Regeling vervallen per 01-07-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende Subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017

Geldend van 22-06-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017

Burgemeester en wethouders van Weert;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteit: een activiteit zoals bedoeld in artikel 5;

  • b.

    ASV 2017: de Algemene Subsidieverordening Weert 2017;

  • c.

    burgerinitiatief: een initiatief van inwoners dat de leefbaarheid en sociale samenhang in dorpen en wijken en de eigen kracht van inwoners bevordert;

  • d.

    financieel verslag: een gespecificeerd financieel overzicht van de daadwerkelijk gerealiseerde kosten en baten ten opzichte van de ingediende begroting;

  • e.

    inhoudelijk verslag: beeldmateriaal dat in combinatie met een kort tekstueel verslag een goede indruk geeft van het verloop van het burgerinitiatief, de wijze waarop inwoners aan het initiatief hebben bijgedragen en de mate waarin het initiatief de leefbaarheid en sociale cohesie heeft bevorderd;

  • f.

    presentatie: het moment waarop inwoners hun aanvraag voor subsidie dan wel het resultaat van de activiteit op grond van deze regeling presenteren, waarvan een opname kan worden gemaakt.

Artikel 2 Algemene bepaling

  • 1. Deze subsidieregeling is een regeling als bedoeld in artikel 3 lid 2 ASV 2017.

  • 2. De bepalingen van de ASV 2017 zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

Artikel 3 Bevoegdheden college

Het college is belast met de uitvoering van deze regeling.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden verstrekt aan natuurlijke personen en rechtspersonen zonder winstoogmerk, die woonachtig of gevestigd zijn in de gemeente Weert.

Artikel 5 Activiteiten

Deze regeling is van toepassing op initiatieven die de leefbaarheid en sociale cohesie in wijken en dorpen in de gemeente Weert bevorderen.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op de ASV wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    op andere wijze reeds subsidie van de gemeente Weert wordt of kan worden verkregen;

  • b.

    het burgerinitiatief niet als uniek of vernieuwend kan worden aangemerkt voor het gebied waarop de activiteit betrekking heeft.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening

Artikel 7 Eisen aan de aanvraag

Een aanvraag om subsidie moet worden ingediend uiterlijk 6 weken voorafgaand aan de datum waarop de activiteit van start gaat, middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 8 Algemeen

In aanvulling op de ASV 2017 geldt dat:

  • a.

    de subsidieaanvrager bereid is om door middel van een presentatie een toelichting te geven op de ingediende aanvraag;

  • b.

    bij de voorbereiding en de uitvoering van het initiatief inwoners zelf actief moeten zijn;

  • c.

    de activiteit is gericht op inwoners van de gemeente Weert;

  • d.

    de activiteit binnen een half jaar na verlening van de subsidie daadwerkelijk van start gaat en een looptijd heeft van maximaal 2 jaar;

  • e.

    het burgerinitiatief stimuleert en faciliteert dat medebewoners actief zijn voor medeburgers en zich inzetten voor sociale samenhang en leefbaarheid;

  • f.

    de subsidieaanvrager binnen 6 weken nadat het burgerinitiatief is afgerond ter informatie een inhoudelijk en financieel verslag aan het college overlegt;

  • g.

    de subsidieaanvrager op verzoek van het college een presentatie geeft over het afgeronde initiatief.

Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen

Artikel 9 Algemeen

De subsidie voor burgerinitiatieven is uitsluitend bedoeld voor activiteiten die zonder een bijdrage op grond van deze regeling niet kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 10 Subsidieverlening

Het college beoordeelt de aanvraag tot subsidieverlening op basis van de bij de aanvraag verstrekte informatie, de vastgestelde beleidskaders en de door de raad beschikbaar gestelde financiële middelen.

Artikel 11 Hoogte subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 5.000 per aanvraag.

  • 2. Bij de beoordeling van de hoogte van de subsidie worden uitsluitend de kosten betrokken die rechtstreeks verband houden met het doel van deze regeling.

Hoofdstuk 5 Vaststelling

Artikel 12 Vaststelling direct

  • 1. Subsidies op grond van deze regeling worden door het college direct vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in de ASV 2017 hoeft de subsidieontvanger geen verantwoording af te leggen.

  • 3. Het college kan besluiten om verstrekte subsidies achteraf te controleren. Belanghebbenden zijn verplicht hieraan hun medewerking te verlenen.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 13 Subsidieplafond

  • 1. Voor deze regeling geldt een subsidieplafond van € 62.500,- per kalenderjaar.

  • 2. Het beschikbare bedrag voor subsidieverstrekking wordt verdeeld op basis van volgorde van binnenkomst van de aanvragen tot subsidieverlening, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze subsidieregeling, tenzij dat voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de subsidieregeling te dienen doelen.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking een dag na bekendmaking.

