Regeling vervallen per 01-03-2010

Financiële verordening 2007

Geldend van 01-01-2007 t/m 28-02-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Financiële verordening 2007

Raadsbesluit

De raad der gemeente Sliedrecht;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 januari 2007;

b e s l u i t :

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet

vast te stellen:

De verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Sliedrecht.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.afdeling:

iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse

verantwoordelijkheid aan het college.

b.administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve

van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de

gemeente Sliedrecht en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden

afgelegd.

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1. De raad stelt tenminste bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • -

      de beoogde maatschappelijke effecten (outcome): wat willen we bereiken ?

    • -

      de te leveren goederen en diensten (output): wat gaan we daarvoor doen ?

    • -

      de lasten (input): wat mag het de kosten?

  • 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de programmabegroting de investeringsbudgetten.

  • 4. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten (outcome) en de te leveren goederen en diensten (output).

  • 5. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 6. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten (output) en de maatschappelijke effecten (outcome), zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

  • 7. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt per programma een overzicht gegeven welke producten onder het programma horen.

  • 8. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen; dit wordt dan bij de begroting expliciet gemeld.

Artikel 3 Kadernota (uitgangspunten en richtlijnen tbv de begroting)

Het college stelt uiterlijk 1 april van het begrotingsjaar een nota vast over de kaders voor het

volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. Deze kadernota heeft een technisch karakter en bevat richtlijnen voor de ambtelijke organisatie. Met dit document wordt aan de budgethouders een raamwerk met uitgangspunten geboden op basis waarvan de begrotingscijfers moeten worden aangeleverd. De hoofdlijnen van de kadernota zullen worden aangegeven in de jaarlijkse zomernota bedoeld in artikel 5.

Artikel 4 Interne controle/Misbruik en oneigenlijk gebruik

1.Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van

de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

2.Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage (zomernota)

  • 1. Het college informeert de raad door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente. In deze zomernota worden de bevindingen betrokken uit de jaarstukken bedoeld in artikel 6. De raad stelt de zomernota uiterlijk 15 juli van het rapportagejaar vast.

  • 2. De zomernota wordt voor 15 juni van het lopende begrotingsjaar aan de raad aangeboden;

  • 3. De inrichting van de zomernota sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4. De rapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten (input), de geleverde goederen en diensten (output) en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten (outcome).

  • 5. De zomernota bevat de technische uitgangspunten voor het volgende begrotingsjaar als bedoeld in artikel 3 en de drie opvolgende jaren. Deze worden verwerkt in de meerjarenbudgetprognose van de zomernota. In deze prognose worden de structurele gevolgen aangegeven van de feiten en omstandigheden, welke zich na het opmaken van de begroting hebben voorgedaan. Het bijgestelde meerjarenperspectief kan aanleiding geven tot ombuigingen op het bestaande beleid. De zomernota vormt zodoende mede het kader voor het volgende begrotingsjaar (en de drie opvolgende jaren).

Artikel 6 Jaarrekening

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de afdelingen naar de productenrealisatie (productenrekening) en naar de programmaverantwoording (programmarekening).

  • 2.

    Het college legt verantwoording af over de programma’s via beantwoording van de vragen:

* Wat hebben we bereikt (outcome) ?

* Wat hebben we ervoor gedaan (output) ?

* Wat heeft het gekost (input) ?

3.De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s bijstelling behoeven.

Artikel 7 Nota budgetcyclus

Het college beschrijft in een nota - ter nadere uitwerking van de in artikel 2 (programmabegroting), artikel 5 (zomernota) en artikel 6 (programmarekening) aangegeven uitgangspunten en structuur - de opzet, de inrichting en inhoud van de verschillende documenten. Tevens wordt in deze nota ingegaan op de instrumenten raadsvoorstellen en comptabiliteitsbesluiten. Het college biedt de nota en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd.

