Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening Impulsplan "Starters een eigen Thuis!" Provincie Limburg

Geldend van 20-11-2009 t/m 26-10-2011

VERORDENING IMPULSPLAN “STARTERS: EEN EIGEN THUIS!” PROVINCIE LIMBURG

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • b.

    NHG: Nationale Hypotheek Garantie;

  • c.

    Impulsplan “starters: een eigen thuis!”: een door de provincie Limburg geïnitieerd plan met als doel om in een tripartiete samenwerking met Limburgse gemeenten en woningcorporaties en met inzet van het instrument starterslening en andere instrumenten starters op de koopwoningenmarkt financieel te ondersteunen bij de aankoop van een eigen woning. Met dit plan, vastgesteld in Provinciale Staten van Limburg op 30 juni 2006 en gewijzigd door Provinciale Staten op 19 december 2008, kan een impuls worden gegeven aan het verbeteren van de positie van starters op de Limburgse koopwoningenmarkt en aan het bevorderen van de doorstroming in de Limburgse woningmarkt. Bovendien is in 2009 de doelstelling verbreed. Het impulsplan is nu ook expliciet bedoeld om de gevolgen van de kredietcrisis te verzachten;

  • d.

    Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg: het fonds waaruit de provincie Limburg, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met SVn, startersleningen kan toekennen en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

  • e.

     Starterslening: een lening met als doel om voor huishoudens met beperkte financiële mogelijkheden de ruimte te vergroten om een eigen woning te kopen, en die wordt verstrekt op basis van de productspecificaties zoals vastgelegd in de SVn-informatiemap;

  • f.

    Deelnemende gemeente: een Limburgse gemeente die een deelnemingsovereenkomst met SVn heeft gesloten en een lokale verordening ‘starterslening’ heeft vastgesteld;

  • g.

    Aanvrager: de aanstaande potentiële eigenaar van een woning die de aanvraag voor een starterslening doet. Bij twee of meer aanstaande potentiële eigenaren gelden beiden gezamenlijk als aanvrager;

  • h.

    Koopsom: dit is de kosten koper prijs (k.k.) bij bestaande woningen of de vrij op naam prijs (v.o.n.) bij nieuwbouwwoningen;

  • i.

    Verwervingskosten: dit zijn de kosten voor het in eigendom krijgen van een woning zoals vastgelegd in de hoofdstukken 6, 7 en 8 van de ‘Voorwaarden & Normen 2006’ van de NHG.

Artikel 2 Delegatie

  • 1.

    De bevoegdheid om aanvragen voor startersleningen uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg af te handelen en reeds verstrekte startersleningen uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg in te trekken, wordt door Gedeputeerde Staten van Limburg overgedragen aan het college van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeente;

  • 2.

    Bij de uitoefening van de in lid 1 bedoelde bevoegdheden houdt het college van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeente zich aan de bepalingen van hoofdstuk 2, 3 en 4 van deze verordening. Dit komt in de door de deelnemende gemeente vastgestelde lokale verordening ‘starterslening’ tot uitdrukking.

Hoofdstuk 2 Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg

Artikel 3 Stimuleringsfonds

  • 1.

    Gedeputeerde Staten van Limburg hebben een Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg ingericht waaruit startersleningen kunnen worden toegekend voor de verwerving van in artikel 8 bedoelde woningen;

  • 2.

    Het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg is ondergebracht bij SVn.

Artikel 4 Fondshoogte

  • 1.

    Uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg kunnen de komende zes jaren (2006 t/m 2011) startersleningen van de provincie Limburg worden toegewezen en verstrekt tot een maximum van € 10.000.000,-;

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt in drie jaarlijkse tranches ter beschikking gesteld. De omvang van de eerste tranche (jaar 2006) bedraagt maximaal € 4.000.000,-, de tweede tranche (jaar 2007) maximaal € 4.000.000,- en de derde tranche (jaar 2008) maximaal € 2.000.000,-;

  • 3.

    De gederfde rente-inkomsten gedurende de eerste drie jaren van de looptijd van startersleningen uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg en de beheerkosten van het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg zijn voor naam en rekening van de provincie Limburg. Vanaf het vierde jaar zijn de kosten verbonden aan de starterslening (rente en aflossing) voor rekening van de starter;

  • 4.

    Gedeputeerde Staten van Limburg zijn bevoegd om de bedragen van de tranches zoals in het tweede lid genoemd tussentijds aan te passen. Deze aanpassingen kunnen nooit leiden tot een overschrijding van het in het eerste lid genoemde bedrag.

Artikel 5 Hoogte van de bijdrage

  • 1.

    De omvang van de trekkingsrechten per deelnemende gemeente in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg is gemaximeerd tot de in bijlage A genoemde bedragen;

  • 2.

    Gedeputeerde Staten van Limburg kunnen besluiten tot een herijking van de aan deelnemende gemeenten toegekende trekkingsrechten in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg mocht blijken dat één of meerdere (deelnemende) gemeenten niet of slechts gedeeltelijk gebruik maken van de aan hen toegekende trekkingsrechten in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg;

  • 3.