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt per 1 januari 2019.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Weert op 13 juni 2017.
De secretaris, de burgemeester,

Toelichting subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Om interpretatieverschillen te voorkomen zijn in artikel 1 ter verduidelijking enkele specifieke begrippen nader omschreven.

In sub c is gedefinieerd wat er onder een burgerinitiatief wordt verstaan en wat het doel is van de beoogde initiatieven.

In sub d en e wordt de vorm en het doel van verslaglegging toegelicht die achteraf ter informatie moet worden overlegd. Deze verslaglegging is niet bedoeld als verantwoording, maar om het college inzicht te geven in het gebruik en de effectiviteit van deze subsidieregeling. Met beeldmateriaal worden zowel digitale filmopnames als foto’s bedoeld.

Artikel 2 Algemene bepaling

In artikel 2 lid 1 wordt expliciet vastgelegd dat deze regeling voortvloeit uit artikel 3 lid 2 ASV 2017. Daarmee heeft de raad op grond van artikel 156 lid 1 en 3 Gemeentewet de bevoegdheid aan het college gedelegeerd om ter uitvoering van de ASV 2017, binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders, nadere regels vast te stellen. Deze nadere regels bevatten algemeen verbindende voorschriften en hebben dezelfde status als een verordening.

In lid 2 wordt bepaald dat alle bepalingen van de ASV 2017 van toepassing zijn, tenzij er in deze regeling van wordt afgeweken.

Artikel 3 Bevoegdheden college

Het college is belast met de uitvoering van de ASV 2017. Dat betekent dat het college niet alleen bevoegd is te beslissen op aanvragen voor subsidie en deze vast te stellen, maar deze bijvoorbeeld ook mag intrekken of wijzigen als ook alle andere bevoegdheden mag uitvoeren die voortvloeien uit de Awb, de ASV 2017 en deze regeling, voor zover de raad deze niet aan zichzelf heeft voorbehouden.

Artikel 4 Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep beschreven, die voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking kan komen.

Artikel 5 Activiteiten

De subsidie op grond van deze regeling is uitsluitend bedoeld voor activiteiten die de leefbaarheid en sociale cohesie in wijken en dorpen in de gemeente Weert bevorderen.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn enkele aanvullende weigeringsgronden opgenomen.

Zo komt de aanvrager niet voor subsidie in aanmerking als er al op andere wijze subsidie van de gemeente Weert wordt verkregen. Dit is ook het geval als er op andere wijze subsidie zou kunnen worden verkregen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan evenementensubsidie of de subsidie die aan wijk- en dorpsraden wordt verleend.

Daarnaast wordt de subsidie geweigerd indien het initiatief niet als uniek of vernieuwend kan worden aangemerkt voor het gebied waarop de activiteit betrekking heeft.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening

Artikel 7 Eisen aan de aanvraag

In artikel 15 ASV 2017 staan de eisen opgenomen waaraan een subsidieaanvraag dient te voldoen.

In artikel 7 is een aanvullende eis opgenomen. De aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling moet middels het formulier worden ingediend dat het college hiervoor specifiek heeft vastgesteld. Hiermee wordt geborgd dat het college over alle relevante informatie beschikt om de aanvraag te kunnen beoordelen.

Het college kan besluiten om op grond van de hardheidsclausule van de gestelde termijn af te wijken. Er moet dan sprake zijn van bijzondere gevallen.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 8 Algemeen

In dit artikel zijn aanvullende verplichtingen opgenomen.

Met het opnemen van deze verplichtingen borgt het college dat de beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd die de gemeenteraad heeft vastgesteld.

In sub a is de verplichting opgenomen dat de aanvrager bereid moet zijn om door middel van een presentatie een toelichting op de aanvraag te geven. Deze presentatie vindt plaats in het Stadhuis of op locatie en kan eventueel ook worden opgenomen. Aangezien het in het kader van deze subsidieregeling gaat om vernieuwende initiatieven kan een dergelijke presentatie inzicht in de aard en het doel van de activiteit verschaffen.

Als de gemeente de presentatie wil gebruiken voor communicatiedoeleinden, zal dit vooraf met de aanvrager worden afgestemd.

In sub b is het criterium vastgelegd dat inwoners zelf bij de voorbereiding en uitvoering van het initiatief actief moeten zijn. Hiermee wordt sociale cohesie en samenwerking binnen de gemeente Weert nagestreefd en een actief vrijwilligersklimaat gestimuleerd.

In sub c is bepaald dat de activiteit gericht moet zijn op inwoners van de gemeente Weert.

In sub d zijn de termijnen opgenomen waarbinnen de activiteit ten minste moet plaatsvinden. Hiermee beoogt het college te voorkomen dat activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of pas op een heel laat moment plaatsvinden.

