Regeling vervallen per 31-12-2020

Het bestuur van stichting Cultuur Eindhoven maakt bekend dat het, na voorafgaand verkregen schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht, op 1 februari 2018 de gewijzigde Subsidieregeling Cultuur Eindhoven 2017-2020 heeft vastgesteld.

Geldend van 02-02-2018 t/m 30-12-2020

Intitulé

Het bestuur van stichting Cultuur Eindhoven maakt bekend dat het, na voorafgaand verkregen schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht, op 1 februari 2018 de gewijzigde Subsidieregeling Cultuur Eindhoven 2017-2020 heeft vastgesteld.

Subsidieregeling Cultuur Eindhoven 2017-2020

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Actieve leden gilde: contributie betalende leden van een gilde, die de activiteiten uitvoeren;

  • b)

    Amateurkunst: niet-beroepsmatige beoefening van kunst in de vrije tijd;

  • c)

    Artistieke kwaliteit: zeggingskracht, vakmanschap, oorspronkelijkheid;

  • d)

    Bemiddelingsfunctie: het samenbrengen van vraag en aanbod in Eindhoven op het gebied van culturele activiteiten tussen primair en voortgezet onderwijs enerzijds en culturele instellingen anderzijds;

  • e)

    Bestuur: het bestuur van stichting Cultuur Eindhoven;

  • f)

    Bezwarenadviescommissie: commissie die het bestuur adviseert inzake bezwaarschriften met betrekking tot subsidiebesluiten;

  • g)

    Bijzonder vrijetijdsaanbod: een samenhangend aanbod van culturele lesactiviteiten in de vrije tijd dat aantoonbaar niet of nog niet zonder bijdrage uit publieke middelen tot stand kan komen;

  • h)

    BIS: culturele basisinfrastructuur Eindhoven zoals in de vastgestelde Cultuurbrief van 26 januari 2016 opgenomen;

  • i)

    Co-creatie: vorm van samenwerking waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat van het proces;

  • j)

    Cultuurbrief: cultuurbeleid op hoofdlijnen vastgesteld door gemeenteraad van Eindhoven op 26 januari 2016;

  • k)

    Cultuureducatie: een samenhangend aanbod van activiteiten gericht op aanbod voor primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO) in afstemming met scholen en andere aanbieders met het oog op totstandbrenging van een doorlopende leerlijn;

  • l)

    Cultuurraad: de Cultuurraad van stichting Cultuur Eindhoven, zoals beschreven in artikel 12 van de Statuten;

  • m)

    Doorlopende leerlijn: een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden naar een einddoel die tussen PO en VO of tussen groepen en sectoren tot stand komt;

  • n)

    Eenmalige subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor een activiteit met een eenmalig of incidenteel karakter voor een van tevoren bepaalde tijd;

  • o)

    Gilde: een rechtspersoon, die vanuit een eeuwenoud verleden de specifieke gildetradities - waarbij in oorsprong een sociaal, charitatief of geestelijk doel voorop stond - in stand houdt en daaraan op al of niet vernieuwende wijze uitvoering geeft;

  • p)

    Jaarlijkse subsidie: subsidie die per kalenderjaar of voor een bepaald aantal kalenderjaren voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • q)

    (Jaar)programma: samenhangend programma van meerdere door het jaar heen georganiseerde culturele activiteiten;

  • r)

    Matching: cofinanciering door stichting Cultuur Eindhoven en andere financiers voor een cultureel programma;

  • s)

    Ondernemerschap: het gaat hierbij dan niet om opbrengstmaximalisatie, maar om positionering, profilering, omgevingsbewustzijn, gerichtheid op publiek en een evenwichtige financieringsmix, transparant toezicht, effectieve gezonde bedrijfsvoering en goed werkgeverschap, en voldoen aan kwaliteitseisen van de sector indien aanwezig (bijvoorbeeld Museumregister);

  • t)

    PLUS-regeling: de PLUS-regeling staat open voor projecten en jaarprogramma’s voor alle cultuur disciplines binnen de ruime definitie van de Cultuurbrief;

  • u)

    Project: een door tijd en middelen begrensde culturele activiteit met een incidenteel karakter;

  • v)

    Snelgeldfonds: een fonds met een jaarlijks budget om middels een eenvoudige en snelle besluitvorming een impuls te geven aan presentatie, onderzoek en productie;

  • w)

    Specifieke gildeactiviteiten: vendelzwaaien, trommelen, (vogel)schieten, deelnemen aan en organiseren van de kringdagen en het zich geüniformeerd presenteren tijdens openbare evenementen;

  • x)

    Statuten: de statuten van stichting Cultuur Eindhoven;

  • y)

    Talentontwikkeling: de ontwikkeling van professioneel artistiek talent.

