Regeling vervallen per 05-04-2019

Notitie Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2015

Geldend van 13-06-2015 t/m 04-04-2019

Intitulé

Notitie Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2015

Samenvatting

In deze notitie wordt het belang van risicomanagement uitgelegd.

Risicomanagement heeft op dit moment al een plaats in onze organisatie. De gebruikte werkwijzen etc. zijn maar beperkt vastgelegd in duidelijke afspraken. In deze notitie wordt voorgesteld dit procesmatiger te benaderen. Nieuw is ook dat er meer aandacht komt voor beheersmaatregelen.

Het uiteindelijke doel is om de risico’s beter in beeld te brengen, te blijven volgen en daarover dan te rapporteren aan de gemeenteraad.

In deze notitie zijn alle begrippen, de te volgen werkwijzen, de beschrijving van de risico’s en de inrichting van de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing uitgelegd.

Belangrijk in deze processen is dat iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt.

Die taakverdeling is ook uitgewerkt.

Er is een duidelijke lijn en aanpak opgenomen. Het voorstel is om deze in de organisatie uit te zetten. Het eerste resultaat is dan zichtbaar in de begroting 2016.

Inleiding

Waarom risicomanagement belangrijk is? Het geeft ons de mogelijkheid om te beoordelen of Landerd bij het risicoscenario dat wij opstellen in staat is om in de toekomst zijn verplichtingen te blijven nakomen zonder dat uitgaven en investeringen voor noodzakelijke publieksvoorzieningen in de knel komen.

De gemeente Landerd wil op een gestructureerde wijze risico’s beheersen. Dat kan betekenen dat risico’s bewust worden genomen. Daarbij is de relatie tussen die risico’s en de mate waarin de gemeente in staat is om die risico’s op te vangen van belang.

In onze begrotingen en de nota Reserves en Voorzieningen wordt ingegaan op de risico’s, de wijze waarop wij die presenteren en wordt dat afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit.

Het beleid dat wij daarin voor ogen hebben, en ook nu al in de praktijk uitvoeren, is maar beperkt vastgelegd. Daarom is deze notitie Risicomanagement en Weerstandsvermogen opgesteld. Dit versterkt ook de rol van de gemeenteraad; de raad schept het kader voor het risicomanagement en de uitgangspunten die gebruikt worden voor de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Deze versterking van de rol van de raad past binnen de steeds grotere aandacht bij de raad, de provincie en de accountant voor risico’s die gemeenten lopen.

Het uitgangspunt van deze notitie is niet alleen om mogelijke risico’s te analyseren, maar ook om de methodiek van risicomanagement en de methodiek van de bepaling van de weerstandscapaciteit te bepalen. Uitgangspunt is dat de bewustwording van de risico’s en het beheersen daarvan een vaste plek krijgen binnen de bedrijfsvoering en dat de uitkomsten blijvend opgenomen worden in de planning- en control cyclus (P&C-cyclus).

Doelstellingen

De doelstellingen van deze notitie zijn:

·Kaderstelling raad en formulering van beleidsregels

De raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van een sluitende begroting. Een exact sluitende begroting betekent dat er (structureel) geen ruimte is om tegenvallers op te vangen. Daarom heeft de gemeente weerstandsvermogen nodig.

In deze notitie worden de kaders met betrekking tot weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en risicomanagement vastgesteld. Binnen die kaders gaat de gemeente Landerd handelen. Deze kaders en beleidsregels moeten er voor zorgen dat risicomanagement een vaste plek houdt binnen de P&C-cyclus, dat risico’s beheersbaar worden en dat de gemeente Landerd voldoende weerstandsvermogen heeft.

·Verhogen inzicht in de risico’s

Risicomanagement heeft als doel een inzicht te krijgen in de risico’s en de beheersing daarvan. Dit vereist een integrale aanpak en het betreft niet alleen financiële risico’s. Ook risico’s op het gebied van bijvoorbeeld milieu, letselschade, veiligheid, imago en juridische zaken dienen daarbij in beeld te komen.

·Verhogen van bewustzijn van risico’s

Dit is van belang voor zowel het bestuur (raad en college) als het management. Het bestuur stelt kaders en neemt belangrijke besluiten waarbij risico’s op kunnen treden. Het management dient te zorgen voor een goede informatieverstrekking over risico’s richting het bestuur voor deze besluitvorming (o.a. in raadsvoorstellen).

Daarnaast is het management verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s. De organisatie dient zich er van bewust te zijn dat risicomanagement een belangrijke plek heeft binnen de P&C-cyclus.

·Voldoen aan wet- en regelgeving

Het beleid over risicomanagement en weerstandsvermogen is momenteel opgenomen in de paragraaf A. “Weerstandsvermogen en Risicobeheersing” van de begroting. Dit is volgens de voorschriften van het BBV. In de notitie Reserves en Voorzieningen wordt ook kort ingegaan op risico’s, weerstandsvermogen en stille reserves.

