Reglement voor Waterschap Rivierenland

Geldend van 22-12-2009 t/m 10-11-2015

Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 13 februari 2008, nummer PS 2007-826 (Provinciaal Blad nr. 2008/22, 26 maart 2008). In werking getreden op 31 maart 2008. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 23 september 2009, nr. PS2009-594 (Provinciaal Blad nr. 2009/162 van 21 december 2009). Op 22 december 2009 in werking getreden (besluit van Gedeputeerde Staten van 15 december 2009, zaaknummer 2008-019799, Provinciaal BLad nr. 2009/165 van 21 december 2009).

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 

Dit reglement verstaat onder: categorie bedrijven: categorie waartoe behoren degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte; categorie ingezetenen: categorie waartoe behoren degenen die hun werkelijke woonplaats in het waterschap hebben als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de wet; categorie natuurterreinen: categorie waartoe behoren degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c, van de wet; categorie ongebouwd: categorie waartoe behoren degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen; Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant, tenzij in het reglement anders is bepaald; watersysteem: samenhangend geheel van één of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken; wet: Waterschapswet.

Hoofdstuk 2 Naam, gebied, zetel en taak van het waterschap

Artikel 2 Naam en gebied van het waterschap

  • 1.

    Er is een waterschap met de naam Waterschap Rivierenland, verder aan te duiden als het waterschap.

  • 2.

    Het gebied van het waterschap is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart.

  • 3.

    De grenzen van het in het tweede lid bedoelde gebied kunnen nader worden aangegeven op door Gedeputeerde Staten vast te stellen detailkaarten.

  • 4.

    Van elk van de kaarten, bedoeld in het tweede en het derde lid, berust een exemplaar bij het waterschap en bij de provincies Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant. 

Artikel 3 Zetel van het waterschap 

Het algemeen bestuur bepaalt in welke gemeente het waterschap zijn zetel heeft.

Artikel 4 Taak van het waterschap

  • 1.

    De taak van het waterschap is de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied, voor zover deze taak niet aan andere publiekrechtelijke lichamen is opgedragen.

  • 2.

    De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor het zuiveren van afvalwater, hieronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterkwaliteitsbeheerder en dat krachtens artikel 15a, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.

  • 3.

    Met betrekking tot het gebied zoals gearceerd aangegeven op de kaart, bedoeld in artikel 2, tweede lid, strekt de taak van het waterschap zich mede uit tot de zorg voor de openbare wegen buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet, met uitzondering van rijkswegen en provinciale wegen. 

Hoofdstuk 3 De samenstelling en inrichting van het waterschapsbestuur

 

Artikel 5 Benaming bestuursorganen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur wordt aangeduid als college van dijkgraaf en heemraden.

  • 2.

    De voorzitter wordt aangeduid als dijkgraaf.

  • 3.

    De leden van het dagelijks bestuur, niet zijnde de dijkgraaf, worden aangeduid als heemraden. 

§ 1. Het algemeen bestuur

Artikel 6 Omvang algemeen bestuur 

Het algemeen bestuur bestaat uit dertig leden. Hiervan vertegenwoordigen:

  • a.

    tweeëntwintig leden de categorie ingezetenen;

  • b.

    vier leden de categorie ongebouwd;

  • c.

    één lid de categorie natuurterreinen;

  • d.

    drie leden de categorie bedrijven.

Artikel 7 Benoeming vertegenwoordigers geborgde zetels

  • 1.

    Voor de categorie bedrijven worden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Centraal Gelderland één vertegenwoordiger, door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Midden-Nederland één vertegenwoordiger en door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Brabant gezamenlijk één vertegenwoordiger benoemd.

  • 2.

    Voor de categorie ongebouwd worden door de Land- en Tuinbouw Organisatie Noord twee vertegenwoordigers en de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie twee vertegenwoordigers benoemd. 

Artikel 8 Reglement van orde

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast.

  • 2.

    In het reglement van orde worden in ieder geval regels gesteld ten aanzien van de wijze van oproeping tot vergadering, de openbaarheid van de vergaderingen, het vergader- en het besluitquorum, de handhaving van de orde tijdens de vergaderingen en de wijze waarop de stemmingen plaatsvinden. 

§ 2. Het college van dijkgraaf en heemraden

Artikel 9 Omvang college van dijkgraaf en heemraden 

Het college van dijkgraaf en heemraden bestaat uit de dijkgraaf en een door het algemeen bestuur te bepalen aantal andere leden dat ten hoogste zes bedraagt.

Artikel 10 Benoeming heemraden

  • 1.