Artikel 2 Doel

  • 1. Het bestuur kan subsidies verlenen die passen binnen de door de gemeenteraad van Eindhoven vastgestelde Cultuurbrief 2017-2020.

  • 2. Het bestuur kan bovendien subsidie verlenen om de van oudsher in de gemeente Eindhoven gevestigde en actief bestaande gilden in stand en zichtbaar te houden.

Artikel 3 Begrotingsvoorbehoud

Subsidies worden verleend onder voorbehoud van het beschikbaar stellen van middelen door de gemeente Eindhoven aan stichting Cultuur Eindhoven.

Artikel 4 Subsidieaanvrager

  • 1. Voor subsidie komen alleen opgerichte rechtspersonen in aanmerking.

  • 2. Voor een subsidie uit het Snelgeldfonds komen ook natuurlijke personen in aanmerking.

  • 3. Voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, komen enkel in aanmerking de van oudsher in de gemeente Eindhoven gevestigde en actief bestaande gilden, voor zover deze zijn aangesloten bij de Bond van Schuttersgilden Kring Kempenland en waarvan het schutterslokaal, de gildekamer en het schietterrein zijn gelegen in de gemeente Eindhoven.

Artikel 5 Subsidieplafond en deelplafonds

1.De subsidieplafonds voor de periode 2017-2020 bedragen:

2017 - 2020

Subsidieplafond

€80.458.000

Deelplafond BIS

€69.771.000

Deelplafond PLUS programma’s en projecten

€10.472.000

Deelplafond Snelgeldfonds

€280.000

Deelplafond Gilden

€54.000

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt eventueel verhoogd met een indexering. Hiervoor geldt hetzelfde begrotingsvoorbehoud als genoemd in artikel 3.

  • 3.

    Indien een BIS-functie niet wordt ingevuld, blijft het resterende budget binnen het deelplafond BIS voor de BIS beschikbaar en kan het bestuur een nieuwe aanvraagtermijn vaststellen voor de invulling van desbetreffende functie.

  • 4.

    Als na beoordeling van alle aanvragen binnen een aanvraagtermijn niet het volledige beschikbare deelplafond wordt verleend, kan het bestuur het resterende budget toevoegen aan een ander deelplafond binnen deze subsidieregeling.

  • 5.

    Een besluit tot het vaststellen, verhogen of verlagen van een subsidieplafond en deelplafonds wordt bekendgemaakt via de website van stichting Cultuur Eindhoven. Het beschikbare budget per aanvraagronde wordt gepubliceerd op de website.

Artikel 6 Beoordeling en advisering

  • 1. Het bestuur legt een aanvraag voor een subsidie ter advisering voor aan de Cultuurraad. Dit geldt niet voor een aanvraag in het Snelgeldfonds en aanvragen van Gilden.

  • 2. De Cultuurraad beoordeelt de aanvragen aan de hand van de subsidievereisten zoals opgenomen in artikelen 10 en 22. De Cultuurraad geeft in het bijzonder een oordeel over de mate waarin een aanvraag voldoet aan de gestelde criteria zoals omschreven in artikelen 10.1. en 22.1.

  • 3. Bij de advisering dient de Cultuurraad zich te baseren op de bij de ingediende aanvraag verstrekte gegevens en daarbij toegevoegde documentatie zoals omschreven in artikelen 13 en 25.

  • 4. Bij de integrale afweging van alle aanvragen kijkt de Cultuurraad naar optimale toegankelijkheid en een evenwichtige verdeling over de cultuur disciplines. Het beleidskader van de Cultuurbrief is leidend.

  • 5. Een positief advies gaat vergezeld met een beargumenteerde aanbeveling over de hoogte van de te verlenen subsidie.

  • 6. De Cultuurraad kan naast in artikel 8 genoemde redenen een lager subsidiebedrag adviseren dan aangevraagd indien specifieke onderdelen van de aanvraag en/of daarbij horende kosten niet subsidiabel worden geacht.

  • 7. De Cultuurraad adviseert ook over de subsidieduur binnen de PLUS-programma’s.

  • 8. Het bestuur besluit over het honoreren van de aanvraag en betrekt hierbij het advies als bedoeld in het eerste lid. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden.

Artikel 7 BTW en subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie wordt alleen verstrekt voor BTW als deze niet verrekend kan worden met de Belastingdienst.

  • 2. Subsidiabele kosten zijn kosten die redelijk zijn en direct gerelateerd zijn aan het betreffende culturele programma of project.

Artikel 8 Weigering, intrekking en terugvordering van de subsidie

  • 1.

    Het bestuur neemt de subsidieaanvraag niet in behandeling als:

    • a.

      de aanvraag niet tijdig is ingediend;

    • b.

      een onvolledige aanvraag niet tijdig met de ontbrekende gegevens is aangevuld.

