Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015

Geldend van 01-06-2015 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden

  • b.

    Raad: raad van de gemeente Wierden

  • c.

    Jaarlijkse subsidie: subsidie die per kalenderjaar of voor een bepaald aantal kalenderjaren voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • d.

    Incidentele subsidie: subsidie die voor activiteiten met een incidenteel of eenmalig karakter;

  • e.

    Subsidiecategorieën: deze verordening kent drie subsidiecategorieën, te weten:

    • -

      subsidies tot € 5.000,- (typering: ‘waarderingssubsidie’);

    • -

      subsidies van € 5.000,- tot € 100.000,- (typering: ‘activiteitensubsidie’);

    • -

      subsidies vanaf € 100.000,- (typering: ‘budgetsubsidie’).

  • f.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op artikelen 106, derde lid, 107, 108 en 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

  • g.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening en bevoegdheden van het college

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken op de volgende beleidsterreinen:

    • a)

      Algemeen bestuur;

    • b)

      Openbare orde en veiligheid

    • c)

      Verkeer, vervoer en waterstaat

    • d)

      Economische zaken

    • e)

      Onderwijs

    • f)

      Sport, cultuur en recreatie

    • g)

      Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening

    • h)

      Volksgezondheid en milieu

    • i)

      Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor op grond van de Awb geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen waarin de te subsidiëren activiteiten, subsidiecategorie, criteria, berekeningsgrondslag en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein, zoals bedoeld in het eerste lid, zijn omschreven. In deze nadere regels kan het college afwijken van bepalingen in deze verordening.

Artikel 3 Europees steunkader

  • 1. Voor zover dat voor het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij nadere regels afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het toepasselijke steunkader.

  • 3. Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, komen alleen de activiteiten, kosten, doelen en resultaten in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijk steunkader.

  • 4. Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

Artikel 4 Toezichthouder

Het college kan een toezichthouder aanwijzen, als bedoeld in artikel 5:11 van de wet.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEPLAFONDS

Artikel 5 Subsidieplafonds

  • 1. De raad kan bij de vaststelling van de programmabegroting subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. Het college kan in nadere regels een nadere verdeling bepalen van de door de raad vastgestelde budgetten.

HOOFDSTUK 3 WEIGERING VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert subsidieverlening wanneer:

    • a)

      het te verstrekken bedrag minder bedraagt dan € 100,-;

    • b)

      de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate zijn gericht op of ten goede komen aan de gemeente Wierden of haar ingezetenen;

    • c)

      de aanvraag niet voldoet aan de nadere regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • d)

      de subsidieaanvraag wordt ingediend na het plaatsvinden van de activiteit c.q. de aanvangsdatum van de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • e)

      het redelijkerwijs te verwachten is dat de subsidieontvanger winst beoogt;

    • f)

      de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteit heeft of zal kunnen krijgen;

    • g)

      de aanvrager doelen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet en/of het algemeen belang of de openbare orde;

    • h)

      de organisatorische en/of financiële continuïteit van de aanvrager en/of de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende is gewaarborgd;

    • i)

      als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt aangevraagd;

    • j)

      de aanvrager geen sluitende begroting heeft ingediend;

    • k)

      er geen evenwichtige verhouding is tussen de verwachte resultaten en de gevraagde bijdrage;

    • l)

      al in voldoende mate wordt voorzien in de activiteit en/of het doel dat wordt nagestreefd;

    • m)

      voor de activiteit al gemeentelijke subsidie is verstrekt.

  • 2. Voor subsidies die ineens worden vastgesteld zijn de weigeringsgronden die genoemd zijn in lid 1 bepaling a) tot en met h) van toepassing.

HOOFDSTUK 4 PROCEDURE SUBSIDIE TOT € 5.000,-

Artikel 7 Aanvraagtermijn

  • 1. Een jaarlijkse subsidie moet uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar (of de jaren) waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, worden aangevraagd.

  • 2. Een incidentele subsidie moet tenminste 8 weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteit(en) worden aangevraagd.

