Regeling vervallen per 08-04-2015

Gedragscode politieke ambtsdragers Landsmeer 2010

Geldend van 08-09-2010 t/m 07-04-2015

Intitulé

Gedragscode politieke ambtsdragers Landsmeer 2010

De raad van de gemeente Landsmeer;

 

overwegende, dat bij besluit van 27 mei 2008, voorstelnummer 2009-39 is vastgesteld de gedragscode politieke ambtsdragers;

dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een nieuwe handreiking integriteit politieke ambtsdragers heeft laten verschijnen;

dat het gewenst is de gedragscode afgestemd wordt op de genoemde handreiking;

 

gezien het voorstel van 3 augustus 2010;

 

gelet op de artikelen 15, lid 3, 41c, lid 2 en 69, lid 2 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

 vast te stellen ‘de gedragscode politieke ambtsdragers Landsmeer 2010’

1          Algemene bepalingen

  • 1.1 Deze gedragscode geldt voor politieke ambtsdragers tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

  • 1.2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het bestuursorgaan waar de politieke ambtsdrager deel van uit maakt.

  • 1.3 De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

  • 1.4 Politieke ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.5 Een politieke ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code

     

2          Belangenverstrengeling

  • 2.1. Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen.

  • 2.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3 Een oud-politieke ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2.5 Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.6 Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

  • 2.7 Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

     

  • 2.8 Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q. nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 2.9 Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de gemeentekas. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.

     

3          Informatie

  • 3.1 Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 3.2 Een politieke ambtsdrager houdt geen informatie achter.

  • 3.3 Een politieke ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 3.4 Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 3.5 Een politieke ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de gemeente.

     

4          Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 4.1 Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 4.2 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

  • 4.3 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50, - vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50, - of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.

  • 4.4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politieke ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 4.5 Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

  • 4.6 Een politieke ambtsdrager bespreekt in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

     

5.         Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse dienstreizen

  • 5.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politieke ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

     

  • 5.2 Een politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 5.3 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter advisering aan het presidium voorgelegd.

  • 5.4 Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in Caraïben en de BES eilanden) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan  waar hij deel van uit maakt. Het gemeentelijk  belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

    Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt de raad van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.

  • 5.5 Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 5.6 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.7 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.8 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 5.9 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een fax en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

6 Slotbepalingen

Deze gedragscpde wordt eens per vier jaren geëvalueerd.

7.                  Inwerkingtreding

  • 7.1 Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat de gedragscode bekend is gemaakt.

  • 7.2 Met het inwerking treden van deze gedragscode wordt de gedragscode vastgesteld bij besluit van 27 mei 2008, nummer 2008 – 39 ingetrokken.

     

8.         Citeertitel

  • 8.1 Deze gedragscode kan worden aangehaald als: “Gedragscode politieke ambtsdragers Landsmeer 2010”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 31 augustus 2010.  
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier ,