Regeling vervallen per 01-01-2021

Reglement ontheffingen en vergunningen motorvoertuigen

Geldend van 06-07-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Reglement ontheffingen en vergunningen motorvoertuigen

Het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de Parkeerverordening ’s-Hertogenbosch 1996, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

B e s l u i t:

  • 1.

    tot het vaststellen van een reglement inhoudende beleidsregels, voorwaarden en uitvoeringsregels voor het in behandeling nemen van en het nemen van een besluit op een aanvraag voor een ontheffing c.q. vergunning zoals omschreven in deze regeling;

  • 2.

    dat deze regeling in werking treedt met ingang van 1 januari 2015;

  • 3.

    dat gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit reglement het Reglement ontheffingen motorvoertuigen ’s-Hertogenbosch 2008 komt te vervallen.

  • 4.

    dat deze regeling wordt aangehaald als: “Reglement ontheffingen & vergunningen motorvoertuigen ”.

  • 5.

    dat in geval van onverwachte knelpunten en/of schrijnende gevallen met toepassing van het artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht van dit beleid kan worden afgeweken indien de toepassing van het reglement ontheffingen & vergunningen voor een of meerdere belang-hebbenden wegens bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBESCHRIJVINGEN

Artikel 1.1 Begripsbeschrijvingen

Daar waar begrippen worden aangehaald wordt het begrip bedoeld zoals vermeld in de Wet of verordening, waarop de aangehaalde regeling is gebaseerd. Aanvullend wordt in dit uitvoeringsbesluit verstaan onder:

  • A.

    Huishouden: Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan en van legale bewoning van een kamer, woning of daarmede vergelijkbare woonvorm.

  • B.

    Venstertijden: De uren waarin de geslotenverklaring voor motorvoertuigen niet van kracht is.

  • C.

    Calamiteitendiensten: nood- of hulpdiensten die belast zijn met de uitvoering van werkzaamheden welke in het kader van de (volks)gezondheid, het voorkomen van gevaar, schade of hinder voor personen en/of de openbare orde geen uitstel dulden.

  • D.

    Milieuzone: door het College aangewezen gebied waarin voor motorvoertuigen vanwege het milieu een selectief toegangsbeleid is ingesteld.

  • E.

    Eigen parkeergelegenheid: een parkeerplaats, waaronder begrepen een terrein, garage of carport waarover de aanvrager kan beschikken of moet kunnen beschikken. Daaronder wordt tevens verstaan de parkeerplaatsen behorende bij wooncomplexen, die – al dan niet tegen betaling - aan bewoners van een dergelijk complex beschikbaar dienen te staan en parkeergelegenheden, die door de eigenaar een andere bestemming hebben gekregen.

  • F.

    Sector: een groep straten binnen een aangewezen gebied met parkeerplaatsen voor vergunninghouders.

  • G.

    BRP: Basisregistratie Personen

  • H.

    Werkadres: het adres waar men voor meer dan vier weken verblijft ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden in dienstverband of t.b.v. een eigen bedrijf.

  • I.

    Woonadres: het adres waar men staat ingeschreven volgens de BRP.

  • J.

    Dag: een kalenderdag.

  • K.

    Binnenstad: het deel van de binnenstad dat is afgesloten voor motorvoertuigen door middel van de zogenaamde “piramides”.

  • L.

    Gesloten verklaring Binnenstad: het gebied omsloten door de Zuid-Willemsvaart, de Dommel, de Capucijnenlaan, het Stationsplein, de Havenstraat en de Stadswallen, dat is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van bestemmingsverkeer.

  • M.

    Gesloten verklaring Gestelseweg: het gebied dat wordt begrensd door de volgende straten: Koestraat, Pettelaarseweg, Pleinse Dijk, Rooistaartstraat, Hemelrijkstraat, Lookerstraat, Dooibriek, Venstraat, Wolfsdreef, Houwsestraat, Vogelenzang, Haanwijk, Ruimel, Kapelbergstraat, Sterrenbos, Oud Helaer, Krakkensteinweg en de Mudakkerse Dijk, dat bij voortduring afgesloten is voor gemotoriseerd verkeer.

