Beleidsregels evenementen Zwartewaterland

Geldend van 09-05-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels evenementen Zwartewaterland

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland, ieder voor zover bevoegd;

Gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 1:3, 2:25 en 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Zwartewaterland;

Besluiten:

Vast te stellen de volgende Beleidsregels evenementen Zwartewaterland

Hoofdstuk 1 Afbakening

Artikel 1.1 Toepassingsbereik

De beleidsregels evenementen zijn van toepassing op de evenementen op de openbare weg, in de openlucht of in (tijdelijke) bouwwerken. De burgemeester kan deze beleidsregels ook toepassen op andere evenementen.

Artikel 1.2 Categorie-indeling

Bij de beoordeling van een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt onderscheid gemaakt in de volgende categorieën evenementen:

  • ·

    niet belastende evenementen;

  • ·

    nauwelijks belastende evenementen;

  • ·

    belastende evenementen;

  • ·

    zeer belastende evenementen;

  • ·

    traditionele evenementen;

Artikel 1.3 Niet belastende evenementen

Niet belastende evenementen, zoals bedoeld in artikel 2:24 lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening Zwartewaterland, zijn niet vergunningplichtig. De organisator van een niet belastend evenement dient minimaal 21 dagen voorafgaand aan het evenement een melding te doen bij de burgemeester. Daarnaast dient de organisator directe omwonenden te informeren over de eventuele overlast die het evenement met zich mee kan brengen.

Artikel 1.4 Nauwelijks belastende evenementen

Onder nauwelijks belastende evenementen worden evenementen verstaan:

  • ·

    welke minder dan 500 bezoekers op hetzelfde moment trekken, maar niet vallen aan te merken als niet belastend evenement, of

  • ·

    waarbij geen openbare weg wordt afgesloten, of

  • ·

    waarbij na 20.00 uur geen gebruik wordt gemaakt van geluidsapparaten, of

  • ·

    waarbij op een terras, als bedoeld in artikel 2:27 lid 1b. Apv, gebruik wordt gemaakt van geluidsapparaten met een maximum van 50db(A) op de gevel van de woningen die op 50 meter afstand liggen van de geluidsbron en op voorwaarde dat het evenement aansluit op een bestaand belastend of zeer belastend evenement in de kern. Als eindtijd geldt de sluitingstijd zoals gesteld in artikel 2:29 lid 2 Apv.

Artikel 1.5 Belastende evenementen

Onder belastende evenementen worden evenementen verstaan:

  • ·

    die meer dan 500 bezoekers op hetzelfde moment trekken, of

  • ·

    waarbij de openbare weg wordt afgesloten, of

  • ·

    waarbij na 20.00 uur gebruik wordt gemaakt van geluidsapparaten (met uitzondering van de situatie zoals genoemd in artikel 1.4 met betrekking tot de terrassen).

Artikel 1.6Zeer belastende evenementen

Onder zeer belastende evenementen worden evenementen verstaan:

  • ·

    die meer dan 5000 bezoekers op hetzelfde moment trekken, of

  • ·

    waarbij ingrijpende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn, of

  • ·

    waarbij grootschalige incidenten denkbaar zijn, waarbij inzet van de gemeentelijke organisatie of hulpverleningsdiensten noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 1.7 Traditionele evenementen

Onder traditionele evenementen worden die belastende en zeer belastende evenementen verstaan die de afgelopen jaren (t/m 2009) vergunning hebben aangevraagd c.q. ontvangen voor het organiseren van één of meerdere activiteiten in de open lucht waarbij na 00.00 uur gebruik is gemaakt van geluidsapparaten. Dit betreft de volgende traditionele evenementen:

Genemuiden:

  • ·

    jaarlijks evenement in het kader van de viering van Koningsdag georganiseerd door de plaatselijke Oranjevereniging;

  • ·

    jaarlijks evenement (de afgelopen jaren) georganiseerd door de Stichting Partyboys waarmee geld wordt ingezameld ten behoeve van een (plaatselijk) charitatief doel;

Hasselt:

  • ·

    jaarlijks evenement in het kader van het Euifeest georganiseerd door de plaatselijke Oranjevereniging en/of één of meer plaatselijke horeca-ondernemers;

  • ·

    de jaarlijks Nacht van Hasselt georganiseerd door/of in samenwerking met (een aantal)plaatselijke horeca-ondernemers;

Zwartsluis:

  • ·

    de jaarlijkse Nacht van Zwartsluis inclusief daarbij behorende nautische activiteiten in en rond het openbare water;

  • ·

    jaarlijks evenement in het kader van de viering van Koningsdag georganiseerd door de plaatselijke Oranjevereniging.

Hoofdstuk 2 Toetsingskader en criteria

Artikel 2.1 Toetsingskader

Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt getoetst op een aantal aspecten om na te gaan of de vergunning kan worden verleend en om bij verlening van de vergunning tot de juiste voorschriften bij de vergunning te komen. Hierbij wordt gehandeld conform de toetsingscriteria op grond van artikel 1:8 APV:

  • ·

    openbare orde;

  • ·

    openbare veiligheid;

  • ·

    volksgezondheid;

  • ·

    bescherming van het milieu.

