabele investeringskosten vermeld in tweede lid bedraagt. GS kunnen voor incidentele projecten besluiten tot een hoger percentage.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Het uitvoeringsprogramma bevat de projecten die in aanmerking komen voor subsidiëring, de subsidiebedragen die daarvoor zijn gereserveerd en de subsidiepercentages en/of maximale subsidiebedragen die van toepassing zijn voor 2017, en 2018 en 2019.

  • 2. GS stellen jaarlijks het uitvoeringsprogramma en het subsidieplafond vast.

Artikel 9 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht binnen één jaar na bekendmaking van de verleningsbeschikking aan te vangen met de uitvoering van de werkzaamheden van het project, tenzij in de verleningsbeschikking anders is bepaald.

Artikel 10 Verantwoording

  • 1. In aanvulling op de artikelen 22 en 23 van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling voor zover het een subsidie voor fysieke maatregelen betreft een fotoverantwoording van het project, bestaande uit foto’s van na de realisatie van het project .

  • 2. Voor het indienen van een verzoek tot vaststelling wordt gebruik gemaakt van een door GS vastgesteld aanvraagformulier. (Bijlage bij deze uitvoeringsverordening)

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Dit besluit treedt in werking met ingang van van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019 provincie Utrecht

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 4 juli 2017.

Voorzitter

Secretaris

Toelichting

Algemeen

Op 1 januari 2015 is de Wet afschaffing plusregio’s van kracht is geworden, waarmee de middelen en bevoegdheden met betrekking tot de Wet Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en Vervoer zijn overgaan van Bestuur Regio Utrecht naar de provincie.

Provinciale Staten van Utrecht hebben op grond van artikel 145 Provinciewet op 30 april 2015, nr. 814C108F, de Subsidieverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2015 vastgesteld. De geplande looptijd van Subsidieverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2015 was van beperkte duur, teneinde aan te kunnen sluiten bij de Algemene Subsidieverordening van de Provincie.

De provincie Utrecht heeft tot doel ook in 2017, 2018 en 2019 subsidies te verstrekken voor het uitvoeren van regionaal verkeer- en vervoerbeleid, zoals dat voorheen door Bestuur Regio Utrecht (BRU) gebeurde.

Deze uitvoeringsverordening vervangt de hoofdstukken 2 (Infrastructuur) en 3 (lokaal maatwerk) van de Subsidieverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2015

Artikelgewijs

Artikel 2 Criteria

Er is in artikel 2 gekozen voor een formulering met ‘de door de provincie vastgestelde doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer’ zonder naar een specifiek document te verwijzen. Naast het geldend RVVP vormen mogelijk ook andere documenten het beleidskader. Denk daarbij niet uitsluitend of uitputtend het de OV-streefbeeld en het uitvoeringsprogramma fiets.

Artikel 5 Bij de aanvraag over te leggen gegevens

Bij de subsidieaanvraag voor projecten waar geen fysieke maatregelen worden getroffen, zoals bij verkeerseducatie en gedragsbeïnvloedingsprojecten, hoeft geen fotoverantwoording te worden overlegd.

Artikel 6 Weigeringsgronden (Optioneel artikel)

De weigeringsgronden in dit artikel zijn aanvulling op de weigeringsgronden in de wet (artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht), europese regelgeving (artikelen 87 ev. EG-verdrag) en artikel 10 van de ASV.

Artikel 7 Hoogte

In het eerste lid wordt benoemd dat in het uitvoeringsprogramma de subsidiepercentages worden vastgesteld. Normaliter is dat 50% voor infraprojecten en 70% voor lokaal maatwerk. GS kunnen op basis van bestuurlijke afspraken in het uitvoeringsprogramma afwijkende percentages voor projecten vaststellen.

In het vijfde lid schrijft dit artikel voor dat de VAT-kosten worden vergoed tot maximaal 16% van de voor subsidie in aanmerking komende uitvoeringskosten. Het maximale bedrag van 16% van de subsidiabele investeringskosten wordt als volgt berekend. Stel, een project waarvoor subsidie wordt gevraagd kost qua aanleg van de infrastructuur € 100.000,--. Dit zijn de subsidiabele investeringskosten van dit project. De VAT-kosten voor dit project mogen maximaal 16% van dit bedrag zijn, dus € 16.000,--. In totaal komt een bedrag van € 116.000,-- voor subsidiëring in aanmerking. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling eerst de subsidiabele investeringskosten en de VATkosten van een bepaald project bij elkaar op te tellen en vervolgens een percentage van 16% te nemen. Stel, dat voor een project aan subsidiabele investeringskosten en VAT-kosten 116.000,-- is uitgegeven. Dan is het niet zo, dat 16% hiervan, dus € 18.560,-- VAT-kosten mogen betreffen. Dit is niet de juiste wijze van berekenen.

