Regeling vervallen per 27-10-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Leiderdorp (Financiële verordening 2017 gemeente Leiderdorp)

Geldend van 01-01-2017 t/m 26-10-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Leiderdorp (Financiële verordening 2017 gemeente Leiderdorp)

De raad van de gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel van 22 november 2016, nr. Z/16/032239/62215

gezien het advies van het Politiek Forum van 6 december 2016;

gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet:

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Leiderdorp”.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. administratie:

    Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Leiderdorp en ten behoeve van de verantwoording die daarvoor moet worden afgelegd.

  • b. financiële administratie:

    Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en samenvoegen van (financiële) gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Leiderdorp, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • °

      de financieel-economische positie;

    • °

      het financiële beheer;

    • °

      de onderverdeling van de budgetten in de begroting;

    • °

      de herzieningen van de begroting d.m.v. begrotingswijzigingen;

    • °

      het afwikkelen van vorderingen en schulden, alsmede

    • °

      tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover in tussentijdse rapportages, jaarrekening of anderszins.

  • c financieel beleid:

    De wijze waarop middelen ter beschikking komen en ter beschikking gekomen middelen worden gebruikt om de gemeentelijke doelstellingen te bereiken.

  • d. financieel beheer:

    Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Leiderdorp.

  • e. rechtmatigheid:

    Het in overeenstemming zijn met wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en raads- en collegebesluiten.

  • f. doelmatigheid:

    Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • g. doeltreffendheid:

    De mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2 Planning en Controlcyclus

De planning en controlproducten worden door het college aan de raad aangeboden ter besluitvorming, dan wel ter kennisneming. Het college biedt de stukken steeds tijdig aan doch uiterlijk voor de raad:

  • a.

    voor het zomerreces, de bestuursrapportage tot en met april;

  • b.

    vóór 15 juli, de jaarstukken van het voorgaande jaar;

  • c.

    voor het zomerreces, de financiële kadernota;

  • d.

    voor de behandeling van de programmabegroting, de bestuursrapportage tot en met augustus;

  • e.

    vóór 15 november, de programmabegroting voor het daarop volgende jaar met meerjarenraming.

Artikel 3 Programma-indeling

  • a. De raad stelt de programma-indeling vast.

  • b. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid en het afleggen van verantwoording daarover.

Artikel 4 Inrichting begroting en jaarstukken

  • a. Bij de begroting en het jaarverslag wordt een financieel overzicht gegeven van de voorgeschreven taakvelden;

  • b. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting worden van alle investeringsvoornemens het benodigde investeringskrediet weergegeven;

  • c. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten weergegeven.

Artikel 5 Financiële kadernota

Het college biedt de raad een nota aan met een voorstel over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad geeft aan de hand van dit voorstel vóór het zomerreces de kaders aan voor het college voor het opstellen van de begroting van het komende jaar en de bijbehorende meerjarenraming.

Artikel 6 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • a. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting het totaal van baten en lasten per programma, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en de overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien.

  • b. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden met het vaststellen van de begroting geautoriseerd.

  • c. Bij de behandeling in de raad van de hierna in artikel 7 beschreven bestuursrapportage kan het college voorstellen doen voor wijziging van de door de raad geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • d. Begrotingswijzigingen van reserves of tussen programmabudgetten vanaf € 15.000 worden vooraf en met een toelichting aan de raad ter vaststelling aangeboden.

    Wijzigingen tot € 15.000 worden achteraf door middel van een begrotingswijziging aan de raad ter vaststelling voorgelegd.

  • e. Investeringen waarvoor geen dekking in de programmabudgetten is opgenomen en waarvan de jaarlijkse kapitaallasten (rente + afschrijving) niet meer bedragen dan € 15.000 worden achteraf door middel van een begrotingswijziging aan de raad ter vaststelling aangeboden.

Artikel 7 Bestuursrapportage en GIG

  • a. Het college informeert de raad door middel van bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier en acht maanden van het begrotingsjaar.

  • b. De bestuursrapportage gaat per (sub)programma in op de vastgestelde doelen, activiteiten en budgetten.

  • c. In de bestuursrapportage wordt gerapporteerd op relevante afwijkingen op de onder b. genoemde onderdelen met als aanvulling ook de overschrijdingen (afwijkingen) op de kredieten.

  • d. In de bestuursrapportage wordt ook een overzicht gegeven van de voortgang aangenomen moties.