Paragraaf 2.1 Openbare orde

Artikel 2.1.1 Locaties

  • 1.

    Bij elke aanvraag voor een evenementenvergunning wordt beoordeeld of de gevraagde locatie geschikt is voor het type evenement. Hierbij zal voornamelijk worden gekeken naar de belasting op de omgeving,de gevolgen voor het omleiden van verkeersstromen en de onttrekking van parkeervoorzieningen aan het gebruik. Dit laatste is met name van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op het gebruik van parkeervoorzieningen in de binnensteden.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de burgemeester de in de vergunningaanvraag vermelde evenementenlocatie zich niet leent voor het evenement, kan hij verwijzen naar een alternatieve locatie of wordt de vergunning geheel of gedeeltelijk geweigerd.

    • a.

      Specifiek voor het onttrekken van de Oosterbrugstraat ter hoogte van het Havenplein en de Westerkaai te Genemuiden geldt de bepaling dat dit weggedeelte maximaal 5 maal per jaar mag worden afgesloten voor het organiseren van de volgende evenementen: a. Wielerkoers Noordwest-Hoek b. Koningsdag c. Olympia’s Tour d. Genemusiment e. Biestemerk.

  • 3.

    De burgemeester kan besluiten om maximaal 2 keer per kalenderjaar af te wijken van het in het derde lid genoemde maximum aantal afsluitingen per jaar.

Artikel 2.1.2 Evenemententerrein

  • 1.

    In de vergunning wordt beschreven welk gebied aangemerkt wordt als evenemententerrein en voor welke periode.

  • 2.

    Voor de periode genoemd onder 1, verleent de burgemeester of verleent het college van burgemeester en wethouders geen andere vergunningen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:24 Apv op hetzelfde terrein.

Artikel 2.1.3 Evenementenseizoen

Voor belastende evenementen en zeer belastende evenementen, waarbij na 20.00 uur in de openlucht activiteiten worden georganiseerd geldt, dat deze uitsluitend mogen plaatsvinden in de periode van april tot en met oktober of in de maand december.

Artikel 2.1.4 Spreiding en Frequentie

  • 1.

    Er wordt per kern vergunning verleend voor maximaal één belastend evenement met (live) muziek in de openlucht na 20.00 uur, per maand, gedurende het evenementenseizoen.

  • 2.

    Er wordt per kern vergunning verleend voor maximaal één zeer belastend evenement per twee kalenderjaren.

  • 3.

    Voor de maand waarin een zeer belastend evenement plaatsvindt, worden voor de kern waarin het zeer belastende evenement plaatsvindt, geen vergunningen verleend voor belastende evenementen.

Artikel 2.1.5 Duur en eindtijden van belastende evenementen

  • 1.

    Een belastend evenement duurt maximaal één dag.

  • 2.

    De eindtijd voor een belastend evenement in de openlucht of in een (tijdelijk) bouwwerk wordt bepaald op uiterlijk 01.00 (= eindtijd evenementen).

  • 3.

    Versterkte of niet versterkte muziek en andere geluidsbronnen mogen tot uiterlijk 00.00 uur in bedrijf zijn (= eindtijd muziek).

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester besluiten de duur van een belastend evenement met maximaal één dag te verlengen. Indien hiertoe wordt besloten wordt in afwijking van het derde lid de eindtijd voor muziek in de openlucht op een van deze dagen bepaald op uiterlijk 22.00 uur.

  • 5.

    Indien er tijdens een belastend evenement dranken of etenswaren worden verstrekt, dient de verstrekking hiervan uiterlijk een half uur na eindtijd muziek te beëindigd (= eindtijd tap).

  • 6.

    In afwijking van het tweede, derde en vijfde lid kan de burgemeester voor evenementen die plaatsvinden in de accommodaties Prinsenhof (Hasselt), Hotel Zwartewater (Zwartsluis), Het Agnieten College (Zwartsluis) en d’Overtoom (Genemuiden) de eindtijd met maximaal één uur verruimen.

  • 7.

    Bij de duur van een evenement zoals genoemd in lid 1 van dit artikel is de tijd benodigd voor het opbouwen en afbreken van het evenement niet inbegrepen.

  • 8.

    Voor het opbouwen en afbreken van een evenement wordt een termijn opgenomen in de vergunning.

Artikel 2.1.6 Duur en eindtijden van zeer belastende evenementen

  • 1.

    Een zeer belastend evenement duurt maximaal vier dagen exclusief kerkelijke activiteiten in de openbare ruimte die in het kader van een evenement op zondag plaatsvinden.

  • 2.

    Versterkte of niet versterkte muziek en andere geluidsbronnen mogen tot uiterlijk 00.00 uur in bedrijf zijn (= eindtijd muziek).

  • 3.

    Indien er tijdens een evenement dranken of etenswaren worden verstrekt, dient de verstrekking hiervan uiterlijk 00.30 te stoppen (= eindtijd tap).

  • 4.

    De eindtijd voor een evenement in de openlucht of in een (tijdelijk) bouwwerk bedraagt uiterlijk 01.00 uur (= eindtijd evenement).

  • 5.