    De omvang van de trekkingsrechten per deelnemende gemeente in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg is gelijk aan de bijdrage van de deelnemende gemeente impulsplan "Starters: een eigen thuis!" zoals bedoeld in artikel 6 en is gemaximaliseerd tot het in bijlage A voor de deelnemende gemeente genoemde bedrag.

Artikel 6 Aanspraak op de bijdrage

  • 1.

    Uitoefening van de trekkingsrechten in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg is slechts mogelijk indien zowel de deelnemende gemeente als de binnen de deelnemende gemeente opererende woningcorporatie(s) op lokaal niveau samenwerken binnen het impulsplan “Starters: een eigen thuis!”. Dit blijkt uit een per 28 februari 2010 door de deelnemende gemeente in overleg met de woningcorporatie(s) vastgestelde verordening starterslening en de concrete bijdragen die deze partijen leveren in de uitvoering van het impulsplan;

  • 2.

    Ter voldoening van haar bijdrage zoals bedoeld in het eerste lid stort een deelnemende gemeente een zelf te bepalen bedrag in een fonds bij SVn waaruit startersleningen kunnen worden verstrekt. De gederfde rente-inkomsten gedurende de eerste drie jaren van de looptijd van startersleningen uit deze bijdrage en de aan deze bijdrage gekoppelde beheerkosten van het fonds zijn voor naam en rekening van de deelnemende gemeente. Vanaf het vierde jaar betaalt de starter de rente en aflossing verbonden aan de starterslening;

  • 3.

    De bijdrage van de in een deelnemende gemeente opererende woningcorporatie(s) zoals bedoeld in het eerste lid vormt een equivalent van het in het tweede lid genoemde bedrag. In plaats van fondsvorming bij het SVn kan zij ter voldoening van deze bijdrage andere instrumenten zoals kortingsregelingen of erfpachtconstructies inzetten.

Hoofdstuk 3 Voorschriften

Artikel 7 Definitie starter

  • 1.

    Een starterslening van de provincie Limburg wordt verstrekt aan een persoon of huishouden die voor de eerste keer een eigen woning wil/willen kopen. Deze persoon of personen (bij een huishouden) heeft/hebben nooit eerder een eigen huis op zijn/haar/hun naam gekocht;

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde persoon/personen kan/kunnen vanuit een huurwoning naar een koopwoning en/of vanuit het ouderlijk huis of studentenkamer naar een koopwoning doorstromen.

Artikel 8 Woningsegment

  • 1.

    Een starterslening van de provincie Limburg wordt verstrekt voor de aanschaf van een bestaande koopwoning, de aanschaf van een huurwoning die door een woningcorporatie voor verkoop wordt aangeboden of de aanschaf van een koopwoning in de nieuwbouw.

Artikel 9 Hoogte van de starterslening

  • 1.

    De hoogte van een starterslening van de provincie Limburg bedraagt maximaal 20% van de verwervingskosten van een woning met een maximum van € 30.000,- per starterslening.

Artikel 10 Koopsom van de woning

  • 1.

    Deze verordening is uitsluitend van toepassing op aanvragen voor startersleningen ten behoeve van de verwerving van een woning zoals omschreven in artikel 8 met een koopsom tot maximaal

  • € 170.000,-;

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeente kunnen Gedeputeerde Staten van Limburg verzoeken een ontheffing van het in het eerste lid genoemde bedrag te verlenen, indien zij op lokaal niveau de starterslening willen inzetten in een hoger prijssegment;

  • 3.

    De aanvraag tot ontheffing zoals bedoeld in het tweede lid dient schriftelijk te gebeuren. Het verzoek tot ontheffing wordt met duidelijke argumenten, relevante informatie en gegevens nader omkleed;

  • 4.

    Bij de beoordeling van de aanvraag kunnen Gedeputeerde Staten van Limburg gebruik maken van de expertise van het Adviesteam Woningbouw Limburg (A-team), waar nodig aangevuld met advies van andere deskundigen;

  • 5.

    Gedeputeerde Staten van Limburg maken binnen 6 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag zoals bedoeld in het derde lid, aan de gemeente schriftelijk haar besluit betreffende het verzoek tot ontheffing zoals bedoeld in het tweede lid aan het college van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeente kenbaar.

Artikel 11 Relatie met provinciale thema’s

  • 1.

    Een starterslening van de provincie Limburg draagt op lokaal niveau bij aan het programma “Investeren in steden en dorpen” van de provincie Limburg en in het bijzonder de Limburgse wijkenaanpak;

  • 2.

    In de voorwaarden die door de deelnemende gemeente op lokaal niveau aan de inzet van de starterslening kunnen worden gesteld, de lokale verordening starterslening, komen de bijdragen zoals bedoeld in het eerste lid tot uitdrukking.

Artikel 12 Kwalitatief aanbod

  • 1.

    Op provinciaal niveau wordt met de uitvoering van het impulsplan “Starters: een eigen thuis!” gestreefd naar een inzet van 25% van de bijdragen zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, 3 en 4 ten behoeve van de vervangende en/of additionele nieuwbouw in de deelnemende gemeenten;

  • 2.

