Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent Beleidskader zonne-energie

Geldend van 21-01-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent Beleidskader zonne-energie

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 27 december 2019 beschikbaar via Het Gemeentenieuws]

Samenvatting

We moeten met z’n allen werken aan een duurzaam Lingewaard, ook voor toekomstige generaties. Zonne-energie levert een bijdrage aan de verduurzaming van de energievoorziening. Zonne-energie kan worden gebruikt voor de opwek van elektriciteit (PV) en voor de opwek van warmte (zonne-thermie). We hebben zonne-energie nodig om onze klimaatdoelstellingen te behalen en fossiele energiebronnen als kolen en aardgas te vervangen. De uitstoot van CO2 zal hierdoor verlaagd worden.

Wat willen we bereiken met dit beleidskader?

De gemeente Lingewaard is goed op weg om in 2050 energieneutraal te zijn. Op korte termijn worden de gestelde doelen voor de duurzame opwek gehaald: 2020 (14%) en 2023 (16%) met gerealiseerde en geplande (vergund en SDE+ subsidie verkregen) initiatieven.

Voor de doelstellingen van 2030 zijn aanvullende projecten nodig. Tegelijk is er een veelvuldige vraag naar ruimte en moeten de verschillende ruimteclaims goed worden afgestemd. We zijn zuinig op onze natuur en landbouwgronden. Communicatie, draagvlak en (financiële) participatie zijn essentieel bij de ontwikkeling van zonne-energie projecten.

De gemeente zet voor de opwek van zonne-energie in op twee sporen:

  • 1.

    Stimuleren van gebouw-gebonden opwekking van zonne-energie;

  • 2.

    Ruimte geven aan de markt voor de ontwikkeling van zonneparken. Dit beleidskader geeft aan waar en op welke manier de gemeente de opwekking van zonne-energie in de vorm van zonneparken mogelijk wil maken. Om de ruimtelijke kwaliteiten te waarborgen is voor de ontwikkeling van zonneparken een helder kader nodig.

Wat gaan we daarvoor doen?

Bij particuliere initiatieven heeft de gemeente een sterke voorkeur voor gebouw-gebonden zonnepanelen (op daken, gevels, infrastructurele kunstwerken etc.) ten opzichte van grondgebonden panelen. Als een dak ongeschikt is voor gebouw-gebonden zonnepanelen, dan zijn zonne- akkers (maximaal 250m2) in het buitengebied mogelijk.

Om grootschalige initiatieven te faciliteren en te concentreren heeft de raad in 2017 een ‘zoekzone zonneparken’ aangewezen. Deze zoekzone blijft gehandhaafd voor grondgebonden zonneparken. Zonneparken worden hier geconcentreerd. Buiten de zoekzone wordt geen medewerking aan de ontwikkeling van zonneparken verleend, tenzij het initiatief door de bewoners zelf wordt ontwikkeld en voldoet aan de gestelde kaders.

Behalve een visie op zonne-energie (incl. kaartbeeld) zijn in dit beleidskader ook planologische, ruimtelijke, economische en maatschappelijke randvoorwaarden en aandachtspunten voor de ontwikkeling van zonneparken opgenomen. Een zonnepark dient voorzien te worden van een degelijke ruimtelijke inpassing. De ontwikkeling

van een zonnepark moet bijdragen aan het verder versterken van de aanwezige landschappelijke kwaliteiten.

Wat mag het kosten?

Kosten voor de ontwikkeling van zonne-energie projecten zullen

worden gedragen door de initiatiefnemers. Kosten voor de stimulering van gebouw-gebonden zonne-energie door de gemeente Lingewaard zullen worden gedekt door het reguliere duurzaamheidsbudget en het energietransitiefonds.

Leeswijzer

Dit kader zal niet worden verankerd in bestemmingsplannen. Elk initiatief zal via goedkeuring van de gemeenteraad mogelijk moeten worden gemaakt.

Dit beleidskader zal onderdeel gaan uitmaken van het beleidskader Duurzaamheid, welke begin 2020 verwacht wordt. Het totale beleidkader Duurzaamheid, inclusief het beleidskader zonne-energie, zal elke 2 jaar geëvalueerd worden, te beginnen in 2022.

Inleiding

1.1. Aanleiding

Om klimaatverandering tegen te gaan, de CO2 uitstoot te beperken en een duurzame energievoorziening voor de toekomst te garanderen, is er op dit moment een wereldwijde transitie van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen gaande. Ook Nederland schakelt over op 100% duurzame energie. De opgave is groot en daarom moeten alle gemeenten een bijdrage leveren. Ook de gemeente Lingewaard heeft

zich gecommitteerd aan het Gelderse Energie Akkoord (GEA) en hiermee aan het lokaal opwekken van duurzame energie en het uiteindelijk energieneutraal zijn in 2050. De Gemeente Lingewaard zit hiermee midden in een energietransitie, samen met heel Nederland.

Het uiteindelijke doel is om volledig energieneutraal te zijn in 2050, met tussenliggende mijlpalen:

  • In 2020 wordt 14 % van het energieverbruik duurzaam opgewekt.

  • In 2023 wordt 16 % van het energieverbruik duurzaam opgewekt.

  • In 2030 wordt 36 % van het energieverbruik duurzaam opgewekt. (Op basis van 55% reductie CO2 uitstoot.)

  • In 2050 wordt 100 % van het energieverbruik duurzaam opgewekt.

Zonne-energie is één van de duurzame energiebronnen waarop de gemeente graag wil inzetten. Met alleen kleinschalige productie op daken lukt het echter niet energieneutraal te worden; ook meer grootschalige productie van duurzame energie is daadwerkelijk nodig. Dat er groeiende interesse is in het ontwikkelen van zonneparken blijkt uit de verschillende verzoeken die de gemeente afgelopen jaar heeft ontvangen.

Deze beleidsnotitie geeft aan waar de gemeente de opwekking van zonne-energie in de vorm van zonneparken mogelijk wil maken. Via randvoorwaarden en aandachtspunten in deze beleidsnotitie wordt sturing gegeven aan initiatiefnemers om te komen tot kwalitatief hoogwaardige zonneparken, die op zorgvuldige wijze in het landschap zijn ingepast.

Dit beleidskader zal niet worden verankerd in bestemmingsplannen. Elk initiatief zal dus via een wijziging van het bestemmingsplan, of uitgebreide omgevingsvergunning mogelijk moeten worden gemaakt.

1.2. Op weg naar 2050

De gemeente Lingewaard is goed op weg om in 2050 energieneutraal te zijn. Op korte termijn worden de gestelde doelen voor de duurzame opwek gehaald: 2020 (14%) en 2023 (16%) met gerealiseerde en geplande (vergund en SDE+ subsidie verkregen) initiatieven. Voor de periode na 2023 zijn nieuwe projecten nodig, om de doelstelling voor 2030 en 2050 te halen.

Stand van zaken

  • 2 ha drijvend zonnepark; gerealiseerd;

  • 19 ha zonnepark Lingewal; start bouw juni 2019;

  • Zon op gemeentelijk vastgoed (ca. 10.000 panelen); gerealiseerd en in voorbereiding;

  • Zonnepanelen op daken woningen en bedrijfspanden; gerealiseerd en in voorbereiding.

Om de 2 jaar zal een evaluatie plaatsvinden over het tot dan gerealiseerde vermogen en de resterende opgave ten behoeve van eventuele herziening van het beleid. In het aanstaande duurzaamheidsbeleid zullen prestatie-indicatoren worden opgenomen om het beleidskader zonne-energie te monitoren en te toetsen.

Opwekking van warmte

Een belangrijk deel van het totale energieverbruik in de gemeente Lingewaard wordt gevormd door de vraag naar warmte (hoge en lage temperatuur). Voor de opwekking van lage temperatuur warmte voor de bebouwde omgeving, zien wij kansen voor zonne-thermie (opwekking van warmte door zonne-energie). Deze kansen hebben betrekking op zowel individuele als collectieve oplossingen.

Terminologie

Er zijn veel termen die gebruikt worden voor projecten voor zonne- energie, zoals zonnevelden, zonneweides en zonnetuinen. In dit kader kennen we 2 termen: zonne-akkers (max 250m2 in het buitengebied) en zonneparken voor alle andere categorieën. De term zonnepark is een allesomvattende term, voor alle vormen van projecten.