    In afwijking van het tweede, derde en vierde lid kan de burgemeester voor evenementen die plaatsvinden in de accommodaties Prinsenhof (Hasselt), Hotel ’t Zwartewater (Zwartsluis), Het Agnieten college (Zwartsluis) en d’Overtoom (Genemuiden) de eindtijd met maximaal één uur verruimen.

  • 6.

    Bij de duur van een evenement zoals genoemd in lid 1 van dit artikel is de tijd benodigd voor het opbouwen en afbreken van het evenement niet inbegrepen.

  • 7.

    Voor het opbouwen en afbreken van een evenement wordt een termijn opgenomen in de vergunning.

Artikel 2.1.7 Duur en eindtijden van traditionele evenementen

1.In afwijking van artikel 2.1.5 en 2.1.6 gelden met betrekking tot de maximale duur en de eindtijden voor traditionele evenementen andere voorwaarden.

Genemuiden:

  • ·

    jaarlijks evenement in het kader van de viering van Koningsdag: maximale duur 2 dagen met uitzondering van kerkelijke activiteiten in de openbare ruimte die in het kader van een evenement op zondag plaatsvinden. Eindtijden: muziek 1.30 uur, tap 2.00 uur, eindtijd evenement: 2.30 uur;

  • ·

    jaarlijks evenement georganiseerd door de Stichting Partyboys ten behoeve van een (plaatselijk) charitatief doel: maximale duur 1 dag. Eindtijden: muziek 1.30 uur, tap 2.00 uur, eindtijd evenement: 2.30 uur;

Hasselt:

  • ·

    jaarlijkse evenementen in het kader van het Euifeest: maximaal 4 dagen in een periode van 8 dagen. Eindtijden: muziek 1.00 uur, tap 1.30 uur, eindtijd evenement: 2.00 uur;

  • ·

    de jaarlijkse Nacht van Hasselt: maximale duur 1 dag. Eindtijden: muziek 1.00 uur, tap 1.30, eindtijd evenement: 2.00 uur;

Zwartsluis:

  • ·

    de jaarlijkse Nacht van Zwartsluis (vrijdag na Hemelvaartsdag) inclusief daarbij behorende nautische activiteiten in en rond het openbare water: maximaal 4 aaneengesloten dagen met uitzondering van kerkelijke activiteiten in de openbare ruimte die in het kader van een evenement op zondag plaatsvinden. Eindtijden voor de Nacht van Zwartsluis: muziek 1.30 uur, tap 2.00 uur eindtijd evenement: 2.30 uur;

  • ·

    jaarlijks evenement in het kader van de viering van Koningsdag: maximale duur 3 dagen met uitzondering van kerkelijke activiteiten in de openbare ruimte die in het kader van een evenement op zondag plaatsvinden. Eindtijden: muziek 1.00 uur, tap 1.30 uur, eindtijd evenement: 2.00 uur.

    • 2.

      Bij de duur van een evenement zoals genoemd in lid 1 van dit artikel is de tijd benodigd voor het opbouwen en afbreken van het evenement niet inbegrepen.

    • 3.

      Voor het opbouwen en afbreken van een evenement wordt een termijn opgenomen in de vergunning.

Artikel 2.1.8 Evenementen op zondag

Er worden geen vergunningen verleend voor het houden van een evenement op zondag met uitzondering van kerkelijke activiteiten in de openbare ruimte die in het kader van een evenement plaatsvinden.

Artikel 2.1.9 Koningsdag

  • 1.

    Er wordt uitsluitend vergunning verleend voor evenementen rondom koningsdag als deze plaatsvinden op 26 of 27 april.

  • 2.

    Indien 26 of 27 april op een zondag valt wordt voor evenementen in het kader van Koningsdag een vergunning verleend op de dag waarop de landelijk viering plaatsvindt.

  • 3.

    Bovenvermelde in lid 1 en lid 2 is niet van toepassing op kerkelijke activiteiten in de openbare ruimte die in het kader van een evenement plaatsvinden

Artikel 2.1.10 Kermissen

  • 1.

    Per kern wordt vergunning verleend voor het houden van maximaal één kermis per jaar.

  • 2.

    Aan deze vergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      De kermis duurt maximaal zeven dagen.

    • b.

      De kermisattracties mogen geopend zijn op maandag tot en met vrijdag van 13.00 uur tot 23.30 uur en op zaterdag van 10.00 uur tot 00.00 uur.

    • c.

      Het opbouwen en afbreken van de kermisattracties dient overdag plaats te vinden. De burgemeester is bevoegd om toestemming te verlenen om het afbreken op andere dagdelen te laten plaatsvinden.

Artikel 2.1.11 Circussen

  • 1.

    Er wordt vergunning verleend voor maximaal één circus per jaar.

  • 2.

    Een circus duurt maximaal 7 dagen.

  • 3.

    Bij de duur van een circus als genoemd in lid 2 van dit artikel is de tijd benodigd voor het opbouwen en afbreken van het circus niet inbegrepen.

  • 4.

    Aan deze vergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      De opbouw van het circus wordt gestart in overleg met een medewerker van de Team Beheer Openbare Ruimte.

    • b.

      De circustent moet voldoen aan de in de bijlage van de vergunning opgenomen brandveiligheidseisen gesteld aan tenten.

    • c.