  • N.

    Gesloten verklaring Henriettewaard: het gebied dat wordt begrensd door de rivier de Maas, Kanaal Henriëttewaard, de Gemaalweg en Crevecoeur dat tijdens de spitsuren afgesloten is voor gemotoriseerd verkeer.

  • O.

    Gesloten verklaring Bossche Broek: afgesloten natuurgebied Het Bossche Broek, dat bij voortduring afgesloten is voor gemotoriseerd verkeer.

  • P.

    Helftheuvelpassage: het gebied dat wordt begrensd door de Helftheuvelweg, Kooikersweg, Rijzertlaan, Gouveneur van den Bogaerdensingel en de Helftheuvelflat nummer 6 t/m 32.

HOOFDSTUK 2 PARKEERVERGUNNINGEN

Artikel 2.1 Parkeervergunning voor bewoners

    • 1.

      Een vergunning voor het parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats voor bewoners wordt verleend indien:

    • a.

      het kenteken of leasecontract van de auto waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd op naam staat van de aanvrager of een persoon die deel uitmaakt van dezelfde huishouding;

    • b.

      de eigenaar van de auto niet in het bezit is, dan wel, niet kan beschikken over eigen parkeergelegenheid;

    • c.

      de aanvrager staat ingeschreven als ingezetene of zich in het kader van de BRP heeft aangemeld voor een woonadres in een vergunninghouders gebied. In het laatste geval wordt de aanvrager aangemerkt als bewoner.

    • 2.

      Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan een bewonersparkeervergunning worden verleend indien de aanvrager tijdelijk woont in een vergunninghoudersgebied en voldoet aan de volgende voorwaarden:de aanvrager deze woning in eigendom heeft of de woning huurt, waarbij de huurovereenkomst voor tenminste een periode van één maand is aangegaan;op het adres geen andere bewoner(s) staat c.q. staan ingeschreven c.q. woonachtig zijn.

    • 3.

      In de binnenstad wordt per huishouden maximaal één bewonersparkeervergunning per woonadres verleend.

    • 4.

      Op een bewonersparkeervergunning worden op verzoek maximaal 3 kentekens vermeld, waarbij er tegelijkertijd maar één auto kan parkeren. Het bepaalde in het eerste lid is voor deze kentekens van overeenkomstige toepassing.

    • 5.

      Een aanvraag voor een bewonersparkeervergunning voor de binnenstad wordt beschouwd als een aanvraag voor de sector waarbinnen de woning van de aanvrager zich bevindt en voor de sectoren binnen een afstand van 500 meter van deze woning. Afhankelijk van de parkeerdruk wordt beoordeeld voor welke sector de parkeervergunning kan worden afgegeven.

    • 6.

      Indien wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd in lid 1 sub a t/m d, kan aan een eigenaar of houder van een voertuig een parkeerrecht in de vorm van avondparkeerabonnement worden verleend om gebruik te kunnen maken van parkeerplaatsen die in het kader van betaald parkeren binnenstad zijn aangewezen. Per huishouden worden maximaal 2 avondabonnementen afgegeven. Indien er op het adres een vergunning is afgegeven wordt er maximaal nog 1 avondparkeerabonnement afgegeven.

Artikel 2.2 Parkeervergunningen voor bedrijven

    • 1.

      Een vergunning voor het parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats of bij parkeerapparatuur kan worden verleend indien:

    • a.

      De eigenaar of houder van een voertuig ter plaatse een beroep of bedrijf uitoefent;

    • b.

      Het in het kader van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is om in dat gebied te parkeren;

    • c.

      Het parkeren niet plaatsvindt in het kader van het woon/werkverkeer of laden en lossen van goederen.

