Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de beleidsregels en berekening subsidies Strijen 2017 – 2020 op grond van de algemene subsidieverordening Strijen 2008

Geldend van 31-07-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de beleidsregels en berekening subsidies Strijen 2017 – 2020 op grond van de algemene subsidieverordening Strijen 2008

[Deze regeling is op 14 juli 2020 van toepassing verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Hoeksche Waard. Dit besluit is bekend gemaakt op 30 juli 2020 in Gemeenteblad 2020, 195954.]

I. ALGEMENE BELEIDSREGELS

  • 1.

    Subsidievormen 

1.1. Algemeen: vijf subsidievormen

De gemeente Strijen onderscheidt vijf subsidievormen:

Eenmalige subsidie

Een subsidie die voor een bepaalde, niet structureel of regelmatig terugkerende activiteit wordt verstrekt.

Waarderingssubsidie

Een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die worden gemaakt en de subsidie die wordt ontvangen. Een waarderingssubsidie is bedoeld om een bepaalde unieke activiteit of groep van activiteiten met een bijzonder karakter aan te moedigen dan wel waardering daarvoor kenbaar te maken.

Contractsubsidie

Een subsidie waaraan meetbare resultaten en/of prestaties worden gekoppeld aan te leveren activiteiten, producten en diensten.

Projectsubsidie

Een subsidie bedoeld om meerjarige voorzienbare activiteiten mogelijk te maken, waarbij vanaf aanvang al vaststaat wanneer de te bereiken doelen en/of prestaties dienen te zijn gerealiseerd, met een maximum van 4 jaar.

Stimuleringssubsidie

Een subsidie die verstrekt wordt om initiatieven voor activiteiten of projecten te ondersteunen.

1.2. Eenmalige subsidie

Ter stimulering van bijzondere activiteiten en/of experimenten kan het college een eenmalige subsidie verstrekken. Het moet hierbij gaan om activiteiten die een meerwaarde hebben voor de inwoners van de gemeente Strijen.

1.3. Waarderingssubsidie

De subsidie is niet bedoeld om kostendekkend te zijn, maar ter waardering van activiteiten die voor de Strijense of Hoeksche Waardse bevolking worden georganiseerd. Hierbij gaat het om relatief geringe bedragen, die voor de betreffende organisatie van grote betekenis zijn. Er hoeft alleen een aanvraag voor een waarderingssubsidie te worden ingediend. Als de aanvraag aan alle voorwaarden voldoet, dan wordt deze subsidie gelijktijdig verleend en vastgesteld. Er vindt geen afrekening achteraf meer plaats. Dit voorkomt extra administratieve rompslomp bij organisatie en gemeente.

1.4. Contractsubsidie

Bij deze subsidievorm gaat het om grotere bedragen, waarmee de gemeente producten of diensten koopt van een organisatie die bestemd zijn voor de inwoners van de gemeente. Het gaat hierbij om algemeen toegankelijke voorzieningen zoals gezondheidszorg, algemeen maatschappelijk werk, bibliotheek, jongerenwerk en peuterspeelzaalwerk.

1.5. Projectsubsidie

Het college kan aan een tijdelijke, resultaatgerichte activiteit voor maximaal vier jaar een subsidie verstrekken. Wanneer een succesvol project resulteert in een structurele activiteit dan kan een organisatie een beroep doen op een andere subsidievorm.

1.6. Stimuleringssubsidie

De subsidie kan worden verstrekt om initiatieven voor activiteiten of projecten voor de Strijense bevolking te ondersteunen.

2. Proces van subsidieverstrekking 

  • Aanvraag om subsidieverlening (actie instelling)

  • Subsidieverlening (beschikking gemeente)

  • Betaling voorschotten (actie gemeente)

  • Aanvraag om subsidievaststelling *(actie instelling)

  •   Subsidievaststelling* (beschikking gemeente)

  • Betaling/terugvordering restant‐subsidie* (actie gemeente)

* indien van toepassing op subsidievorm

Tijdpad proces van subsidieverstrekking: zie schematisch overzicht van bepalingen per subsidievorm (toelichting op subsidieverordening).

3. Algemene voorwaarden 

  • -

    De instelling moet rechtspersoonlijkheid bezitten: er moet sprake zijn van een stichting of vereniging;

  • -

    op het moment van de subsidieaanvraag moet de instelling minimaal drie bestuursleden hebben;

  • -

    het college stelt voor instellingen die niet per boekjaar werken andere termijnen vast en neemt deze termijnen op in de subsidiebeschikking.

