Algemeen aanwijzingsbesluit APV Westervoort 2015

Geldend van 03-03-2016 t/m heden

Intitulé

Algemeen aanwijzingsbesluit APV Westervoort 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort en de burgemeester van de gemeente Westervoort

Ieder voor zover hij bevoegd is,

Overwegende dat zij met het oog op de uitvoering van de Algemene Plaatselijke Verordening Westervoort 2013 (APV Westervoort 2013) nadere voorschriften kunnen vaststellen;

Onder intrekking van het Algemeen aanwijzingsbesluit 2013 vastgesteld op 7 maart 2013;

Gelet op de door de gemeenteraad van Westervoort op 28 januari 2013 vastgestelde APV Westervoort 2013 en de wijzigingen hierop, laatstelijk op 28 september 2015;

Gezien het voorstel van 3 november 2015;

besluiten 

ter nadere uitwerking van de Algemene Plaatselijke Verordening Westervoort 2013 (APV Westervoort 2013) vast te stellen het ‘Algemeen aanwijzingsbesluit APV Westervoort 2015’ met daarin de volgende aanwijzingen en uitwerkingen zoals per artikel aangewezen.

Artikel 2:25 Evenementen

In bijlage A bij dit besluit is de Adviesrichtlijn Straatfeest en/of Barbecue, weergegeven, zoals genoemd in de APV

Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichtingen

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:28, negende lid, APV kunnen voor een aanvraag of wijziging van een exploitatievergunning in ieder geval de in de tabel genoemde indieningsvereisten gelden.

X = Verplicht

(X) = Optioneel

Vestiging overname wijziging rechtsvorm

Toevoeging, uitbreiding of wijziging van terras

Verandering exploitatiewijze

Uitbreiding oppervlakte bedrijfsvloer

Nieuwe houder

1.Kopie legitimatiebewijs exploitant(en)

X

X

X

X

2.Kopie(ën) legitimatiebewijs houder(s)

X

X

3.Huur-/ koopcontract of eigendomsakte

X

4.Beschrijving exploitatiewijze en doelgroep

X

X

5.Plattegrond horeca-inrichting

X

X

6.Gegevens betreffende financiering bedrijf (leenovereenkomst, bankafschriften, openingsbalans, e.d.)

X

7.Akoestisch rapport

(X)

(X)

8.Foto’s terrasmeubilair (in kleur)

(X)

(X)

9.Plattegrond terras (schaal 1:50 of 1:100)

(X)

X

Artikel 2:42 Aanplakborden

  • 1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:42, vierde lid, APV wordt de volgende plaats als vrije plakplaats aangewezen:

    • -

      Het aanplakbord nabij het sportcentrum “Sports Planet”, Emmerik 5.

  • 2. Als nadere regels zoals bedoeld in artikel 2:42, zesde lid, van de APV gelden de volgende:

    • a.

      op de aanplakborden mogen uitsluitend meningsuitingen en bekendmakingen worden aangebracht;

    • b.

      per meningsuiting of bekendmaking mag één poster per bord worden geplakt;

    • c.

      het is verboden op de aanplakborden handelsreclame (reclame met een commercieel doel) aan te brengen, waaronder ook begrepen is: aankondigingen voor commerciële doeleinden;

    • d.

      onder handelsreclame wordt niet verstaan: reclame-uitingen van verenigingen en stichtingen met een ideëel, sociaal-cultureel, sportief, educatief, levensbeschouwelijk of godsdienstig doel;

    • e.

      het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen mag uitsluitend plaatsvinden door het op de aanplakborden aanbrengen van op papier geplaatste teksten, aanduidingen en dergelijke; het op de aanplakborden zelf aanbrengen van teksten, afbeeldingen en dergelijke met enige kleur- of verfstof is verboden;

    • f.

      bij het plakken van de poster moet rekening worden gehouden met de posters die er al hangen, indien daar ruimte voor aanwezig is;