1.3. Bestaand beleid

Navolgend een beknopte samenvatting van het bestaande beleid. Deze beleidsinventarisatie is op de verzamelkaart in bijlage 2 in beeld gebracht. In de bijlage 2 zijn tevens de afzonderlijke deelkaarten opgenomen.

Provincie

De ambitie van de provincie Gelderland is om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Dit wordt bereikt door grootschalige besparing en opwekking uit verschillende duurzame bronnen van energie, zoals wind, zon, waterkracht, biomassa en bodemenergie. Als tussendoel realiseert de provincie in 2030 55% CO2 reductie in Gelderland. De provincie streeft naar een versnelde energietransitie, gericht op forse vergroting van het aandeel duurzame energie en passend bij de Gelderse kwaliteiten.

Op 19 december 2018 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie en de bijbehorende Omgevingsverordening vastgesteld. In de Omge- vingsvisie staan de hoofdlijnen van het beleid en in de Omgevings- verordening de regels en afspraken om de opgaven uit de Omgevingsvisie te realiseren. De Omgevingsvisie en -verordening zijn allebei op 1 maart 2019 in werking getreden.

Nieuwe manieren van energieopwekken en gebruiken zijn nodig. Het streven is dat Gelderland in 2050 volledig klimaatneutraal is. Het tempo en de kracht van de verandering moeten echter flink omhoog, wil Gelderland in de toekomst schoon en gezond blijven. In 2030 wil de provincie – als tussenstap – daarom verder zijn dan landelijk is afgesproken.

Forse ingrepen in de gebouwde omgeving zijn nodig om de overstap naar alternatieve, duurzame energiebronnen voor elkaar te krijgen. Om te beginnen, zet de provincie in op energiebesparing en het terugdringen van het energieverbruik door isolatie en efficiëntere toepassingen. Daarnaast zet de provincie in op duurzame opwekking. Wind, zon, biomassa, waterstof, geothermie, aquathermie en waterkracht zijn allemaal nodig.

Voor het opwekken, opslaan en transporteren van duurzame energie is ruimte nodig; veel ruimte voor windturbines, zonneparken, warmtecentrales, (mest) vergisters en waterkrachtcentrales. Dit raakt de leefomgeving van alle Gelderlanders en kan botsen met kwaliteiten

– zoals de natuur, het rivierenlandschap met haar uiterwaarden en/ of het zicht op het mooie erfgoed. Er is daarom een gezamenlijke

regionale aanpak nodig (RES). Samen met de partners wordt bepaald waar de noodzakelijke extra meters gemaakt kunnen worden en waar initiatieven zich niet en waar wel kunnen ontwikkelen en onder welke voorwaarden. Met oog voor de kwaliteiten die Gelderland uniek maken.

De provincie spant zich in voor een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden en behoud en versterking van de kwaliteit van het landschap. Het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelingszone (GO) worden beschermd tegen aantasting van de kernkwaliteiten: dat zijn de natuurwaarden, de potentiële waarden en de omgevingscondities. Het natuurbeleid richt zich verder op behoud van de basiskwaliteit van landschappen in Gelderland. Het GNN is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang, waaronder de 18 Natura2000-gebieden. Het uitgangspunt is dat in het GNN geen nieuwe initiatieven plaatsvinden, behalve ontwikkelingen van een

groot algemeen of provinciaal belang of waarvoor geen alternatieven bestaan. Zonneparken passen hier niet. In de GO is alleen ruimte voor economische ontwikkeling in combinatie met een (substantiële) versterking van de samenhang tussen aangrenzende en inliggende natuurgebieden.

De ecologische verbindingszones maken deel uit van de GO, evenals de weidevogelgebieden en de rustgebieden voor winterganzen. Zonneparken zijn hier onder strikte voorwaarden mogelijk.