Wettelijk kader

Het gemeentelijk kader is gebaseerd op hogere wetten en regelgeving. Deze zijn:

·Besluit Begroting en Verantwoording

Het BBV schrijft voor dat er een paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgenomen in de begroting en jaarrekening. Deze paragraaf dient in ieder geval te bevatten:

    • o

      Het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s

    • o

      Een inventarisatie van de risico’s

    • o

      Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit

  • ·

    Artikel 212 Gemeentewet

Op grond van dit artikel is in onze “Financiële verordening Landerd 2015” het volgende opgenomen:

  • o

    In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken geeft het college de risico’s van materieel belang aan en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Ook wordt het gewenste weerstandsvermogen bepaald en wordt aangegeven in hoeverre dit toereikend is voor het opvangen van de risico’s.

  • o

    Het college biedt de raad tenminste eenmaal in de vier jaar een nota weerstandsvermogen aan. In deze nota wordt ingegaan op:

    • -

      het risicomanagement

    • -

      het opvangen van risico’s door verzekeringen

    • -

      het opvangen van risico’s door het vormen van voorzieningen

    • -

      het weerstandsvermogen

    • -

      het beleid omtrent de gewenste weerstandscapaciteit en de risico’s.

De raad stelt de nota vast.

·Financieel toezichtkader

De provincie Noord Brabant hanteert het Gemeenschappelijk financieel Toezichts Kader (GTK). Dit kader geeft regels voor het toezicht door de provincie. De provincie heeft binnen die kaders de ruimte om maatwerk toe te passen.

Begripsbepaling

In het kader van weerstandsvermogen en risicomanagement zijn een aantal begrippen van belang. Deze worden hierna kort toegelicht:

Weerstandscapaciteit, incidenteel

Onder de incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan het vermogen om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. De middelen die dat vermogen (kunnen) bepalen zijn:

  • ·

    De algemene reserve en de reserves waaraan de raad een bestemming heeft gegeven die kan worden gewijzigd.

  • ·

    De in de begroting opgenomen ramingen voor onvoorziene uitgaven voor zover hier nog geen bestemming aan is gegeven (wordt gebruikt bij de begroting).

  • ·

    Het incidentele rekeningsaldo dat nog niet aan de algemene reserve is toegevoegd of onttrokken (wordt gebruikt bij de jaarrekening)>

  • ·

    De stille reserves, voor zover deze op korte termijn materieel te maken zijn.

Weerstandscapaciteit, structureel

Onder de structurele weerstandscapaciteit wordt verstaan het vermogen om onverwachte tegenvallers structureel in de begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van bestaande taken. De middelen die dat vermogen (kunnen) bepalen zijn:

  • ·

    De resterende belastingcapaciteit.

  • ·

    De in de begroting opgenomen ramingen voor structurele overschotten/tekorten voor zover hier nog geen bestemming aan is gegeven (wordt gebruikt bij de begroting).

  • ·

    Het structurele rekeningsaldo (wordt gebruikt bij de jaarrekening).

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken dan wel middelen heeft vrijgemaakt om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen, zonder ingrijpende beleidswijzigingen. Het weerstandsvermogen bestaat uit twee onderdelen, namelijk de weerstandscapaciteit en de risico’s. Het weerstandsvermogen geeft de verhouding tussen deze twee onderdelen aan.

Het weerstandsvermogen wordt berekend voor de structurele risico’s en de incidentele (eenmalige) risico’s.

Risico’s

Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis maal de impact die de gebeurtenis heeft.

Risicomanagement

Het op gestructureerde wijze identificeren en kwantificeren van risico’s en het bepalen van beheersmaatregelen die de kans van optreden van de risico’s en/of de gevolgen van risico’s beheersbaar maken.

Beheersmaatregelen

Maatregelen en procedures die worden genomen om de onderkende risico’s te ondervangen, te verkleinen of om opkomende risico’s te signaleren en het effect hiervan te beperken.

Risicomanagement

Goed risicomanagement vraagt enerzijds om een betrouwbare beoordeling van risico’s waarmee we als gemeente Landerd worden geconfronteerd en anderzijds om invoering van beheersmaatregelen in de organisatie en onderliggende processen ter afdekking en/of verkleining van de desbetreffende risico’s.

Deze activiteiten dienen op een aantal niveaus plaats te vinden:

  • 1.

    Strategisch / bestuurlijk, dit is op het niveau van de programma’s

  • 2.

    Tactisch, dit is op afdeling overschrijdend niveau (integraal)

  • 3.

    Operationeel, dit is op afdelingsniveau (reguliere processen) en omvangrijke projecten.

Het risicomanagementproces moet een jaarlijks terugkerende cyclus zijn die op hoofdlijnen bestaat uit:

1.Kaderstelling en strategie

Onderdeel hiervan is deze notitie Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Hierin worden de kaders geschept voor het risicomanagement binnen de gemeente Landerd. Deze nota wordt om de vier jaar vastgesteld door de raad. Het afleggen van verantwoording over risicomanagement vindt jaarlijks plaats in de paragraaf A. “Weerstandsvermogen en risicobeheersing” in de programmabegroting en –rekening. In bijlage 1 is een voorbeeld opgenomen over de wijze van rapporteren in deze paragraaf.