    De benoeming van de heemraden vindt plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in de nieuwe samenstelling.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten van Gelderland kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid, van de wet.

  • 3.

    De tot heemraad benoemde wordt geacht de benoeming niet aan te nemen, indien de dijkgraaf op de tiende dag na kennisgeving van de benoeming door middel van een aangetekende brief nog geen mededeling van hem heeft ontvangen dat hij de benoeming aanvaardt.

  • 4.

    Wanneer de benoeming niet is aangenomen, geschiedt zo spoedig mogelijk een nieuwe benoeming.

  • 5.

    De benoeming ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt, geschiedt zo spoedig mogelijk nadat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur is vervuld, tenzij het algemeen bestuur besluit het aantal heemraden te verminderen dan wel indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid. 

Artikel 11 Ingang benoeming heemraden

  • 1.

    In het geval van artikel 10, eerste lid, gaat de benoeming van degene, die de benoeming tot heemraad heeft aangenomen, in op het tijdstip waarop ten minste de helft van de heemraden zijn benoeming heeft aangenomen of, indien de aanneming van de benoeming op een later tijdstip plaatsvindt, op dat tijdstip.

  • 2.

    Vanaf het tijdstip van aftreden van de heemraden tot het tijdstip waarop ten minste de helft van de heemraden de benoeming heeft aangenomen, treedt de dijkgraaf in de plaats van het college van dijkgraaf en heemraden. 

Artikel 12 Ontslag op eigen initiatief

  • 1.

    Een heemraad kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur.

  • 2.

    Het ontslag gaat in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop hij zijn ontslag heeft genomen of zo veel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aangenomen. 

Artikel 13 Vervanging heemraden

  • 1.

    Bij langdurige afwezigheid van een heemraad, of indien een heemraad met de waarneming van het ambt van dijkgraaf is belast, kan hij worden vervangen door een lid van het algemeen bestuur, aan te wijzen door het algemeen bestuur.

  • 2.

    Degene die gedurende meer dan dertig dagen onafgebroken een heemraad heeft waargenomen, geniet een vergoeding ten bedrage van de voor die heemraad vastgestelde bezoldiging. De vergoeding wordt verminderd met hetgeen als lid van het algemeen bestuur als vergoeding wordt ontvangen. 

Artikel 14 Reglement van orde

  • 1.

    Het college van dijkgraaf en heemraden stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast, dat aan het algemeen bestuur wordt toegezonden.

  • 2.

    In het reglement van orde worden in ieder geval regels gesteld ten aanzien van de wijze van oproeping tot vergadering, het vergader- en het besluitquorum, de handhaving van de orde tijdens de vergaderingen en de wijze waarop de stemmingen plaatsvinden. 

Artikel 15 Intrekking beroepen of bezwaren 

Ingestelde beroepen of gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 86, derde lid, van de wet worden slechts ingetrokken als het algemeen bestuur daartoe beslist.

§ 3. De dijkgraaf

Artikel 16 Benoeming dijkgraaf

  • 1.

    Alvorens een aanbeveling voor de benoeming van de dijkgraaf als bedoeld in artikel 46, derde lid, van de wet, wordt opgemaakt, wordt behalve in het geval van herbenoeming, een open sollicitatieprocedure gevolgd.

  • 2.

    Indien de aanbeveling uit meer dan één persoon bestaat, wordt over iedere plaats op de aanbeveling afzonderlijk gestemd.

  • 3.

    De aanbeveling voor de benoeming van de dijkgraaf, bedoeld in artikel 46, derde lid, van de Waterschapswet wordt samen met een uittreksel uit de notulen van de gehouden stemming door het algemeen bestuur gezonden aan Gedeputeerde Staten van Gelderland. Gedeputeerde Staten van Gelderland zenden de aanbeveling, Gedeputeerde Staten van Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant gehoord, door aan de minister van Verkeer en Waterstaat.

  • 4.

    Voor de toepassing van artikel 46, vijfde lid, van de wet wordt onder Gedeputeerde Staten verstaan: Gedeputeerde Staten van Gelderland.

  • 5.

    De aflegging van de eed (verklaring en belofte), bedoeld in artikel 50 van de wet, vindt plaats in handen van de Commissaris van de Koning in de provincie Gelderland. 

Artikel 17 Woonplaats dijkgraaf

  • 1.

    De dijkgraaf heeft zijn werkelijke woonplaats in het gebied van het waterschap.

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan eenmalig voor ten hoogste een jaar ontheffing verlenen van de verplichting om de werkelijke woonplaats in het gebied van het waterschap te hebben. 