  • e. Het college informeert de raad twee maal per jaar over de financiële ontwikkeling en voortgang van de gemeentelijke grondexploitatie. Dit gebeurt door middel van:

    • °

      De Gemeentelijke Integrale Grondexploitatie (GIG). In de GIG worden met peildatum 1 januari alle grondexploitaties opnieuw doorgerekend. De GIG wordt in het voorjaar door het college ter vaststelling aangeboden aan de raad.

    • °

      De voortgangsrapportage GIG. In de voortgangsrapportage GIG wordt gerapporteerd over de voortgang ten opzichte van de GIG per 1 januari. De belangrijkste financiële mutaties worden inzichtelijk gemaakt. De voortgangsrapportage wordt in het najaar door het college ter kennisname aangeboden aan de raad.

Artikel 8 Informatieplicht leningen, waarborgen en garanties

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld binnen 4 weken zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen van het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 50.000.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 9 Waardering en afschrijving vaste activa

  • a.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een economisch of een maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden geactiveerd.

  • b.

    Kosten van geldleningen, het saldo van agio en disagio en activa met verkrijgingprijs van minder dan € 5.000, uitgezonderd gronden en terreinen, worden niet geactiveerd,.

  • c.

    Gronden en terreinen worden geactiveerd, maar er wordt niet op afgeschreven.

  • d.

    Vaste activa worden lineair afgeschreven. De afschrijving start in het jaar volgend op het jaar waarin het object in gebruik wordt genomen.

  • e.

    De maximale afschrijvingstermijn mag niet langer zijn dan de verwachte levensduur. De volgende termijnen worden gehanteerd:

Omschrijving activa

Maximale afschrijvingstermijn

Civiel technische kunstwerken

Rioleringen

Wegen en waterwegen

Nieuwbouw gebouwen

Nieuwbouw sporthal

50 jaar

Nieuwbouw onderwijs

40 jaar

Onderlaag kunstgras sportvelden

30 jaar

Renovatie / groot onderhoud (onderwijs)gebouwen

Houten bruggen

Openbare verlichting

Verkeersvoorzieningen

25 jaar

Tijdelijke voorzieningen gebouwen

Beveiligingsinstallaties gebouwen

Straatmeubilair

Verkeersregelinstallaties (VRI)

Sporttechnische laag kunstgras sportvelden

20 jaar

Huisvesting milieustraat

Technische installaties (verwarming, klimaat, licht, liften)

Onderwijs- en kantoormeubilair

Afvalbakken en containers

Verkeersregelautomaten (VRA)

Toplaag kunstgras sportvelden

Aanleg gras en hekwerken sportvelden

Speelvoorzieningen

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

15 jaar

Ondergrondse afvalcontainers

Onderwijsleerpakket (OLP)

Gladheidsbestrijding verkeer

Voertuigen

10 jaar

Automatisering

Kantoor- en telecommunicatieapparatuur

Beregeningsinstallatie sportvelden

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

5 jaar

  • f.

    Aan (lopende) investeringen en grondexploitaties wordt aan het begin van ieder boekjaar rente over de boekwaarde per 1 januari toegerekend. Rente op lopende investeringen komt ten laste van de rekening van baten en lasten en wordt niet geactiveerd.

Artikel 10 Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. De omvang van deze voorziening wordt berekend op basis van een percentage over de openstaande vorderingen voor deze heffingen.

Artikel 11 Reserves en voorzieningen

  • a. Het college biedt de raad minimaal eens in de vier jaar een Nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

    • °

      de vorming en bestemming van reserves;

    • °

      de vorming en bestemming voor voorzieningen en

  • b. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve wordt minimaal aangegeven:

    • °

      het specifieke doel van de reserve;

    • °

      de voeding van de reserve;

    • °

      de maximale hoogte of het signaalbedrag van de reserve en

    • °

      de maximale looptijd.

Artikel 12 Kostprijsberekening

  • a. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de indirecte kosten betrokken die samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • b. Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van heffingen, rechten en leges wordt uitgegaan van een aandeel in de overheadkosten ter grootte van de geraamde loonkosten die worden besteed aan de betreffende goederen, werken, diensten en heffingen gedeeld door het totaal van de loonkosten.

  • c. In afwijking van het voorgaande lid wordt voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van de rioolheffing uitgegaan van een aandeel in de overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten die worden besteed aan het taakveld riolering gedeeld door het totaal van de directe kosten van de taakvelden.