  • 2.

    Het bestuur weigert subsidie in ieder geval als:

    • a.

      de subsidie is aangemerkt als ontoelaatbare staatssteun;

    • b.

      subsidieverstrekking niet past binnen de door het bestuur vastgestelde subsidieregeling;

    • c.

      de subsidieaanvraag niet past binnen het beleid van de gemeente Eindhoven.

  • 3.

    Het bestuur kan naast het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als:

    • a.

      het bestuur en/of de gemeente Eindhoven voor dezelfde activiteiten of voor de betreffende onderdelen uit de aanvraag al subsidie heeft verstrekt;

    • b.

      de activiteiten van de aanvrager niet of niet vooral gericht zijn op Eindhoven of haar ingezetenen;

    • c.

      de aanvraag afkomstig is van de gemeente Eindhoven;

    • d.

      de aanvrager ook zonder subsidie over de benodigde gelden, hetzij uit eigen middelen of uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken;

    • e.

      de doelstellingen of activiteiten van aanvrager in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;

    • f.

      de activiteiten een politieke, religieuze of levensbeschouwelijke boodschaphebben;

    • g.

      op het niveau van bestuur of directie (zakelijke) relaties bestaan met bloed- of aanverwanten dan wel eigen bedrijven, eigen stichtingen dan wel andere eigen rechtspersonen die naar het oordeel van het bestuur ongewenst zijn;

    • h.

      de aanvraag betrekking heeft op activiteiten op het gebied van amateurkunst die door het CKE al worden gefinancierd;

    • i.

      de aanvrager niet voldoet aan de voor de desbetreffende organisatie met het bestuur overeengekomen normen met betrekking tot governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording;

    • j.

      de aanvrager voldoet niet aan de regels om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • 4.

    Het bestuur kan een subsidie in ieder geval weigeren of intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

HOOFDSTUK 2 CULTURELE BASISINFRASTRUCTUUR

Artikel 9 De te subsidiëren activiteiten

  • 1. Een subsidie voor maximaal vier jaar voor de periode 2017 - 2020 kan worden verleend voor de in de Cultuurbrief geformuleerde BIS-functies:

  • · Poppodium

  • · Concertzaal

  • · Filmhuis

  • · Vlakke vloer theater

  • · Bibliotheek

  • · Festival voor kunst en technologie

  • · Schouwburg

  • · Presentatie-instelling hybride kunst

  • · Stedelijk cultuurhistorisch museum

  • · Urban Cluster

  • · Huis voor amateurkunst en cultuureducatie

  • · Bemiddelingsfunctie tussen primair en voortgezet onderwijs en culturele instellingen

  • 2. Een aanvrager voor een BIS-subsidie kan voor meerdere functies tegelijk een aanvraag indienen. De aanvrager dient inzicht te geven in de invulling van verschillende functies.

  • 3. Het beschikbare deelplafond BIS wordt verdeeld over alle BIS-functies.

Artikel 10 Subsidievereisten

  • 1. De subsidieaanvragen worden beoordeeld op de criteria: artistieke kwaliteit, publieksbereik, meerwaarde voor de stad Eindhoven en ondernemerschap.

  • 2. De kwaliteit van de aanvraag wordt daarnaast getoetst op de volgende aspecten:

    • a.

      Helderheid van keuzes voor doelen en doelstellingen

    • b.

      Onderbouwing van de keuzes

    • c.

      Verband tussen inhoudelijke keuzes en begrotingskeuzes

    • d.

      Balans tussen ambitie en realiteitszin

    • e.

      Kwaliteit van kengetallen

    • f.

      Staat van dienst

    • g.

      Keuze en kwaliteit van de samenwerking van partners

  • 3. De subsidieaanvragen worden specifiek getoetst op de bijdragen die geleverd worden aan de doelstelling om te komen tot (meer) diversiteit in het kunst- en cultuuraanbod en een groter en breder publieksbereik.

  • 4. De subsidieaanvragen voor de BIS worden specifiek getoetst op de bijdragen die geleverd worden aan de opgave om een sleutelrol te vervullen door makers en kleinere instellingen te betrekken en zo aan groei en ontwikkeling van het ecosysteem als geheel bij te dragen.

  • 5. De BIS-instellingen zijnverplicht medewerking te verlenen aan een door het bestuur georganiseerde openbare presentatie over hun functioneren en hun plannen.

  • 6. De BIS-instellingen zijn verplicht zich aantoonbaar te houden aan de Governance Code Cultuur.

Artikel 11 Subsidiehoogte

Ieder jaar kan de verstrekte jaarlijkse subsidie aangepast worden op grond van de index op subsidie die door de raad van de gemeente Eindhoven is vastgesteld en wordt verleend aan stichting Cultuur Eindhoven.