    In de voorwaarden die de deelnemende gemeenten op lokaal niveau aan de inzet van de starterslening stellen, kunnen, rekening houdende met de situatie en omstandigheden binnen de lokale woningmarkt, hiertoe nadere afspraken worden gemaakt.

Artikel 13 Tripartiete samenwerking

  • 1.

    Provincie Limburg, de deelnemende gemeenten en de binnen de deelnemende gemeenten opererende woningcorporaties werken op lokaal niveau samen aan de uitvoering van het impulsplan “Starters: een eigen thuis!”;

  • 2.

    De deelnemende gemeente en/of de binnen de deelnemende gemeenten opererende woningcorporaties kunnen in goed overleg op lokaal niveau andere partijen uitnodigen deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde samenwerking. Daarbij kunnen met deze partijen afspraken gemaakt worden over hun inbreng en bijdrage in de uitvoering van het impulsplan op lokaal niveau.

Hoofdstuk 4 Uitvoeringsbepalingen

Artikel 14 Aanvraag en toekenning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente toetsen of de aanvraag voor een starterslening voldoet aan de criteria en voorwaarden zoals verwoord in haar verordening zoals bedoeld in artikel 6, lid 1;

  • 2.

    De deelnemende gemeente handelt in overleg met het SVn en het Bemiddeld Orgaan (BO) de aanvraag geheel af, inclusief de verstrekking van de starterslening conform de binnen de deelnemende gemeente geldende Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening en de Productspecificaties Starterslening die zijn vastgelegd in de SVn-informatiemap;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente kunnen bij haar beslissing rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend;

  • 4.

    De starterslening en de 1e hypotheek dienen te worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

Artikel 15 Rente en aflossing

  • 1.

    Een starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg is de eerste drie jaren renteloos. Vanaf het vierde jaar geldt het rentepercentage van het SVn zoals vastgelegd bij de toewijzing van de starterslening. Een starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg is bij aanvang aflossingsvrij. Vanaf het vierde jaar geldt een jaarannuïteit op basis van de restant looptijd en het geldende rentepercentage. De rente en aflossing worden verricht volgens het in de productspecificaties en leningovereenkomst met SVn bepaalde;

  • 2.

    Aan het einde van het derde jaar van de looptijd van een starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg kan een starter bij het SVn een hertoets aanvragen indien, op basis van zijn inkomen, de verschuldigde maandtermijn die geldt vanaf het vierde jaar van de starterslening (de annuïteit) niet of niet volledig kan worden betaald. Bij deze hertoets wordt de actuele betaalcapaciteit van de starter berekend op basis van het (dan geldende) inkomen van de starter en rekening houdende met de normen van de NHG. Indien deze hertoets leidt tot een aanpassing van de verschuldigde maandtermijn, ontvangen Gedeputeerde Staten van Limburg van SVn een schriftelijke verantwoording van deze aanpassing. Eventuele gederfde rente-inkomsten als gevolg van deze aanpassing zijn voor naam en rekening van de provincie Limburg;

  • 3.

    In het zesde (en eventueel in het 10e en 15e) jaar vindt er automatisch door SVn een hertoets plaats om de dan actuele betaalcapaciteit van deze starter, zoals bedoeld in het tweede lid, vast te stellen. Eventuele nieuwe inkomensruimte wordt gebruikt om eerst rente en daarna de annuïteit te voldoen en vloeien terug in het Stimuleringsfonds Startersfonds Provincie Limburg;

  • 4.

    Extra aflossing op een starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg is altijd en zonder boete mogelijk;

  • 5.

    Bij verkoop van de woning wordt het restant van de starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg ineens en volledig afgelost.

Artikel 16 Rapportageverplichting

  • 1.

    Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente stellen Gedeputeerde Staten van Limburg eenmaal per half jaar (in de maanden januari en juli) schriftelijk op de hoogte van toegekende aanvragen voor startersleningen uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg door het toezenden van een kopie van de toekenningsbrieven.

Artikel 17 Intrekken

  • 1. Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeente kunnen een toewijzingsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning van een starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg geheel of gedeeltelijk intrekken als:

    • -

      Er niet is voldaan aan de bij of krachtens de lokale verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • -

      De starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente trekken een toewijzingsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning van een starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg in ieder geval in als de koopovereenkomst wordt ontbonden;

  • 3.

    Bij de intrekking vorderen Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeente de contante waarde van het reeds genoten en/of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk terug, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging. Dit bedrag vloeit terug in het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg;

  • 4.

    In geval van overtreding van de voorschriften in de lokale verordening van de deelnemende gemeente de eigenaar verschoonbaar is, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten de bovengenoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten;

  • 5.

    Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeente stellen bij het intrekken van een starterslening uit het Stimuleringsfonds Startersregeling Provincie Limburg binnen vier weken na het besluit tot het intrekken van de starterslening Gedeputeerde Staten van Limburg schriftelijk in kennis van dit besluit, inclusief de onderbouwing ervan.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening impulsplan “Starters: een eigen thuis!” Provincie Limburg’.  

Ondertekening

Drs. J.J. Braam, griffier

L.J.P.M. Frissen, voorzitter