      De organisator dient ten minste 48 uur voor het begin van de activiteit hiervan melding te doen bij de gemeente, zodat een (brandveiligheids-) inspectie uitgevoerd kan worden.

paragraaf 2.2Openbare veiligheid

Artikel 2.2.1 Verkeersveiligheid

  • 1.

    Op advies van politie en de gemeente kunnen in de vergunning maatregelen worden opgenomen om de verkeersveiligheid op en rond het evenemententerrein te waarborgen tijdens evenementen.

  • 2.

    Op aanwijzing van de politie kan in de vergunning worden opgenomen dat de organisatie van een evenement verkeersregelaars inzet tijdens een evenement. De verkeersregelaars worden per evenement aangesteld door de burgemeester op voordracht van de evenementenvergunninghouder en vastgelegd op een groslijst.

  • 3.

    Verkeersregelaars moeten voldoen aan de volgende criteria en voorschriften:

    • a.

      Een verkeersregelaar is minimaal 18 jaar oud;

    • b.

      Voor aanstelling tot verkeersregelaar met een beperking in de uitvoering van de bevoegdheid, komen ook personen vanaf 16 jaar in aanmerking, voor zover zij slechts bij evenementen worden ingezet en alleen op wegen waar een maximum snelheid van 50 kilometer per uur geldt;

    • c.

      De verkeersregelaars staan onder toezicht van de politie en dienen diens aanwijzingen op te volgen;

    • d.

      Bij de uitoefening van hun taak dienen verkeersregelaars ten minste te zijn uitgerust met een hesje dat voldoet aan de EN471-norm;

    • e.

      Verkeersregelaars dienen voor de duur van hun aanstelling door de evenementenvergunninghouder verzekerd te zijn voor wettelijke aansprakelijkheid;

    • f.

      Verkeersregelaars moeten ter uitvoering van hun taak een instructie gevolgd hebben van de politie.

Artikel 2.2.2 Gebruik openbare weg

Aan de evenementenvergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden voor het gebruik van de openbare weg:

a.Voor zover het te organiseren evenement samenvalt met busroutes, ophaalroutes van afval of andere vaste routes dient de organisator van het evenement tijdig toestemming te hebben van de betreffende organisaties voor het belemmeren van de doorgang.

b.De organisator dient omwonenden op de hoogte te stellen van het te organiseren evenement.

Artikel 2.2.3 Afsluiten van wegen

  • 1.

    Als ten behoeve van het evenement een weg maximaal één dag wordt afgesloten en deze weg is geen openbare weg, dan is hiervoor geen verkeersbesluit nodig. Is de weg een openbare weg of wordt een weg voor meerdere dagen afgesloten dan is daarvoor op grond van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer een besluit van het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk.

  • 2.

    Voor het afsluiten van een openbare weg en de eventueel daarbij behorende wegomleiding wordt advies ingewonnen bij de politie en de brandweer.

  • 3.

    Aan de evenementenvergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden aan het afsluiten van wegen:

    • a.

      De organisator is verantwoordelijk voor een vrije doorgang van drie en een halve meter ten behoeve van de hulpdiensten;

    • b.

      Dranghekken die worden geplaatst in de doorgaande route moeten voortdurend bezet zijn met medewerkers van de organisatie die bij een calamiteit de hulpverlenende diensten onmiddellijk doorgang verschaft;

    • c.

      De op of aan de weg of op het terrein geplaatste zaken dienen zo spoedig mogelijk te zijn verwijderd na afloop van het evenement.

Artikel 2.2.4 Parkeren

Aan de evenementenvergunning worden, indien van toepassing, in ieder geval de volgende voorschriften verbonden over parkeren:

  • a.

    De organisator van een evenement dient er, voor zover mogelijk en in overleg met de gemeente, zorg voor te dragen dat er voldoende parkeergelegenheid is voor bezoekers van het evenement;

  • b.

    Bij aangewezen parkeerplaatsen dienen medewerkers van het evenement aanwezig te zijn om het parkeren in goede banen te leiden;

  • c.

    De organisator van een evenement dient er zorg voor te dragen dat er voldoende en duidelijke bewegwijzering is aangebracht naar het parkeerterrein;

  • d.

    Overlast voor omwonenden van parkeerterreinen moet zoveel mogelijk worden beperkt, omwonenden dienen door de organisator te worden geïnformeerd over de parkeerplaatsen ten behoeve van het evenement.

Artikel 2.2.5 Veiligheid

  • e.
    • 1.

      De gemeente informeert hulpdiensten over het plaatsvinden van evenementen door het verzenden van een afschrift van de verleende vergunning en het bijwerken van de website www.bereikbaar.overijssel.nl.

    • 2.

      Aan de evenementenvergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden over veiligheid:

    • a.

      De vergunningaanvrager is te allen tijde belast met het toezicht op het veilig verlopen van het evenement en draagt hiervoor verantwoordelijkheid;

    • b.

      Het evenemententerrein dient te allen tijde goed bereikbaar te zijn voor hulpdiensten;

    • c.

      Ten behoeve van het verkeer van hulpdiensten moet een doorgaande route, met een breedte van drie en een halve meter en een hoogte van tenminste vier en halve meter worden vrijgehouden van obstakels;

    • d.