Artikel 12 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie van maximaal 4 jaar wordt ingediend uiterlijk 1 juni 2016 voor de periode 2017 – 2020.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het bestuur een separate oproep voor de invulling van een BIS-functie publiceren voor een afwijkende periode dan hierboven genoemd indien een BIS-functie bij de eerste aanvraagtermijn niet is ingevuld.

Artikel 13 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld format en het door stichting Cultuur Eindhoven gehanteerd subsidiesysteem.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend in het Nederlands.

  • 3. Een subsidie aanvraag gaat naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb vergezeld van:

    • a.

      Een sluitende, realistische meerjarenbegroting 2017-2020 met dekkingsplan en een toelichting daarop.

    • b.

      Een activiteitenplan 2017-2020 met daarin antwoord op de volgende vragen:

  • Op welke wijze en met wie is deze aanvraag in co creatie tot stand gekomen?

  • Wat zijn de missie en visie en het profiel van uw instelling?

  • Welke activiteiten gaat uw instelling in de periode 2017-2020 verrichten?

  • Hoe geeft uw instelling invulling aan educatie en participatie?

  • Hoe geeft uw instelling invulling aan publieksbereik en monitoring van publiek?

  • Hoe geeft uw instelling invulling aan ondernemerschap?

  • Hoe geeft uw instelling invulling aan de stedelijke sleutelrol op uw terrein? (denk aan samenwerking binnen en buiten het eigen ecosysteem en met andere domeinen.)

  • Hoe verhoudt uw instelling zich tot het regionale, nationale en internationale kunst- en cultuuraanbod en relevante netwerken?

  • Hoe draagt u actief en passief zorg voor brede toegankelijkheid, o.a. ook voor mensen met een functiebeperking?

  • Hoe geeft u invulling aan Governance Code Cultuur?

    • c.

      Een exemplaar van de oprichtingsakte, een recent uittreksel van de Kamer van Koophandel, de statuten, het jaarverslag en de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar worden als bijlagen toegevoegd. De aanvraag bevat ook het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat niet ouder is dan een maand en waaruit blijkt dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat.

    • d.

      Een vermelding van bestaan van (zakelijke) relaties op het niveau van bestuur of directie van de subsidieaanvrager met bloed- of aanverwanten dan wel eigen bedrijven, eigen stichtingen of andere eigen rechtspersonen en de aard van deze verhoudingen alsmede de financiële impact ervan.

    • e.

      Als de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager in gevaar is, een plan van aanpak om het tekort terug te dringen.

Artikel 14 Beslistermijn subsidie aanvraag

Het bestuur beslist op een aanvraag uiterlijk op 1 oktober 2016 of in geval van een separate oproep conform artikel 12.2. binnen 13 weken na verloop van de indieningstermijn.

Artikel 15 Tussentijdse rapportage

  • 1. De subsidieontvanger dient uiterlijk vóór 1 juli van ieder subsidiejaar een tussentijdse rapportage in bij het bestuur.

  • 2. De tussentijdse rapportage wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld format.

  • 3. Als de tussentijdse rapportage aanleiding geeft tot inhoudelijke en/of financiële aanpassingen door de subsidieontvanger, rapporteert de subsidieontvanger het bestuur hierover uiterlijk vóór 1 oktober.

  • 4. Het bestuur kan in de verleningsbeschikking afwijken van het bepaalde in het eerste en het tweede lid.

  • 5. In de overige gevallen besluit het bestuur in de verleningsbeschikking over de wijze van rapporteren.

Artikel 16 Betaling en bevoorschotting

Het bestuur besluit in de verleningsbeschikking over de bevoorschotting. Daarbij worden de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald en kan dit afhankelijk worden gesteld van de voortgang en uitvoering van de activiteiten.

Artikel 17 Bestemmingsfonds Cultuur Eindhoven

  • 1. Subsidieontvangers van een BIS-subsidie reserveren ieder jaar niet-bestede subsidiebedragen in een te creëren Bestemmingsfonds Cultuur Eindhoven als bedoeld in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Het Bestemmingsfonds Cultuur Eindhoven bedraagt ten laagste € 0.

  • 3. Als het exploitatieresultaat positief is, vindt toerekening plaats aan het Bestemmingsfonds. Voor die toerekening geldt het aandeel Cultuur Eindhoven-subsidie in de totale baten als uitgangspunt.

  • 4. Onttrekkingen aan het Bestemmingsfonds Cultuur Eindhoven mogen alleen plaatsvinden bij een negatief exploitatieresultaat waarbij het aandeel Cultuur Eindhoven-subsidie als uitgangspunt geldt of voor specifieke subsidiabele activiteiten met voorafgaande toestemming van het bestuur.