    • 2.

      Voor de binnenstad en de gebieden met een hoge parkeerdruk wordt onderscheid gemaakt in:

    • a.

      Parkeervergunning voor bedrijven met leveringsdiensten: Een vergunning voor bedrijven die zich richten op de levering van goederen, waarvan een bezorg- of ophaalservice aantoonbaar onderdeel uitmaakt van de bedrijfsvoering.

    • b.

      Parkeervergunning voor bedrijven met mobiele medewerkers: een vergunning ten behoeve van het parkeren door medewerkers die voor de uitvoering van hun functie zijn aangewezen op het vervoer per motorvoertuig voor het afleggen van werkbezoeken aan externe locaties. In ieder geval worden hieronder verstaan advocatenkantoren, makelaarskantoren en uitzendbureaus en daarmee gelijk te stellen bedrijven.

    • c.

      Parkeervergunning voor horecabedrijven: een vergunning ten behoeve van de eigenaar of bedrijfsleider van een horecabedrijf.

    • 3.

      De bedrijfsvergunningen zoals bedoeld in het tweede lid kunnen worden verleend voor betaalde parkeerplaatsen indien door de aard van de werkzaamheden kan worden vastgesteld, dat gemiddeld minder dan twee uren per bedrijfsbezoek wordt geparkeerd.

    • 4.

      Op één parkeervergunning voor bedrijven kunnen meerdere kentekens worden geregistreerd. Elk van die geregistreerde kentekens kan gebruik maken van de parkeervergunning. Er kan maar één kenteken tegelijk gebruik maken van de vergunning.

    • 5.

      Er wordt per drie mobiele medewerkers, zoals in lid 2 onder b genoemd, één parkeervergunning verleend.

    • 6.

      Indien een bedrijf zoals genoemd in lid 2, over eigen parkeergelegenheid beschikt wordt geen vergunning verleend.

Artikel 2.3 Vergunning voor hulpverleners

    • 1.

      Een vergunning voor het parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats kan worden verleend aan:

    • a.

      Een beroepsmatige hulpverlener die aantoonbaar kortdurend professionele zorg verleent op een adres gelegen in een vergunningshouders gebied.;

    • b.

      Als hulpverlener wordt in het kader van dit artikel in ieder geval aangemerkt een arts, verloskundige, verpleegkundige of verzorgende.

    • 2.

      Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan een vergunning ook worden verleend aan een eigenaar of houder van een voertuig die aantoonbaar in het kader van de mantelzorg zorg verleent aan een bewoner van een gebied dat is aangewezen als vergunninghouders gebied.

    • 3.

      De bewoner toont zijn of haar hulpbehoevendheid aan met een op zijn of haar naam gestelde indicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ-indicatie) of een bij of krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning aan een hem/haar verleende beschikking.

    • 4.

      De vergunning zoals bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen bij beperkte capaciteit van parkeerplaatsen voor vergunninghouders worden verleend voor betaalde parkeerplaatsen.

Artikel 2.4 Wachtlijst binnenstad

    • 1.

      Voor de binnenstad wordt een maximum aantal uit te geven parkeervergunningen per sector vastgesteld met als basis 150% van het aantal parkeerplaatsen. Afhankelijk van de gemeten bezetting in een bepaalde sector over een bepaalde periode kan dit percentage worden aangepast.

    • 2.

      Als het maximale aantal vergunningen is uitgegeven wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst indien de aanvrager de beschikking heeft over een motorvoertuig en in aanmerking komt voor een vergunning.

    • 3.

      De volgorde van verlening en plaatsing op de wachtlijst wordt bepaald door de in het parkeersysteem vermelde inschrijfdatum.

    • 4.

      Als de aanvrager een aanbieding van een vergunning in de sector waar deze woont of gevestigd is voor een tweede maal afwijst, wordt de aanvraag op grond hiervan afgewezen. Indien de aanvrager opnieuw een aanvraag indient wordt deze volgens de nieuwe aanvraagdatum op de wachtlijst geplaatst.