Gemeente

Beleidsnota duurzaamheid

De transitie naar hernieuwbare energie is een enorme ruimtelijke opgave in een dichtbevolkt land als Nederland. Om naar 100% duurzame energie in 2050 te gaan, zullen alle ruimtelijke mogelijkheden voor hernieuwbare energie benut moeten worden. Met de beleidsnota duurzaamheid

2016-2020 heeft Lingewaard zich gecommitteerd aan het Nationale Energieakkoord. Op korte termijn wil de gemeente haar aandeel aan duurzame energie flink verhogen.

De beleidsnota duurzaamheid zegt over zonneparken: “de gemeente Lingewaard faciliteert zonneparken, mits er zuinig wordt omgegaan met de beschikbare ruimte. Wij streven waar mogelijk naar een verantwoord, dubbel ruimtegebruik”. Voorbeeld hiervan is het benutten van daken voor zonne-energie.

Zoekzone zonne-energie

Zowel Lingewaard als Park Lingezegen hebben duurzaamheidsambities. Ook binnen Park Lingezegen biedt het beleid ruimte voor duurzame energievoorzieningen (zie Intergemeentelijke Structuurvisie, vastgesteld d.d. 31 maart 2011 en Parkorganisatie Lingezegen-Klaar voor de toekomst, vastgesteld d.d. 7 maart 2017).

In Lingewaard is NEXTgarden de broedplek waar actief ingezet wordt op realisatie van diverse vormen van duurzame energie. In NEXTgarden wordt gewerkt aan de realisatie van een ‘smart energy grid’, waarbij het geheel meer is dan de som der delen en er een relatie ontstaat tussen energieopwekking, energieverbruik en opslag. Goede aanvulling op de duurzame energiemix is een zonnepark. Vanuit de beleidsdoelen voor duurzame energie ligt het aanwijzen van een zoekzone voor zonneparken nabij NEXTgarden voor de hand. Op 13 april 2017 heeft de gemeenteraad besloten hiervoor een zoekzone aan te wijzen ten zuiden van NEXTgarden in Park Lingezegen. De aangewezen zoekzone ligt ten zuiden van de Lingewal, ten westen van de Karstaat. In de zoekzone ligt een onderstation van Liander. De zoekzone sluit technisch en ruimtelijk aan bij glastuinbouwgebied NEXTgarden en de zone kent een grote schaal en is vanuit dat perspectief geschikt voor grote zonneparken, mits landschappelijk goed ingepast. Binnen de zoekzone (bruto oppervlak van 100 ha) is de ontwikkeling van in totaal ongeveer 50 ha aan grondgebonden zonnepanelen mogelijk. In juni 2019 is gestart met de bouw van het eerste zonnepark in de zoekzone (19 ha).

Zonneakkers buitengebied

De gemeente wenst het opwekken en gebruiken van duurzame energie te stimuleren. Vandaar dat in de 2e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied (vastgesteld 13 december 2018) de mogelijkheid is opge- nomen om zonnepanelen niet alleen op het dakvlak, maar ook op het maaiveld te plaatsen. In alle gevallen moet de energieopwekking gericht zijn op het voorzien in de energiebehoefte op het eigen perceel.

De belangrijkste voorwaarden voor het toestaan van de zonneakkers komen voort uit het landschapsbeleid van de gemeente (Landschaps- ontwikkeling) en provinciaal en landelijk landschapsbeleid. Het land- schapsbeleid streeft naar het behouden van de landschappelijke waarden binnen de kenmerkende elementen van een rivierenlandschap. Zowel de uiterwaarden als de dijkzone behoren tot het Nationaal Landschap Gelderse Poort. Binnen de uiterwaarden wil de gemeente de natuurwaarden behouden. Daarnaast zijn de uitwaarden bij hoog water belangrijk voor de doorstroming. Zonneakkers zijn buitendijks dan ook niet wenselijk. Voor de dijkzone en komgronden is het gemeentelijk beleid onder anderen erop gericht om landschappelijke waarden als openheid en zichtlijnen te behouden. Omdat de dijkzone daarnaast binnen het Nationaal Landschap Gelderse Poort ligt, zullen bij het aanleggen van zonneakkers de kernkwaliteiten van het Nationale Landschap behouden moeten blijven. Openheid, kleinschaligheid en zichtlijnen vanaf de dijk op (en het behoud van) cultuurhistorische elementen zijn hier voorbeelden van. Binnen de bestemming 'Wonen' is het (op het maaiveld) plaatsen van zonnepanelen mogelijk via de regels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. In de bijlagen bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 2e herziening' zijn daarnaast beleidsregels voor kleine zonneparken in het buitengebied opgenomen. Deze zijn opgenomen in bijlage 3.