Artikel 8 De aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag voor een subsidie tot € 5.000, bevat:

    • a)

      Een beschrijving van de activiteiten waarvoor aanvrager subsidie aanvraagt;

    • b)

      Het doel dat met deze activiteiten wordt nagestreefd;

    • c)

      Een korte beschrijving van het belang dat de gemeente of haar inwoners hebben bij deze activiteiten;

    • d)

      Een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. De subsidie kan worden aangevraagd voor een periode van vier jaar.

Artikel 9 Beslistermijn

  • 1. Bij een jaarlijkse subsidie beslist het college op de aanvraag op een zodanig tijdstip dat zij hun besluit bekend kunnen maken uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het jaar (of de jaren) waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Bij een incidentele aanvraag beslist het college binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 10 Vaststelling ineens en betaling

  • 1. Het college stelt subsidies tot € 5.000,- per jaar direct vast voor een periode van vier jaar.

  • 2. Bij een subsidie voor een periode van vier jaar betaalt het college jaarlijks uit, vóór 1 februari.

  • 3. Bij een incidentele subsidie betaalt het college het bedrag ineens binnen 4 weken nadat het besluit op de aanvraag genomen is.

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De ontvanger van de subsidie stelt het college onmiddellijk schriftelijk of per e-mail op de hoogte:

a)als duidelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of helemaal

niet zullen doorgaan;

  • b)

    van wijzigingen van de statuten voor zover het de vorm van de rechtspersoon betreft;

  • c)

    als de organisatie die de subsidie ontvangen heeft, ophoudt te bestaan.

HOOFDSTUK 5 PROCEDURE SUBSIDIE VAN € 5.000,- TOT € 100.000

Artikel 12 Aanvraagtermijn

  • 1. Een jaarlijkse subsidie moet uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar (of de jaren) waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, worden aangevraagd.

  • 2. Een incidentele subsidie moet tenminste 12 weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteit(en) worden aangevraagd.

Artikel 13 De aanvraag

De subsidieaanvraag bevat:

  • a)

    Een beschrijving van de activiteiten (activiteitenplan) waarvoor aanvrager subsidie aanvraagt;

  • b)

    Een beschrijving van de doelstelling(en) en resultaten die met de activiteit(en)

    wordt nagestreefd;

  • c)

    Een begroting, behorend bij het activiteitenplan (conform artikel 4:62 tot en artikel 4:63 van de Awb);

  • d)

    De stand van de algemene of egalisatiereserve op het moment van de aanvraag;

  • e)

    Een overzicht van de samenstelling van het bestuur.

Artikel 14 Aanvullende vereisten bij eerste aanvraag

Indien voor het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar geen subsidie werd aangevraagd, dient bij de aanvraag ook te worden ingediend:

  • a)

    Een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de meest actuele versie van de statuten;

  • b)

    De laatst opgemaakte jaarrekening dan wel de balans van de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, als deze documenten ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.

Artikel 15 Beslistermijn

  • 1. Bij een jaarlijkse subsidie beslist het college op de aanvraag op een zodanig tijdstip dat zij hun besluit bekend kunnen maken uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het jaar (of de jaren) waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Bij een incidentele subsidie beslist het college uiterlijk binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 16 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De ontvanger van de subsidie stelt het college onmiddellijk schriftelijk of per e-mail op de hoogte:

  • a)

    als duidelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of helemaal niet zullen doorgaan;

  • b)

    van wijzigingen van de statuten voor zover het de vorm van de rechtspersoon betreft;

  • c)

    als de organisatie die de subsidie ontvangen heeft, ophoudt te bestaan.

Artikel 17 Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1. Bij een jaarlijkse subsidie dient de instelling uiterlijk 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Bij een incidentele subsidie dient de aanvraag uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, te worden ingediend.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a)

      Een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, hebben plaatsgevonden;

    • b)

      Een overzicht van deze activiteiten met de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten;

    • c)

      Bij een subsidie groter dan € 50.000 bevat de verantwoording ook een balans van het (einde van het) afgelopen jaar en een staat van lasten en baten met een toelichting daarop.