Artikel 2.5 Bezoekersregeling

    • 1.

      Aan de bewoner in een vergunninghoudersgebied wordt op aanvraag bezoekerskaarten verleend ten behoeve van het parkeren door hun bezoekers.

    • 2.

      De bezoekerskaart wordt uitgegeven in papieren of digitale vorm en is afhankelijk van het parkeersysteem in de woonwijk van aanvrager.

    • 3.

      De bezoekerskaart wordt verstrekt onder de voorwaarde, dat de bezoekerskaart uitsluitend mag worden uitgereikt aan personen, die op bezoek zijn bij aanvrager.

    • 4.

      De uitgifte van bezoekerskaarten aan een huishouden is gemaximaliseerd in parkeertijd conform de tarieventabel behorende bij de ‘Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen’.

    • 5.

      In bijzondere omstandigheden van hulpverlenende of verzorgende aard kan het maximaal aantal uren, zoals is vermeld in het vierde lid, worden aangepast voor zover en voor de duur dat dit voor het uitoefenen van de hulpverlenende of verzorgende taak noodzakelijk is.

    • 6.

      De bezoekerskaart in de binnenstad is geldig op betaalde parkeerplaatsen tijdens de uren, gelegen buiten de winkeltijden en op zondagen. De bezoekerskaart buiten de binnenstad is geldig op de vergunninghouders plaatsen en de betaalde parkeerplaatsen.

HOOFDSTUK 3 ONTHEFFINGEN

Artikel 3.1 Algemene bepalingen

    • 1.

      Uitgangspunt van het ontheffingenbeleid is dat de beoogde effecten van de verkeersmaatregelen worden gerealiseerd. Ontheffingen worden bij uitzondering verleend, als vastgesteld is dat het belang van de aanvrager door de verkeersmaatregel onevenredig wordt geschaad.

    • 2.

      Aan een ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden met betrekking tot het voertuig, de te gebruiken plaatsen waarvoor alsmede de tijdsduur en tijdstippen waarop de ontheffing van kracht is. Ook kunnen beperkingen worden gesteld in het belang van de leefomgeving.

    • 3.

      Een ontheffing mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor deze is aangevraagd.

Artikel 3.2 Weigeringsgronden

    • 1.

      Een ontheffing wordt niet verleend als het verlenen ervan tot onaanvaardbare consequenties leidt ten aanzien van de veiligheid en of leefbaarheid van het gebied waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

    • 2.

      Een ontheffing wordt niet verleend als er alternatieven beschikbaar zijn in de vorm van andere parkeerplaatsen of andere routes.

    • 3.

      Een ontheffing wordt niet verleend voor een locatie waar een warenmarkt, kermis, evenement plaatsvindt, een standplaats is ingenomen of wegwerkzaamheden zijn voorzien, tenzij een ontheffing wordt aangevraagd in het belang van de voornoemde activiteiten.

Artikel 3.3 Intrekkingsgronden

    • 1.

      De ontheffing wordt ingetrokken:

    • a.

      als bij aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      op verzoek van de houder van de ontheffing;

    • c.

      als het motief op grond waarvan de ontheffing is verleend is vervallen.

    • 2.

      De ontheffing kan worden ingetrokken indien:

    • a.

      de motivering of omstandigheden, op grond waarvan de ontheffing is verstrekt, is gewijzigd;

    • b.

      niet meer kan worden voldaan aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de ontheffing;

    • c.

      na een eerste waarschuwing binnen een periode van twee maanden wederom in strijd met de verleende ontheffing en/of de daaraan verbonden voorwaarden is c.q. wordt gehandeld.

Artikel 3.4 Tijdelijke ontheffing en dagvergunning

Onder een tijdelijke ontheffing wordt een kortdurende ontheffing verstaan ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, waarbij de aanwezigheid van een motorvoertuig noodzakelijk is.