  • 5. Dotaties en onttrekkingen dienen te worden toegelicht in de jaarrekening.

  • 6. Het bestuur kan middelen uit het Bestemmingsfonds Cultuur Eindhoven met redenen omkleed terugvorderen.

Artikel 18 Verantwoording van de subsidie

  • 1.

    De subsidieontvanger dient ieder jaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij het bestuur uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    Op verzoek van de subsidieontvanger kan een uitstel van maximaal 4 weken verleend worden voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Dit verzoek om uitstel moet met motivatie worden ingediend voor de termijn voor verantwoording.

  • 3.

    De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld format.

De aanvraag bevat:

  • a.

    een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • i.

      de realisatie van de prestaties zoals omschreven in de verleningsbeschikking met een toelichting op eventuele afwijkingen;

    • ii.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan behouden en uitbreiden van publieksbereik, nieuwe doelgroepen, publiekssegmentatie, marketing inclusief de manier waarop klanttevredenheid is gemeten en het resultaat van de meting;

    • iii.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan samenwerking en wat het heeft opgeleverd;

    • iv.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan ondernemerschap;

    • v.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan de Governance Code Cultuur;

  • b.

    een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening) met een toelichting daarop, aansluitend op de indeling van de begroting, die voorafgaand aan de subsidieverlening is overgelegd;

  • c.

    een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

  • d.

    een beoordelingsverklaring van de accountant voor subsidies van meer dan €50.000,- tot en met €200.000,-;

  • e.

    een controleverklaring van de accountant voor subsidies van meer dan €200.000,-;

  • f.

    een verklaring van rechtmatigheid van de accountant voor subsidies van meer dan €200.000,-.

Artikel 19 Subsidievaststelling

  • 1. Het bestuur stelt de subsidie jaarlijks binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling vast.

  • 2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 4 weken worden verdaagd.

  • 3. De vaststelling geschiedt aan de hand van de werkelijk gemaakte kosten.

HOOFDSTUK 3 PLUS-REGELING

Artikel 20 Subsidieaanvrager

In afwijking van artikel 4 worden aanvragen van instellingen die BIS-subsidie ontvangen alleen in behandeling genomen als tenminste met één andere culturele instelling (niet BIS) uit Eindhoven wordt samengewerkt.

Artikel 21 De te subsidiëren activiteiten

Een subsidie kan worden verleend voor programma’s en projecten volgens de in de Cultuurbrief geformuleerde PLUS-regeling. De PLUS-regeling staat open voor alle cultuur disciplines inclusief erfgoed, en tevens voor samenwerkingsprojecten van kunst- en cultuurorganisaties met andere domeinen, zoals bijvoorbeeld technologie en/of onderwijs.

  • 1.

    Een subsidie voor een programma binnen een programmalijn kan worden verleend voor 1 of 2 jaar waarbij, onverminderd het advies van de Cultuurraad, de keuze voor 1 of 2 jaar ter beoordeling aan het bestuur is.

  • 2.

    Een subsidie voor een programma kan voor meer dan 2 jaar tot een maximum van 4 jaar worden toegekend als er sprake is van substantiële matching door andere publieke financiers over dezelfde periode.

  • 3.

    Er kan een eenmalige subsidie worden verstrekt voor projecten.

Artikel 22 Subsidievereisten

  • 1. Alle subsidieaanvragen worden beoordeeld op de criteria artistieke kwaliteit, publieksbereik, meerwaarde voor de stad Eindhoven en ondernemerschap.

  • 2. De kwaliteit van de aanvraag wordt daarnaast getoetst op de volgende aspecten:

    • a.

      Helderheid van keuzes voor doelen en doelstellingen

    • b.

      Onderbouwing van de keuzes

    • c.

      Verband tussen inhoudelijke keuzes en begrotingskeuzes

    • d.

      Balans tussen ambitie en realiteitszin

    • e.

      Kwaliteit van kengetallen

    • f.

      Staat van dienst

    • g.

      Keuze en kwaliteit van samenwerking met partners

  • 3. De subsidieaanvragen voor programma’s binnen de PLUS-regeling worden specifiek getoetst op de bijdragen die geleverd worden aan de doelstelling om meerwaarde te bieden ten opzichte van de BIS-instellingen en het overige bestaande aanbod.

    • a.

      Op de programmalijn bijzondere programma’s en producties (ook internationaal) kan een beroep worden gedaan voor aanvragen die van aantoonbare meerwaarde zijn ten opzichte van het reeds aanwezige aanbod (kwaliteit en diversiteit) van programma’s en producten in de stad.

    • b.

      Op de programmalijn co-creatie en domeinoverschrijding kan een beroep worden gedaan voor aanvragen die betrekking hebben op concrete samenwerking, uitwisseling van kennis en ervaring en overschrijding van de grenzen van de eigen sector en het eigen domein.

