Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening Rekenkamer Wageningen 2013

Geldend van 20-11-2013 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening Rekenkamer Wageningen 2013

Verordening Rekenkamer Wageningen 2013

PARAGRAAF 1. INSTELLING EN DOELSTELLING REKENKAMER

Artikel 1 Instelling en doelstelling

  • 1. De Rekenkamer gemeente Wageningen (verder te noemen: de Rekenkamer) is ingesteld bij besluit van de Gemeenteraad.

  • 2. De Rekenkamer heeft ten doel om door middel van onderzoek en evaluatie een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het beleid en bedrijfsvoering alsmede aan de publieke verantwoording hierover.

PARAGRAAF 2. SAMENSTELLING EN LIDMAATSCHAP VAN DE REKENKAMER

Artikel 2 Samenstelling Rekenkamer

  • 1. Benoeming en ontslag van de leden van de Rekenkamer is een bevoegdheid van de gemeenteraad.

  • 2. De Rekenkamer bestaat uit minimaal drie en maximaal vier externe leden. De leden worden door de raad aangewezen buiten de kring van zijn leden. Deze leden voldoen ook overigens aan de bepalingen in artikel 81f Gemeentewet.

  • 3. De gemeenteraad benoemt de leden als bedoeld in het tweede lid, voor een periode van drie jaar. Deze leden kunnen door de raad een keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van drie jaar. Ten behoeve van de continuïteit is het mogelijk de leden voor een derde termijn te benoemen.

  • 4. De leden als bedoeld in het tweede lid worden door de raad benoemd op voordracht van de Rekenkamer.

  • 5. De leden als bedoeld in het tweede lid maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van de Rekenkamer zij vervullen. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de bedoelde functies op het gemeentehuis.

Artikel 3 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid als bedoeld in artikel 2 eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    • c.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 2. Een lid van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 kan door de raad worden ontslagen:

    • a.

      wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • b.

      indien hij handelt in strijd met artikel 5.

Artikel 4 Non-activiteit

  • 1. De raad stelt een lid van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 op non-activiteit indien:

    • a.

      hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

  • 2. De raad kan een lid van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 op non-activiteit stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 3, tweede lid, onder a, en artikel 3, derde lid, onder a, zouden kunnen leiden.

  • 3. De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in het tweede lid de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

Artikel 5 Verboden betrekkingen en verboden handelingen

  • 1. Een lid van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 kan in ieder geval niet tevens een betrekking vervullen als bedoeld in artikel 81f, eerste lid onder a tot en met r van de Gemeentewet. De uitzonderingen als bedoeld in artikel 81f, tweede lid van de Gemeentewet, zijn van toepassing.

  • 2. Het is de leden van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de Rekenkamer, een lid van de Rekenkamer dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod van zijn functie ontslaan.

Artikel 6 Vergoeding leden

  • 1. De leden van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de Rekenkamer op basis van artikel 96 van de Gemeentewet en artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden de maximale vergoeding volgens tabel IV van het genoemde Rechtspositiebesluit.

  • 2. Indien de raad dit nader bepaalt kan op basis van artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden een vergoeding worden toegekend die naar boven afwijkt van de bedragen genoemd in tabel IV van het genoemde Rechtspositiebesluit.

  • 3. De leden van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 2 ontvangen een vastgestelde vergoeding van € 65,--per uur voor (onderzoeks)werkzaamheden naast de reguliere vergadervergoeding met een jaarlijkse indexering gebaseerd op de prijscompensatie die in de gemeentelijke begroting wordt gehanteerd.

PARAGRAAF 3. DE WERKWIJZE VAN DE REKENKAMER

Artikel 7 Aanwijzing en taken voorzitter

  • 1. De Rekenkamer wijst uit haar leden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergadering van de Rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de voortgang van de onderzoeken en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met de ambtelijke secretaris.

  • 3. De voorzitter is verantwoordelijk voor de verdediging van onderzoeksrapporten en jaarverslagen van de Rekenkamer bij bespreking in de raad of in raadscommissies, waarbij hij zich kan laten bijstaan door de overige leden van de Rekenkamer, de onderzoekers en/of deskundigen. De voorzitter onderhoudt bovendien de externe contacten en de contacten met de pers.

Artikel 8 Onderzoeksinitiatief

  • 1. De Rekenkamer kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamer rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 3. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen gedaan worden door:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      inwoners van Wageningen.

  • 4. Een in het vorige lid bedoeld verzoek van de raad of het college dient naast de probleemstelling tevens zoveel mogelijk de gewenste onderzoeksvragen te bevatten.