  • 1.

    Een tijdelijke ontheffing kan worden verleend indien:

    • a.

      ten aanzien van de in aanhef bedoelde motorvoertuig een parkeerrecht is verleend;

    • b.

      in het kader van de uitvoering van werkzaamheden een voertuig in de nabijheid van een object of gebouw, waar deze werkzaamheden moeten worden verricht, moet worden geparkeerd en dit op basis van de ten aanzien van dat voertuig verleende dagvergunning niet mogelijk of niet wenselijk is;

    • c.

      zonder de aanwezigheid van het motorvoertuig de werkzaamheden niet kunnen worden verricht dan wel zodanig worden vertraagd, dat de duur van vertraging niet in verhouding staat tot de oorspronkelijke duur van de werkzaamheden.

  • 2.

    Een tijdelijke ontheffing kan schriftelijk worden aangevraagd, via internet of aan de balie van de gemeente.

  • 3.

    Voor een tijdelijke ontheffing voor het parkeren van de auto in de autoluwe binnenstad moet naast het bepaalde in lid 1, sub b, ook worden aangetoond dat de werkzaamheden niet binnen de venstertijden kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 3.5 Ontheffing voor de geslotenverklaring

3.5.1 Ontheffing gesloten verklaring binnenstad autoluw gebied

    • 1.

      Een doorlopende ontheffing wordt verleend aan de volgende herkenbare doelgroepen :

    • a.

      lijnbussen;

    • b.

      calamiteitendiensten;

    • c.

      gemeentelijke onderhoudsdiensten;

    • d.

      taxi’s voor het ophalen of afzetten van klanten.

    • 2.

      Op aanvraag kan een doorlopende ontheffing worden verleend aan:

    • a.

      een bewoner of een bedrijf die beschikt over een eigen parkeergelegenheid binnen de gesloten verklaring;

    • b.

      bedrijven gevestigd binnen de gesloten verklaring met een bezorgdienst op afroep voor goederen die worden geleverd aan klanten. De bezorgdienst moet uitdrukkelijk onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering;

    • c.

      erkende geld- en waardetransporteurs voor zover zij regelmatig binnen de gesloten verklaring moeten zijn voor het verrichten van werkzaamheden;

    • d.

      beveiligingsdiensten voor het verrichten van werkzaamheden waarbij zij voor de uitvoering van hun werkzaamheden afhankelijk zijn van een uiterlijk herkenbaar bedrijfsvoertuig;

    • e.

      erkende stadsdistributeurs.

    • 3.

      Onder de doelgroep “erkende stadsdistributeur” wordt in het kader van dit artikel verstaan: een distributeur, die de zorgt voor de distributie van aangeboden goederen bestemd voor en/of afkomstig uit de binnenstad van ’s-Hertogenbosch en:

    • a.

      die in het kader van de Wet Goederenvervoer over de weg daartoe gerechtigd is;

    • b.

      waarvan niet in redelijkheid verwacht kan worden dat hij/zij in een dagdeel (ochtend of middag) alle goederen kan ophalen c.q. afleveren waardoor een directe negatieve beïnvloeding van de bedrijfsvoering wordt of kan worden veroorzaakt.

    • 4.

      Toegang tot het afgesloten gebied wordt op aanvraag via de intercom verleend aan:

    • a.

      gehandicaptenparkeerkaarthouders;

    • b.

      klanten van winkels, die gekochte goederen willen ophalen, welke redelijkerwijze niet zonder auto kunnen worden vervoerd;

    • c.

      personen of bedrijven die om wille van spoedeisende redenen aangeven in het gebied moeten zijn en waarvan de centralist beoordeelt, dat om die reden de toegang moet worden verleend.

    • 5.

      In afwijking van het gestelde in lid 1 t/m 4 wordt voor wat betreft de piramide Wilhelminabrug (hoek Visstraat) alleen ontheffing verleend aan calamiteitendiensten.