    • c.

      Op de programmalijn talentontwikkeling en productiefaciliteiten kan een beroep worden gedaan voor programma’s en/of faciliteiten die beginnende makers of groepen eventueel na een transparante selectieprocedure in de gelegenheid stellen om zich beroepsmatig te blijven ontwikkelen.

    • d.

      Op de programmalijn cultuureducatie en bijzonder vrijetijdsaanbod kan een beroep worden gedaan voor ondersteuningsprogramma’s en activiteiten die ertoe bijdragen dat zoveel mogelijk kinderen worden bereikt en voor kunsteducatieprogramma’s die bijdragen aan een divers en zo compleet mogelijk aanbod in de stad.

Artikel 23 Subsidiehoogte

De hoogte van een subsidie voor een programma of project bedraagt maximaal 80% van de subsidiabele kosten.

Artikel 24 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een programmasubsidie indienen kan uiterlijk vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar (jaren) waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. De activiteit waarvoor een projectsubsidie wordt aangevraagd, vindt altijd plaats na beslissing op de aanvraag, te weten 13 weken na verloop van de indieningstermijn.

  • 3. De aanvragen voor projectsubsidies worden in drie tranches per jaar behandeld.

  • 4. Een aanvraag voor een projectsubsidie wordt ingediend uiterlijk vóór:

    • 2016

      1 oktober

    • 2017

      1 maart, 1 juni, 1 oktober

    • 2018

      1 maart, 1 juni, 1 oktober

    • 2019

      1 maart, 1 juni, 1 oktober

    • 2020

      1 maart, 1 juni.

Artikel 25 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld format en het door stichting Cultuur Eindhoven gehanteerde subsidiesysteem.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend in het Nederlands.

  • 3. Bij een subsidieaanvraag hoort naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb:

  • a. Een sluitende, realistische begroting met dekkingsplan aansluitend op de looptijd van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en een toelichting daarop.

  • b. Een activiteitenplan met daarin aandacht voor:

    • i.

      artistieke kwaliteit

    • ii.

      publieksbereik

    • iii.

      meerwaarde voor de stad Eindhoven

    • iv.

      ondernemerschap

    • v.

      keuzes voor doelen en doelstellingen

    • vi.

      onderbouwing van de keuzes

    • vii.

      verband tussen inhoudelijke keuzes en begrotingskeuzes

    • viii.

      balans tussen ambitie en realiteitszin

    • ix.

      kwaliteit van kengetallen

  • c. In een activiteitenplan voor een programma wordt ook beschreven hoe invulling wordt gegeven aan een of meer programmalijnen.

  • d. Een exemplaar van de oprichtingsakte, een recent uittreksel van de Kamer van Koophandel, de meest recente statuten, het jaarverslag en de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar worden als bijlagen toegevoegd. De aanvraag bevat ook het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat niet ouder is dan een maand en waaruit blijkt dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat.

  • e. Een vermelding van bestaan van (zakelijke) relaties op het niveau van bestuur of directie van de subsidieaanvrager met bloed- of aanverwanten dan wel eigen bedrijven, eigen stichtingen of andere eigen rechtspersonen en de aard van deze verhoudingen alsmede de financiële impact ervan.

  • f. Als de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager in gevaar is, een onderbouwd plan van aanpak om het tekort terug te dringen.

Artikel 26 Beslistermijn subsidie aanvraag

  • 1. Het bestuur beslist op een aanvraag voor een subsidie voor een programma uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

  • 2. Het bestuur beslist op een aanvraag voor een subsidie voor een project binnen 13 weken na verloop van de indieningstermijn.

Artikel 27 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies voor PLUS-programma’s en en bij subsidies voor PLUS-projecten die langer dan zes maanden duren besluit het bestuur in de verleningsbeschikking over de wijze van rapporteren. Bij projecten die korter dan zes maanden duren wordt geen tussentijdse rapportage gevraagd.

Artikel 28 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Als de subsidie € 5.000,- of minder bedraagt, wordt het hele subsidiebedrag betaald in één termijn.

  • 2. In de overige gevallen besluit het bestuur bij de subsidieverlening over de bevoorschotting. Daarbij worden de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald en kan dit afhankelijk worden gesteld van de voortgang en uitvoering van de activiteiten.

Artikel 29 Termijn voor verantwoording

  • 1. Een verantwoording van een subsidie voor een programma wordt uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend, ingediend.

  • 2. Een verantwoording van een subsidie voor een project wordt ingediend binnen 13 weken na afloop van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. Op verzoek van de subsidieontvanger kan een uitstel van maximaal 4 weken verleend worden voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Dit verzoek om uitstel moet met motivatie worden ingediend voor de termijn voor verantwoording.