Er kunnen uiteraard meer VAT-kosten gemaakt zijn dan 16% van de subsidiabele uitvoeringskosten in een project, maar VAT-kosten boven de 16% komen niet voor subsidie in aanmerking.

Indien er minder VAT-kosten zijn gemaakt dan 16%, komen de VAT-kosten slechts tot de werkelijk gemaakte kosten in aanmerking voor subsidie.

Wanneer voor een project meerdere financieringsbronnen worden aangewend worden eerst de totale subsidiabele kosten voor het project bepaald; daarna de bijdrage van derden daar vanaf getrokken . Over het resterende bedrag wordt de subsidie berekend.

Artikel 8 Subsidieplafond

Projecten die reeds zijn opgenomen in het RUVV hoeven niet meer aangemeld te worden.

Artikel 2 regelt dat gemeenten aan de provincie te kennen kunnen geven dat ze een nieuw project of een reeds opgenomen project gewijzigd opgenomen willen hebben in het RUVV. Er is geen aanmeldingsformulier.

AANVRAAGFORMULIER GEMEENTELIJKE INFRASTRUCTUURPROJECTEN

op grond van de Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019

De aanvrager dient dit formulier in te dienen bij:

Schriftelijk: Provincie Utrecht, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, of per email: Bert.van.barneveld@provincie-utrecht.nl

Door provincie Utrecht in te vullen:

Dossiernummer :_____________________Datum ontvangst aanvraag:_______________________

(Door de aanvrager in te vullen)

1. Gegevens aanvrager

Projectnaam

:

Aanvrager

:

Adres/plaats

:

Contactpersoon

:

Telefoonnummer

:

E-mail

:

Jaar van opname in het RUVV (jaar x)

:

2. Type subsidie

(Toelichting: aankruisen wat van toepassing is)

  • Projectsubsidie

  • Anders, namelijk:

3. Gegevens van het project

Heeft het project samenhang met één of meerdere projecten in de regio?

:

Zo ja, welk(e) project(en)?

:

Is het project opgenomen in een RUVV?

:

Zo ja, onder welk nummer en naam?

:

:

Geplande startdatum van de werkzaamheden

:

Of: reeds gestart met schriftelijke toestemming van de provincie Utrecht op

:

Geplande ingebruikname van het project

:

4. Overige informatie over het project

Is het project inhoudelijk besproken met belanghebbenden / gebruikers?

:

Is het project gelegen in of op een openbaar vervoerroute? 1

:

Is voor het project een bijdrage gevraagd en / of toegezegd door anderen dan de provincie Utrecht?

:

Zo ja, van wie of door wie en wat is de hoogte van de bijdrage?

:

5a. Kosten van het project

De kosten van het project 2

(Toelichting: exclusief te compenseren / te verrekenen BTW en exclusief VAT-kosten)

De VAT-kosten van het project

Het bedrag van de gevraagde subsidie

Het percentage van de subsidiabele investeringskosten

(Toelichting: de subsidiabele investeringskosten zijn de uitvoeringskosten plus de VAT-kosten)

:

5b. Kasritme van het project

Jaar

x

x+1

x+2

x+3

Gepland kasritme (excl. BTW, incl. 16% VAT)

6. Planning

Mijlpalen in het project

Datum

Mijlpalen

7. Met de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden meegezonden:

  • Een beschrijving van het project/het programma van eisen;

  • Tekeningen van het project;

  • Een gespecificeerde raming van de kosten;

  • (Indien van toepassing) Een opgave van de kosten die aan derden in rekening kunnen worden gebracht;

  • Een opgave van de stand van zaken wat betreft besluitvorming en wettelijke procedures;

  • Een schriftelijke verklaring van het openbaar vervoerbedrijf dat zij akkoord gaan met de voorziening;

  • Een fotoverantwoording van (de locatie van) het project voor de realisatie van het project.

Verklaring van de aanvrager

De aanvrager verklaart:

  • Ermee bekend te zijn dat de de Algemene Subsidieverordening van de provincie Utrecht en Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019 van toepassing zijn;

  • De in de verordening genoemde voorwaarden hem/haar bekend zijn;

  • Dat alle benodigde bijlagen zijn meegezonden;

  • Het project voldoet aan de in de verordening genoemde eisen;

  • Alle gegevens naar waarheid zijn ingevuld en verstrekt.