Risico’s worden onderverdeeld in de volgende groepen:

  • ·

    Onzekere gebeurtenis met onzekere gevolgen

  • ·

    Onzekere gebeurtenis met zekere gevolgen

  • ·

    Zekere gebeurtenis met onzekere gevolgen

Als er een zekere gebeurtenis is met zekere gevolgen moet er volgens de regelgeving BBV (en onze financiële verordening) een voorziening gevormd te worden. Dit is dan geen risico meer.

2.Risico analyse

De risico’s kunnen worden onderverdeeld in een aantal categorieën. Deze zijn bijvoorbeeld:

  • ·

    Economische risico’s

  • ·

    Politieke risico’s

  • ·

    Juridische risico’s

  • ·

    Milieu risico’s

  • ·

    Financiële risico’s

De risico analyse wordt uitgevoerd door de afdelingen. De afdeling financiën coördineert het proces.

Stap 1. Inventariseren risico’s

De risico’s dienen geïnventariseerd te worden. In deze fase van de analyse worden alle potentiele risico’s binnen de genoemde categorieën geïnventariseerd. Ondersteuning vindt plaats door het team Financiën, dat de coördinatie heeft. Deze inventarisatie gebeurt twee maal per jaar. Een keer bij de begroting en een keer bij de jaarrekening. Dit wordt opgenomen in de planning van de P&C-cyclus.

Voor deze inventarisatie wordt gebruik gemaakt van een vast sjabloon, de risicokaart (zie stap 8).

In alle gevallen geldt dat er een tweedeling in de risico’s wordt gemaakt tussen structurele en incidentele risico’s. Dit wordt dan afgezet tegen de structurele en incidentele weerstandscapaciteit.

Stap 2. Analyse en beoordeling risico’s

Uit deze inventarisatie ontstaat een beeld van de risico’s die zich kunnen voordoen. Deze risico’s worden geanalyseerd en beoordeeld. Daarbij worden de volgende zaken beschreven:

  • ·

    Benoemen soort risico/onderwerp

  • ·

    Korte omschrijving risico

  • ·

    Beoordeling van de kans dat het risico zich voordoet en hoe lang deze kans er is (aantal jaren)

Stap 3.Indeling in risicoklassen

Voor kans dat een risico zicht voordoet zijn er op dit moment in Landerd drie klassen. Deze zijn Laag (10%), middel (50%) en hoog (75%). In de praktijk wordt ervaren dat de spanbreedte tussen laag en middel (te) groot is. De GREX is daarom, bij wijze van uitzondering, nu op 25% geschat.

Het is beter de kans op effectuering van een risico, en daarmee het percentage, te koppelen aan een referentiebeeld. Deze worden als volgt voorgesteld:

  • ·

    Klasse 1 komt <0 of 1 keer per 10 jaar voor 10%

  • ·

    Klasse 2 komt 1 keer per 5 – 10 jaar voor 30%

  • ·

    Klasse 3 komt 1 keer per 2 – 5 jaar voor 50%

  • ·

    Klasse 4 komt 1 keer per 1 – 2 jaar voor 70%

  • ·

    Klasse 5 komt 1 keer per jaar of < voor 90%

Toelichting per klasse:

  • ·

    Klasse 1, het is onwaarschijnlijk dat dit risico zich in een van de komende jaren voordoet

  • ·

    Klasse 2, het is niet waarschijnlijk dat dit risico zich in het komende jaar zal voordoen

  • ·

    Klasse 3, dit risico zou zich het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen

  • ·

    Klasse 4, het is waarschijnlijk dat dit risico zich het komende jaar voordoet.

  • ·

    Klasse 5, het is zeer waarschijnlijk dat dit risico zich het komende jaar voordoet.

Buiten deze klasse 1 t/m 5 zijn er risico’s die we wel noemen maar waarvan de inschatting is dat deze in 10 jaar niet voorkomen. In die gevallen hanteren we daarvoor 0%. Het opnemen van deze risico’s is dan alleen bedoeld om deze in beeld te houden en worden bij stap 4 (zie hierna) op nihil gekwantificeerd.

Voor de Grondexploitatie wordt de inschatting van de klasse per complex gemaakt.

Stap 4. Kwantificeren van de risico’s

Berekenen van het financieel gevolg of effect / het kwantificeren van elk risico.

Aan de hand van historische gegevens, begrote cijfers, boekwaarden etc. wordt beoordeeld over welk bedrag wij risico lopen. Hieronder geven wij een aantal voorbeelden van deze gegevens die de basis vormen voor de kwantificering:

  • ·

    Ombuigingen: het bedrag dat nog omgebogen moet worden

  • ·

    BTW Compensatie Fonds (BCF): het bedrag dat gemeenten bij controle door de belastingdienst gemiddeld over vijf jaar moeten terugbetalen

  • ·

    Participatiewet (voorheen WWB): het bedrag dat wij als eigen risico lopen bovenop de rijksbijdrage. Dat is 10% van die bijdrage

  • ·

    Participatiewet (WSW): het bedrag dat wij aan rijksbijdrage ontvangen en doorbetalen aan het werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant.