    • g.

      degenen die meningsuitingen en/of bekendmakingen op de aanplakborden hebben aangebracht, moeten gedogen dat ook anderen voor hetzelfde doel van de aanplakborden gebruik maken; het over andere teksten, aanduidingen en dergelijke heen plakken wordt van gemeentewege niet verhinderd;

    • h.

      het is een openbare aanplakplaats, dus garantie dat de poster tot het moment van het evenement goed leesbaar en zichtbaar blijft, kan niet worden gegeven;

    • i.

      affiches met commerciële activiteiten en andere vormen van illegale reclame-uitingen worden op kosten van de overtreder verwijderd;

    • j.

      degenen die meningsuitingen en/of bekendmakingen op de aanplakborden hebben aangebracht, moeten er rekening mee houden dat de aanplakborden van gemeentewege periodiek en bij illegale plakpraktijken op de aanplakborden worden schoongemaakt en dat hierbij de door hen aangebrachte meningsuitingen en/of bekendmakingen verwijderd worden of beschadigd kunnen worden.

Artikel 2:48 Alcoholhoudende drank

  • 1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:48, eerste lid, APV wordt de volgende locatie aangewezen:

    • -

      de bebouwde kom van de gemeente Westervoort.

  • 2. Het verbod geldt niet op de dagen, waarop een collectieve festiviteit, overeenkomstig artikel 4:2 APV plaatsvindt en waarvoor een vergunning is verleend, zoals bedoeld in artikel 2:25 APV.

Artikel 2:57 Loslopende honden

Als hondenlosplaats, zoals bedoeld in artikel 2:57, tweede lid, zijn de als zodanig genoemde plaatsen aangewezen, zoals weergegeven op de kaart in bijlage D bij dit besluit.

Artikel 2:58 Verontreiniging door honden

Als plaatsen, zoals bedoeld in artikel 2:58, derde lid, van de APV zijn aangewezen de hondenlosgebieden, zoals weergegeven op de kaart in bijlage D bij dit besluit.

Artikel 2:73 Plaatsen verboden voor vuurwerk

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:73, eerste lid, APV is het, in het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast, verboden vuurwerk te bezigen in de directe nabijheid van de volgende locaties:

  • -

    schoolgebouwen;

  • -

    brandstofoverslag/tankstation;

  • -

    brandbare opstallen (rietdak)/opslag brandbare stoffen;

  • -

    dierenpension, veehouderijen;

  • -

    winkelgalerijen/passages;

  • -

    vuurwerkopslag-/verkoop.

Artikel 4:2 Collectieve festiviteiten

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4:2, eerste lid, APV worden de volgende dagen aangewezen als jaarlijks terugkerende collectieve activiteit.

  • a.

    Carnaval: 4 dagen (zaterdag tot en met dinsdag/kerkelijk bepaald);

  • b.

    Koningsdag: 1 dag;

  • c.

    Midzomerrun en Wyborghfeesten: 2 dagen;

  • d.

    Viering jaarwisseling: 1 dag (1 januari);

  • e.

    Westervoort in beweging: 3 dagen;

  • f.

    Kermis; 4 dagen.

Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4:13, eerste lid, APV worden alle vanaf de weg af zichtbare plaatsen binnen de gemeente aangewezen.

Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen

Ter uitvoering van artikel 5:3, eerste lid, van de APV worden alle wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Westervoort aangewezen.

Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.

Ter uitvoering van artikel 5:6, eerste lid, sub a van de APV worden alle wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Westervoort aangewezen.

Artikel 5:8 Parkeren grote voertuigen

  • 1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:8, eerste lid, APV worden alle wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Westervoort aangewezen.

  • 2. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:8, derde lid, APV wordt parkeerterrein “Het Hazeland” aangewezen als parkeerterrein waarvoor ontheffing is verleend.

Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:12, eerste lid, APV worden alle wegen rondom station Westervoort, aangewezen, begrensd door de Dorpstraat, de Noordelijke Parallelweg en de Zuidelijke Parallelweg, zoals weergegeven op de kaart in bijlage C.

Artikel 5:13 Meldingsplichtig collecteren

Op grond van artikel 5:13, derde lid, van de APV wordt aan de plaatselijke verenigingen, stichtingen en scholen vrijstelling verleend van de vergunningplicht, onder naleving van de volgende voorwaarden:

  • a.

    Er dient volgens de statuten een algemeen gemeenschapsbelang te worden nagestreefd;

  • b.

    De melding dient tenminste 3 weken voor de inzameling schriftelijk aan het college te zijn doorgegeven.

Artikel 5:18 Vergunningvrije standplaatsen

  • 1. Op grond van artikel 5:18, vierde lid, van de APV geldt voor de volgende categorieën geen vergunningplicht:

    • a)

      Ideële instellingen of politieke partijen die gedrukte stukken, flyers of gadgets aanbieden op een standplaats met een maximale oppervlakte van 10 m2;

    • b)

      Koek- en zopietenten (gelegenheid waarbij voedsel en drank wordt aangeboden tijdens schaatsperiodes op of bij het ijs).

  • 2. Bovengenoemde instellingen en organisatoren dienen rekening te houden met algemene regels voor vergunningvrije standplaatsen, zoals opgenomen in bijlage B.

Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Algemeen aanwijzingsbesluit APV Westervoort 2015’.

  • 2. Het Algemeen aanwijzingsbesluit APV Westervoort 2013, vastgesteld op 7 maart 2013, Vervalt.

  • 3. Besluiten, genomen krachtens het Algemene aanwijzingsbesluit APV Westervoort 2013, die golden op het moment van de inwerkingtreding van dit aanwijzingsbesluit en waarvoor dit aanwijzingsbesluit overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens dit aanwijzingsbesluit.

  • 4. Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop zij wordt bekend gemaakt.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Westervoort,
de secretaris, de burgemeester,
P.J.E. Breukers drs. A.J. van Hout

Bijlage A. Adviesrichtlijn Straatfeest en/of Barbecue

Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden

[versie 1.0 21-04-2015]

1. Algemene Veiligheidsvoorschriften

  • -

    Alle aanwijzingen en opdrachten gegeven door of namens het bevoegd gezag in het belang van de openbare orde en (brand)veiligheid, moeten direct worden opgevolgd.

  • -

    Op de locatie waar de activiteit/het evenement plaatsvindt dient een contactpersoon van de organisatie aanwezig te zijn.

  • -

    Een afschrift van de verleende vergunning moet in de inrichting/op de evenementenlocatie aanwezig zijn en op verzoek getoond worden.

  • -

    De hulpverleningsdiensten houden zich het recht voor om in aanloop naar het evenementen in het belang van de openbare orde en (brand)veiligheid nadere aanvullende voorwaarden te stellen.

2. Openbare Orde en Veiligheid

  • -

    Indien zich tijdens het evenement feiten of omstandigheden voordoen op grond waarvan de politie, in belang van de openbare orde en veiligheid, het voortduren van het evenement niet verantwoord acht, moeten de activiteiten onmiddellijk worden gestaakt.

  • -

    Bij inzet van beveiliging:

    • -

      Dienen de beveiligers in dienst te zijn van een beveiligingsbedrijf dat erkend is zoals bedoeld in de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus.

    • -

      Het personeel dient in het bezit te zijn van toestemming van de Korpschef van de Politie.

    • -

      De werkzaamheden dienen uiterlijk drie dagen voor aanvang van het evenement te worden aangemeld bij de afdeling Bijzondere Wetten.

    • -

      Indien gebruik wordt gemaakt van verkeersregelaars dienen deze in bezit te zijn van een geldige ‘aanstellingspas verkeersregelaar’.

