Regeling onderzoekskaders archeologie

Geldend van 01-06-2010 t/m heden

Intitulé

Regeling onderzoekskaders archeologie

REGELING ONDERZOEKSKADERS ARCHEOLOGIE

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    KNA: de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

  • 2.

    LOaAZ: Lokale Onderzoeksagenda Archeologie Zwolle.

  • 3.

    Erkende archeologische instellingen: organisaties met een opgravingsvergunning.

Hoofdstuk 2 Kaders

Artikel 2 Kaders Programma van Eisen en Plan van Aanpak

het toetsingskader van het Programma van Eisen en Plan van Aanpak bestaat uit:

  • 1.

    voldoen aan de minimum eisen conform de KNA;

  • 2.

    voldoen aan de vraagstelling op grond van de LOaAZ;

  • 3.

    aan een opgravingteam wordt, op basis van de vraagstelling van de LOaAZ, een door de gemeente aangewezen deskundige van de locale situatie, voor rekening van de veroorzaker van de bodemverstorende activiteit, toegevoegd;

  • 4.

    archeologisch onderzoek wordt slechts verricht door erkende archeologische instellingen;

Artikel 2 Kaders Uitvoering archeologisch onderzoek

Gedurende de uitvoering van het archeologisch onderzoek wordt door de gemeente Zwolle toezicht gehouden op de werkzaamheden en vindt, indien noodzakelijk, bijsturing plaats teneinde de kwaliteit van het archeologisch onderzoek te waarborgen. De aanwijzingen van de gemeente Zwolle dienen te worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 4 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling onderzoekskaders archeologie´.

TOELICHTING

1 ALGEMENE TOELICHTING

1.1 Inleiding

´De identiteit van Zwolle is niet alleen te vinden in de samenleving van vandaag. De wortels van onze geschiedenis liggen al ver daarvoor. Verder dan geschreven bronnen teruggaan. Archeologisch onderzoek kan ons meer informatie geven over het ontstaan onze stad en omgeving en over de bewoners en hun gebruiken. Het onderzoek vormt daarmee een ontzettend belangrijke, zo niet de enige, bron voor onze geschiedschrijving´.

Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Als implementatie van het ´Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed´, ook wel het verdrag van Malta of het verdrag van Valletta genoemd, heeft de archeologische monumentenzorg een wettelijke basis gekregen. Archeologie is geen min of meer vrijblijvende factor meer. De wet voorziet onder meer in een regeling omtrent de verankering van archeologie in het plan- en bouwproces.

Zwolle kent een lange traditie van stadsarcheologie. De gemeente heeft haar verantwoordelijkheid ten aanzien van het archeologisch erfgoed daarom steeds meer genomen. In het ´archeologiebeleid gemeente Zwolle´ dat op 18 augustus 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt bepaald op welke wijze de gemeente Zwolle met haar archeologisch erfgoed wil omgaan.

Het beleid is uitgewerkt aan de hand van een viertal kernbegrippen: kenbaarheid, verankering, betaling en kwaliteit. Centraal thema daarbij is dat de archeologische waarden waar nodig worden beschermd, zonder dat er meer maatschappelijke lasten in het leven worden geroepen dan noodzakelijk is. Het archeologiebeleid Zwolle bevat onder andere de Archeologische Waarderingskaart Zwolle, kaders wanneer archeologisch waardevolle gebieden in het bestemmingsplan worden bestemd met een dubbelbestemming, de Lokale Onderzoeksagenda Archeologie Zwolle en kaders ten aanzien van de kosten van archeologisch onderzoek.

1.2 Kaders

Op grond van artikel 14 van de Erfgoedverordening 2010 kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking het Programma van Eisen, het Plan van Aanpak en de uitvoering van het archeologisch onderzoek alsmede het toezicht daarop.

De gemeente Zwolle wil waarborgen dat zij ter uitvoering van de wettelijke taken de regie kan voeren over het archeologisch onderzoek dat in de gemeente plaatsvindt en over de kwaliteit daarvan. Om deze regierol goed te kunnen uitoefenen worden in onderhavige regeling de kaders vastgesteld.

De kaders waarborgen dat archeologisch onderzoek o.a. voldoet aan de eisen zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Met het in werking treden van de Wet op de archeologische monumentenzorg (2007) is een goed geformuleerd inhoudelijk beleid noodzakelijk voor de onderbouwing en voorwaarden ten aanzien van de aanwijzing van archeologische gebieden en ten aanzien van archeologisch onderzoek en de voorwaarden die worden gesteld. De Lokale Onderzoeksagenda Archeologie Zwolle (LOaAZ) is deels een lokale vertaling van de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie maar is meer specifiek gericht op het gebied binnen de gemeentegrenzen. De LOaAZ is de inhoudelijke grondslag voor het archeologiebeleid in de gemeente Zwolle en de in 2001 opgestelde Archeologische Waarderingskaart Zwolle en bevat 26 specifieke onderzoeksthema´s. Daarmee is de LOaAZ een belangrijk kader voor archeologisch onderzoek.

Het archeologisch erfgoed vertegenwoordigt een grote waarde en betekenis. Om de verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige omgang met deze waarden zeker te stellen, kiest de gemeente Zwolle voor de archeologisch toezichthouder c.q. begeleider. Dit is een gemeentelijke archeoloog die zorg draagt voor een goede begeleiding van archeologisch onderzoek en synthese van de onderzoeksresultaten uit onderzoeken binnen de gemeente. Archeologische onderzoeken in Zwolle houden verband met specifieke archeologische (wetenschappelijke) belangen en vraagstellingen op grond van de LOaAZ. Op basis daarvan kan de voorwaarde in een PvE worden opgenomen dat een archeologisch toezichthouder c.q. begeleider van de gemeente Zwolle bij het archeologisch onderzoek betrokken dient te zijn. De kosten ten aanzien van de archeologisch toezichthouder c.q. begeleider vormen een onderdeel van de onderzoekskosten die voor rekening van de veroorzaker van de bodemverstoring komt.

Tenslotte is het van belang dat tijdens archeologisch onderzoek vanuit de gemeente Zwolle bijsturing kan plaatsvinden teneinde de kwaliteit van het archeologisch onderzoek te waarborgen. Daarom is dit onderdeel eveneens in de regeling opgenomen.

1.3 Juridisch kader

Voor de regeling zijn de Monumentenwet 1988, de Algemene wet bestuursrecht en Erfgoedverordening Zwolle 2010 van belang. Het gemeentelijk beleid is weergegeven in het archeologiebeleid Zwolle dat in 2008 is vastgesteld.