  • ·

    WMO: het bedrag dat wij ontvangen voor WMO via de algemene uitkering

  • ·

    Jeugdzorg: het bedrag dat wij ontvangen voor Jeugdzorg via de algemene uitkering

  • ·

    Grondexploitatie: De boekwaarde van de diverse complexen minus de al gevormde voorzieningen voor verliezen.

  • ·

    Gemeenschappelijke regelingen: het totaal van onze bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen

  • ·

    Planschade: Het bedrag dat wij gemiddeld per jaar (voor onze rekening) aan planschades uitbetalen.

  • ·

    Gewaarborgde geldleningen: Het bedrag waarvoor wij als gemeente garant staan.

  • ·

    Arbeidsongeschiktheid bestuurders: het totaal van de loonsom van bestuurders

  • ·

    Debiteuren: het totaal van de vorderingen waarover twijfel bestaat of deze nog geïnd kunnen worden.

  • ·

    Afvalverwerking: het totaal van mogelijke claims door derden.

Dit is geen limitatieve opsomming.

De gevolgen die we hier noemen zijn de maximale gevolgen waarover wij risico lopen. Deze gevolgen worden afgezet tegen de kans (stap 3) die we lopen. De uitkomst van deze kans x gevolg is het gekwantificeerde risico.

Jaarlijks wordt beoordeeld of de basis waarover het risico wordt berekend aangepast moet worden omdat een andere wijze van kwantificeren beter is. De niet uitputtende lijst hierboven moet daarom als dynamisch worden beschouwd.

Als kwantificering (nog) niet mogelijk is omdat gegevens ontbreken wordt er of een inschatting gemaakt of wordt het voorlopig op nihil gewaardeerd.

Stap 5. Beheersmaatregelen

Beheersing van de risico’s vraagt om heldere afspraken over verantwoordelijkheid en keuzes ten aanzien van te nemen beheersmaatregelen.

Het is belangrijk de risico’s niet alleen te noemen maar om maatregelen te nemen om deze risico’s te beperken of weg te nemen, dus kans x gevolg te laten afnemen (stap 3 x stap 4).

Er zijn verschillende soorten beheersmaatregelen. Er zijn kans verlagende maatregelen (bijvoorbeeld preventief onderhoud) en gevolg verlagende maatregelen (bijvoorbeeld het afsluiten van een verzekering).

Soms worden bewust geen maatregelen genomen en het risico aanvaard uit kosten – baten overwegingen

Stap 6. Benoemen risico-eigenaar.

Het is van groot belang aan te geven wie verantwoordelijk is voor het melden en beheersen van een risico. Er wordt daarom een risico-eigenaar benoemd. Daarvoor wordt aansluiting gezocht met bestaande afspraken met betrekking tot de processen waar de risico’s mee samenhangen. In de meeste gevallen is dit de vakafdeling waar het risico betrekking op heeft.

Stap 7. Adviseren over beheersmaatregelen

De risico-eigenaar speelt een belangrijke rol bij het bepalen van en adviseren over de beheersmaatregelen die genomen moeten worden. Daarbij zijn een aantal basisstrategieën van belang:

  • ·

    Accepteren van het risico. Eventuele financiële schade wordt volledig door de weerstandscapaciteit afgedekt

  • ·

    Reduceren van het risico: Maatregelen die het risico verkleinen door bijvoorbeeld aanpassing van de organisatie, processen, procedures, systemen etc.

  • ·

    Elimineren van het risico: Het beleid waardoor het risico ontstaat beëindigen, op een andere manier wordt vormgeven of geen beleid starten dat een risico met zich meebrengt.

  • ·

    Overdragen/verzekeren: Het beleid dat een risico met zich meebrengt uit laten voeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt of door het afsluiten van een verzekering.

De keuze dient bewust en herleidbaar vastgelegd te worden.

Stap 8. Samenvatting stappen

Samenvatting van de stappen 1 tot en met 6.

Voor elk risico worden een aantal gegevens vastgelegd op een risicokaart (sjabloon, zie bijlage 2). Deze zijn:

  • ·

    Status: nieuw, geactualiseerd of ongewijzigd

  • ·

    Risico benoemen

  • ·

    Omschrijving risico

  • ·

    Strategie: Accepteren, reduceren, elimineren of overdragen/verzekeren (zie stap 6)

  • ·

    Omschrijving strategie

  • ·

    Beheersmaatregel (zie stap 5)

  • ·

    Incidenteel of structureel

  • ·

    Risicoklasse, 1, 2, 3, 4 of 5 (zie stap 3)

  • ·

    Basis voor de kwantificering (omschrijving en bedrag, zie stap 4)

  • ·

    Financieel effect incidenteel of structureel

  • ·

    Risico-eigenaar (zie stap 6)

Om deze gegevens juist en volledig in te vullen is de expertise van het Management Team (MT) en de medewerkers nodig.

Stap 9. Opnemen in paragraaf A.

Het opnemen van de beschikbare gegevens in de paragraaf “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.

De risico’s worden, zoals voorgeschreven, opgenomen in paragraaf A. van de programmabegroting en –rekening.