Plaats en datum: ___________________________________

Ondertekening:

Het college van Burgemeester en Wethouders van ___________________________________

namens deze,

___________________________________

Toelichting bij het aanvraagformulier gemeentelijke infrastructuurprojecten op grond van de Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019

Algemene toelichting

In de Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019, zijn voorschriften opgenomen over de subsidie die door de provincie Utrecht kan worden verleend voor het uitvoeren van projecten .

Een aanvraag om verstrekking van een subsidie op basis van de uitvoeringsverordening kan worden ingediend nadat het Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV) door Gedeputeerde Staten is vastgesteld en het project daarin is opgenomen.

Subsidieaanvragen voor projecten die reeds zijn uitgevoerd worden niet in behandeling genomen, tenzij de provincie Utrecht vooraf schriftelijk toestemming heeft verleend voor het uitvoeren van de werkzaamheden.

Als een subsidieaanvraag niet is ondertekend conform artikel 4:2 en de artikelen 10:10 en 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht, dan wordt het aanvraagformulier teruggezonden naar de aanvrager. Als de aanvraag niet compleet is wordt de aanvrager daarvan schriftelijk in kennis gesteld. Daarbij wordt aangegeven welke bescheiden of gegevens ontbreken en nog moeten worden geleverd of verstrekt. Een subsidieaanvraag wordt niet in behandeling genomen zolang deze niet correct is ondertekend of zolang deze niet volledig is.

Toelichting per rubriek op het aanvraagformulier

  • 1.

    Gegevens van de aanvrager

    De subsidie kan alleen worden aangevraagd en wordt alleen verstrekt aan de eigenaar/wegbeheerder van het betreffende project.

  • 2.

    Type subsidie

    U mag hier slechts één categorie aankruisen.

    Per formulier kan slechts voor één categorie en één project een subsidie worden gevraagd.

  • 3.

    Gegevens van het project

    Wilt u de gegevens svp zo compleet mogelijk invullen. Indien een vraag niet van toepassing is, geef dit dan expliciet aan.

  • 4.

    Overige informatie over het project

    Wilt u de gegevens svp zo compleet mogelijk invullen. Indien een vraag niet van toepassing is, geef dit dan expliciet aan

  • 5.

    Financiële gegevens van het project

    Wilt u de gegevens svp zo compleet mogelijk invullen. Wanneer voor een project meerdere financieringsbronnen worden aangewend worden eerst de totale subsidiabele kosten voor het project bepaald; daarna de bijdrage van derden daar vanaf getrokken . Over het resterende bedrag wordt de subsidie berekend.

  • 6.

    Planning

    Wilt u hier de mijlpalen in het project aangeven, inclusief bijbehorende planning? Dit kan, gezien de variëteit aan projecten, per project verschillend zijn. U dient in ieder geval de geplande datum van start werkzaamheden en geplande datum van ingebruikname van het project aan te geven. U kunt verder bijvoordeeld denken aan de volgende mijlpalen: bestuurlijke besluitvorming, start aanbesteding, gunningsbesluit. Bij grote projecten die bestaan uit meerdere zelfstandige deelprojecten is het verzoek de informatie per deelproject op te nemen.

  • 7.

    Mee te zenden bijlagen

    • a.

      Beschrijving van het project en programma van eisen

      Het programma van eisen betreft de doelstelling van het betreffende project in termen van capaciteit, snelheid (OV), veiligheid en andere relevante gegevens. Het technisch programma van eisen omvat de concreet te realiseren projectonderdelen en de technische voorwaarden waarbinnen de infrastructuur tot stand komt. Het is niet de bedoeling dat een tot op detail uitgewerkt technisch programma van eisen wordt overlegd.

      Het gaat vooral om de te bereiken c.q. te verwachten effecten op het verkeer (en alles wat daarbij hoort) en de onderbouwing van de keuzen die gemaakt zijn.

    • b.

      Tekeningen van het project

      Tenminste een tekening van de geografische ligging van het project met een topografische ondergrond. Gedetailleerde tekening(en) van het uit te voeren project.

    • c.

      Raming van de kosten

      U dient een gespecificeerde raming/begroting van de kosten van het project mee te zenden. Bijdragen van derden dienen op de kosten van het project in mindering te worden gebracht.

    • d.