Artikel 30 Verantwoording van de subsidie

  • 1. Subsidies tot en met €5.000,- worden direct vastgesteld door het bestuur.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling van een subsidie van meer dan €5.000,- wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld format.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a.een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • i.

      de realisatie van de prestaties zoals omschreven in de verleningsbeschikking met een toelichting op eventuele afwijkingen;

    • ii.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan behouden en uitbreiden van publieksbereik, nieuwe doelgroepen, publiekssegmentatie, marketing inclusief de manier waarop klanttevredenheid is gemeten en het resultaat van de meting;

    • iii.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan samenwerking en wat het heeft opgeleverd;

    • iv.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan ondernemerschap;

    • v.

      in een inhoudelijk verslag van een subsidie voor een programma wordt daarnaast ook beschreven hoe invulling is gegeven aan een of meer programmalijnen;

  • 4. De aanvraag tot vaststelling van een subsidie van meer dan €25.000,- bevat ook:

    • a.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening) met een toelichting daarop, aansluitend op de indeling van de begroting, die voorafgaand aan de subsidieverlening is overgelegd;

    • b.

      voor subsidies voor een programma een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daar op;

    • c.

      voor subsidies van meer dan €50.000,- tot en met €200.000,- een beoordelingsverklaring van de accountant;

    • d.

      voor subsidies van meer dan €200.000,- een controleverklaring van de accountant;

    • e.

      voor subsidies van meer dan €200.000,- een verklaring van rechtmatigheid van de accountant.

Artikel 31 Subsidievaststelling

  • 1. Het bestuur stelt de subsidie van meer dan €5.000,- binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling vast.

  • 2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 4 weken worden verdaagd.

  • 3. De vaststelling geschiedt aan de hand van de werkelijk gemaakte kosten.

HOOFDSTUK 4 SNELGELDFONDS

Artikel 32 De te subsidiëren activiteiten

Een subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten op het gebied van presentatie, onderzoek en productie.

Artikel 33 Subsidievereisten

  • 1. Alle subsidieaanvragen worden beoordeeld op de criteria artistieke kwaliteit, publieksbereik, meerwaarde voor de stad Eindhoven en ondernemerschap.

  • 2. De kwaliteit van de aanvraag wordt daarnaast getoetst op de helderheid van keuzes en doelstellingen en de mate waarin de gevraagde bijdrage een impuls vormt voor de activiteit.

Artikel 34 Subsidiehoogte

De eenmalige subsidie bedraagt maximaal €3.000,-.

Artikel 35 Aanvraagtermijn

  • 1. Aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. Wanneer het subsidieplafond is bereikt, besluit het bestuur de aanvraagronde te sluiten en maakt dit bekend via de website van stichting Cultuur Eindhoven.

  • 2. Aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst en nadat deze compleet zijn totdat het subsidieplafond voor een subsidiejaar is bereikt

  • 3. De activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd vindt altijd plaats na beslissing op de aanvraag, te weten 4 weken na de indiening van de aanvraag.

Artikel 36 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld format en het door stichting Cultuur Eindhoven gehanteerde subsidiesysteem.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend in het Nederlands.

  • 3. Bij een subsididieaanvraag hoort naast het bepaalde in artikel 4.2. van de Awb:

    • a.

      een activiteitenplan

    • b.

      een projectbegroting

    • c.

      het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat niet ouder is dan een maand en waaruit blijkt dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat.

Artikel 37 Beslistermijn subsidie aanvraag

Het bestuur beslist op een aanvraag voor een subsidie uit het Snelgeldfonds binnen 4 weken.

Artikel 38 Weigeringsgrond

In aanvulling op artikel 8 kan de aanvraag worden geweigerd als de aanvrager voor dezelfde of ongeveer dezelfde activiteiten al een keer eerder een subsidie uit het Snelgeldfonds heeft ontvangen.

Artikel 39 Betaling en bevoorschotting

[vervallen]

Artikel 40 Vaststelling, uitbetaling en verantwoording van de subsidie

  • 1. Subsidies worden door het bestuur direct vastgesteld en uitbetaald.

  • 2. Het bestuur kan bij de vaststellingsbeschikking bepalen dat de subsidieontvanger binnen een daarbij te bepalen termijn een inhoudelijk verslag verstrekt waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

HOOFDSTUK 5 GILDEN

Artikel 41 Doel(groepen)

[vervallen]

Artikel 42 Subsidieaanvrager

[vervallen]

Artikel 43 De te subsidiëren activiteiten

Een jaarlijkse subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten op het terrein van specifieke gildeactiviteiten.

Artikel 44 Aanvraagtermijn

  • 1. De aanvraag wordt ingediend vóór 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar.

  • 2. De subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst.

Artikel 45 Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • 1.