In bijlage 1 is een (gewijzigde) opzet van deze paragraaf uitgewerkt.

Stap 10. Volgen van de risico’s

Nadat de stappen 1 tot en met 8 zijn gevolgd dient er geen stilstand te ontstaan ten aanzien van de beschreven risico’s. Het is van belang de risico’s te blijven monitoren, en beheersmaatregelen te blijven zoeken en implementeren.

Het volgen van de risico’s vindt plaats door de organisatie en wordt op verschillende momenten gedeeld met het college en de gemeenteraad

  • ·

    College van burgemeester en wethouders: stukken P&C-cyclus en als er aanleiding voor is via college-adviezen en rapportages.

  • ·

    Gemeenteraad: stukken P&C-cyclus en tussentijds via raadsvoorstellen en raadsinformatiebrieven.

In de stukken van de P&C-cyclus, en dan vooral de jaarrekening en de begroting, wordt de geactualiseerde stand van zaken weergegeven betreffende de risico’s die de gemeente Landerd loopt, de kwantificering daarvan en de beheersmaatregelen die genomen zijn of genomen worden.

Stap 11. Het proces continue verbeteren

Gedurende het gehele proces van risicomanagement wordt aandacht geschonken aan verbetermogelijkheden. Als dat nodig is wordt het beleid en de methodiek bijgesteld en dat geldt ook voor de onderliggende processen, systemen en werkwijzen.

Rolverdeling en instrumenten

De rolverdeling is schematisch als volgt weer te geven:

Wie

Welke rol

Acties en besluiten

Gemeenteraad

Sturen en toezicht houden

·Vaststellen notitie Risicomanagement en Weerstandsvermogen

·Hoogte weerstandsvermogen vaststellen (ratio)

·Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheer in de programmabegroting en –rekening vaststellen

College van B&W

Sturen en toezicht houden

·Toezien op implementatie risicomanagement

·Sturen op verantwoording van risico’s

Management Team

Sturen en verantwoorden

·Implementatie risicomanagement

·Kwantificering risico’s

·Beheersmaatregelen nemen

·Medewerkers sturen/aanspreken

·Verantwoorden aan college

Afdelingen

Beheersen

·Implementeren beheersmaatregelen

·Kwantificering risico’s in samenspraak met afdeling BMO-financiën

·Rapportage over ontwikkeling risico’s in paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing in samenspraak met afdeling BMO-financiën

Afdeling BMO-financiën

Beheersen en toezicht houden

·Bijdrage leveren aan risico analyse

·Kwantificeren risico’s in samenspraak met de afdelingen

·Rapporteren over ontwikkeling risico’s in samenspraak met de afdelingen

·In beeld brengen consequenties risico’s op financiële positie

·Bijstellen methodiek voor risicomanagement

Het moet in alle gevallen duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor het risicomanagement. In eerste instantie zijn dat de afdelingshoofden. Zij brengen de risico’s in kaart en rapporteren daarover aan MT en college. De secretaris is eindverantwoordelijk.

De afdeling BMO-financiën heeft een ondersteunende en coördinerende rol. Zij verzamelt de risico’s en rapporteren daarover in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Dit gebeurt in samenspraak met de afdelingen.

Instrumenten

·Risicokaarten

Er worden risicokaarten geïntroduceerd. Deze kaarten worden in een vast sjabloon beschikbaar gesteld aan de organisatie. Op deze kaarten worden, per risico, alle relevante gegevens verzameld. Zie ook stap 7 onder de risicoanalyse en bijlage 2.

·Integratie in beleidsvoorstellen.

In voorstellen voor nieuw beleid die aan het college of de raad worden voorgelegd moeten de risico’s worden opgenomen. In het raadsvoorstel is daarvoor nu al een aparte kop opgenomen. Indien bestaand beleid meer risico’s gaat opleveren wordt dat gemeld via de burap.

·Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.

Deze paragraaf is een samenvatting van de gegevens van de risicokaarten. In de begroting worden de risico’s voor het begrotingsjaar benoemd, beschreven en gekwantificeerd. Daarna wordt het totale risico afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De jaarrekening is een moment van evaluatie. Er wordt verantwoording afgelegd over hoe de risico’s zich echt hebben ontwikkeld. Daarnaast wordt in de jaarrekening een geactualiseerde doorkijk gegeven naar het begrotingsjaar.

·Actieve informatieplicht

Er kunnen onverwacht grote risico’s optreden. Het college heeft een actieve informatieplicht en zal de raad in deze gevallen meteen informeren.

Weerstandscapaciteit

Functie

Het weerstandsvermogen is “de mate waarin de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen”. Vanuit de financiële positie van de gemeente kan bepaald worden welke acties, middelen en maatregelen nodig zijn om niet in de financiële problemen te komen. Mochten er toch tegenvallers zijn, dan kan een beroep worden gedaan op het weerstandsvermogen.

Een gezond weerstandsvermogen vergroot de slagvaardigheid. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de totale omvang van de risico’s (de kwantificering) af te zetten tegen de aanwezige weerstandscapaciteit.