3. Ontheffing artikel 35 drank en horecawet

Indien door de gemeente een ontheffing ex artikel 35 van de Drank- en Horecawet voor het verstrekken van zwak-alcoholische dranken is verleend, dan gelden de volgende voorwaarden:

  • -

    Aan personen onder de leeftijd van 18 jaar mag geen alcohol worden verstrekt.

  • -

    Dit dient nabij de plaats waar de zwak-alcoholhoudende dranken worden verstrekt op duidelijk leesbare en zichtbare wijze aan het publiek kenbaar worden gemaakt.

  • -

    Aan personen die kennelijk onder invloed verkeren of die door hun gedrag aanstoot geven, mag geen drank worden verstrekt.

  • -

    Het is niet toegestaan drank met een alcoholpercentage boven de 15% (met uitzondering van wijn) in voorraad te houden op een voor het publiek toegankelijke plaats.

  • -

    Op het terrein moet voor het publiek steeds alcoholvrije drank verkrijgbaar zijn.

  • -

    Een afschrift van de verleende ontheffing, inclusief de gestelde voorwaarden/beperkingen, moet in de inrichting/op het evenemententerrein tijdens de verkoop of verstrekking van alcoholhoudende dranken aanwezig zijn.

4. Geneeskundige hulpverlening

  • -

    Bij evenementen met bezoekers tussen de 100 en 1000 gelijktijdige bezoekers, zijn altijd 2 EHBO’ers aanwezig. Bij voorkeur is er altijd een AED apparaat en een gecertificeerde AED hulpverlener aanwezig.

  • -

    Eerste hulpverleners dienen in het bezit te zijn van geldig eerste hulp diploma, inclusief aantekening.

  • -

    AED indien van toepassing. Zij dienen dit te kunnen aantonen tijdens het evenement.

  • -

    Eerstehulpverleners dienen duidelijk herkenbaar te zijn op het evenemententerrein.

  • -

    Over het gehele evenemententerrein dient de EHBO aangeduid te staan met herkenbare symboliek.

5. Vrijhouden van terreingedeelten en bereikbaarheid

  • -

    De (nood)uitgangen en/of vluchtroutes van aangrenzende gebouwen mogen niet worden geblokkeerd.

  • -

    Indien er op het terrein een tent wordt geplaatst zijn richtlijnen voor tenten van toepassing (zie richtlijnen tenten).

  • -

    Brandkranen moeten worden vrijgehouden.

  • -

    Alle objecten op het terrein dienen onbelemmerd bereikt te kunnen worden.

  • -

    Er dient een doorgang van 3.50 meter breed en 4.20 meter hoog te worden vrijgehouden in verband met de doorgang voor hulpverleningsvoertuigen. Buitenbochtstralen dienen ten minste 10 m te zijn en binnenbochtstralen ten minste 5,5 m. Dit in verband met de draaicurves van de hulpverleningsvoertuigen.

  • -

    Bij een afsluiting van het terrein dient de (brandweer)ingang te zijn aangegeven en het toegangshek snel te openen zijn.

  • -

    Bij wegafsluitingen dient iemand aanwezig te zijn, om de hulpdiensten doorgang te kunnen verlenen.

6. Kleine blusmiddelen

  • -

    Bij koken, bakken en/of braden dient een brandblusapparaat met ten minste 6 kg blusmiddel aanwezig te zijn.

  • -

    In een besloten ruimte moeten voldoende kleine blusmiddelen aanwezig zijn. Uitgangspunt hierbij is per 200 m² oppervlakte één handbrandblusser met een inhoud van 6 kg blusmiddel.

  • -

    Een klein blusmiddel moet:

    • .

      voor iedereen duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn;

    • .

      voor direct gebruik gereed zijn;

    • .

      van een geldig Rijkskeurmerk met rangnummer zijn voorzien;

    • .

      verzegeld zijn;

    • .

      ten minste eenmaal per twee jaar te worden gecontroleerd en onderhouden;

    • .

      van een label of sticker met de laatste controledatum zijn voorzien;

    • .

      onmiddellijk gevuld of vervangen worden na gebruik. Dit geldt ook indien het toestel niet geheel leeg is.