Zon op glas

Binnen bepaalde bestemmingsplannen zijn mogelijkheden voor de opwek van zonne-energie. Bijvoorbeeld facilitaire voorzieningen binnen het tuinbouwdeelgebied Bergerden (NEXTgarden).

Daarnaast zijn zonnepanelen op (hellende) daken in beginsel vergunning- vrij als deze in of direct op en gelijk aan het dakvlak worden geplaatst.

Dat kan bij kassen ook het geval zijn. Het gebruik moet dan wel overeenstemmen met het gebruik zoals dat in het bestemmingsplan is toegestaan. Dit betekent het volgende:

  • Het telen van de gewassen moet de hoofdfunctie van de kas zijn en blijven;

  • Zonnepanelen moeten ten dienste zijn van één of meerdere (geclusterde) glastuinbouwbedrijven. Het betreft een facilitaire voorziening. De jaarlijks opgewekte elektriciteit mag het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van de kas(sen) met maximaal 25% overstijgen, om schommelingen tussen opbrengst en verbruik en toekomstige elektrificatie op te vangen.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld gebouwgebonden installatie op bedrijfsdak

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld gebouwgebonden installatie op particuliere daken

Visie op zonne-energie

2.1. Kansen

De gemeente wil graag in 2050 energieneutraal zijn en daarvoor ook ruimte bieden. Tegelijk is er een veelvuldige vraag naar ruimte en moeten de verschillende ruimteclaims goed worden afgestemd. Om de ruimtelijke kwaliteiten te waarborgen is voor de ontwikkeling van zonneparken een helder kader nodig. Daarvoor heeft de gemeente een visiekaart opgesteld (zie pagina 12 en bijlage 1). De gemeente zet voor de opwek van zonne- energie in op twee sporen:

  • 1.

    Stimuleren van gebouw-gebonden opwekking van zonne-energie;

  • 2.

    Ruimte geven voor de ontwikkeling van zonneparken.

Gebouwgebonden zonnepanelen (op daken en gevels)

De gemeente stimuleert het opwekken van zonne-energie met gebouw- gebonden panelen op daken of gevels van particulieren of bedrijven, of zonnepanelen op infrastructurele kunstwerken (bruggen, geluidsschermen etc.). De gemeente plaatst daarbij wel de kanttekening dat haar invloed hierop relatief beperkt is. Op belangrijke parameters, zoals de prijs van zonnepanelen en de prijs van stroom, heeft zij geen invloed. Ook in ruimtelijke zin is de invloed van de gemeente beperkt, aangezien het plaatsen van zonnepanelen op een gebouw in veel gevallen vergunning vrij mogelijk is. Wel wil de gemeente gebouweigenaren stimuleren én inspireren om te investeren in de plaatsing van zonnepanelen op hun gebouwen. Dit doet de gemeente bijvoorbeeld door het verstrekken van informatie en het verduurzamen van haar eigen vastgoed. Het stimuleren van gebouwgebonden zonne- energie is maatwerk per doelgroep, doelgebied etc. Hier zullen specifieke acties voor worden uitgezet door de gemeente. Gebouwgebonden installaties vragen niet om een landschappelijke inpassing.

Zonneparken

Omdat er niet voldoende dakoppervlak is om te voorzien in de energiebehoefte geeft de gemeente ook ruimte aan grond- en watergebonden zonnepanelen in de vorm van zonneparken. Voor de ontwikkeling

van grootschalige zonneparken ziet de gemeente vooral kansen voor de commerciële markt en coöperaties.

Gemiddeld kan worden gerekend met de opwekking van 1 MW per hectare. Het aantal MW per hectare neemt de laatste jaren verder toe. De factor 1 MW/ha is de huidige geaccepteerde stand der techniek. De verwachting is dat dit in de komende jaren verder stijgt.