Onderdelen van de weerstandscapaciteit

Onze weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende onderdelen:

Exploitatie (structureel)

  • ·

    Onbenutte belastingcapaciteit

  • ·

    Structureel saldo begroting / saldo jaarrekening

  • ·

    Rentelasten bij inzetten reserves voor incidentele risico’s

Vermogen (incidenteel)

  • ·

    Algemene reserves voor zover daarover nog geen besluiten zijn genomen over beschikking daarvan. Dit betreft de behoedzaamheidsreserve (inclusief de opgeheven vrije algemene reserve).

  • ·

    Stille reserves

  • ·

    Incidenteel saldo begroting / jaarrekening

Hieronder worden deze onderdelen kort toegelicht.

Onbenutte belastingcapaciteit

Voor wat betreft de OZB wordt uitgegaan van het verschil tussen onze tarieven en de artikel 12-norm voor de OZB-tarieven. Voor de overige tarieven die kostendekkend mogen zijn (leges, afvalstoffenheffing, rioolheffing, graf- en begrafenisrechten en marktgelden) wordt uitgegaan van het verschil tussen 100% kostendekking en de werkelijke dekkingspercentages.

Structureel saldo begroting / saldo jaarrekening

Voor de begroting wordt uitgegaan van het structureel begrotingssaldo. Bij de jaarrekening wordt het structurele jaarrekeningsaldo meegenomen.

Algemene reserves voor zover daarover nog geen besluiten zijn genomen over de beschikking daarvan ( behoedzaamheidsreserve )

Dit betreft het beschikbare saldo van deze reserves dat nog beschikbaar is voor het opvangen van risico’s en/of ter dekking van investeringen.

Stille reserves

Onder deze reserves vallen de gemeentelijke bezittingen zoals gronden, gebouwen, bossen, aandelen etc. De meerwaarde van deze bezittingen bovenop de boekwaarde (=aanschafwaarde) wordt stille reserves genoemd. Aan de waardering hiervan in het weerstandsvermogen kunnen voorwaarden verbonden worden. Op dit moment worden stille reserves van gebouwen, grond of bossen alleen gewaardeerd als die direct verkoopbaar zijn.

Alle gebouwen zijn verhuurd of in gebruik, gronden zijn verpacht en bossen moeilijk verkoopbaar. Er is daarom voor gekozen de stille reserves op nihil te waarderen. Dit is volgens onze notitie Reserves en Voorzieningen.

Wij hebben dit onderdeel opnieuw onderzocht, gekeken bij buurgemeenten, en stellen de volgende uitgangspunten voor:

  • ·

    Gebouwen: handhaven van de huidige lijn; omdat de gebouwen niet direct verkoopbaar zijn in verband met gebruik zijn zij moeilijk verkoopbaar. Meestal wordt er door derden gebruik van gemaakt via huurcontracten etc. Daarnaast zijn de huidige marktomstandigheden niet gunstig voor verkoop.

  • ·

    Bossen: handhaven van de huidige lijn; omdat bossen moeilijk verkoopbaar zijn deze niet waarderen binnen de stille reserves.

  • ·

    Grond: Dit bestaat uit een aantal verschillende soorten gronden:

    • o

      Langdurig verpachte landbouwgrond. Verkoop van deze grond is aan regels gebonden. De opbrengst in verpachte staat is ook laag. Verkoop van deze gronden betekent ook wegvallen van pachtinkomsten. Om deze redenen waarderen wij deze grond niet binnen de stille reserves.

    • o

      Kort verpachte landbouwgronden: Deze gronden kunnen als dat gewenst of nodig is, binnen korte tijd verkocht worden. Wij bezitten 10,6 ha grond die onder deze categorie valt. Bij een prijs van € 6 per m2 is dat een potentiele opbrengst van € 636.000. Soms wordt grond in bezit gehouden uit tactische overwegingen (ruilgrond etc). Voorgesteld wordt hiervan 25% mee te nemen bij de stille reserves. Dit is een bedrag van € 159.000. Dit wordt jaarlijks opnieuw berekend.

    • o

      Andere percelen grond, overhoekjes etc. Er is geen lijst van deze gronden. Het is ook de vraag of deze verkoopbaar zijn. Het is niet zeker dat grond die wij (zouden) aanbieden ook kopers heeft. Wij waarderen deze gronden niet binnen onze stille reserves. De verkoop van deze gronden is vraaggericht. Indien er een verzoek komt onderzoeken wij of het desbetreffende perceel verkocht kan worden. Wij hebben geen actief verkoopbeleid.

Incidenteel saldo begroting / jaarrekening

Voor de begroting wordt uitgegaan van de post onvoorzien met daarbij een eventueel incidenteel begrotingssaldo. Bij de jaarrekening wordt het incidentele jaarrekeningsaldo meegenomen.