7. Elektrische Installaties

  • -

    Elektrische installaties leveren geen gevaar voor het ontstaan van brand op.

  • -

    Alle voorzieningen t.b.v. de elektra dienen tenminste te voldoen aan normblad NEN 1010 (Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties).

  • -

    Het gebruik van andere verlichting dan elektrische verlichting binnen een besloten ruimte is niet toegestaan.

  • -

    Verlengsnoeren dienen geheel afgerold te worden.

  • -

    Een (nood-) stroomaggregaat is op minimaal 5 meter buiten de tent/bouwwerk opgesteld.

8. Gebruiksvoorschriften bij het bereiden van voedsel

Gasinstallaties

  • -

    Tussen gasfles en verbruikstoestel moet de verbinding bestaan uit een metalen leiding of uit een goedgekeurde GIVEG-slang van maximaal 1 meter lengte.

  • -

    Slangen van een gasfles naar een toestel:

    • verkeren in goede staat van onderhoud;

    • zijn niet uitgedroogd;

    • vertonen geen andere beschadigingen;

    • zijn niet ouder dan de productspecificatie aangeeft met een maximum van 10 jaar.

  • -

    Een gasfles moet zijn voorzien van een erkend geldig keurmerk.

  • -

    De gasdrukregelaar van een gasfles moet een goedgekeurd type zijn en niet ouder dan 5 jaar.

  • -

    Gasflessen en afsluiters mogen uitsluitend door deskundig personeel worden gerepareerd of veranderd.

  • -

    Gasflessen en gastanks mogen slechts tot 80% worden gevuld.

  • -

    Een lege gasfles moet altijd met gesloten afsluiter worden bewaard.

  • -

    Afsluiters moeten tegen omvallen zijn beschermd. Indien de bescherming bestaat uit een afneembare kop, moet deze bij niet aangesloten flessen zijn afgeschroefd.

  • -

    De ruimte waarin de gasfles(sen) staan:

    • moet op de buitenlucht zijn geventileerd door tenminste twee ventilatieopeningen nabij, of in de vloer;

    • moet gasdicht zijn gescheiden van de gebruiksruimte;

    • is alleen van buitenaf bereikbaar.

  • -

    Gasflessen of de gasflessenopslag mogen in een omtrek van 3 meter niet worden geplaatst nabij rioolputten.

Bakkramen

  • -

    Een frituurtoestel is thermisch beveiligd zodat de temperatuur niet boven 200°C kan oplopen.

  • -

    Binnen handbereik van het baktoestel is voor iedere bak een passend deksel of een blusdeken aanwezig waarmee de bakken ingeval van brand worden afgedekt.

  • -

    Het blad onder de bak- en braadtoestellen moet tenminste tot 10 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar zijn.

  • -

    De wanden, in de buurt van de bak- en braadtoestellen moeten tot 30 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar zijn.

  • -

    Voor de opstelling van bakkramen ten opzichte van de omliggende gebouwen geldt het volgende:

    • kook- en bakactiviteiten zijn voor geheel blinde gevels toegestaan;

    • kook- en bakactiviteiten zijn voor gevels met ramen slechts toegestaan bij een minimale afstand van 2 meter uit de gevel.

  • -

    Een bakkraam in de omgeving van brandgevaarlijke materialen is niet toegestaan.

9. Heaters/Terrasverwarmers

  • -

    Het gebruik (of de opstelling) van heaters/terrasverwarmers mogen geen gevaar opleveren.

  • -

    Heaters/terrasverwarmers dienen volgens de voorschriften van de fabrikant te worden opgesteld, bevestigd en gebruikt.