    • 6.

      De toestemming zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel wordt geacht niet te zijn verleend als de redenen voor toestemming bij controle onjuist blijken te zijn.

3.5.2 Ontheffing gesloten verklaring Gestelseweg

Ontheffing voor de geslotenverklaring Gestelseweg wordt op aanvraag verleend aan:

  • 1.

    Bewoners en bedrijven in het gebied: bewoners en bedrijven die volgens de BRP en het register van de Kamer van Koophandel gevestigd zijn binnen het gebied van de gesloten verklaring Gestelseweg.

  • 2.

    Woon-werkverkeer: Voor bedrijven zoals genoemd in lid 1 wordt ten behoeve van werknemers ontheffing verleend voor woon-werkverkeer, als door middel van een werkgeversverklaring wordt aangetoond dat de persoon werkzaam is bij het bedrijf;

  • 3.

    Eigenaren en pachters van gronden; De eigenaren of pachters die aantonen dat zij eigenaar of pachter zijn van de grond die kadastraal gelegen is binnen het gebied van de geslotenverklaring Gestelseweg;

  • 4.

    Taxi- post- en koeriersdienst; Indien deze dienst aantoont op regelmatige basis meerdere adressen binnen de geslotenverklaring Gestelseweg te bedienen en aantoont dat de te volgen route door de wegafsluiting onevenredig wordt verlengd;

  • 5.

    Langzaam rijdend verkeer, zoals tractoren, brommobielen en gehandicaptenvoertuigen.

3.5.3 Ontheffing gesloten verklaring Henriëttewaard

Ontheffing voor de geslotenverklaring Henriëttewaard wordt op aanvraag verleend aan:

  • 1.

    Bewoners en bedrijven in het gebied: bewoners en bedrijven die volgens de BRP en het register van de Kamer van Koophandel gevestigd zijn binnen het gebied van de geslotenverklaring Henriëttewaard;

  • 2.

    Woon-werkverkeer: bewoners die volgens de BRP ingeschreven staan in Engelen of Bokhoven dan wel Hedel of Amerzoden en waarvan het werkadres aantoonbaar door een werkgeversverklaring gelegen is in Hedel of Ammerzoden dan wel Engelen of Bokhoven;

  • 3.

    Eigenaren en pachters van gronden; De eigenaren of pachters die aantonen dat zij eigenaar of pachter zijn van de grond die kadastraal gelegen is binnen het gebied van de gesloten verklaring Henriëttewaard;

  • 4.

    Taxi- post- en koeriersdienst; Indien deze dienst aantoont op regelmatige basis meerdere adressen binnen de gesloten verklaring Henriettewaard te bedienen;

  • 5.

    Langzaam rijdend verkeer, zoals tractoren, brommobielen en gehandicaptenvoertuigen.

3.5.4 Ontheffing gesloten verklaring Bossche Broek

Ontheffing voor de geslotenverklaring t.b.v. de toegang tot het gebied “De Bossche Broek” wordt op aanvraag verleend aan:

  • 1.

    de pachter van het paviljoen: Aan de pachter wordt op aanvraag ontheffing verleend, tevens geldt voor het parkeren van een voertuig direct nabij het paviljoen;

  • 2.

    Sportverenigingen: Aan besturen en door hen aan te wijzen leden van de sportverenigingen met een vestiging in het gebied wordt op aanvraag ontheffing verleend. Het parkeren van voertuigen in het gebied Bossche Broek is niet toegestaan, uitgezonderd het parkeren op eigen parkeerterreinen;

  • 3.

    Eigenaren en pachters van gronden; De eigenaren of pachters die aantonen dat zij eigenaar of pachter zijn van grond die kadastraal is gelegen in het gebied “de Bossche Broek”;

  • 4.

    Bedrijven voor de uitvoering van werkzaamheden.