Weerstandsvermogen gemeente Landerd

(bron jaarrekening 2014)

Rekening 2013

Begroting 2014

Rekening 2014

Begroting 2015 (aangepast)

Str of Inc

weerstandscapaciteit exploitatie

Onbenutte belastingcapaciteit

-OZB

1.345

1.378

938

1.181

-verfijningsuitkering rioolrecht

1

0

0

0

-afvalstoffenheffing

-126

127

10

223

-leges en andere heffingen

467

473

813

455

Totaal onbenutte belastingcapacitieit

1.687

1.978

1.761

1.859

Vervallen rente algemene reserves*

-338

-360

-158

-147

Structureel rekening / begroting

125

22

1.438

271

Weerstandsvermogen exploitatie

1.474

1.640

3.041

1.983

structureel

Weerstandscapaciteit vermogen

Vrij aanwendbare deel algemene reserve

203

203

527

15

Behoedzaamheidsreserve

8.256

8.795

7.272

7.966

Stille reserves gemeentelijke bezittingen

0

0

0

0

saldo rekening / begroting

0

78

-616

Stille reserves

0

0

0

0

Weerstandscapaciteit vermogen

8.459

8.998

7.877

7.365

incidenteel

Totale weerstandscapaciteit

9.933

10.638

10.918

9.348

Waarvan structureel

1.474

1.640

3.041

1.983

Waarvan incidenteel

8.459

8.998

7.877

7.365

*dit vervalt in deze nieuwe notitie. Deze rentelast treedt alleen op als de volledige behoedzaamheidsreserve wordt ingezet. Daar gaan we in de nieuwe opzet niet op voorhand meer van uit.

Berekening weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen toont de verhouding aan tussen:

  • ·

    De benodigde weerstandscapaciteit op basis van gekwantificeerde risico’s en

  • ·

    De beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit is in het voorbeeld van de jaarrekening (tabel hierboven, kolom begroting 2015) structureel € 1.985.000 en incidenteel € 7.256.000.

Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in euro’s en in een ratio. De eerste is de som van de beschikbare weerstandscapaciteit minus de benodigde weerstandscapaciteit. Dit bedrag is de financiële buffer van de gemeente Landerd die “over” is nadat de gekwantificeerde risico’s er van afgetrokken zijn.

Het uitdrukken in een ratio gebeurt ook in de gemeente Landerd. Deze ratio houdt in:

Beschikbare weerstandscapaciteit

Benodigde weerstandscapaciteit = ratio weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen wordt beoordeeld aan de hand van de door ons gewenste ratio. Deze zijn opgenomen in de onderstaande tabel:

Tot heden zijn wij uitgegaan van een minimale ratio van 1,4. Dit staat voor “ruim voldoende”.

Deze ratio geldt voor het totaal, dus incidenteel en structureel samen maar ook voor beide afzonderlijk.

Wij hebben onze ratio vergeleken met die van omliggende gemeenten. Zij hanteren de volgende ratio:

  • ·

    Uden, tussen 1 en 2

  • ·

    Oss, minimaal 1

  • ·

    Veghel, minimaal 1

  • ·

    Bernheze, structureel 0,25 en incidenteel 2 (in totaal minimaal 1)

Dit heeft de vraag opgeroepen of wij wellicht “te veilig” willen zitten met onze ratio van 1,4. We houden, door aan deze ratio te voldoen, een aanzienlijk deel van onze reserve achter de hand voor risico’s. Zeker in een tijd van schaarse middelen en/of veel nieuwe wensen moet steeds weer de afweging worden gemaakt tussen onze financiële buffer voor risico’s en het inzetten van middelen ter dekking van uitgaven. Dit laatste is de tegenpool van extra ombuigingen of belastingverhogingen om nieuwe uitgaven te kunnen dekken.

In Landerd gaan we uit van een voorzichtig financieel beleid. We nemen geen grote risico’s zonder dat daarvoor middelen achter de hand zijn. Door dit beleid zijn we ook nog steeds financieel gezond.

Er zijn twee manieren om het beslag dat we leggen op onze behoedzaamheidsreserve voor de risico’s te beïnvloeden:

  • ·

    De kwantificering van de risico’s aan de hand van de klassen 1 t/m 5 blijft subjectief hoewel we ons best doen om deze zo objectief mogelijk in te schatten.

  • ·

    Na kwantificering wordt de uitkomst vermenigvuldigd met de gewenste ratio (nu 1,4).

De uitkomst hiervan is het bedrag dat geoormerkt wordt in onze behoedzaamheidsreserve.

We vinden het belangrijk om ons weerstandsvermogen op een “ruim voldoende” peil te houden. Dit betekent dat we de ratio van 1,4 handhaven.

Daarbij leggen we de volgende uitgangspunten vast:

  • ·

    Het doel is om voor zowel de structurele als de incidentele ratio, minimaal 1,4 te bereiken

  • ·

    Een eis is om voor incidenteel en structureel in totaal minimaal 1,4 te behouden.

Indien de totale ratio onder 1,4 komt, worden er maatregelen voorgesteld om deze ratio toch te halen.

In deze notitie stellen wij dan ook voor om vanaf de begroting 2016 (en jaarrekening 2015) uit te blijven gaan van een ratio van 1,4 in combinatie met de vijf nieuwe risicoklassen.

