Regeling vervallen per 20-10-2018

Speelautomatenhalverordening gemeente Zeist

Geldend van 23-02-1994 t/m 19-10-2018

Intitulé

Speelautomatenhalverordening gemeente Zeist

Speelautomatenhalverordening gemeente Zeist

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomatenbesluit: Koninklijk besluit van 24 november 1986;

  • c.

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van premies of prijzen, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen;

    • 2.

      en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de wet;

  • g.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon, die een speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    beheerder: degene, die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • i.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Hoofdstuk 2. Speelautomatenhallen

Artikel 2

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal 1 speelautomatenhal een vergunning verlenen.

Artikel 3

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarin is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond, waarop zijn aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en tot welke aantallen kansspel- en/of behendigheids-automaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • c.

    een verklaring, waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag;

    • -

      van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n), die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en);

    • -

      van de beheerder.

Artikel 4

De burgemeester beslist binnen dertien weken na de datum, waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste dertien weken worden verdaagd.

Artikel 5

Vervallen.

Artikel 6

  • 1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten, dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

Artikel 7

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is bereikt;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hem/hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkel- buurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan dan wel een stadsvernieuwingsplan in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder c.

Artikel 8

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 6, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is gezonden.

  • 2. De vergunning vervalt, indien de beslissing op een aanvrage om een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvrage is ingediend binnen 26 weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9

  • 1. De burgemeester kan de vergunning intrekken, indien:

    • a.

      blijkt, dat de vergunning ten gevolge van onjuiste of onvolledige opgave van gegevens is verleend;

    • b.

      de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd, dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 7, onder e;

    • c.

      gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • d.

      de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan 26 weken wordt onderbroken.

Artikel 10

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen dertien weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 11

Overtreding van artikel 2, eerste lid, van deze verordening en van de krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 12

De opsporing van de in artikel 11 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft, die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 13

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker te betreden, verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    die belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 14

  • 1. Vergunningen, die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend voor het exploiteren van een speelautomatenhal blijven van kracht totdat op een aanvrage ingevolge artikel 2 van deze verordening is beslist.

  • 2. De bestaande vergunning vervalt, indien geen aanvrage is ingediend binnen 26 weken na de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 3. De burgemeester kan bij het verlenen van de vergunning als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, voor een periode van maximaal 26 weken ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, onder b, van deze verordening.

Hoofdstuk 3. Benaming en inwerkingtreding

Artikel 15

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Speelautomatenhalverordening gemeente Zeist".

  • 2. Zij treedt in werking op de derde dag na de dag, waarop zij bekend is gemaakt.