      Een opgave van de stand van zaken van de besluitvorming en uitvoering van wettelijke procedures

      Te denken valt hier aan raadsbesluiten en inspraakverslagen

    • e.

      Een schriftelijke akkoordverklaring van het openbaar vervoerbedrijf

      Is een project gelegen in/op een openbaar vervoerroute dan dient u een verklaring van het openbaar vervoerbedrijf te overleggen waaruit blijkt dat het openbaar vervoerbedrijf akkoord gaat met de te treffen voorzieningen.

    • f.

      Een fotoverantwoording van (de locatie van) het project voor de realisatie van het project.

      Met de foto´s dient u inzicht te geven in de huidige situatie.

Voor nadere toelichting en vragen over het aanvragen van subsidies voor infrastructuurprojecten kunt u zich wenden tot de volgende personen die binnen onze organisatie verantwoordelijk zijn voor het proces rondom de subsidieverlening (van subsidieaanvraag tot subsidievaststelling).

  • de heer G.C.F. van Barneveld (telnr: 06-46994723, bert.van.barneveld@provincie-utrecht.nl): Beleidsondersteunend medewerker B

  • de heer M.A. Blokland (telnr: 06-46994684, marcel.blokland@provincie-utrecht.nl): Senior Adviseur Mobiliteit

AANVRAAGFORMULIER LOKAAL MAATWERK

op grond van de Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019

De aanvrager dient dit formulier in te dienen bij:

Schriftelijk: Provincie Utrecht, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, of per email: Bert.van.barneveld@provincie-utrecht.nl

Door provincie Utrecht in te vullen:

Dossiernummer :_____________________Datum ontvangst aanvraag:_______________________

(Door de aanvrager in te vullen)

Projectnaam

:

Aanvrager

:

Adres/plaats

:

Contactpersoon

:

Telefoonnummer

:

E-mail

:

Jaar van aanvraag (x)

:

1. Projectenoverzicht

(Toelichting: het overzicht bevat:

  • een opsomming van uit te voeren projecten;

  • de categorie waartoe het deelproject behoort: verkeersveiligheid-infrastructuur,verkeersveiligheid-gedragsbeïnvloeding, fietsnetwerk, openbaar vervoer, auto-doorstroming, auto-bereikbaarheid, gebiedsgericht/integraal, leefbaarheid, goederenvervoer, ketenmobiliteit, mobiliteitsmanagement, overig;

  • de locatie zoals straat, buurt, wijk of gemeente, waar de activiteit plaatsvindt.)

2. Doelstelling van de projecten

(Toelichting: hier wordt per project gevraagd naar::

  • het doel van het project;

  • de beoogde effecten (kwantitatief en of kwalitatief);

  • en voor het geheel naar de eventuele samenhang tussen de activiteiten.)

3. Benodigde middelen per activiteit

(Toelichting: het subsidiepercentage is vastgesteld op maximaal 70% van de subsidiabele investeringskosten. De VAT-kosten zijn maximaal 16% van de uitvoeringskosten. De subsidiabele investeringskosten zijn inclusief de VAT-kosten en exclusief BTW. Er wordt hier gevraagd naar een overzicht van de verwachte kosten per project.)

4. Planning van de activiteiten

(Toelichting: uitgangspunt is dat de uitvoering in het jaar na aanvraag (x+1) plaatsvindt en dat de kosten tussen 1-1 en 31-12 subsidiabel zijn. Er wordt hierbij gevraagd naar:

  • wanneer worden de afzonderlijke projecten naar verwachting uitgevoerd;

  • wat is de stand van zaken qua besluitvorming, cofinanciering, ruimtelijke inpassing etc. en worden hier complicaties verwacht;

  • is er sprake van projecten die doorlopen vanuit het voorgaande jaar Lokaal Maatwerk (x) of naar verwachting zullen doorlopen in het volgende jaar Lokaal Maatwerk (x+2) (svp fasering aangeven)?.)

5. Informatie over subsidieaanvragen betreffende deze projecten bij andere organisaties

(Toelichting: is er sprake van andere externe dekkingsbronnen of zijn er subsidieaanvragen bij andere organisaties dan de provincie Utrecht ingediend?)