Actualisatie beleidskader

Deze notitie Risicomanagement en Weerstandsvermogen wordt eens in de vier jaar geactualiseerd.

Bijlage 1 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In deze bijlage wordt opgesomd welke gegevens in deze paragraaf van de begroting en jaarrekening worden opgenomen. Daarbij worden van tabellen etc. voorbeelden getoond. Als het nodig is wordt deze paragraaf aangepast (= dynamisch van opzet).

De inhoud van paragraaf A. Weerstandsvermogen en Risicobeheersing is als volgt:

1.Algemeen

Hier wordt kort uitgelegd:

  • ·

    waarom deze paragraaf is opgenomen

  • ·

    waarom deze belangrijk is

  • ·

    wat ons beleid is

  • ·

    wat weerstandsvermogen is.

  • 2.

    Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Hierin wordt het verschil tussen de structurele en incidentele weerstandscapaciteit uitgelegd. Daarnaast een korte uitleg van de belangrijkste cijfers en normen die we daarvoor gebruiken.

Ook wordt hier de tabel van de berekening van de weerstandscapaciteit opgenomen. Deze ziet er als volgt uit (er worden meer jaren naast elkaar getoond):

begroting

Str of Inc

weerstandscapaciteit exploitatie

Onbenutte belastingcapaciteit

-OZB

-verfijningsuitkering rioolrecht

-afvalstoffenheffing

-leges en andere heffingen

Totaal onbenutte belastingcapaciteit

Structureel rekening / begroting

Weerstandscapaciteit exploitatie

structureel

Weerstandscapaciteit vermogen

Vrij aanwendbare deel algemene reserve

Behoedzaamheidsreserve

Stille reserves gemeentelijke bezittingen

saldo rekening / begroting

Weerstandscapaciteit vermogen

incidenteel

Totale weerstandscapaciteit

Het verloop van de weerstandscapaciteit van de afgelopen 10 jaren wordt in een grafiek weergegeven. De grafiek hieronder is uit de jaarrekening 2014.

  • 3.

    In onze huidige opzet worden de risico’s beschreven en in een tabel samengevat. Die opzet passen we aan. Alle risico’s worden aan de hand van de risicokaarten samengevat in één tabel. In deze tabel worden de volgende gegevens opgenomen:

  • ·

    Het risico benoemen

  • ·

    De omschrijving van het risico

  • ·

    De beheersmaatregelen

  • ·

    Het maximale risicobedrag

  • ·

    De risicoklasse

  • ·

    Het gekwantificeerde risico (risicoklasse x maximaal risicobedrag) vertaald in een (mogelijk) financieel effect

Deze tabel wordt gesplitst in structureel en incidenteel. De uitkomst wordt vergeleken met bijvoorbeeld de vorige begroting, jaarrekening etc.

Voorbeeld van deze tabel:

Risico

Omschrijving

Beheersmaatregel

Maximaal risicobedrag

Risicoklasse/ percentage

Financieel effect begroting 2015

4.De gekwantificeerde risico’s moeten vergeleken worden met de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarvoor wordt de volgende tabel gevuld. De cijfers in dit voorbeeld zijn uit de begroting 2015.

Structureel

Structureel risicobedrag

1.573.915

Beschikbare weerstandscapaciteit

1.893.718

Structurele ratio

1,20

Gewenste minimale ratio

1,40

Benodigde weerstandscapaciteit

2.203.481

Tekort structurele weerstandscapaciteit

309.763

Incidenteel

Incidenteel risicobedrag

4.278.038

Beschikbare weerstandscapaciteit

7.455.712

Incidentele ratio

1,74

Gewenste minimale ratio

1,40

Benodigde weerstandscapaciteit*

5.989.253

Overschot incidentele weerstandscapaciteit

1.466.459

Totale ratio (structureel en incidenteel samen), vereist is 1,4

1,60

* Benodigde weerstandscapaciteit GREX (= onderdeel van totaal benodigde weerstandscapaciteit)

5.571.423

5.Tot slot wordt in deze paragraaf het verloop van de berekende risico’s opgenomen. Dit is volgens de werkwijze die we nu gebruiken. Dat is in de vorm van de volgende tabel die is overgenomen uit de jaarrekening 2014:

Berekende risico’s begroting

Herrekende risico’s in jaarrekening voorgaande jaar

Gerealiseerd risico jaarrekening

2011

nvt

5.572.715

3.979.308

2012

6.183.636

3.403.516

963.709

2013

5.506.200

5.176.965

1.234.252

2014

4.545.144

5.086.222

803.539

2015

5.851.953

5.731.693

n.v.t.

Bijlage 2. Model risicokaart

Ingevuld t.b.v.

Begroting + jaar

Jaarrekening + jaar

datum

Status

N = nieuw

G = geactualiseerd

O = ongewijzigd

Risico

Omschrijving risico

Strategie

B = Beheersen

A = Accepteren

O = Overdragen

V = Vermijden

Omschrijving strategie

Incidenteel of structureel

Beheersmaatregel

Risicoklasse en percentage

Omschrijving en bedrag voor kwantificering

Financieel risico

Risico-eigenaar