Artikel 8 Nota gemeentelijke balans

  • 1. Het college behandelt in een nota het beleid ten aanzien van afschrijvingen, de vorming en vrijval van reserves en voorzieningen, de toerekening en verwerking van rente over de reserves en het eigen vermogen van de gemeente. Hierbij wordt tevens ingegaan op zaken zoals weerstandscapaciteit en risicomanagement. Het college biedt de nota en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd.

  • 2. Het college geeft aan in de paragraaf Weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen.

  • 3. Het college geeft aan in de paragraaf als bedoeld in lid 2, de weerstandscapaciteit en in hoeverre schaden en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met het weerstandsvermogen kunnen worden opgevangen.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Sliedrecht wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten meegenomen, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verrichte dienstverlening.

  • 2. Bij de kostentoerekening bedoelde indirecte kosten worden meegenomen de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa. Voor de heffingen zoals de rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing wordt de compensabele BTW niet in de kostprijs meegenomen.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald op basis van het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij de begroting gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen.

Artikel 10 Nota onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota onderhoud wegen en een nota onderhoud groen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. Deze nota’s geven het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau’s voor het openbaar groen en wegen, en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 2. Het college biedt eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota rioleringsplan aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 3. Het college biedt eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota onderhoud gebouwen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 4. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, wegen, riolering en gebouwen.

Artikel 11 Financiering/Treasurystatuut

  • 1. Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijkse beheer van koersrisico en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het college biedt het treasurystatuut en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling door de raad. Het statuut wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd. Het treasurystatuut maakt deel uit van deze verordening.

  • 2. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf Financiering in ieder geval verslag van:

    • a.

      de kasgeldlimiet;

    • b.

      de renterisico norm; de omvang en samenstelling van het vreemd vermogen;

    • c.

      de omvang en samenstelling van de uitzettingen;

    • d.

      de rentevisie, de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 12 Nota verbonden partijen

Het college neemt in een nota de kaders en richtlijnen op die voor het college van burgemeester en wethouders uitgangspunt moeten zijn bij aangaan en beheren van relaties met verbonden partijen.

Het college biedt de nota en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd.

Artikel 13 Nota grondbeleid

Het college besteedt in een nota aandacht aan de relatie van het grondbeleid met de programma’s van de begroting, de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente, aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten, de voorraadverwerving en uitgifte van gronden, de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen. Het college biedt de nota en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd.

Artikel 14 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a.het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de

afdelingen;

b.het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch

nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringsbudgetten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie

van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

e.het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid

van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante

wet- en regelgeving;

f.de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie,

alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van

het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en

regelgeving.

Artikel 15 Besluit op de financiële organisatie

  • 1. Het college draagt de zorg voor en legt in een besluit vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de afdelingen van de gemeente;

    • e.

      de regels met betrekking tot de door de diensten te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

    • f.

      de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de diensten.

  • 2. Het besluit wordt ter kennisgeving aan de raad gezonden. Het besluit wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd.

Artikel 16 Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen,

werken en diensten. De nota wordt ten minste één keer in de vier jaar geactualiseerd.

Artikel 17 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2007.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening 2007”.

  • 3.

    Met ingang van 1 januari 2007 vervalt de Beheersverordening van 2 februari 2004.

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Sliedrecht op

5 februari 2007.

De griffier, De voorzitter,

A.Koenen M.C. Boevée

Afschrijvingstermijnen (bijlage 1 van de nota)

Vanuit de ambtelijke organisatie komen er ieder jaar verzoeken om bijlage 1 van de nota gemeentelijke balans aan te vullen met specifieke afschrijvingstermijnen. In de praktijk blijken deze door de raad vastgestelde afschrijvingstermijnen in de organisatie niet als een richtlijn maar als een keurslijf te werken. Het is praktisch onmogelijk om vooraf voor alle (mogelijk) voorkomende activa de termijnen aan te geven. In de eerstvolgende actualisering van de nota gemeentelijke balans zal worden voorgesteld bijlage 1 te laten vervallen. In plaats hiervan zal gewerkt worden met een intern document met specifieke afschrijvingstermijnen. De afschrijvingstermijnen kunnen immers ook door B&W worden vastgesteld. In de nota kan dan worden volstaan met een verwijzing naar algemene economische principes en grondslagen.

