Regeling vervallen per 07-09-2018

Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2011

Geldend van 18-07-2011 t/m 06-09-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2011

Intitulé

Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2011

Artikel 1.

  • 1. Een verzoek op grond van de “Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen” moet worden ingediend op het daarvoor bestemde formulier.

  • 2. Een verzoek om kwijtschelding kan worden gedaan door:

    • a.

      een natuurlijk persoon die geen bedrijf of niet zelfstandig een beroep uitoefent;

    • b.

      een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent doch slechts voor zover het belastingen en heffingen betreft die geen verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.

Artikel 2.

  • 1.

    Voor degene die in het voorafgaande belastingjaar in aanmerking is gekomen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding, wordt door middel van bestandvergelijking tussen de gemeente, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de Belastingdienst en de Dienst Wegverkeer (RDW) nagegaan of betrokkene voor het lopende jaar wederom in aanmerking komt voor kwijtschelding. De bestandsvergelijking wordt uitgevoerd door de Stichting Inlichtingenbureau.

  • 2.

    Degene die in aanmerking komt voor de geautomatiseerde kwijtschelding, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, dient voorafgaande aan de toetsing schriftelijk toestemming te verlenen om het recht op kwijtschelding geautomatiseerd vast te (laten) stellen.

  • 3.

    Over de toewijzing of afwijzing van automatische kwijtschelding wordt  betrokkene schriftelijk door de gemeente geïnformeerd.

  • 4.

    Bij een afwijzing via automatische kwijtschelding is het voor betrokkene alsnog mogelijk een schriftelijk kwijtscheldingsverzoek te doen.

Artikel 3.

Indien een aanvraagformulier onvolledig wordt terugontvangen of de gevraagde bescheiden niet door de aanvrager zijn bijgevoegd, wordt de aanvrager eenmaal in de gelegenheid gesteld de stukken alsnog te completeren en wel binnen twee weken.

Wordt daaraan niet voldaan, dan wordt het verzoek zonder verdere beoordeling afgewezen.

Artikel 4.

  • 1.

    Een verzoek om kwijtschelding wordt beoordeeld op grond van de regels uit de “Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990”.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de financiële middelen (vermogenstoets) wordt in afwijking van artikel 4, lid 1 bij de beoordeling van het verzoek om kwijtschelding uitgegaan van tweemaal het voor verzoeker geldende normbedrag kwijtschelding. Het normbedrag kwijtschelding is gelijk aan het voor het desbetreffende huishoudtype geldende bijstandsnorm zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand.

Artikel 5.

Op verzoeken om kwijtschelding wordt zoveel mogelijk binnen acht weken na ontvangst daarvan, bij beschikking beslist.

Artikel 6.

Geen kwijtschelding wordt verleend voor de navolgende belastingen en rechten geheven op grond van de voor het betreffende belastingjaar geldende verordeningen:

  • a.

    leges, als bedoeld in de “Legesverordening”;

  • b.

    reinigingsrechten, geheven op grond van de “Verordening reinigingsheffingen”

  • c.

    marktgelden, geheven op grond van de “Verordening marktgelden”

  • d.

    hondenbelasting, voor wat betreft tweede en volgende honden, geheven op grond van de “Verordening hondenbelasting”;

  • e.

    rioolheffing voor wat betreft de tariefgroepen 2 tot en met 7, geheven op grond van de “Verordening rioolheffing”;

  • f.

    afvalstoffenheffing voor wat betreft extra kliko’s, geheven op grond van de “Verordening reinigingsheffingen”.

Artikel 7.

  • 1. De kwijtschelding wordt verleend onder de voorwaarde dat de kwijtschelding vervalt indien en voor zoveel de aanslag nadien wordt verlaagd.

  • 2. Een vermindering of ontheffing op een al geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden aanslag kan niet leiden tot terugbetaling van het kwijtgescholden bedrag.

Artikel 8.

Een verzoek om kwijtschelding van al betaalde belastingaanslagen moet worden ingediend binnen drie maanden nadat de (laatste) betaling op de belastingaanslag heeft plaats gevonden en de belastingschuldige heeft betaald onder omstandigheden die aanleiding zouden hebben gegeven tot kwijtschelding indien hij daarom eerder had verzocht. Indien aan het verzoek wordt tegemoet gekomen, wordt aan de belastingschuldige een teruggaaf verleend tot het bedrag waarvoor kwijtschelding zou zijn verleend.

Artikel 9.

  • 1.

    De kwijtscheldingsregeling treedt in werking met ingang van 18 juli 2011 en werkt terug tot en met 1 april 2011.

  • 2.

    Met ingang van 18 juli 2011 vervalt de “Kwijtscheldings- en bijdrageregeling gemeentelijke belastingen” vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2009, nr.09.161, met dien verstande dat genoemd besluit van toepassing blijft voor verzoeken die zijn gedaan voor 1 april 2011.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de “Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2011”.