Regeling vervallen per 01-01-2012

Beleidsregels jaarlijkse eenmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten (4.8)

Geldend van 10-04-2008 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Beleidsregels jaarlijkse eenmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten (4.8)

Nummer:

Onderwerp:Beleidsregels jaarlijkse eenmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten.

Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 10, derde lid, van de Invoeringswet Wet werk en bijstand en artikel 35, derde lid, van de Wet werk en bijstand;

besluiten:

vast te stellen

de Beleidsregels jaarlijkse eenmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten

Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1.

    In deze beleidsregels zijn de begrippen van toepassing zoals vastgesteld in de Wet werk en bijstand (hierna:WWB) onder Hoofdstuk 1, § 1.1, in de artikelen 1tot en met 6.

  • 2.

    Verder wordt in deze beleidsregels verstaan onder:

    • a.

      de aanvrager: de alleenstaande, de alleenstaande ouder en de gehuwde, die inwoner is van de gemeente Haaksbergen en als zodanig opgenomen is in de Gemeentelijke Basisadministratie (hierna: GBA) van de gemeente Haaksbergen;

    • b.

      zelfstandig woonverblijf: de door aanvrager gehuurde woning of woning in eigendom waarin hij zijn zijn hoofdverblijf heeft. Hierbij wordt onder woning verstaan, een zelfstandige woning, een aangewezen wooneenheid of woonwagen, waarbij wordt aangesloten bij het begrip woning van de Wet op de huurtoeslag.

    • c.

      eenmalige uitkering: de categoriale bijzondere bijstand, op grond van artikel 10, derde lid, Invoeringswet Wet werk en bijstand en artikel 35, derde lid, Wet werk en bijstand, in de vorm van een eenmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten.

Bijdrage

Artikel 2

  • 1.

    Het college verstrekt per kalenderjaar een eenmalige uitkering voor de meerkosten als gevolg van een chronische ziekte of handicap. Het gaat om meerkosten die niet concreet aantoonbaar zijn en waarvoor geen financiële vergoeding wordt verstrekt door een voorliggende voorziening.

  • 2.

    Het college verstrekt per kalenderjaar een eenmalige uitkering aan aanvragers die 65 jaar of ouder zijn voor het voorkomen van een sociaal isolement tijdens de feestdagen van de maand december en/of de bestrijding van extra kosten voor de aanschaf van winterkleding, stookkosten e.d.

Doelgroep

Artikel 3

  • 1. De eenmalige uitkering zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvrager, op 1 januari van het betreffende kalenderjaar al 18 jaar en ouder, doch jonger dan 65 jaar is en behoort tot een van de onderstaande categorieën:

    • a.

      de aanvrager heeft een uitstaande voorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor vervoer of een rolstoel;

    • b.

      de aanvrager heeft voorafgaande aan de aanvraag gedurende een jaar of langer een geldige indicatie voor hulp bij het huishouden (HH) op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de voorheen geldende Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

    • c.

      de aanvrager heeft een geldige gehandicapten parkeerkaart (GPK).

  • 2. De eenmalige uitkering zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvrager op 1 januari van het betreffende kalenderjaar al 65 jaar of ouder is. In geval van gehuwden dient minimaal één van de echtgenoten op 1 januari van het betreffende kalenderjaar al 65 jaar of ouder te zijn.

Artikel 4

De eenmalige uitkering zoals bedoeld in artikel 2 kan slechts worden toegekend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het inkomen van de aanvrager dient in ieder geval vanaf de twee volledige kalenderjaren voorafgaande aan de datum aanvraag, gelijk te zijn of minder te bedragen dan 115% van de voor de aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm;

  • b.

    de aanvrager mag niet beschikken over vermogen, dat de vermogensgrens, zoals bepaald in artikel 34 van de WWB te boven gaat;

  • c.

    de aanvrager heeft een zelfstandig woonverblijf;

  • d.

    de aanvrager is tenminste vanaf 1 januari vanaf het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, als inwoner ingeschreven in de GBA van de gemeente Haaksbergen.

Artikel 5

  • 1. De eenmalige uitkering dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een door het college vast te stellen “aanvraagformulier eenmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten”.

  • 2. Voor aanvragers die behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 3, tweede lid (65-plussers) en aan wie tevens kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is toegekend over het betreffende kalenderjaar, geldt dat zij geen aanvraag voor een eenmalige uitkering hoeven in te dienen. Zij ontvangen een ambtshalve beschikking over de eenmalige uitkering.

  • 3. Aanvragen kunnen tot 1 juni, van het jaar na afloop van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, worden ingediend.

Artikel 6

  • 1. De eenmalige uitkering zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt € 150,00 (netto).

  • 2. De eenmalige uitkering zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt voor:

    • a.

      een alleenstaande € 150,00 (netto),

    • b.

      een alleenstaande ouder en gehuwden € 200,00 (netto),

    • c.

      voor gehuwden waarvan één van de echtgenoten geen zelfstandig woonverblijf heeft € 150,00 (netto).

Artikel 7

Geen eenmalige uitkering wordt verstrekt aan:

  • a.

    de aanvrager van wie, naar het oordeel van het college, kan worden aangenomen dat het bestedingspatroon een beletsel vormt voor een duurzame oplossing van de financiële positie van de aanvrager;

  • b.

    de aanvrager die gedurende het kalenderjaar, waarop de aanvraag betrekking heeft, langer dan 3 maanden in het buitenland heeft verbleven;

  • c.

    de aanvrager aan wie reeds eerder over het betreffende kalenderjaar, waarop de aanvraag betrekking heeft, een eenmalige uitkering is toegekend.

Artikel 8

  • 1. Het college stelt een onderzoek in naar de feiten en omstandigheden die blijkens deze beleidsregels van belang zijn bij de beoordeling van de aanvraag om een eenmalige uitkering.

  • 2. De aanvrager is verplicht inzage te verstrekken in bescheiden die gegevens bevatten die naar het oordeel van het collegevan belang zijn bij de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 9

Het college draagt, ter uitvoering van de eenmalige uitkering, zorg voor een actieve voorlichting.

Artikel 10

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze beleidsregels.

  • 2. Het college kannadere voorschriften vaststellen voor de uitvoering van deze beleidsregels.

Slotbepalingen

Artikel 11

Deze beleidsregels treden in werking op de dag nadat zij bekend zijn gemaakt en hebben een terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.

Artikel 12

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels jaarlijkse eenmalige uitkering voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten.

Haaksbergen, 4 maart 2008

burgemeester en wethouders

Ir. H.K.W. Bekkers drs. K.B. Loohuis

secretaris burgemeester

Samensteller: G. Hoogeveen