  • 5. Indieners van een gemotiveerd verzoek tot het verrichten van een onderzoek krijgen schriftelijk bericht over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de Rekenkamer een verzoek afwijst, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 9 Bevoegdheden en bereik van onderzoeken

  • 1. De Rekenkamer is bevoegd, zowel schriftelijk als mondeling, alle relevante informatie te verzamelen die zij in het belang van het onderzoek noodzakelijk en wenselijk acht. De Rekenkamer kan de secretaris, onderzoekers en deskundigen die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan, machtigen tot het inwinnen van deze inlichtingen en het verzamelen van deze informatie. De leden van het gemeentebestuur en degenen die in opdracht van de gemeente werkzaamheden verrichten zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamer gestelde termijn juist en volledig te verstrekken.

  • 2. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.

  • 3. Het werkterrein van de Rekenkamer strekt zich uit over alle gemeentelijke instellingen en organisatieonderdelen. De Rekenkamer heeft bovendien de bevoegdheden zoals deze voor de (onafhankelijke) rekenkamer bepaald zijn in artikel 184, lid 1, van de Gemeentewet. De overige leden van artikel 184 Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De Rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om, binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de Rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen waarvan de taakuitoefening (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 5. De leden van de Rekenkamer, de secretaris, de onderzoekers, de deskundigen en anderen die ten behoeve van de Rekenkamer werkzaam zijn of zijn geweest, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hoedanigheid als lid, secretaris, onderzoeker, deskundige of medewerker, ter kennis is gekomen.

Artikel 10 Rapportage en jaarverslag

  • 1. De Rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

  • 2. De Rekenkamer deelt aan de raad, het college en, indien van toepassing, aan de betrokken rechtspersoon of het betrokken gemeenschappelijk orgaan, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake voorstellen doen. De Rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. Alvorens een rapport openbaar te maken kan de Rekenkamer het voor een eerste reactie voorleggen aan het college. Het college dient zijn eventuele reactie binnen 15 werkdagen schriftelijk mee te delen aan de Rekenkamer. De Rekenkamer voegt de eventuele reactie van het college met haar eventuele wederreactie als bijlage toe aan het rapport.

  • 4. De Rekenkamer stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

  • 5. De Rekenkamer zendt een afschrift van haar rapporten en jaarverslagen aan de raad en het college. Indien zij met toepassing van artikel 9, derde lid, tweede en derde volzin, een onderzoek heeft ingesteld, zendt de Rekenkamer tevens een afschrift van het rapport aan de betrokken rechtspersoon of het betrokken openbaar lichaam.

  • 6. De rapporten en de jaarverslagen van de Rekenkamer zijn openbaar.

  • 7. De raad bespreekt de rapporten en jaarverslagen van de Rekenkamer binnen een redelijke termijn, doch uiterlijk binnen 4 maanden na openbaarmaking. De raad nodigt de voorzitter van de Rekenkamer uit bij de bespreking aanwezig te zijn.

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1. De Rekenkamer vergadert in beslotenheid.

  • 2. De Rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 3. De Rekenkamer beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter. Voor de definitieve vaststelling van onderzoeksrapporten en jaarverslagen van de Rekenkamer is steeds de stem van de meerderheid van het aantal zitting hebbende leden vereist.

PARAGRAAF 4 ONDERSTEUNING EN BUDGET REKENKAMER

Artikel 12 Ambtelijke secretaris

  • 1. De Rekenkamer wordt ondersteund door een ambtelijke secretaris.

  • 2. De secretaris wordt door de raad benoemd op voordracht van de Rekenkamer. De raad benoemt tevens een plaatsvervangend secretaris.

  • 3. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, uitgezonderd de gemeenteraad en raadscommissies ex artikel 82 Gemeentewet.

  • 4. Ter zake van hun werkzaamheden voor de Rekenkamer zijn de secretaris en de plaatsvervangend secretaris uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamer.

Artikel 13 Budget Rekenkamer

  • 1. De gemeenteraad stelt, na overleg met de Rekenkamer, de Rekenkamer bij de gemeentebegroting voldoende budget beschikbaar voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden.

  • 2. De Rekenkamer is bevoegd binnen het haar beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar werkzaamheden.

  • 3. Ten laste van het budget van de Rekenkamer worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die bij of krachtens artikel 6 zijn toegekend aan de leden als bedoeld in artikel 2;

    • b.

      de ambtelijke secretaris;

    • c.

      de externe deskundigen en onderzoekers;

    • d.

      de eventuele overige uitgaven die de Rekenkamer nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 4. De Rekenkamer is voor de besteding van haar budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

PARAGRAAF 5 SLOTBEPALING

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Rekenkamer Wageningen 2013”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking 6 weken na publicatie op de gemeentepagina in de Stad Wageningen. De “Verordening Rekenkamer gemeente Wageningen 2010”, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 26042010, vervalt per zelfde datum.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 september 2013,
de voorzitter,
de griffier,