Verordening rekenkamercommissie 2005

Geldend van 01-10-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie 2005

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gelezen het voorstel van het presidium van 9 februari 2005, nummer RD05.0044;

gelet op de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Voorst en Brummen van 1 oktober 2005;

gelet op artikel 81o (hoofdstuk IVb) van de Gemeentewet;

B E S L U I T:vast te stellen de Verordening rekenkamercommissie 2005.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    de raad: de gemeenteraad van Voorst;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    gemeentebestuur: leden van de raad en/of het college en/of de burgemeester.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit 3 leden, de voorzitter daaronder begrepen.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de voorzitter en de overige leden van de commissie.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 81o lid 3 van de wet kan een lid van de commissie niet tevens zijn lid van de raad of van een door de raad ingestelde commissie, dan wel medewerker of bestuurslid van een instelling welke met de gemeente een financiële band heeft.

  • 3. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 4. Ten aanzien van de leden zijn de artikelen 81g en 81h van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De Gedragscode integriteit bestuurders gemeente Voorst is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter en leden van de commissie.

Artikel 4 Ontslag en non-activiteit

  • 1. Een lid van de commissie wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 2. Een lid van de commissie kan door de raad worden ontslagen wanneer hij door ziekte of gebreken ongeschikt is zijn functie te vervullen.

  • 3. De raad kan in bijzondere situaties waarbij het goed functioneren van de commissie in het geding is, een lid tijdelijk op non-actief zetten.

Artikel 5 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1. De voorzitter en de leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

  • 3. De hoogte van de vergoeding genoemd in het eerste lid wordt door de raad vastgesteld.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

.

  • 1.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 2.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 3.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 7 Reglement van orde

De commissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 8 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze, waaronder de naleving van deze verordening en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met degenen die het onderzoek uitvoeren en met het secretariaat.

  • 2. De commissie wijst een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 4. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 5. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 6. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 7. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 8. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 10 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      (externe) deskundigen die door de commissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • 1. De eerste commissie wordt ingesteld per 1 januari 2006.

  • 2. In afwijking van artikel 3 lid 3 van deze verordening worden de leden van de eerste commissie benoemd voor een periode van twee jaar.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2005.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie 2005.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Voorst in zijn openbare vergadering gehouden op 19 september 2005.