      Alle voorschriften en aanwijzingen die in het belang van de openbare orde en veiligheid door bevoegde functionarissen in verband met de genoemde activiteiten worden gegeven, moeten stipt worden opgevolgd;

    • e.

      De door hulpdiensten gegeven aanwijzingen dienen onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 2.2.6Regionale risico inventarisatie

  • e.
    • 1.

      De gemeente beoordeelt de aanvragen voor belastende en zeer belastende evenementen conform de richtlijnen van de Veiligheidsregio IJsselland (Handreiking evenementenveiligheid).

    • 2.

      Evenementen die op basis van de risicoscan moeten worden aangemerkt als risico-evenement (C-evenement), worden ter advisering voorgelegd aan de regionale werkgroep Multidisciplinaire Advisering Risicobeheersing (MAR). Daarnaast dient de organisator een veiligheidsplan/ calamiteitenplan op te stellen conform de regionale richtlijnen.

    • 3.

      De werkgroep MAR adviseert de burgemeester over het al dan niet verlenen van de vergunning.

    • 4.

      De burgemeester kan in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere eisen of voorschriften stellen aan de te verlenen vergunning.

Artikel 2.2.7 Lokale risico inventarisatie

  • f.
    • 1.

      1. Voor zeer belastende evenementen die niet hoeven te worden aangemerkt als ‘risico- evenement’ zoals benoemd in artikel 2.2.6 geldt dat:

    • a.

      er een werkgroep veiligheid wordt ingesteld bestaande uit een afvaardiging van de lokale hulpdiensten, de organisatie van het evenement en betrokken teams vanuit de gemeentelijke organisatie.

    • b.

      er door de onder a genoemde werkgroep een risico-inventarisatie wordt opgesteld;

    • c.

      er door organisator een draaiboek wordt opgesteld en bespreekt dit ten behoeve van de onder b genoemde risico-inventarisatie in de onder a genoemde werkgroep.

    • 2.

      Aan de hand van de risico-inventarisatie adviseert de werkgroep, de burgemeester over de al dan niet verlenen van de vergunning.

    • 3.

      Het in het tweede lid genoemde advies heeft in ieder geval betrekking op:

    • a.

      Inzet hulpdiensten;

    • b.

      Eventuele maatregelen om calamiteiten te voorkomen;

    • 4.

      De burgemeester kan in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere eisen of voorschriften stellen aan de te verlenen vergunning.

    • 5.

      Naar oordeel van de burgemeester kan hetgeen bepaald in dit artikel ook van toepassing worden verklaard op belastende evenementen.

Artikel 2.2.8 Geneeskundige voorzieningen

    • 1.

      Bij behandeling van de vergunningaanvraag voor een belastend evenement kan advies worden ingewonnen bij het bureau Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR-bureau) van de Regio IJsselland over de inzet van EHBO’ers.

    • 2.

      Bij zeer belastende evenementen dient de werkgroep veiligheid advies in te winnen bij het GHOR-bureau over de aard en de omvang van de EHBO posten.

    • 3.

      Bij elk belastend en zeer belastend evenement moet ten minste één EHBO-post aanwezig zijn, die permanent bemant is met minimaal één persoon met een geldig EHBO-diploma of een geldig certificaat van het Oranje Kruis. De norm van het aantal EHBO’ers en EHBO posten wordt opgenomen in de evenementenvergunning.

    • 4.

      De kosten voor het inschakelen van EHBO’ers zijn voor rekening van de organisatie van het evenement.

Artikel 2.2.9 Brandveiligheid

    • 1.

      Om de brandveiligheid bij evenementen te waarborgen verbindt de burgemeester voorschriften aan een evenementenvergunning op advies van de brandweer. Het gaat in ieder geval om de volgende voorschriften:

    • a.

      Brandkranen en bluswatervoorzieningen moeten te allen tijde vrij worden gehouden en bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen;

    • b.

      De plaats waar tijdelijk een brandweervoertuig moet worden opgesteld moet groot genoeg zijn voor een brandweervoertuig van vier en een halve bij zeven meter. De minimale afstand tot bovengrondse hoogspanningslijnen dient tien meter te bedragen;

    • c.

      Open vuur en het verrichten van brandgevaarlijke werkzaamheden zijn verboden, tenzij het college op grond van artikel 5:34 APV hiervoor ontheffing heeft verleend.

    • d.

      Het gebruik van vuurwerk is verboden, tenzij de organisator daar schriftelijk ontheffing voor heeft gekregen van de provincie Overijssel;

    • e.

      Opslag of opstelling van brandbare goederen of tenten op een afstand horizontaal of verticaal gemeten minder dan tien meter van bovengrondse hoogspanningslijnen, of daartoe behorende masten is niet toegestaan;

    • f.

      Opslag of opstelling van brandbare goederen of tenten op een afstand horizontaal gemeten minder dan vijftien meter van bebouwing met een rietkap, is niet toegestaan;

    • g.

      Ten minste twee weken voor aanvang van het evenement dient (voor zover van toepassing) aan de brandweer van de gemeente Zwartewaterland een opstelplan ter inzage worden gegeven;

    • h.