  • d. Bij de indirecte kosten worden naast de overhead ook de dotaties aan en onttrekkingen van voorzieningen van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en de Compensabele Btw (BCF) (voor zover van toepassing) bij de berekening betrokken.

Artikel 13 Rentetoerekening

  • a. De interne rekenrente voor grondexploitatie wordt op de voorgeschreven wijze bepaald.

  • b. De interne rekenrente voor investeringen (omslagrente) wordt op de voorgeschreven wijze bepaald waarbij geen rente wordt toegerekend aan de reserves en voorzieningen.

  • c. Over vooruit ontvangen subsidies en opbrengsten wordt geen rente vergoed.

Artikel 14 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, leges, rioolheffingen en afvalstoffenheffing/reinigingsrechten.

Artikel 15 Financieringsruimte

  • a. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor het bereiken van de volgende doelstellingen:

    • °

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • °

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • °

      het beperken van de kosten van leningen;

    • °

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • b. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • °

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen vindt plaats door storting in ’s Rijks schatkist of middels uitzetting bij decentrale overheden, waarbij er geen sprake is van een toezichthouder relatie tussen geldnemer en geldgever

    • °

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is;

    • °

      derivaten zijn niet toegestaan;

    • °

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan één jaar worden tenminste drie prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

    • °

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro.

Hoofdstuk 4. Paragrafen

Artikel 16 Lokale heffingen

In de paragraaf Lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording in ieder geval op:

  • °

    de mate van kostendekking van heffingen, rechten en leges

  • °

    de geraamde respectievelijk gerealiseerde opbrengsten per lokale heffing

  • °

    het kwijtscheldingsbeleid.

Artikel 17 Weerstandsvermogen

  • a. Het beleid wordt in de kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement weergegeven. Deze nota wordt minimaal één keer in de vier jaar geactualiseerd en aan de raad aangeboden.

  • b. In de paragraaf Weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het besluit Begroting en Verantwoording in ieder geval op:

    • °

      een opsomming van de 10 risico’s met de grootste invloed op de exploitatie, inclusief een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen;

    • °

      een uiteenzetting en berekening van de benodigde weerstandscapaciteit en het beschikbare weerstandsvermogen.

Artikel 18 Onderhoud kapitaalgoederen

  • a. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording in ieder geval op:

    • °

      de voortgang van het geplande onderhoud;

    • °

      het gewenste kwaliteitsniveau.

  • b. Het college biedt de raad minimaal eens in de vier jaar ter vaststelling aan een:

    • °

      Rioleringsplan; het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen.

Artikel 19 Financiering

In de paragraaf Financiering bij de begroting en jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording in ieder geval op:

  • °

    de kasgeldlimiet;

  • °

    de renterisiconorm.

Artikel 20 Bedrijfsvoering

In de paragraaf Bedrijfsvoering bij de begroting en jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording in ieder geval op:

  • a.

    de ontwikkeling van de loonkosten;

  • b.

    de kosten van inhuur derden.

Artikel 21 Verbonden partijen

In de paragraaf Verbonden partijen bij de begroting en jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording in ieder geval van elke verbonden partij op:

  • a.

    de naam en vestigingsplaats;

  • b.

    het financieel belang van de gemeente;

  • c.

    de zeggenschap van de gemeente.

Artikel 22 Grondbeleid

  • a. In de paragraaf Grondbeleid bij de begroting en jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording in ieder geval op:

    • °

      de verwerving van gronden;

    • °

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • b. Het college biedt de raad minimaal eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota Grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • °

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • °

      de uitgangspunten voor het opstellen van grondexploitaties, zoals rente, winstneming, resultaatbestemming en prijsstelling van de verkoop van gronden.

Hoofdstuk 5. Financieel beheer en interne controle

Artikel 23 Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

    • c.

      het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, evenals voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 24 Interne controle

  • a. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • b. Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren)vorderingen, de opgenomen leningen en de (crediteuren)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen minimaal eenmaal in de vier jaar.

    Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Artikel 25 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 6. Financiële organisatie

Artikel 26 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie en

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de (sub)programma’s, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 27 Inkoop en aanbesteding.

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 28 Inwerkingtreding

  • a. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017;

  • b. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Leiderdorp 2016” vastgesteld door de raad op 9 mei 2016.

Artikel 29 Citeerartikel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam “Financiële verordening 2017 gemeente Leiderdorp”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 12 december 2016,
de griffier,
mevrouw J.C. Zantingh
de voorzitter,
mevrouw L.M. Driessen-Jansen