Artikel 3.6 Ontheffing lengtebeperking binnenstad voor vrachtwagens langer dan 10 meter

    • 1.

      een ontheffing van de lengtebeperking in de binnenstad voor vrachtwagens langer 10 meter:

    • a.

      kan in een uitzonderlijke situatie worden verleend ten behoeve van de bedrijfsmatige bevoorrading, de warenmarkt, bouw-, installatie- en reparatieverkeer en de opbouw of uitvoering van evenementen, indien bij beoordeling in redelijkheid niet kan worden verlangd om de goederen in kleine vrachtauto’s te vervoeren;

    • b.

      wordt verleend aan het vrachtverkeer met bestemming Theater aan de Parade. De ontheffing kan worden aangevraagd door of namens het bestuur van het Theater aan de Parade.

    • 2.

      In de ontheffing wordt in ieder geval aangegeven: het vervoerstijdstip, de te volgen route en de termijn waarvoor de ontheffing geldt.

Artikel 3.7 Ontheffing blauwe zone

    • 1.

      Ontheffing van de blauwe zone aan de Helftheuvelpassage wordt verleend aan bewoners en bedrijven die volgens de BRP respectievelijk het register van de Kamer van Koophandel wonen respectievelijk gevestigd zijn in het gebied en op basis van de kentekenregistratie of leaseovereenkomst eigenaar of gebruiker zijn van het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

    • 2.

      Binnen het vastgestelde gebied van de blauwe zone wordt maximaal 1 ontheffing verleend aan:

    • a.

      een winkelier: per adres waar zijn/haar winkel is gevestigd;

    • b.

      een bedrijf : per 50m2 in gebruik zijnde Bruto Vloer Oppervlakte.

    • 3.

      Ontheffing van de blauwe zone aan de Pettelaarseweg wordt verleend aan bewoners van de flat grenzend aan de Zuiderparkweg, zijde Maresiusplantsoen. Deze bewoners dienen wel op basis van de kentekenregistratie of leaseovereenkomst eigenaar of gebruiker te zijn van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd.

    • 4.

      De ontheffing is alleen geldig op een nader aangeduid gedeelte binnen de parkeerschijfzone.

Artikel 3.8 Ontheffing Milieuzone ’s-Hertogenbosch

    • 1.

      Aan de bestuurder van een vrachtauto die niet voldoet aan de criteria voor de toegang tot de milieuzone wordt op aanvraag maximaal 12 keer per jaar een dagontheffing verleend.

    • 2.

      De aanvrager, tevens eigenaar van een vrachtauto, die aantoont financieel niet in staat te zijn om een investering te doen in een schoon voertuig of roetfilter doet de aanvraag met een beroep op de hardheidsclausule. Het beroep op de hardheidsclausule wordt gehonoreerd als:

    • a.

      binnen een termijn van maximaal 12 maanden aan de toelatingscriteria voor de milieuzone kan worden voldaan;

    • b.

      als niet binnen redelijke termijn kan worden voldaan aan de toelatingscriteria maar anderszins kan worden vastgesteld dat de toegang van wezenlijk belang is voor de rechtspersoon of het bedrijf van de aanvrager.

    • 3.

      Voor een beoordeling van de aanvraag wordt indien nodig advies gevraagd aan derden.

Artikel 3.9 Ontheffing rijden op busbanen

    • 1.

      Aan taxibedrijven wordt op aanvraag ontheffing verleend voor het rijden op busbanen of busstroken als:

    • a.

      het bedrijf in bezit is van een ondernemersvergunning voor taxiververvoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

    • b.

      het voertuig staat ingeschreven als taxi en gebruikt wordt voor taxivervoer.

    • 2.

      De ontheffing is alleen geldig op momenten dat de taxi passagiers vervoert.

HOOFDSTUK 4 GEHANDICAPTENPARKEERPLAATSEN BIJ WOON- OF WERKADRES

Artikel 4.1 Toekenning gehandicaptenparkeerplaats

    • 1.