      Versieringen en dergelijke moeten tenminste voldoen aan NEN 6065 en 6066;

    • i.

      Nooduitgangen moeten ten allen tijde onafgesloten zijn en vrij van blokkades.

    • 2.

      Bij het eventueel gebruik van tenten worden er aan de vergunning voorschriften verbonden aan het gebruik van tenten, deze voorschriften moeten worden nagekomen. Een daar toe bevoegde toezichthouder voert voorafgaande aan het evenement controle uit om te beoordelen of de geplaatste tent aan de voorschriften voldoet.

Artikel 2.2.10 Beveiliging

    • 1.

      Indien naar het oordeel van de burgemeester of op advies van de politie, beveiliging tijdens het evenement noodzakelijk wordt geacht, wordt dit als voorschrift opgenomen in de evenementenvergunning.

    • 2.

      De in het eerste lid van dit artikel beschreven beveiliging dient te worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

    • 3.

      De kosten voor de beveiliging zijn voor rekening van de organisatie van het evenement.

    Paragraaf 2.3De volksgezondheid

Artikel 2.3.1 Alcohol en drugs

    • 1.

      De verstrekking van alcoholhoudende dranken tijdens evenementen geschiedt onder de voorschriften van de Drank- en Horecawet.

    • 2.

      Aan de evenementenvergunning worden in het belang van de gezondheid in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      Tijdens evenementen mag er buiten een horeca-inrichting uitsluitend zwakalcoholhoudende dranken worden geschonken.

    • b.

      Tijdens evenementen, zowel binnen als buiten, mag er uitsluitend worden geschonken in plastic bekers of dranken worden verstrekt in plastic flesjes.

    • c.

      Indien er tijdens een evenement in een feesttent of een afgesloten evenemententerrein alcohol wordt verstrekt dient de organisatie van het evenement jongeren vanaf 18 jaar te voorzien van een gekleurd, opvallend en zichtbaar polsbandje. Uitsluitend aan bezoekers ouder dan 18 jaar met een zichtbaar polsbandje mogen alcoholhoudende dranken worden verstrekt.

    • 3.

      Het gebruik of aanbieden van middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daar op gelijkende waar, tijdens een evenement is verboden. Mocht er gelet op de aard van het evenement worden verwacht dat deze middelen mogelijk aanwezig kunnen zijn tijdens het evenement, dan kan de burgemeester besluiten dat er hulpverleners aanwezig zijn met specifieke kennis inzake de gevaren van drugsgebruik.

    Paragraaf 2.4 De bescherming van het milieu

Artikel 2.4.1 Voorkomen en beperken van geluidsoverlast

    • 1.

      Het college van burgemeester en wethouders verbindt aan de vergunning voorschiften over het geluidsniveau, genoemd in artikel 2.4.2.

    • 2.

      Voor het vaststellen en beoordelen van de geluidsniveaus bij het evenement wordt gebruik gemaakt van methode I.1 uit de handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999.

    • 3.

      Correctie op de bedrijfsduur en/of het muziekgeluid is niet van toepassing.

    • 4.

      De beoordelingshoogte van het geluidsniveau is voor de woninggevel op 1,5 meter boven het maaiveld.

    • 5.

      Burgemeester en wethouders kunnen een ander geluidsniveau als genoemd in artikel 2.4.2, lid 2, op de gevel van een woning vaststellen en/of kunnen (daarbij) het gebruik van een geluidsbegrenzer voorschrijven.

Artikel 2.4.2 Geluidsnorm

    • 1.

      Ter voorkoming en beperking van geluidsoverlast verbindt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval de volgende voorschriften aan een evenementenvergunning:

    • 2.

      Voor het houden van een evenement geldt een maximum geluidsniveau van 90 dB(C) gemeten op de gevel van de omliggende woningen.

    • 3.

      Indien artikel 2.4.1 lid 5 van de beleidsregels van toepassing is, geldt voor het houden van het evenement dat:

      • a.

        Al het ten gehore gebrachte versterkte (muziek)geluid dient te worden begrensd door een door burgemeester en wethouders goedgekeurde geluidsbegrenzer;

      • b.

        Deze begrenzer is afgesteld op het door burgemeester en wethouders vastgestelde geluidsniveau van maximaal 90 dB(C) op de gevel van de omliggende woningen;

    • 4.

      Voor het houden van een kermis:

      • a.

        Maximaal een geluidsniveau van 85 dB(A) op 1 meter van de geluidsbox van de attractie;

      • b.

        Luidsprekers moeten gericht zijn op het middelpunt van de attractie.

    Artikel 2.4.3 Geluidsbegrenzer

    Indien er op grond van artikel 2.4.1 lid 5 van de beleidsregels door het college van burgemeester en wethouders een geluidsbegrenzer wordt voorschreven, gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      Bij de aanvraag om een evenementenvergunning dienen de gegevens van de begrenzer te worden toegevoegd. Het betreft in ieder geval informatie over type, technische gegevens en de installateur.

    • b.

      De begrenzer moet frequentie afhankelijk kunnen worden in-/afgesteld, conform het popmuziekspectrum en verzegelbaar zijn.

    • c.