In sub e is het criterium vastgelegd waarvoor de subsidieregeling is bedoeld, namelijk: het stimuleren en faciliteren dat inwoners onderling voor elkaar actief zijn en zich inzetten voor sociale samenhang en leefbaarheid.

In sub f is opgenomen dat de subsidieaanvrager binnen 6 weken nadat het initiatief is afgerond een inhoudelijk en financieel verslag aan het college overlegt. Dit verslag is niet bedoeld als verantwoording, maar biedt het college inzicht in het verloop van de activiteit, de gerealiseerde doelstellingen en de kosten/baten.

In sub g is opgenomen dat de subsidieaanvrager door het college gevraagd kan worden een presentatie te geven over het afgeronde initiatief. Als het college bijvoorbeeld op basis van de verslaglegging aanvullende vragen heeft, kan de aanvrager worden uitgenodigd voor een mondelinge, aanvullende toelichting of presentatie. Deze presentatie kan ook gebruikt worden ter inspiratie voor andere initiatiefnemers en voor de evaluatie van de regeling. De aanvrager is verplicht aan dit verzoek gehoor te geven.

Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen

Artikel 9 Algemeen

In artikel 9 is expliciet opgenomen dat de subsidie op grond van deze regeling uitsluitend bedoeld is voor activiteiten die zonder deze subsidie niet kunnen worden uitgevoerd. Bij het beoordelen van de hoogte van de subsidie wordt gekeken naar dat deel van het bedrag dat ook daadwerkelijk noodzakelijk is om de activiteit uit te kunnen voeren. Als de initiatiefnemer zelf al over voldoende middelen of andere subsidiemogelijkheden beschikt om de activiteit te realiseren, is er geen subsidie op grond van deze regeling noodzakelijk.

Het is wenselijk en wordt gestimuleerd dat ook naar andere financieringsbronnen wordt gekeken. Andere financieringsbronnen kunnen bijvoorbeeld zijn subsidies op grond van andere lokale, provinciale of landelijk regelingen, giften, sponsoring, cofinanciering, eigen bijdrage etc.

Artikel 10 Subsidieverlening

In artikel 10 is vastgelegd op basis waarvan het college de aanvraag beoordeelt.

Artikel 11 Hoogte subsidie

In lid 1 is de subsidiegrondslag opgenomen waarop aanvragers maximaal aanspraak kunnen maken.

In lid 2 is vastgelegd dat bij de berekening van de subsidie alleen de kosten betrokken worden die rechtstreeks verband houden met het doel van deze regeling. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat er subsidie verleend wordt voor kosten die naar het oordeel van het college niet noodzakelijk zijn om de activiteit uit te kunnen voeren.

Hoofdstuk 5 Vaststelling

Artikel 12 Vaststelling direct

In artikel 12 ASV 2017 staan de bepalingen opgenomen hoe het college de aangevraagde subsidie vaststelt. Afhankelijk van de hoogte van de subsidie worden subsidies direct of achteraf vastgesteld. In artikel 12 lid 6 ASV 2017 staat echter opgenomen dat het college categorieën van subsidies of subsidieontvangers kan aanwijzen, waarvoor de subsidie altijd direct wordt vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger in die gevallen geen aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

Ten aanzien van de subsidie op grond van deze regeling, heeft het college bepaald dat deze altijd direct wordt vastgesteld. Dit voorkomt onnodige administratieve lasten voor zowel subsidieontvanger als de gemeente.

Door middel van lid 3 behoudt het college zich het recht voor om verstrekte subsidies achteraf te controleren. Organisaties zijn verplicht hieraan hun medewerking te verlenen. Indien uit deze controle blijkt dat er onjuiste gegevens zijn verstrekt, of dat de subsidieontvanger niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, is het college bevoegd om de subsidiebeschikking te herzien.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 13 Subsidieplafond

In lid 1 is het subsidieplafond voor deze regeling vastgelegd. Het subsidieplafond bedraagt € 62.500,- per kalenderjaar.

In lid 2 is bepaald dat de beschikbare subsidie wordt verdeeld op basis van volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt de datum waarop de aanvraag helemaal volledig is.

Artikel 14 Hardheidsclausule

In dit artikel is de hardheidsclausule opgenomen. Hierin is bepaald dat het college gebonden is aan deze regeling en daarvan in principe niet kan afwijken.

Het college kan alleen afwijken indien er sprake is van:

  • -

    bijzondere omstandigheden; en

  • -

    onredelijke gevolgen; en

  • -

    gevolgen die onevenredig zijn in relatie met de doelen, die door deze regeling worden gediend.

 

De toepassing van de hardheidsclausule dient beperkt te blijven tot zeer bijzondere gevallen. De toepassing en motivering daarvan dient duidelijk uit de betreffende subsidiebeschikking en het onderliggend subsidiedossier te blijken.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 16 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.