Rente reserves (paragraaf 3.3.2 van de nota)

Huidige tekst in de nota: “Bij reserves die volledig dienen ter (gedeeltelijke) dekking van kapitaallasten van investeringen in het verleden, zoals bijvoorbeeld de reserve huisvesting ambtelijk en bestuurlijk apparaat, wordt de bespaarde rente voor 100% toegevoegd aan de exploitatie van baten en lasten” (destijds aangevoerd argument: In de begroting 2004/2005 wordt op deze reserve geen rente bijgeschreven). In de gemeentebegroting wordt echter vanaf 2006 de bespaarde rente bij deze reserves voor 100% toegevoegd aan de reserve (aangevoerd argument: zowel de afschrijving als de rente komt ten laste van deze reserves). Bij de eerstvolgende actualisering zal de nota op dit punt worden aangepast aan de huidige praktijk.

Artikel 9 Kostprijsberekening

Het artikel van de voorbeeldverordening bepaalt dat bij de kostentoerekening aan de milieuheffingen (reinigingsrechten en rioolrechten) ook de compensabele BTW wordt betrokken. In de voorbeeldverordening wordt hierbij invulling gegeven aan de mogelijkheid die artikel 229b Gemeentewet biedt. In onze gemeente maken we geen gebruik van deze mogelijkheid. Immers: hoe zouden we aan de burgers kunnen uitleggen dat we de BTW als kosten doorberekenen, terwijl deze BTW declarabel is bij de Belastingdienst? Op dit punt volgen we dus niet de voorbeeldverordening van de VNG.

Artikel 10 Nota’s onderhoud kapitaalgoederen

Stand van zaken van de nota’s:

Nota’s/ beheerplannen terzake van:

Vastgesteld d.d.

* Rioleringsplan 2005-2011

Raad 6 november 2006

* Wegbeheersysteem/Nota onderhoud wegen

2007/2008

* Nota onderhoud gebouwen

Raad 18-12-2006

* Groenbeleids- en beheerplan

Raad september 2003

Artikel 11 Financiering/Treasurystatuut

De oude tekst is gehandhaafd. De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 Gemeentewet de expliciete bepaling dat de financiële verordening hierover regels voor het beleid en de organisatie bevat. In artikel 11 van de verordening wordt invulling aan deze wettelijke plicht gegeven: “Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijkse beheer van koersrisico en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie”. Het treasurystatuut is vastgesteld in de raad van 3 maart 2003 en zal begin 2007 worden geactualiseerd.

Artikel 12 Nota verbonden partijen

De tekst mbt de nota verbonden partijen wordt gehandhaafd. Op basis van de hierin beschreven kaders van de raad zal het instrumentarium van risicoanalyses en toezichtarrangementen door burgemeester en wethouders nader worden uitgewerkt. Het instrumentarium zal op basis van nader in overleg met de raad (auditcommissie) te bepalen prioriteiten toegepast gaan worden op bestaande en nieuwe relaties met Verbonden Partijen.

Artikel 13 Nota grondbeleid

De nota grondbeleid is vastgesteld in de raad van 28 juni 2004.

Artikel 14 Administratie

Het oude artikel is vervangen door de meer beknopte tekst van de voorbeeldverordening VNG.

Op hoofdlijnen wordt in deze bepaling opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten voldoen. De tekst sluit ook aan op de noodzaak tot het vastleggen van gegevens over productie- en effectindicatoren.

Artikel 15 Besluit op Financiële organisatie

Het Besluit op de financiële organisatie is door het college vastgesteld op 30 mei 2006.

Artikel 16 Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid

Deze nota is in april 2006 juridisch getoetst met het oog op de wenselijkheid dat de gemeente éénduidig is in de aanbestedingsregels binnen de grenzen van rechtmatigheid. Door het college van B&W is de nota opnieuw vastgesteld op 2 mei 2006.