Naast deze algemene voorwaarden kunnen aan elke subsidieverstrekking specifieke voorwaarden worden verbonden. Wanneer er specifieke voorwaarden worden opgelegd, worden die opgenomen in de subsidiebeschikking.

4. Indexering 

Structurele subsidies worden verstrekt voor vier jaar volgens de Lijst van Subsidies, die behoort bij de verordening. De instelling ontvangt vier maal een gelijk bedrag (per jaar). Op deze manier hebben zowel subsidie‐ontvanger als subsidieverstrekker zekerheid over het te ontvangen c.q. te betalen subsidiebedrag. Vanaf 2010 wordt in verband met bezuinigingen geen indexering op de subsidiebedragen toegepast. Voor instellingen die personeel in dienst hebben bepaalt het college jaarlijks of indexering van het subsidiebedrag voor het daaropvolgende subsidiejaar moet plaatsvinden.

5. Reserves 

De subsidieverordening staat vermogensvorming in de vorm van reserves toe. Reserves maken deel uit van het eigen vermogen van de instelling. Algemene reserves:

Reserves met een algemeen karakter en daarom vrij aanwendbaar. Eventuele bedrijfsrisico’s kunnen hiermee worden opgevangen.

Bestemmingsreserves:

Specifieke reserves waaraan van tevoren een bestemming is gegeven. Voorbeelden:

  • -

    egalisatiereserve: om verschillen in jaarlijkse inkomsten en uitgaven te spreiden;

  • -

    onderhoud gebouw(en) van de instelling, waar een meerjarenonderhoudsplan (MOP) onder ligt;

  • -

    inventaris (onderhoud en vervanging).

De hoogte van de reserves moet in redelijke verhouding staan tot het totaal aan lasten van de instelling. Wanneer een instelling zich in een zodanige financiële positie bevindt dat de subsidie feitelijk overbodig is dan komt de instelling niet voor een subsidie in aanmerking.

Overschrijding van de norm voor reservevorming leidt tot een lagere vaststelling van subsidies en/of lagere subsidiëring in de toekomst. Wanneer uit een schriftelijke onderbouwing blijkt dat de reserves absoluut noodzakelijk zijn dan kan het college bij hoge uitzondering een hogere reserve toestaan.

6. Personeel 

Instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het te voeren personeelsbeleid: werving, selectie, aanstelling, ontslag en bijkomende verplichtingen (zoals wachtgeldverplichtingen).

7. Subsidieplafond 

Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaalde periode maximaal beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies. In Strijen wordt een Lijst van Subsidies voor vier jaar vastgesteld; het subsidieplafond wordt voor structurele subsidies ook voor vier jaar vastgesteld. Plafonds kunnen ook voor (delen van) beleidsterreinen worden ingesteld. De Algemene wet bestuursrecht verplicht tot weigering van subsidie als een plafond wordt overschreden.

De gemeente Strijen hanteert brede subsidieplafonds om zodoende flexibel en slagvaardig te kunnen handelen.

Verdeelregels:

De meeste subsidies zijn structurele subsidies. De bedragen worden voor vier jaar vastgesteld. In de productbegroting is onder het product subsidiebeleid een bedrag opgenomen waaruit in een begrotingsjaar de overige subsidies kunnen worden gefinancierd.

De subsidieaanvragen moeten voor een aangegeven datum worden ingediend (zie schematisch overzicht toelichting op verordening). De aanvragen worden gerangschikt op basis van kwalitatieve criteria.

8. Deskundigheidsbevordering vrijwilligerswerk 

Organisaties die met vrijwilligers werken, en die activiteiten verzorgen ten behoeve van de inwoners van de gemeente Strijen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële bijdrage voor deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. De criteria daarvoor zijn vermeld in de “Beleidsregel subsidiëring deskundigheidsbevordering vrijwilligerswerk 2008”.

II. SPECIFIEKE BELEIDSREGELS

In deze notitie zijn de specifieke beleidsregels voor de subsidieperiode 2017 tot en met 2020 opgenomen. Deze vormen samen met de Lijst van Subsidies 2017‐2020 het totaalbeeld van de voor welzijn uitgetrokken subsidies in 2017 tot en met 2020.

  • a.

    De in de Algemene Subsidieverordening Strijen 2008 genoemde voorwaarden en verplichtingen gelden voor alle gesubsidieerde instellingen.

  • b.