De gemeente wil de ontwikkeling van zonneparken graag concentreren en daarmee de versnippering van de beschikbare ruimte voorkomen. Om deze initiatieven te faciliteren heeft de raad in 2017 een zoekgebied grootschalige zonneparken aangewezen.

2.2. Draagvlak & participatie

Communicatie, draagvlak en (financiële) participatie zijn essentieel bij de ontwikkeling van zonne-energie projecten. In hoofdstuk 3 zijn de kaders opgenomen met betrekking tot draagvlak en participatie.

afbeelding binnen de regeling

Lingewaardse kaders voor grond- en watergebonden zonneparken

In dit hoofdstuk zetten we uiteen waar we in Lingewaard ruimte bieden voor grond- en watergebonden zonneparken en met welke randvoorwaarden en aandachtspunten rekening moet worden gehouden bij de ontwikkeling van een initiatief.

De gemeente heeft de voorkeur om - voorafgaand aan een principeverzoek - met de initiatiefnemer in gesprek te gaan over het initiatief. De gemeente wil in dit gesprek randvoorwaarden en

aandachtspunten meegeven en over het initiatief mee kunnen denken om zodoende tot een beter afgewogen en ingepast plan te komen. De ontwikkeling van een zonnepark is maatwerk maar er gelden een aantal algemene randvoorwaarden en aandachtspunten.

3.1. Ruimte voor grond- en watergebonden zonneparken

Zoekzone grondgebonden zonneparken

Zonneparken zijn alleen mogelijk binnen de zoekzone. Deze zoekzone is door de raad vastgesteld in 2017 en ligt aan de Lingewal (zie Visiekaart). We willen ons concentreren op gebouwgebonden zonnepanelen. Daarom wordt de zoekzone niet uitgebreid. Binnen de zoekzone (bruto oppervlakte 100 ha) is de ontwikkeling van in totaal ongeveer 50 ha

aan grondgebonden zonnepanelen mogelijk. Op deze locatie wordt momenteel een zonnepark van 19 ha gerealiseerd. De zoekzone ligt in het open agrarisch gebied aansluitend op NEXTgarden op de overgang van komgebied naar oeverwal.

Grondgebonden zonneparken overig buitengebied

De gemeente is terughoudend in het verlenen van medewerking aan de ontwikkeling van zonneparken buiten de zoekzone. Buiten de zoekzone werken we mee alleen mee aan een initiatief als het aan de volgende voorwaarden voldoet, met dien verstande dat er maximaal 3 initiatieven voor ‘grondgebonden zonneparken overig buitengebied’ kunnen worden toegestaan in de komende twee jaar:

  • Het initiatief door de bewoners zelf ontwikkeld is om in hun eigen energievoorziening te voorzien;

  • De locatie ruimtelijk gekoppeld is aan de gebruikers van de opgewekte energie;

  • Het initiatief een breed draagvlak in de omgeving heeft;

  • De opbrengsten naar de lokale samenleving (door middel van financiële participatie, compensatieregelingen voor omwonenden of een lokaal gebieds- of duurzaamheidsfonds) gaan;

  • De locatie en omvang van het zonnepark ruimtelijk aanvaardbaar zijn, met een maximale grootte van 3 hectare;

  • De initiatiefnemer een plan heeft voor na de technische levensduur van installatie en gronden van het zonnepark;

  • De gronden van het zonnepark bijdragen aan de biodiversiteit.

afbeelding binnen de regeling

Visiekaart uitsnede zoekzone zonneparken

Alternatieven voor gebouwgebonden zonnepanelen

Het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van de gemeente maakt de ontwikkeling van kleinschalige zonneparken (tot 250m2) al mogelijk wanneer een dak ongeschikt blijkt, zodat particulieren in hun eigen energiebehoefte kunnen voorzien. Het beleidskader voor dergelijke kleine zonneparken is opgenomen in bijlage 3.

Dubbelgebruik

Bij dubbelgebruik blijft de originele functie van de ruimte en wordt deze gecombineerd met de opwek van zonne-energie. Dubbelgebruik is vaak inventief en maatwerk. Het is daarom lastig om hier vooraf kaders voor te stellen. Daarom willen we eerst graag het gesprek aangaan om de mogelijkheden voor dubbelgebruik de te onderzoeken en de wenselijkheid te toetsen.