Artikel 17 Slotbepalingen

De naam “Beheersverordening 2004” is gewijzigd in de de naam “Financiële verordening 2007”. De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007: het jaar waarover voor het eerst een goedkeurende rechtmatigheidsverklaring door de accountant moet kunnen worden afgegeven.

Nadere informatie ?

Als er vragen zijn over de 212-verordening kunt u terecht bij D. Kroon, beleidsmedewerker van de afdeling Financiën, planning en control. Telefoon 0184-495833 of E-mail: d.kroon@sliedrecht.nl

Toelichting per artikel nieuwe Verordening 212 Gemeentewet

Artikel 1 Definities

De oude tekst is vervangen door de beknopte tekst van de voorbeeldverordening. Verder is de nieuwe tekst geënt op het per 15 februari 2005 ingevoerde directiemodel in de gemeentelijke organisatie; dit ter vervanging van het tot deze datum geldende sectorenmodel. Dit betekent dat de organisatorische eenheden “sectoren” zijn gewijzigd in “afdelingen”.

Artikel 2 Programmabegroting

De oude tekst is gehandhaafd.

Artikel 3 Kadernota (technische uitgangspunten en richtlijnen voor de begroting)

De oude tekst is gehandhaafd.

Artikel 4 Interne controle/Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het oude artikel is vervangen door de tekst van de voorbeeldverordening VNG (korte versie). De accountant toetst jaarlijks van de gemeenterekening of deze een getrouw beeld geeft van de gemeentelijke financiën en of de (financiële) beheershandelingen die eraan ten grondslag liggen

rechtmatig zijn verlopen. De nieuwe tekst draagt het college op maatregelen te treffen opdat gedurende het jaar of vooraf aan de accountantscontrole de gemeente zelf nagaat of de cijfers in de administraties een getrouw beeld geven en of de financiële beheershandelingen die aan de baten en lasten en de balansmutaties ten grondslag liggen rechtmatig (zijn) verlopen.

Lid 2 van de nieuwe tekst bepaalt dat in gemeentelijke regelingen en werkprocedures voldoende maatregelen worden getroffen om misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen te beperken. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het treffen van voldoende verificatiemaatregelen vooraf van de antecedenten van een aanvrager van een gemeentelijke subsidie, zodat subsidies wel daadwerkelijk worden verstrekt aan rechthebbenden. Het treffen van afdoende beleid op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik maakt deel uit van het rechtmatigheidsoordeel van de accountant.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage (Zomernota)

De huidige tekst wordt gehandhaafd. Wel zijn twee data aangepast aan de realiteit:

  • ·

    De raad stelt de zomernota uiterlijk 15 juli (huidige verordening: 1 juli) van het rapportagejaar vast.

  • ·

    De zomernota wordt voor 15 juni (huidige verordening: 1 juni) van het lopende begrotingsjaar aan de raad aangeboden.

Artikel 6 Jaarrekening

De oude tekst is gehandhaafd.

Artikel 7 Nota budgetcyclus

De oude tekst is gehandhaafd. Middels de nota budgetcyclus worden met de raad concrete afspraken gemaakt. In de onderhavige nota wordt precies beschreven hoe de documenten van de begroting en rekening wat betreft inhoud en structuur er uit moeten zien. Tevens wordt afgesproken wanneer de projectvoortgangsrapportages moeten worden gepresenteerd aan de raad. De nota budgetcyclus is vastgesteld in de raad van 31 januari 2005. In de eerstvolgende actualisering zullen onder andere de nieuwe structuur van de programmabegroting en het nieuwe model voor de zogenoemde bestuursrapportages worden verwerkt.

Artikel 8 Nota gemeentelijke balans

De oude tekst is gehandhaafd. In de nota gemeentelijke balans wordt in detail ingegaan op het reservebeleid, het afschrijvingsbeleid en de berekening van het weerstandsvermogen van de gemeente. De nota gemeentelijke balans is vastgesteld in de raad van 20 december 2004. In de raad van 12 september 2005 is een besluit genomen ten behoeve van het bepalen van het risico op garanties tbv instellingen voor de volkshuisvesting en de zorginstellingen.