Nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting

Het college van burgemeester en wethouders,

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van de vrijstelling van reclamebelasting voor openbare aankondigingen op een klein bord;

Gelet op artikel 156 Gemeentewet en artikelen 9 aanhef en onder i. en 12 van de Verordening reclamebelasting 2013;

Besluit vast te stellen de volgende nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 1. Formaat bord

Het bord zoals genoemd in artikel 9, aanhef en onder i. van de Verordening reclamebelasting 2013 moet aan de volgende eisen voldoen:

  • -

    de oppervlakte mag niet groter zijn dan 0,09 m2;

  • -

    de afmeting mag in geen enkele richting groter zijn dan 1,00 meter; en

  • -

    het bord mag niet meer dan 0,1 meter uit de gevel steken.

Artikel 2. Aard aankondiging

De aankondiging zoals genoemd in artikel 9, aanhef en onder i. van de Verordening mag uitsluitend betrekking hebben op de volgende aankondigingen:

  • -

    naamsvermeldingen;

  • -

    activiteiten of beroepsvermeldingen;

  • -

    openingstijden;

  • -

    contactgegevens.

Artikel 3. Niet voorziene gevallen

In gevallen waarin de landelijke wet- en regelgeving, de Verordening reclamebelasting 2013 en deze nadere regels niet voorzien, beslist de heffingsambtenaar.

Artikel 4. Wijziging Verordening reclamebelasting 2013

Dit artikel regelt verwijzingen naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Verordening eerste wijziging Verordening reclamebelasting 2013.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting van 20 december 2011 worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze regels treden in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2013.

  • 3. Deze regels kunnen worden aangehaald als Nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wageningen.

Handtekening secretaris:

Toelichting op de Nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting

Algemene toelichting

Inleiding

De gemeenteraad heeft op 10 juli 2008 gesproken over de op verzoek van de ondernemers in te voeren reclamebelasting voor de binnenstad van Wageningen. De raad heeft ingestemd onder een aantal randvoorwaarden met het invoeren van reclamebelasting. Als gevolg daarvan is de Verordening reclamebelasting 2009 op 1 januari 2009 in werking getreden.

In een brief aan de Raad (d.d. 12 december 2008), ter beantwoording van vragen tijdens de commissievergadering (d.d. 27 november 2008) over de invoering van de reclamebelasting, maakte het college bekend dat hij voornemens is om bij de uitvoering van de verordening te voorzien in een vrijstelling van borden met naamsuitingen van beoefenaren van vrije en/of beschermde beroepen. In artikel 9, aanhef en onder i. ziet het college de bevoegdheid deze regels vast te stellen. Deze nadere regels zijn bedoelt om nader aan te geven welke borden onder de hiervoor genoemde vrijstelling vallen.

Wettelijk kader

De reclamebelasting is gebaseerd op artikel 227 van de Gemeentewet. Hierin staat:

Artikel 227:

“Ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg kan een reclamebelasting worden geheven.”

Voor het begrip openbare weg wordt verwezen naar de definitie uit de Wegenwet. (Rb. ’s- Gravenhage 16 augustus 2006, LJN AY8441 en Rb. Middelburg 1 december 2008, LJN BH4143)

Wat betreft het begrip openbare aankondiging heeft de Hoge Raad bepaald dat: “onder de term ‘openbare aankondigingen’ dient te worden verstaan alle tot het publiek gerichte mededelingen welke erop zijn gericht de belangstelling van het publiek te trekken voor hetgeen wordt aangekondigd.” (HR 30 maart 2007, LJN AX2154, r.o. 3.4)

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel stelt enkele eisen aan het bord waarop de openbare aankondiging is aangebracht. De eisen zijn zodanig opgesteld dat hele opvallende borden niet onder de vrijstelling vallen.

Artikel 2

Dit artikel stelt eisen aan de aard en inhoud van de openbare aankondiging. Het uitgangspunt is dat borden met naamsuitingen die onder de vrijstelling van artikel 9 aanhef en onder i. van de Verordening reclamebelasting 2013 vallen geen andere aankondigingen bevatten die als een commerciële uiting kunnen worden uitgelegd. Hierbij kan worden gedacht aan aanduidingen gericht op het aanprijzen van een goed of dienst (voorbeelden: “Kom vrijblijvend binnenlopen”, “eerste gesprek gratis”, “tarieven als volgt” e.d.). Ook mag het bord geen aankondiging in beelden bevatten (zoals een logo), maar alleen tekst. Er is voor gekozen niet alleen naamsuitingen van beoefenaren van vrije en/of beschermde beroepen onder deze vrijstelling te laten vallen, maar alle naamsuitingen. Bij contactgegevens kan worden gedacht aan telefoonnummers, web- en e-mailadressen e.d.

Artikel 4

De onderhavige nadere regels zijn gebaseerd op de gedelegeerde bevoegdheid zoals verwoord in de vrijstelling van artikel 9, aanhef en onder j van de Verordening reclamebelasting 2013. Als de raad de Eerste wijziging Verordening reclamebelasting 2013 aanneemt, dan wordt deze vrijstelling hernummerd van „j‟ naar „i‟. In dat geval regelt dit artikel, dat de verwijzing naar de vrijstelling in de Verordening reclamebelasting 2013 correct blijft. [noot: omdat de Verordening eerste wijziging Verordening reclamebelasting 2013 is aangenomen en in werking is getreden, zijn alle verwijzingen in deze geconsolideerde versie vervangen.]