Regeling vervallen per 09-11-2023

Beleidsregels betreffende tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie

Geldend van 26-01-2019 t/m 08-11-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2017

Intitulé

Beleidsregels betreffende tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie

Het college van Burgemeester en Wethouders van Westvoorne, gelet op artikel4:21 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen de

Beleidsregels betreffende tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a)

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne;

  • b)

    het adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van het college een advies uitbrengt over de sociale en/of medische noodzaak van kinderopvang;

  • c)

    gastouderopvang: kinderopvang in een gezinssituatie, op het woonadres van de gastouder of van de ouder(s)/verzorger(s), die tot stand komt door bemiddeling van een gastouderbureau, geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • d)

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint, geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • e)

    tegemoetkoming: een aanspraak op financiële middelen voor de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie;

  • f)

    sociaal medische indicatie: een schriftelijke verklaring van een Ueugd)arts of psycholoog

  • a)

    waaruit blijkt dat tijdelijke kinderopvang om sociaal medische redenen noodzakelijk is om een achterstand in de ontwikkeling van het kind te voorkomen of weg te nemen;

  • g)

    toetsingsinkomen: het geschatte jaarinkomen op basis van een recente jaaropgave of salarisstroken.

  • h)

    voorliggende voorziening: een voorziening geleverd op grond van de Wet kinderopvangen kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp), de Wet langdurige zorg (Wiz), de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Jeugdwet

  • i)

    wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die hier niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op ouder(s)/verzorgers(s) in de gemeente Westvoorne met:

  • a)

    een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking van wie door het adviesorgaan is vastgesteld, dat één of meer van deze beperkingen opvang van hun kind of kinderen noodzakelijk maken,

    of;

  • b)

    een kind, van wie door het adviesorgaan is vastgesteld, dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is,

    én;

  • c)

    die aantoonbaar niet zelf in de kinderopvang kunnen voorzien en geen beroep kunnen doen op een andere passende, voorliggende voorziening, zoals bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslag.

Artikel 3 Aanvraag

  • Lid 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt schriftelijk ingediend bij het college door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • Lid 2. Een offerte of contract van de organisatie die de kinderopvang gaat verzorgen dient bij de aanvraag te worden gevoegd. Daarin wordt aangegeven: het aantal uur opvang per week, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang.

Artikel 4 Noodzaak van kinderopvang

  • Lid 1. Het college stelt vast of de aanvrager een persoon is zoals bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregels.

  • Lid 2. Voor het vaststellen van de noodzaak van kinderopvang, als gevolg van sociale of medische noodzakelijkheid, wijst het college een onafhankelijk adviesorgaan aan.

  • Lid 3. Na maximaal 12 maanden, gerekend vanaf de ingangsdatum van de tegemoetkoming, vindt een herbeoordeling plaats van de noodzaak van kinderopvang.

Artikel 5 Beslistermijn

  • Lid 1. Het college besluit zo snel mogelijk na ontvangst van alle benodigde gegevens, doch uiterlijk binnen acht weken na de datum waarop de aanvraag is ingediend.

  • Lid 2. Het college kan dit besluit met hooguit vier weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 6 Weigeringsgrond

Het college wijst de aanvraagt af indien:

  • a)

    de aanvrager niet behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 2 van deze beleidsregel;

  • b)

    er sprake is van een voorliggende voorziening.

Artikel 7 Ingangsdatum

  • Lid 1. De tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • Lid 2. Als op de datum van de aanvraag nog geen kinderopvang plaatsvindt, dan wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 8 Omvang en duur van de kinderopvang

  • Lid 1. Het college bepaalt de omvang van de tegemoetkoming voor de kinderopvang met inachtneming van het indicatieadvies van het adviesorgaan.

  • Lid 2. Het college bepaalt de duur van de tegemoetkoming, met een maximum van één jaar, met inachtneming van het indicatieadvies van het adviesorgaan.

  • Lid 3. De tegemoetkoming eindigt eerder dan is afgesproken indien:

    • a)

      de ouder(s)/verzorger(s) niet meer in de gemeente Westvoorne wonen;

    • b)

      de periode van opvang voor een periode langer dan drie aaneengesloten maanden wordt onderbroken;

    • c)

      de ouder(s)/verzorger(s) aanspraak kunnen maken op tegemoetkoming in de kosten kinderopvang op grond van de wet.

Artikel 9 Hoogte van de bijdrage

  • Lid 1. De ouder(s)/verzorger(s) betalen een bijdrage in de kosten van de kinderopvang afhankelijk van het toetsingsinkomen.

  • Lid 2. Voor het bepalen van de hoogte van de bijdrage als bedoeld in lid 1, wordt gebruik gemaakt van de Kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst voor het betreffende kalenderjaar, zoals opgenomen in het Besluit kinderopvangtoeslag.

  • Lid 3. Ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen hoger dan 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm, kunnen slechts gedeeltelijk aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vergoeding van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie. Voor hen geldt dat een berekening wordt gemaakt waarbij alle inkomsten boven de 120% van de bijstandsnorm als draagkracht worden aangemerkt. Voor de berekening van het inkomen wordt hetgeen hierover is opgenomen in de Participatiewet (o.a. artikel 31, 32, 33) en de gemeentelijke beleidsregels met betrekking tot de bijzondere bijstandsverlening gehanteerd.

  • Lid 4. Ouder(s)/verzorger(s) met een vermogen dat hoger is dan de vermogensvrijlatingen genoemd in artikel 34 van de Participatiewet en de gemeentelijke beleidsregels m.b.t. bijzondere bijstand en vermogen, hebben geen recht op een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie.

Artikel 10 Bevoorschotting van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de ouder(s)/verzorger(s).

Artikel 11 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • Lid 1. De ouder(s)/verzorger(s) verstrekt binnen zes weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten (bewijsstukken) van kinderopvang over deze periode.

  • Lid 2. Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

  • Lid 3. Indien de ouder(s)/verzorger(s) niet voldoet aan de in het eerste lid van dit artikel kan de tegemoetkoming gedeeltelijk worden teruggevorderd of op € 0,- (nilhil) vastgesteld.

Artikel 12 Inlichtingenplicht

  • Lid 1. De ouder(s)/verzorger(s) doet aan het college uit eigen beweging schriftelijk mededeling van gegevens of omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de tegemoetkoming of op de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • Lid 2. De ouder(s)/verzorger(s) verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de ouder(s)/verzorger(s), afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt, met terugwerkende kracht, in werking vanaf 1 december 2017.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels inzake tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 19 december 2017.
R.G. Beek
secretaris
P.E. de Jong
burgemeester