Regeling vervallen per 31-12-2020

Verordening behandeling bezwaarschriften Veere 2007

Geldend van 16-08-2007 t/m 30-12-2020

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften Veere 2007

De raad van de gemeente Veere;

Gelezen het voorstel van 22 mei 2007;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Besluit:

  • a.

    In te trekken de verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Veere 2002;

  • b.

    Vast te stellen, de navolgende Verordening behandeling bezwaarschriften Veere 2007.

Hoofdstuk 1 Nieuw Hoofdstuk

Artikel 1 Begripsbepalingen

deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat dient te beslissen op een bezwaarschrift;

  • b.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: de vaste commissie van advies als bedoeld in artikel 2;

  • d.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 2 Commissie

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester;

  • 2 Van het bepaalde in het eerste lid zijn uitgesloten de bezwaarschriften die zijn ingediend:

    • a.

      op grond van de gemeentelijke belastingverordeningen;

    • b.

      tegen waardebeschikkingen ingevolge de Wet waardering onroerende zaken;

    • c.

      op grond van enige wettelijke regeling die betrekking heeft op de rechtspositie van:

      • -

        de (gewezen) leden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere;

      • -

        (gewezen) ambtenaren en (gewezen) werknemers van de gemeente Veere;

      • -

        (gewezen) stagiaires, (gewezen) vrijwilligers en zij die op enige andere titel werkzaam zijn of waren bij de gemeente Veere;

      • -

        de nagelaten betrekkingen van de hiervoor genoemde categorieën van personen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste 2 leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door burgemeester en wethouders;

  • 2 Burgemeester en wethouders benoemen overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden;

  • 3 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan;

  • 4 De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

Burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad;

  • 2 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen ten allen tijde schriftelijk ontslag nemen;

  • 3 De voorzitter en de leden blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien;

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen ten allen tijde een lid, anders dan op eigen verzoek, ontslag verlenen en een ander lid in zijn plaats benoemen.

Artikel 6 Verstrekken van bezwaarschriften aan de commissie

  • 1 Het bezwaarschrift wordt met de daarbij behorende stukken door het bestuursorgaan onverwijld in handen van de secretaris van de commissie gesteld;

  • 2 Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift aan bezwaarmaker en eventuele derde belanghebbenden;

  • 3 Bij de in lid 2 genoemde ontvangstbevestiging aan de derde belanghebbende wordt een kopie van het ingediende bezwaar- of beroepschrift gevoegd;

  • 4 Indien in het bepaalde in lid 2 en 3 niet is voorzien kan de secretaris dit doen;

  • 5 Het bestuursorgaan is verplicht aan de commissie alle stukken over te leggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaarschrift.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge artikel 6:17 van de wet, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie, 7:4, tweede lid van de wet en 7:6, vierde lid van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1 De secretaris van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd uit eigen beweging of op verzoek van de voorzitter van de commissie rechtstreeks alle gewenst inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen;

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen om in verband daarmee ter zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Herstel van verzuim

  • 1 Indien het bezwaarschrift niet is gemotiveerd, niet is ondertekend of anderszins niet voldoet aan de daaraan ingevolge artikel 6:5 van de wet gestelde eisen, wijst de secretaris van de commissie de bezwaarmaker op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit binnen een termijn van tenminste 14 dagen te herstellen;

  • 2 Indien in het bezwaarschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere natuurlijke of rechtspersoon is overgelegd, wijst de secretaris van de commissie de klager op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit uiterlijk tijdens de in artikel 10 bedoelde hoorzitting te herstellen;

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing in het geval de gemachtigde als advocaat of procureur is ingeschreven.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting, waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of gemachtigde door de commissie te laten horen;

  • 2 Degene die namens de belanghebbenden ter zitting het woord wenst te voeren moet daartoe een schriftelijke machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt;

  • 3 De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Artikel 11 Oproeping belanghebbenden

De secretaris van de commissie deelt belanghebbenden alsmede het verwerend orgaan tenminste 14 dagen voor de in artikel 10 bedoelde hoorzitting schriftelijk mee dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich tijdens deze zitting te laten horen.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van de zitting als bedoeld in artikel 10 is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid van de zitting

  • 1 De hoorzitting van de commissie is openbaar;

  • 2 De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet;

  • 3 Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Verslaglegging

  • 1 Van het verhandelde ter zitting wordt een verslag gemaakt;

  • 2 De verslaglegging zal plaatsvinden aan de hand van een geluidsopname.

  • 3 Op deze geluidsopname worden een omschrijving van het bezwaarschrift, de datum en tijd van de zitting en de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid ingesproken.

  • 4 Indien één der aanwezigen zwaarwegende bezwaren heeft tegen het maken van de geluidsopname, kan de voorzitter besluiten dat in plaats hiervan een schriftelijk verslag wordt opgesteld.

  • 5 Naast de in lid vier genoemde reden wordt er eveneens een schriftelijk verslag opgesteld wanneer het bestuursorgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming of wanneer een gerechtelijke instantie daarom verzoekt in geval van een (hoger)beroepsprocedure.

  • 6 Een schriftelijk verslag vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen voor het overige ter zitting is voorgevallen.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maak thet verslag hiervan melding. Het verwijst naar de ter zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 7 Het verslag wordt getekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1 Wanneer na het horen, maar voordat het advies wordt opgesteld, feiten en omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit door de secretaris op aangeven van de voorzitter van de commissie aan belanghebbenden meegedeeld en wordt met inachtneming van het ter zake bepaalde in deze verordening een nieuwe hoorzitting belegd;

  • 2 Op deze nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen van deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies;

  • 2 De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt indien die meerderheid zulks verlangt. Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter;

  • 3 Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift;

  • 4 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen van het advies

  • 1 Het advies wordt onder meezending van het in artikel 15 bedoelde verslag tijdig schriftelijk aan het bestuursorgaan uitgebracht;

  • 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van het advies en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen;

  • 3 Van een besluit tot verdaging ontvangt de commissie een afschrift.

Artikel 19 Beslissing

Het bestuursorgaan zendt de commissie een afschrift van zijn beslissing op het bezwaarschrift.

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na het verstrijken van 6 weken na haar bekendmaking. Op dat moment vervalt de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Veere 2002;

  • 2 Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften Veere 2007.

Ondertekening

Domburg, 21 juni 2007
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,