  • -

    De vloer rondom de heaters/terrasverwarmer moet tot ten minste 2 meter worden vrijgehouden.

  • -

    Op vloeibare brandstof gestookte heaters/terrasverwarmer zijn op minimaal 5 meter buiten de tent/bouwwerk opgesteld.

10. Vuurkorf (of vuurton)

  • -

    Bij branden in een vuurkorf:

    • .

      is er toezicht van een meerderjarig persoon;

    • .

      levert de opstelling van de vuurkorf geen gevaar voor de omgeving op;

    • .

      is onder de vuurkorf een niet brandbare onderlaag aanwezig. Deze onderlaag is minimaal 2x de oppervlakte van de vuurkorf;

    • .

      moet een vuurkorf zo zijn opgesteld/uitgevoerd dat deze niet eenvoudig kan omvallen of kan worden omgestoten;

    • .

      bedraagt de maximale hoeveelheid brandstof (alleen schoon hout) niet meer dan ¼ m3, wordt de vuurkorf niet verlaten voordat het vuur gedoofd is;

    • .

      staan in de buurt van de vuurkorf voldoende blusmiddelen voor onmiddellijk gebruik gereed. Denk hierbij aan een poeder- of schuimblusser met een inhoud van tenminste 6 kilogram/liter of een emmer gevuld met water of zand.

11. Barbecue

Bij barbecueën:

  • a)

    Is er toezicht van een meerderjarig persoon.

  • b)

    Staat de barbecue op een open plaats die boven en rondom tenminste 2 meter vrij is.

  • c)

    Moet een barbecue zo zijn opgesteld/uitgevoerd dat deze niet eenvoudig kan omvallen of kan worden omgestoten.

  • d)

    Wordt de brandstof (alleen briketten of houtskool) alléén ontstoken met aanmaakblokjes, aanmaakvloeistof en/of aanmaakgel.

  • e)

    Wordt de barbecue niet verlaten voordat het vuur gedoofd is.

  • f)

    Staan in de buurt van de barbecue voldoende blusmiddelen voor onmiddellijk gebruik gereed. Denk hierbij aan een poeder- of schuimblusser met een inhoud van tenminste 6 kilogram/liter of een emmer gevuld met water of zand

12. Extreme droogte

Bij extreme droogte mag niet worden gebrand (vuurkorf, vuurton, barbecue) met vaste brandstof (hout, houtskool, briketten e.d.) in brandgevaarlijke natuurgebieden. Actuele informatie:www.natuurbrandgevaar.nl.

13. Afval

  • -

    Afval moet (dagelijks) worden verzameld in veilig opgestelde en goed af te sluiten containers.

  • -

    Asbakken moeten regelmatig worden geleegd in afsluitbare asverzamelaars van onbrandbaar materiaal.

  • -

    Asverzamelaars mogen alleen in onbrandbare vaten, die van een deksel zijn voorzien, worden geleegd.

  • -

    De asbakken en/of papierbakken moeten van onbrandbaar materiaal zijn.

14. Toiletvoorzieningen

  • -

    Zorg voor voldoende toiletten met toiletpapier. Bepaal het aantal benodigde toiletten aan de hand van factoren als aantal bezoekers, samenstelling publiek, gemiddelde verblijfstijd, soort evenement, type toiletten, verwachte piekdrukte, consumptieve gedrag. U mag 75 % van de herentoiletten vervangen door urinoirs of plaszuilen. Eén plaskruis of plaszuil geldt als 4 urinoirs. Ook kunnen plasgoten worden gebruikt. 50 cm plasgoot geldt als één urinoir.

  • -

    Zorg voor één of meerdere gehandicapten toiletten inclusief faciliteiten.

  • -

    Plaats direct naast de toiletten een wastafel met stromend water, een zeepdispenser en wegwerphanddoekjes.

  • -

    Plaats een afvalbak in of direct naast de toiletruimten.