    De peildatum voor de te hanteren variabelen is 1 januari van het jaar voorafgaande aan de subsidieperiode (voor de periode 2017‐2020 is dit 1 januari 2016).

  • c.

    De in artikel 11 van de Algemene Subsidieverordening Strijen 2008 opgenomen subsidiesoorten (met uitzondering van contractsubsidie) zijn opgebouwd uit een basissubsidie en/of (een) plussubsidie(s).

  • d.

    Eenmalige subsidie: een subsidie voor eenmalige projecten of voor nieuwe activiteiten.

  • e.

    De opbouw van de subsidie is gesplitst in:

    • -

      een basissubsidie van € 250,‐‐;

    • -

      een plussubsidie op basis van een prestatieveld van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • -

      Strijense organisaties met jeugdleden ontvangen een bedrag van € 6,50 per jeugdlid, woonachtig in Strijen.

  • f.

    Jeugdland Strijen ontvangt een bijdrage van € 10,‐‐ per deelnemend kind.

  • g.

    Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt hoeveel punten een organisatie op basis van genoemde criteria ontvangt.

  • h.

    Per toegekende punt wordt € 250,‐‐ verstrekt.

  • i.

    Een basissubsidie is bedoeld als tegemoetkoming voor vrijwilligersorganisaties.

  • j.

    Een plussubsidie kan aanvullend op de basissubsidie worden verleend voor de uitvoering van activiteiten die passen in het gemeentelijk beleid sociaal domein..

  • k.

    Aantal leden (wanneer van toepassing): het aantal actieve jeugdleden, woonachtig in de gemeente Strijen.

  • l.

    Leden tot en met 18 jaar worden aangemerkt als jeugdleden (peildatum 1‐1‐2016 voor de periode 2017-2020).

  • m.

    Aan verenigingen kan (zo nodig) de voorwaarde worden gesteld dat tijdens de subsidieperiode meegewerkt wordt aan een activiteit op het gebied van sociale weerbaarheid; wanneer hieraan niet wordt deelgenomen wordt kan aan het einde van de subsidieperiode een bedrag van € 250,-- worden teruggevorderd.

  • n.

    Hoeksche Waardse (sport)verenigingen ontvangen geen basissubsidie, maar een bijdrage van € 10,‐‐ per jeugdlid, woonachtig in de gemeente Strijen.

  • o.

    Subsidies op basis van inwoneraantal worden verstrekt op basis van het aantal inwoners per 1 januari van het jaar 2017, 2018, 2019 of 2020.

  • p.

    Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt een subsidieverzoek voor een project of activiteit op basis van betrokkenheid bij het sociaal domein.

  • q.

    Voor regionale subsidieafspraken/Hoeksche Waardse organisaties kan een uitzondering worden gemaakt op deze regels.

  • r.

    Het college kan specifieke voorwaarden stellen aan een subsidieverlening.

BEREKENING SUBSIDIES 2017‐2020 SOCIAAL DOMEIN

In het kader van de Wmo geeft de gemeente ruimte aan de zorgzame samenleving om andere mensen te ondersteunen (versterken persoonlijke netwerken bijvoorbeeld d.m.v. mantelzorg, algemene voorzieningen, ondersteuning vrijwilligers, subsidies.

Voor de vierjarige subsidieperiode 2017‐2020 wordt bij de berekening van de subsidie rekening gehouden met de mate waarin organisaties betrokken zijn bij het sociaal domein. Deze betrokkenheid kan bestaan uit één of meer zaken uit onderstaande opsomming.

1. Het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid 

De gemeente moet zich actief inzetten voor de leefbaarheid in haar wijken om zo de sociale samenhang en leefbaarheid te vergroten. De gemeente doet dit bijvoorbeeld door voorzieningen aan te bieden voor zorg, welzijn, sport en ontspanning of door initiatieven van bewoners en verenigingen te ondersteunen.

Voorbeelden hiervan zijn het sociaal cultureel werk, de speelplaatsen voor kinderen en de buurt‐ en belangenverenigingen.

2. Preventieve voorzieningen voor problemen met opgroeien en problemen met opvoeden Preventieve maatregelen gericht op het ondersteunen van jeugdigen met een verhoogde kans op schooluitval, crimineel gedrag en ontwikkelingsachterstanden, en zo te voorkomen dat jeugdigen in de problemen raken. Het is dus vooral gericht op preventie van problematisch gedrag, en niet zozeer op de behandeling hiervan. Ook ouders die problemen hebben bij het opvoeden zijn een aandachtspunt.