      Een gehandicaptenparkeerplaats kan worden toegekend aan een bestuurder of een passagier van een motorvoertuig.

    • 2.

      Een gehandicaptenparkeerplaats wordt geregistreerd op kenteken en ter plaatse kenbaar gemaakt door middel van het op grond van een verkeersbesluit geplaatst bord E6.

    • 3.

      Om in aanmerking te kunnen komen voor een gehandicaptenparkeerplaats dient een rechtsgeldige Europese gehandicaptenparkeerkaart te worden overgelegd.

Artikel 4.2 Gehandicaptenparkeerplaats bestuurder

Aan een bestuurder van een motorvoertuig kan een gehandicaptenparkeerplaats worden toegekend indien:

  • 1.

    de bestuurder volgens de BRP staat ingeschreven op het woonadres of uit een werkgeversverklaring blijkt dat aanvrager voor een aaneengesloten periode werkzaam is op het bedrijfsadres;

  • 2.

    de bestuurder in het bezit is van een Europese gehandicaptenparkeerkaart als bestuurder voor minimaal één jaar;

  • 3.

    blijkt dat de parkeerdruk zodanig is dat de bestuurder in redelijkheid niet in staat is zelfstandig de afstand tussen de bestemming en de eerst aanwezige parkeergelegenheid aan één stuk te voet te overbruggen.

Artikel 4.3 Gehandicaptenparkeerplaats passagier

Een gehandicaptenparkeerplaats ten behoeve van een passagier kan worden toegekend indien:

  • 1.

    de passagier volgens de BRP staat ingeschreven op het woonadres of uit een werkgeversverklaring blijkt dat de aanvrager voor een aaneengesloten periode werkzaam is op het bedrijfsadres.

  • 2.

    De passagier in het bezig is van een Europese gehandicaptenparkeerkaart als passagier.

  • 3.

    Blijkt dat vanwege de parkeerdruk en uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de doorstroming van verkeer niet wenselijk is dat de bestuurder van het motorvoertuig in de directe omgeving van de woning van de gehandicapte passagier stopt ten behoeve van het in- of uitstappen van de gehandicapte òf het uit het oogpunt van zorg niet mogelijk is om aanvrager alleen te laten gedurende de tijd die nodig is om het voertuig te parkeren.

Artikel 4.4 Weigeringsgronden gehandicaptenparkeerplaats

Een aanvraag voor het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager op eigen terrein kan parkeren, rekening houdend met beperkingen in de bewegingsvrijheid van aanvrager en de aanpassingsmogelijkheden op eigen terrein;

  • b.

    binnen de overbrugbare loopafstand van aanvrager rondom de woning van aanvrager geen mogelijkheid is om een individuele parkeerplaats conform de landelijk geldende normen aan te leggen, mede rekening houdend met de veiligheid en doorstroming van het verkeer en een onaanvaardbare aantasting van de algemene bereikbaarheid van de omgeving.

Artikel 4.5 Intrekking toekenning gehandicaptenparkeerplaats

    • 1.

      De toekenning van een gehandicaptenparkeerplaats wordt ingetrokken indien:

    • a.

      indien de aanvrager verhuisd is;

    • b.

      indien de aanvrager niet meer in het bezit is van een auto of in geval van een passagier, niet meer duurzaam over een auto kan beschikken;

    • c.

      na overlijden van degene t.b.v. wie de parkeerplaats is aangelegd;

    • d.

      als de parkeerplaats is toegewezen op grond van door de aanvrager onjuist verschafte gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest.

    • 2.

      De toekenning van een gehandicaptenparkeerplaats kan worden ingetrokken indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer voldoet aan de in deze afdeling gestelde voorwaarden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 november 2014
De secretaris, de burgemeester.
mr. drs. I.A.M. Woestenberg, mr. dr. A.G.J.M. Rombouts