Artikel 18 Accountantsverklaring

  • 1. Bij een subsidiebedrag vanaf € 50.000 is de aanvraag tot vaststelling (verantwoording) voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring inzake de rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven;

  • 2. Bij een subsidiebedrag tot € 50.000 is geen accountantsverklaring vereist; wel kan het college, indien zij daar in individuele gevallen aanleiding toe ziet, de boekhouding van de aanvrager inzien (toezichthouder).

Artikel 19 Besluit tot subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie vast binnen 13 weken nadat de aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college kan de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk zes weken verdagen; de instelling wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

HOOFDSTUK 6 PROCEDURE SUBSIDIE VANAF € 100.000

Artikel 20 Aanvraagtermijn

  • 1. Een jaarlijkse subsidie moet uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar (of de jaren) waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, worden aangevraagd.

  • 2. Een incidentele subsidie moet tenminste 12 weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteit(en) worden aangevraagd.

Artikel 21 De aanvraag

De subsidieaanvraag bevat:

  • a)

    Een beschrijving van de activiteiten (activiteitenplan) waarvoor aanvrager subsidie aanvraagt;

  • b)

    Een beschrijving van de doelstelling(en) en resultaten die met de activiteit(en) worden nagestreefd;

  • c)

    Een begroting, behorend bij het activiteitenplan. De artikelen 4:62 en artikel 4:63 van de Awb zijn hierop van toepassing;

  • d)

    De stand van de algemene of egalisatiereserve op het moment van de aanvraag;

  • e)

    Een overzicht van de samenstelling van het bestuur.

Artikel 22 Aanvullende vereisten bij eerste aanvraag

Indien voor het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar geen subsidie werd aangevraagd, dient bij de aanvraag ook te worden ingediend:

  • a)

    Een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de meest actuele versie van de statuten;

  • b)

    De laatst opgemaakte jaarrekening dan wel de balans van de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, als deze documenten ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.

Artikel 23 Beslistermijn

  • 1. Bij een jaarlijkse subsidie beslist het college op de aanvraag op een zodanig tijdstip dat zij hun besluit bekend kunnen maken uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het jaar (of de jaren) waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Bij een incidentele aanvraag beslist het college uiterlijk binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 24 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De ontvanger van de subsidie stelt het college onmiddellijk schriftelijk of per e-mail op de hoogte:

    • a)

      als duidelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of helemaal niet zullen doorgaan;

    • b)

      van wijzigingen van de statuten voor zover het de vorm van de rechtspersoon betreft;

    • c)

      als de organisatie die de subsidie ontvangen heeft, ophoudt te bestaan.

  • 2. De subsidieontvanger vraagt toestemming aan het college voor handelingen die vermeld staan in artikel 4:71 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 25 Aanvraag tot subsidievaststelling (verantwoording)

  • 1. Bij een jaarlijkse subsidie dient de instelling uiterlijk 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Bij een incidentele subsidie dient de aanvraag uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, te worden ingediend.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a)

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, hebben plaatsgevonden;

    • b)

      een overzicht van deze activiteiten met de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten;

    • c)

      een balans van het afgelopen jaar en een staat van lasten en baten met een toelichting daarop.

Artikel 26 Accountantsverklaring

De aanvraag tot vaststelling (verantwoording) is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring inzake de rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven.

Artikel 27 Besluit tot subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie vast binnen 13 weken nadat de aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college kan de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk zes weken verdagen; de instelling wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

HOOFDSTUK 6 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 28 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 29 Intrekking

De Algemene subsidieverordening 2010 wordt ingetrokken, met inachtneming van het bepaalde in artikel 30.

Artikel 30 Overgangsbepalingen

  • 1. Aanvragen tot vaststelling van subsidies die zijn verleend op basis van de Algemene subsidieverordening 2010 worden afgehandeld volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening 2010.

  • 2. Subsidieaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 mei 2015 worden afgehandeld volgens de bepalingen van deze verordening.

  • 3. Subsidieaanvragen die zijn ingediend in de periode van 1 januari tot en met 30 april 2015, worden afgehandeld volgens deze verordening, voor zover het te nemen besluit betrekking heeft op de subsidieperiode na 31 december 2015.

  • 4. Subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2015 worden afgehandeld volgens de Algemene subsidieverordening 2010.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2015.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Algemene subsidieverordening 2015.