Verklaring van de aanvrager

De aanvrager verklaart dat :

  • Ermee bekend te zijn dat de de Algemene Subsidieverordening van de provincie Utrecht en Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019 van toepassing zijn;

  • De in de verordening genoemde voorwaarden hem/haar bekend zijn;

  • Dat alle benodigde bijlagen zijn meegezonden;

  • Het project voldoet aan de in de verordening genoemde eisen;

  • Indien een maatregel op een route van het Openbaar Vervoer ligt, dat het OV-bedrijf geen bezwaar heeft tegen een project (verklaring bijvoegen);

  • Alle gegevens naar waarheid zijn ingevuld en verstrekt.

Plaats en datum: ___________________________________

Ondertekening:

Het college van Burgemeester en Wethouders van ___________________________________

namens deze,

___________________________________

VERANTWOORDINGSFORMULIER

Verzoek tot vaststelling subsidie

op grond van de Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019

De aanvrager dient dit formulier in te dienen bij:

Schriftelijk: Provincie Utrecht, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, of per email: Bert.van.barneveld@provincie-utrecht.nl

Door provincie Utrecht in te vullen:

Dossiernummer: ____________________Datum ontvangst eindafrekening: ______________

(Door de aanvrager in te vullen)

Gegevens over de aanvrager:

Projectnaam

:

Aanvrager

:

Adres/plaats

:

Contactpersoon

:

Telefoonnummer

:

E-mail

:

Bank/girorekeningnummer

:

1. Gegevens van het project

Datum en kenmerk toekenning subsidie

:

Startdatum van de werkzaamheden

:

Datum gereed komen van de werkzaamheden

:

Datum ingebruikname project

:

2. Kosten van het project

De definitieve kosten van het project bedragen (exclusief BTW en VAT-kosten)

De niet te verrekenen BTW c.q. niet te compenseren BTW via het BTW-compensatiefonds bedraagt

De VAT-kosten van het project bedragen

Met de eindafrekening dienen de volgende bescheiden te worden meegezonden:

  • Een gespecificeerde opgave van de definitieve kosten;

  • Een opgave van de kosten die aan derden in rekening kunnen worden gebracht;

  • Een opgave van subsidies of bijdragen die van derden zijn ontvangen voor het project

  • Indien van toepassing: een fotoverantwoording van (de locatie van) het project nadat het project is gerealiseerd.

  • Bij een subsidie van meer dan €125.000: Een getekende accountantsverklaring conform het controleprotocol, zoals dat als bijlage is bijgevoegd bij de Algemene subsidieverordening van de provincie Utrecht;

Verklaring van de aanvrager:

De aanvrager verklaart dat:

  • Ermee bekend te zijn dat de Algemene Subsidieverordening van de provincie Utrecht en Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017-2019 van toepassing zijn;

  • De eindafrekening voldoet aan de in Subsidieverordening genoemde voorwaarden;

  • Het project voldoet aan de in de Subsidieverordening genoemde eisen;

  • De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de bij de aanvraag om subsidie verstrekte gegevens, waarop de subsidieverlening is gebaseerd (eventuele afwijkingen toelichten);

  • Alle gegevens naar waarheid zijn ingevuld en verstrekt.

Plaats en datum: ___________________________________

Ondertekening:

Het college van Burgemeester en Wethouders van ___________________________________

namens deze,

___________________________________

Toelichting bij het verantwoordingformulier betreffende de Uitvoeringsverordening Mobiliteit Regio Utrecht 2017 -2019.

Het verantwoordingsformulier en de bijlagen moeten worden ingediend bij de provincie Utrecht, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht of per email: subsidies@provincie-utrecht.nl binnen 6 maanden nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd.

Als een ingestuurd verantwoordingsformulier of bijbehorende bijlagen, naar het oordeel van de provincie Utrecht niet voldoet aan de in de Subsidieverordening genoemde criteria, dan wordt de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld. Daarbij wordt aangegeven welke bescheiden of gegevens ontbreken en nog moeten worden aangeleverd of verstrekt. Een verantwoordingsformulier wordt niet in behandeling genomen zolang deze niet volledig is.

Voor nadere toelichting en vragen over de eindafrekening van (infrastructuur)projecten kunt u zich wenden tot:

  • de heer G.C.F. van Barneveld (telnr: 06-46994723, bert.van.barneveld@provincie-utrecht.nl): Beleidsondersteunend medewerker B

  • de heer M.A. Blokland (telnr: 06-46994684, marcel.blokland@provincie-utrecht.nl): Senior Adviseur Mobiliteit


Noot
1

Als dit het geval is, dan een schriftelijke verklaring van het openbaar vervoerbedrijf bijvoegen.

Noot
2

Voeg een gespecificeerde kostenraming toe als bijlage.