§ 4. De secretaris

Artikel 18 Benoeming secretaris 

De benoeming van de secretaris geschiedt op voordracht van het college van dijkgraaf en heemraden.

Artikel 19 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt in een instructie nadere regels over de taak en de bevoegdheden van de secretaris.

  • 2.

    Artikel 33, eerste en tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing. 

Hoofdstuk 4 Kostentoedeling wegentaak

Artikel 20 Heffing wegentaak 

In het op de kaart bedoeld in artikel 2, tweede lid, van dit reglement gearceerd aangegeven gebied, wordt ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan het wegenbeheer, door het waterschap onder de naam wegenheffing een heffing geheven van:

  • a.

    de categorie ingezetenen, bedoeld in artikel 122a, tweede lid, onder a, van de wet;

  • b.

    de categorie ongebouwd, bedoeld in artikel 122a, tweede lid, onder b, van de wet;

  • c.

    de categorie natuurterreinen, bedoeld in artikel 122a, tweede lid, onder c, van de wet;

  • d.

    de categorie gebouwd, bedoeld in artikel 122a, tweede lid, onder d, van de wet.

Artikel 21 Toedeling kostenaandeel

  • 1.

    In de verordening, bedoeld in 122b, eerste lid, van de wet wordt voor elk van de categorieën van heffingplichtigen de toedeling van het kostenaandeel opgenomen.

  • 2.

    De artikelen 116, 118, 119, 120 en 121 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de toedeling van het kostenaandeel voor de categorieën, bedoeld in artikel 20, onderdelen b tot en met d, wordt bepaald op basis van de waarde van de onroerende zaken in het economische verkeer waarbij de waarde van de openbare wegen in de zin van de Wegenwet buiten beschouwing wordt gelaten. 

Hoofdstuk 5 Toezicht

Artikel 22 Toezichtsbevoegdheid

  • 1.

    Het toezicht op het waterschapsbestuur wordt uitgeoefend door Gedeputeerde Staten van Gelderland, tenzij bij dit reglement of bij de Waterverordening waterschap Rivierenland anders is bepaald.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten bepalen in onderling overleg op welke wijze de voorbereiding en de besluitvorming plaatsvinden over hetgeen terzake van het gemeenschappelijk toezicht moet worden beslist. 

Artikel 23 Goedkeuring peilbesluiten 

Vervallen.

Artikel 24 Goedkeuring beheersplan 

Vervallen.

Artikel 25 Administratief beroep 

Vervallen.

Artikel 26 Meldingen

  • 1.

    Het college van dijkgraaf en heemraden zendt aan Gedeputeerde Staten:

    • a.

      besluiten tot oprichting of deelneming in een rechtspersoon;

    • b.

      ontwerpbesluiten als bedoeld in artikel 80, eerste lid, van de Waterschapswet:

    • c.

      ontwerpbesluiten en besluiten als bedoeld in artikel 5.29, eerste lid, van de Waterschapswet.

  • 2.

    Het college van dijkgraaf en heemraden zendt aan Gedeputeerde Staten op wiens grondgebied het besluit in hoofdzaak betrekking heeft ontwerpbesluiten en besluiten als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Waterwet. 

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 27 Wijzigingen van beperkte strekking 

Provinciale Staten van Gelderland zijn bevoegd tot wijziging van dit reglement, tenzij het desbetreffende besluit een regeling bevat van de in artikel 5, eerste lid, van de wet genoemde onderwerpen.

Artikel 28 Intrekken reglementen 

Het Algemeen reglement voor Waterschap Rivierenland wordt ingetrokken met ingang van 31 maart 2008.

Artikel 29 Overgangsrecht

  • 1.

    Ten aanzien van de dijkgraaf die zijn functie bekleedt op de datum van inwerkingtreding van dit reglement is tot zijn ontslag artikel 17 niet van toepassing.

  • 2.

    Ten aanzien van de methode van kostentoedeling die betrekking heeft op de belastingtijdvakken die zijn aangevangen voor 1 januari 2009 blijft artikel 37 van het Algemeen reglement voor Waterschap Rivierenland van toepassing.

  • 3.

    Hoofdstuk 2 van het Algemeen reglement voor Waterschap Rivierenland blijft voor de op het moment van inwerkingtreding van dit reglement zitting hebbende leden van het algemeen bestuur van kracht tot het moment, bedoeld in artikel V, eerste lid, van de Wet modernisering waterschapsbestel. 

Artikel 30 Inwerkingtreding 

Dit reglement treedt in werking op 31 maart 2008.

Artikel 31 Citeertitel 

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement voor Waterschap Rivierenland.

Ondertekening

Provinciale Staten van Gelderland