      De organisator draagt zorg dat de geluidbegrenzer op de juiste wijze wordt geïnstalleerd zodanig dat al het ten gehore gebrachte versterkte muziek via de geluidbegrenzer kan worden begrenst.

    • d.

      Na het afstellen van de begrenzer wordt de begrenzer verzegeld door de politie in aanwezigheid van de gemeente.

    • e.

      De eventuele kosten voor het afstellen van de begrenzer zijn voor rekening van de organisatie van het evenement.

    • f.

      Indien door de daartoe bevoegde ambtenaar van gemeente of politie wordt geconstateerd dat de verzegeling van de begrenzer is verbroken mag er geen muziek of ander geluid meer ten gehore worden gebracht.

    Artikel 2.4.4 Overlast door vervuiling en verontreiniging

    Aan een evenementenvergunning worden de volgende voorschriften verbonden ter voorkoming van overlast door vervuiling en verontreiniging:

    • a.

      De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor het voorkomen van vervuiling tijdens een evenement;

    • b.

      De organisatie dient er zorg voor te dragen dat er voldoende afvalbakken, minicontainers of rolcontainers worden geplaatst op het evenemententerrein;

    • c.

      Afvalbakken, minicontainers of rolcontainers dienen onmiddellijk na afloop van het evenement te worden geleegd en verwijderd, de organisator is hiervoor zelf verantwoordelijk;

    • d.

      De organisator van een evenement dient het evenemententerrein schoon en in oorspronkelijke staat achter te laten. De gemeente kan hiervoor, tegen betaling, materiaal beschikbaar stellen. Mocht naar mening van de gemeente het terrein niet (goed) zijn schoongemaakt of indien nodig hersteld, dan wordt dit alsnog door hen gedaan. De kosten hiervan worden verhaald op de organisator;

    • e.

      De organisator dient ervoor te zorgen dat er voldoende sanitaire voorzieningen aanwezig zijn. Concreet betekent dit minimaal 1 toilet per 150 gelijktijdig aanwezige bezoekers (met een minimum van twee toiletten). Herentoiletten kunnen deels vervangen worden door urinoirs. De toiletten dienen regelmatig te worden gereinigd.

    Hoofdstuk 3 Toezicht en handhaving

    Artikel 3.1 Toezicht

    • 1.

      Per evenement zal naar oordeel van de burgemeester of politie worden beoordeeld of er tijdens opbouw, gedurende het evenement of tijdens afbouw toezicht noodzakelijk wordt geacht.

    • 2.

      Het toezicht op naleving van de vergunningvoorschriften zal voor, tijdens en na afloop van het evenement plaatsvinden door de daarvoor bevoegde ambtenaren.

    Artikel 3.2 Handhaving en sancties

    • 1.

      Indien er door de daartoe bevoegde ambtenaar van gemeente of politie een overtreding van de in de vergunning opgenomen voorschriften wordt geconstateerd, dient de overtreder op last van de daartoe bevoegde ambtenaar de activiteit waarmee de voorschriften worden overtreden onmiddellijk te staken.

    • 2.

      Worden na een eerste aanzegging nog steeds voorschriften overtreden dan kunnen er bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk sancties op worden gelegd.

    • 3.

      Een opgelegde sanctie kan invloed hebben op de beoordeling van een volgende evenementenvergunning-aanvraag van de organisatie welke een sanctie heeft opgelegd gekregen.

    • 4.

      Onverminderd het bepaalde in lid 1 tot en met 3 van dit artikel, blijft tevens het Horecasanctiebeleid 2011 van kracht.

    Hoofdstuk 4 Procedure voor behandeling vergunningaanvragen en meldingen

    Artikel 4.1 Aanvraag

    • 1.

      Een evenementenvergunning dient aangevraagd te worden door middel van het door de burgemeester vastgestelde aanvraagformulier evenementenvergunning.

    • 2.

      Uitsluitend een volledig en tijdig ingediend aanvraagformulier wordt in behandeling genomen. Indien de aanvraag onvolledig is kan de burgemeester beslissen om de aanvraag niet in behandeling te nemen dan wel de behandeling op te schorten.

    • 3.

      Afhankelijk van de aard van het evenement kan van de aanvrager naast informatie op het aanvraagformulier ook een verkeersplan, een opstelplan voor de inrichting van een tijdelijk bouwwerk, gegevens over geluidsbegrenzers of andere informatie, nodig voor een zorgvuldige voorbereiding van het besluit of belangenafweging, worden gevraagd.

    • 4.

      Een aanvraag voor een evenementenvergunning dient uiterlijk 14 weken voor datum van de start van het evenement te zijn ingediend. Uiterlijk acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag (inclusief de benodigde bijlagen) neemt de burgemeester een beslissing op de aanvraag. Deze termijn kan met ten hoogste 8 weken worden verlengd.

    • 5.

      In afwijking van het vierde lid geldt voor een aanvraag om een vergunning voor een nauwelijks belastend evenement, dat deze uiterlijk 3 weken voor datum van de start van het evenement dient te zijn ingediend.

    Artikel 4.2 Toetsing

    • 1.

      De vergunningaanvraag wordt in ieder geval getoetst aan de hand van de criteria genoemd in hoofdstuk 1 en 2 van deze beleidsregels.