  • -

    Zorg voor voldoende verlichting in de toiletruimten.

  • -

    Voer het afvalwater van toiletten, douches, wasbakken en andere huishoudelijke activiteiten af via bestaande riolering of vang dit op in speciaal daarvoor bestemde opslagtanks (die door een gespecialiseerd bedrijf leeggemaakt moeten worden). Het is verboden om zonder vergunning afvalwater te lozen.

  • -

    Maak de toiletten en wastafels schoon volgens een schoonmaakplan.

15. Extreem weer of dreiging

In geval van extreem weer of de dreiging daarvan neemt de vergunningverlener (gemeente) contact op met de organisator over de te nemen maatregelen/afgelasting van evenement.

Aanvullende regels voor optochten en muziekserenades

  • 1.

    Er mogen geen wegen en openbare parkeerplaatsen afgesloten worden.

  • 2.

    Er mogen geen omleidingsroutes voor het verkeer ingesteld worden.

  • 3.

    Bij het organiseren van een tocht is de organisatie verplicht op drukke punten door of namens de burgemeester aangestelde verkeersregelaars in te zetten. Bij het inzetten van verkeersregelaars is de organisatie van het evenement verantwoordelijk voor de (inzet van) verkeersregelaars en kan daarvoor aansprakelijk gesteld worden. Om deze reden is een verzekering voor verkeersregelaars verplicht.

  • 4.

    Het evenement moet zodanig worden georganiseerd dat een vrije doorgang voor hulpdiensten (brandweer, politie en ambulance) mogelijk blijft. 5. De doorrijdbreedte op de openbare weg minstens 4,00 meter zijn waar de openbare weg deze breedte toelaat. Indien de openbare weg deze breedte niet toelaat, wordt voor de minimale doorrijdbreedte, de breedte van de openbare weg aangehouden.

  • 5.

    De doorrijdhoogte voor hulpdiensten moet, gemeten over de gehele minimale doorrijdbreedte, minstens 4,20 meter zijn.

  • 6.

    (Aansluitingen voor) bluswatervoorzieningen moeten vrijgehouden worden (minimaal een straal van 50 centimeter, gemeten vanuit de brandkraan).

  • 7.

    Bordjes voor bluswatervoorzieningen moeten duidelijk zichtbaar blijven.

  • 8.

    Reguliere uitgangen en nooduitgangen van openbare inrichtingen.

Bijlage B

Algemene regels voor vergunningvrije standplaatsen

  • 1.

    Alle aanwijzingen en bevelen van politie en/of brandweer en toezichthouders dienen te worden opgevolgd.

  • 2.

    De instelling of organisatie moet zelf de standplaats innemen en kan zijn rechten niet overdragen aan een ander.

  • 3.

    U bent verplicht alle mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de gemeente of derden schade lijden, overlast ondervinden door het innemen van de standplaats.

  • 4.

    U bent verplicht de schade die u, door het innemen van de standplaats, toebrengt aan gemeente- eigendom te vergoeden.

  • 5.

    De standplaats mag niet gebruikt worden voor commerciële doeleinden.

  • 6.

    Als er tijdens het gebruik van de standplaats verontreiniging van de omgeving ontstaat, moet dit binnen 2 uur na het sluiten van uw kraam (bezem)schoon zijn opgeruimd. Als het terrein na afloop door de gemeente moet worden schoongemaakt, worden de kosten hiervan op basis van nacalculatie in rekening gebracht.

  • 7.

    De standplaats mag niet voor 08.00 uur worden opgebouwd.

  • 8.

    Het gebruik van geluidsapparatuur is niet toegestaan.

Bijlage C Kaart aanwijzing fout geparkeerde (brom)fietsen

Aanduiding gebied Station Westervoort

afbeelding binnen de regeling

Bijlage D. Hondenlosloop- en uitlaatplaatsen

afbeelding binnen de regeling