    Het gilde treedt in de loop van het jaar tenminste vier keer in het openbaar op met specifieke gildeactiviteiten.

  • 2.

    Het gilde heeft tenminste 15 actieve leden.

Artikel 46 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal €1.500,--.

Artikel 47 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld format en het door stichting Cultuur Eindhoven gehanteerde subsidiesysteem.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend in het Nederlands.

Artikel 48 Beslistermijn subsidie aanvraag

Het bestuur beslist op een aanvraag voor een subsidie uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

Artikel 49 Betaling en bevoorschotting subsidie

[vervallen]

Artikel 50 Vaststelling, uitbetaling en verantwoording van de subsidie

  • 1. De subsidies worden door het bestuur direct vastgesteld en in één termijn uitbetaald.

  • 2. Het bestuur kan bij de vaststellingsbeschikking bepalen dat de subsidieontvanger binnen een daarbij te bepalen termijn een inhoudelijk verslag verstrekt waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

HOOFDSTUK 6 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 51 Algemene verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger meldt onmiddellijk aan het bestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen en voorwaarden zal worden voldaan.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het bestuur zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      a. besluiten of procedures die zijn gericht op beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      b. relevante wijzigingen in de algemene en financiële situatie en relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden;

    • c.

      c .ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon,de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. De subsidieontvanger heeft de toestemming van het bestuur nodig voor de handelingen bedoeld in artikel 4:71 van de Awb, als zij van invloed zijn op de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 52 Bijzondere verplichtingen

  • 1.

    In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de Awb is de subsidieontvanger aan het bestuur een vergoeding van vermogenswaarden verschuldigd.

  • 2.

    Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de Awb wordt uitgegaan van:

    a.de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstipwaarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval vaneen aanspraak op schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zakenwordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvangerwordt ontvangen;

    • b.

      de mate waarin de subsidiëring door stichting Cultuur Eindhoven heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen of het vormen van vermogen;

    • c.

      als het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling, zoals bedoeld in het vorige lid door een onafhankelijke deskundige.

  • 3.

    Het bestuur kan besluiten dat geen vergoeding verschuldigd is als de activiteiten of werkzaamheden van de subsidieontvanger worden overgenomen en voortgezet door een rechtspersoon met een gelijke of nagenoeg gelijke doelstelling en de activa en passiva tegen boekwaarde worden overgenomen.

  • 4.

    Iedere subsidieontvanger is verplicht stichting Cultuur Eindhoven op een passende manier te vermelden in publiciteits- en communicatie uitingen.

  • 5.

    Iedere subsidieontvanger geeft toestemming aan het bestuur (delen van) de aanvraag of het inhoudelijk en financieel eindverslag of overige op de aanvraag van toepassing zijnde documentatie (inclusief beeldmateriaal) openbaar te maken of anderszins te presenteren of te verveelvoudigen, zonder dat de aanvrager daarvoor een vergoeding ontvangt. Openbaarmaking, presentatie of verveelvoudiging gebeurt alleen als verantwoording van de werkzaamheden van stichting Cultuur Eindhoven.

  • 6.

    Het bestuur kan de subsidieontvanger bij de beschikking ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 53 Bezwaar

  • 1. Bezwaarschriften tegen subsidiebesluiten worden afgehandeld door het bestuur.

  • 2. Het bestuur legt een bezwaarschrift ter advies aan een bezwarenadviescommissie voor tenzij in de bezwaarprocedure anders is bepaald.

  • 3. Leden van de bezwarenadviescommissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van stichting Cultuur Eindhoven.

  • 4. Leden van de bezwarenadviescommissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift dat betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij zij op enigerlei wijze direct of indirect persoonlijk zijn betrokken.

  • 5. Het bestuur neemt het besluit op een bezwaarschrift, waar van toepassing met inachtneming van het advies van de bezwarenadviescommissie.

Artikel 54 Hardheidsclausule

Het bestuur kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing voor aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Dit met uitzondering van de artikelen 1,2 en 4.

Artikel 55 Slotbepaling

  • 1.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuur Eindhoven 2017-2020.

  • 2.

    Deze subsidieregeling is vastgesteld door het bestuur op 24 februari 2016, na voorafgaand verkregen schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht, zulks conform het bepaalde in artikel 14 van de Statuten te Eindhoven.

  • 3.

    In alle gevallen waarin de wet, de statuten of subsidieregeling niet voorzien, beslist het bestuur.

  • 4.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking op www.cultuureindhoven.nl voor activiteiten na 1 januari 2017.

  • 5.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2020.

Eindhoven, 1 februari 2018

Het bestuur van stichting Cultuur Eindhoven,

Uitgegeven 1 februari 2018,

Directeur-bestuurder Cultuur Eindhoven

Mevrouw T. Mlaker