Voorbeelden zijn mentale weerbaarheid, waaronder alcohol‐ en drugspreventie, voorlichting over loverboys, opvoedingsondersteuning en het advies en meldpunt kindermishandeling. Lokale en regionale organisaties kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Kinderen en jongeren brengen een belangrijk deel van hun vrije tijd door bij verenigingen op het gebied van sport, cultuur en jeugd.

3. Het geven van informatie en advies 

De gemeente moet inwoners informatie, advies en ondersteuning geven. Dit kan individueel gericht zijn of algemene voorlichting zijn, bijvoorbeeld in het regionale huis‐aan‐huisblad en/of de gemeentelijke website. Inwoners moeten voor alle informatie over zorg, (woon)voorzieningen en hulp bij één loket terecht kunnen. Organisaties worden zoveel mogelijk van informatie voorzien zodat zij deze kunnen overdragen op hun leden, deelnemers of cliënten.

4. Ondersteunen mantelzorgers en vrijwilligers 

Mantelzorg is intensieve en langdurige zorg voor zieke of gehandicapte huisgenoten. Dit is meer dan de dagelijkse en normale zorg. Vrijwilligers hebben een belangrijke rol bij de invulling van de prestatievelden. Daarom investeert de gemeente in de begeleiding en ontlasting van de mantelzorger en wordt vrijwilligerswerk gestimuleerd en worden vrijwilligers ondersteund. De gemeente doet dit bijvoorbeeld door de subsidiëring van de vrijwilligersorganisaties.

5. Bevorderen deelname aan het maatschappelijk verkeer van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of psychisch‐sociaal probleem 

Het gaat hier om algemene maatregelen om inwoners te stimuleren om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Aan deze maatregelen kan iedereen wat hebben, maar ze zijn vooral bedoeld om kwetsbare groepen in de gelegenheid te stellen actief mee te doen aan het sociale leven. Ook participatie en belangenbehartiging vallen onder dit prestatieveld. Bijvoorbeeld de toegankelijkheid van openbare ruimten, algemene voorzieningen als rolstoelvervoer, sociale recreatieve activiteiten voor specifieke doelgroepen..

6. Voorzieningen voor ouderen, gehandicapten, chronische psychiatrische patiënten en mensen met psychische of psychologische problemen

Wie door een lichamelijke beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem niet zonder hulp kan functioneren kan bij de gemeenten voorzieningen aanvragen waardoor zelfstandig functioneren wordt bevorderd.

7. Maatschappelijke opvang 

Maatschappelijke opvang betreft opvang van mensen die door uiteenlopende problemen dakloos of thuisloos zijn geworden. Bijvoorbeeld door relatieproblemen, (huiselijk) geweld, een psychiatrische aandoening of geldproblemen. Maatschappelijke opvang omvat niet alleen het (tijdelijk) verlenen van onderdak, maar ook het verstrekken van maaltijden en individuele begeleiding. Waar mogelijk wordt gestreefd naar rehabilitatie: terugkeer naar een zelfstandig en zelfredzaam leven.

Voorbeelden zijn Blijf van m'n lijfhuizen, sociale pensions, passantenverblijf, dag‐ en/of nachtopvang en opvanghuizen voor thuisloze jongeren.

8. Bieden openbare geestelijke gezondheidszorg 

De gemeente regelt activiteiten ter bevordering van de openbare geestelijke gezondheidszorg en zorgt voor afstemming tussen de verschillende activiteiten en instanties. Doel is om het bereiken en begeleiden van kwetsbare mensen maar ook om preventie.

9. Bieden ambulante verslavingszorg 

Dit prestatieveld betreft de hulp aan verslaafden en het voorkomen dat mensen verslaafd raken. Het gaat niet alleen om drugsverslaving, maar ook om bijvoorbeeld alcoholverslaving en gokverslaving.

10. Volksgezondheid 

De gemeente moet zorgdragen voor de uitvoering van taken op het gebied van de algemene gezondheidszorg en de integrale jeugdgezondheidszorg. Dit is een breed terrein waaronder alle inwoners van de gemeente vallen: van prenatale voorlichting tot en met het voorkomen van sociaal isolement van ouderen. Vrijwilligersorganisaties op het gebied van volksgezondheid kunnen een subsidie ontvangen van de gemeente. Zij zijn vaak een voorliggende voorziening van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Strijen op 22 maart 2016,

de secretaris,

C.J. de Visser

de burgemeester,

A.J. Moerkerke