Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier houdende regels omtrent vergoeding kinderopvang Regeling aanvullende vergoeding kosten kinderopvang gemeente Westerkwartier 2019

Geldend van 07-02-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier houdende regels omtrent vergoeding kinderopvang Regeling aanvullende vergoeding kosten kinderopvang gemeente Westerkwartier 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier;

gelet op artikel 1.13 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

B E S L U I T:

vast te stellen de

Regeling Aanvullende Vergoeding Kosten Kinderopvang gemeente Westerkwartier 2019

ALGEMEEN

Artikel 1 Wettelijke bevoegdheid.

Het college van de gemeente Westerkwartier kan gebruik maken van de bevoegdheid tot het verstrekken van een aanvulling op de door de Belastingdienst verstrekte vergoeding voor de kosten van kinderopvang. Deze bevoegdheid is gebaseerd op grond van artikel 1.13 van de 'Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.'

Het college gebruik van deze bevoegdheid op de in deze Regeling beschreven wijze.

Artikel 2 Begripsbepaling.

Onder wet wordt verstaan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Artikel 3 Doelgroep vergoeding.

Er bestaat recht op een aanvulling op de kinderopvangtoeslag bedoeld in artikel 1.13 van de

wet, voor:

  • Een ouder met een uitkering op grond van de Participatiewet; IOAW; IOAZ- of Anw in traject naar werk of met parttime werk;

  • Een ouder die vanuit de Participatiewet, I0AW,I0AZ of Anw volledig uitstroomt naar werk;

  • De ouder die inburgeringsplichtig is en een inburgeringscursus volgt bij een gecertificeerde instelling;

  • De ouder die een opleiding volgt als bedoeld in de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF) of in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS).

Artikel 4 Hoogte vergoeding en inkomen.

  • 1. De hoogte van de aanvulling als bedoeld in de artikelen 1 en 3 bedraagt het verschil tussen de werkelijke kosten van de kinderopvang en de toegekende kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Als regel hierbij geldt dat deze kosten de door de Belastingdienst gehanteerde maximum uurprijs niet aanzienlijk mogen overschrijden.

  • 2. Het van toepassing zijnde inkomen mag niet hoger zijn dan 120% van de voor betrokkene geldende bijstandsnorm.

Artikel 5 Aanvraag.

  • De tegemoetkoming dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier;

  • Een aanvraag voor een tegemoetkoming bevat tenminste een afschrift van het contract met de kinderopvanginstelling;

  • Een aanvraag voor een ouder die uitstroomt naar werk bevat tevens een afschrift van het arbeidscontract;

  • De ouder moet gebruik maken van een formeel geregistreerde kinderopvanginstelling.

Artikel 6 Inlichtingenplicht.

  • 1. Een ouder doet aan het college uit zichzelf of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op een tegemoetkoming;

  • 2. Een ouder verleent indien daar naar gevraagd medewerking aan uitvoering van deze Regeling.

Artikel 7 Besluitvorming:

Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit.

Artikel 8 Herziening en intrekking:

  • 1. Het college kan het recht op vergoeding herzien of intrekken wanneer het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 6, eerste lid geleid heeft tot een onterechte of te hoog verstrekte vergoeding;

  • 2. Tevens kan tot het recht op vergoeding worden herzien of ingetrokken wanneer anderszins een vergoeding ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 9 Terugvordering:

Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 8 genomen heeft, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekt vergoeding terugvorderen.

Artikel 10 Gevallen waarin de Regeling niet voorzien.

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de Regeling, indien toepassing tot onbillijkheden leidt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als Regeling Aanvullende Vergoeding Kosten Kinderopvang gemeen-te Westerkwartier 2019.

Artikel 12 Slotbepaling:

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan;

  • 2. Gelijktijdig met het inwerkingtreden van deze beleidsregel worden de volgende regelingen vervallen verklaard:

    • a.

      Beleidsregel kinderopvang 2016 ISD Noordenkwartier.

    • b.

      Verordening Wet Kinderopvang 2004 gemeente Winsum.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier,

d.d. 15 januari 2019

F.H. Wiersma, burgemeester

A. Schulting, secretaris

Toelichting: Algemeen:

Artikel 1

Deze regeling betreft de vaststelling van de tegemoetkoming aan ouders die behoren tot de groep personen als bedoel in artikel 22 van de Wet Kinderopvang. Deze personen ontvangen, net als werkende ouders, vanaf 1 januari 2013 de volledige kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst en deels via de gemeente. Dit in verband met de koppeling van het recht op kinderopvangtoeslag aan de duur van het re-integratie- of inburgeringstraject.

De kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst bedraagt maximaal 90% van de kosten van de kinderopvangtoeslag. De wetgever geeft gemeenten de mogelijkheid om aan deze ouders een aanvulling op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst te verstrekken.

Artikel 4

De hoogte van de aanvulling bedraagt het verschil tussen de werkelijke kosten van de kinderopvang en de toegekende kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.

Om te zorgen dat de uitgaven binnen de perken blijven is de zinsnede `voor zover deze in alle redelijkheid de maximum uurprijs van de Belastingdienst niet aanzienlijk overschrijdt. ` toegevoegd.

Bij `aanzienlijke overschrijding` kan gedacht worden aan een overschrijding van 15%.