    • 2.

      Afhankelijk van de aard van het evenement wordt politie, brandweer, GHOR of andere organisaties gevraagd te adviseren over de aanvraag.

    • 3.

      De evenementencoördinator van team Openbare Orde en Veiligheid coördineert de interne en externe advisering met betrekking tot de belastende en zeer belastende evenementen. De medewerker van team Vergunningverlening is tevens aanspreekpunt voor de vergunningaanvrager en coördineert in ieder geval ook de andere vergunningen en/of ontheffingen die benodigd zijn naast de evenementenvergunning.

    Artikel 4.3 Vergunningvoorschriften

    • 1.

      Voor zover van toepassing worden in de vergunning voorschriften opgenomen genoemd in hoofdstuk 2 van deze beleidsregels. Daarnaast kunnen afhankelijk van de aard van het evenement nog andere voorschriften aan de vergunning worden verbonden.

    • 2.

      Naast de specifieke voorschriften, als bedoeld in lid 1, worden in de vergunning in ieder geval de volgende algemene voorschriften opgenomen:

    • a.

      Op de locatie van het evenement dient een exemplaar van de verleende vergunning aanwezig te zijn;

    • b.

      Eventuele wijzigingen in datum, tijdstip en/ of locatie dienen ten minste 72 uur van tevoren worden doorgegeven aan de gemeente (en de politie);

    • c.

      Nadere aanwijzingen van politie, gemeente en/ of brandweer dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd;

    • d.

      Tijdens het evenement zijn minimaal twee personen aangewezen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van vergunningvoorschriften. Tevens zijn deze personen verantwoordelijk voor de uitvoering van aanwijzingen die de met controle belaste ambtenaar geeft. Deze personen kunnen deze aanwijzingen zelf uitvoeren of laten uitvoeren.

    • e.

      De bewoners in de directe omgeving moeten tijdig van het houden van de activiteit op de hoogte worden gebracht;

    • f.

      De vergunninghouder is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden schade lijden als gevolg van het houden van een activiteit;

    • g.

      De vergunninghouder moet een adequate verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid hebben;

    • h.

      Alle schade die door het houden van de activiteit wordt toegebracht aan eigendommen van de gemeente Zwartewaterland of van derden, moet door en op kosten van de organisatie op eerste aanschrijving van de betrokken eigenaar of beheerder binnen een te stellen termijn en tot zijn genoegen worden hersteld. Bij nalatigheid gebeurt het herstel door de eigenaar op kosten van de vergunninghouder;

    • i.

      De burgemeester behoudt zich het recht voor de vergunninghouder mee te delen dat hij geen gebruik mag maken van de hem verleende vergunning, dit op grond van bijzondere omstandigheden, ontleend aan het algemeen belang.

    Artikel 4.4 Bekendmaking

    Aangevraagde vergunningen worden bekendgemaakt op de voor de gemeente gebruikelijke wijze (zoals het huis-aan-huisblad en het internet).

    Artikel 4.5 Melding

    De melding voor een niet belastend evenement dient uiterlijk 3 weken voor datum van de start van het evenement te worden gedaan via het door de burgemeester vastgestelde meldingsformulier.

    Artikel 4.6 Evaluatie evenement

    • 1.

      Zeer belastende evenementen worden uiterlijk een maand na afloop door de organisatie en de werkgroep Veiligheid geëvalueerd.

    • 2.

      Naar oordeel van de burgemeester kan bij andere evenementen dan zeer belastende evenementen een verplichte evaluatie als voorschrift in de te verlenen vergunning worden opgenomen. Indien daarvoor aanleiding is, kan de burgemeester ook achteraf besluiten dat een evenement dient te worden geëvalueerd.

    • 3.

      De uit de evaluatie voortkomende aandachtspunten worden vastgelegd in een verslag en meegenomen bij de vergunningverlening van volgende evenementen georganiseerd door dezelfde organisatie.

    Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

    Artikel 5.1 Hardheidsclausule

    Wanneer er sprake is van een bijzondere gebeurtenis van internationaal, nationaal, provinciaal of plaatselijk belang kan de burgemeester afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

    Artikel 5.2 Overgangsbepaling

    Deze beleidsregels hebben betrekking op aanvragen die na inwerking treden van de beleidsregels zijn ingediend. Bij de behandeling van reeds eerder ingediende aanvragen vindt, voor zover de aanvraag afwijkt van de beleidsregels, overleg plaats met de aanvrager. Afwijking van de beleidsregels wordt in dat geval door het bevoegd bestuursorgaan in de beschikking gemotiveerd.

    Artikel 5.3 Inwerkintreding

    Deze beleidsregels treden in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

    Artikel 5.4 Citeertitel

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels evenementen 2012 gemeente Zwartewaterland”.

    Artikel 5.5 Evaluatie

    Deze beleidsregels worden vier jaar na inwerkingtreding geëvalueerd, tenzij wijzigingen in relevante wet- en regelgeving of regionale omstandigheden dit eerder noodzakelijk maakt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland van 18 april 2017.
Burgemeester van Zwartewaterland,
ing. E.J. Bilder
Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland,
de secretaris, de burgemeester,
J.Dijkstra ing. E.J. Bilder