3.2. Randvoorwaarden en aandachtspunten

Economische en maatschappelijke randvoorwaarden & aandachtspunten

De gemeente hanteert de volgende economische randvoorwaarden/ kent de volgende aandachtspunten voor zonneparken:

  • De initiatiefnemer betrekt omwonenden en andere belanghebbenden, eventueel gegroepeerd in een klankbordgroep, vroegtijdig bij de planvorming. Mogelijke belanghebbenden (stakeholders) zijn: Wijkplatforms, Provincie Gelderland, Lingewaard Energie, Lingewaard Natuurlijk, Liander, Rijkswaterstaat, Waterschap Rivierenland, Gelders Genootschap, LTO en Park Lingezegen.

  • De initiatiefnemer stelt een communicatieplan op ten behoeve van het betrekken en informeren van de omgeving en bespreekt dit plan met de gemeente.

  • De basis is het streven naar een goede verdeling van 'lusten' en

  • 'lasten', zodat de omgeving, de inwoners, naast de lasten van grootschalige zonneparken, ook daadwerkelijk (financieel) kunnen profiteren van lokaal opgewekte energie.

  • Opbrengsten vloeien zoveel mogelijk terug in de omgeving. De initiatiefnemer onderzoekt de mogelijkheden voor participatie/ omgevingsfonds/energiecoöperatie. Door middel van een financiële participatie, compensatieregelingen voor omwonenden, gesocialiseerde grondcontracten, een lokaal gebieds- of duurzaamheidsfonds vloeit (een deel van) de opbrengsten terug naar de lokale samenleving. De gemeente streeft naar minimaal 50% lokaal eigenaarschap.

  • Het aanleggen en onderhouden van zonneparken moet bij voorkeur uitgevoerd worden door lokale/regionale bedrijven.

  • Er moeten afspraken gemaakt worden met de gemeente over de duur van de te verstrekken vergunning. Uitgangspunt is de technische levensduur van het zonnepark (20-25 jaar).

  • Na het verlopen van de vergunning dient het volledige zonnepark, inclusief ondersteunende bouwwerken, verwijderd te worden door de initiatiefnemer. Hier moeten afspraken over gemaakt worden met de gemeente, inclusief een bestemming voor de vrijgekomen gronden. Denk hierbij aan herstellen originele functie en/of een natuurfunctie.

Planologische randvoorwaarden & aandachtspunten

De gemeente hanteert de volgende planologische randvoorwaarden/ kent de volgende aandachtspunten voor zonneparken:

  • Aangetoond moet worden dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. In het kader van een nieuw ruimtelijk plan zal onder meer indicatief onderzoek verricht moeten worden naar het aspect ecologie en de invloed op de waterhuishouding (extra verhard oppervlak

  • (gebouwen en ontsluiting) en objectvrije zones langs watergangen). Daarnaast kan het in sommige gevallen nodig zijn onderzoek te doen naar de archeologische waarde op de beoogde locatie voor een zonnepark.

  • Bij de ontwikkeling van zonneparken binnen de Groene Ontwikkelingszone en/of Park Lingezegen moet rekening worden gehouden met de daar geldende randvoorwaarden en aandachtspunten.

Ruimtelijke randvoorwaarden & aandachtspunten

De gemeente hanteert de volgende ruimtelijke randvoorwaarden/ kent de volgende aandachtspunten voor zonneparken:

  • Streef naar meervoudig ruimtegebruik, bijvoorbeeld (klein)vee, agrarische gewassen of natuur.

  • Uitgangspunt voor nieuwe zonneparken is het behouden van het bestaande landschapspatroon c.q. de bestaande verkaveling. Het zonnepark heeft een groene en/of blauwe inrichting op het maaiveld in de vorm van oppervlaktewater, grasland of andere gebiedseigen vegetatie (zie ook hoofdstuk 4 Landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering).

  • Vormgeving / inpassing zonnepark afstemmen op omgeving, waar onder bestaande of vergunde zonneparken in de directe omgeving.

  • Maximale hoogte zonnepanelen is in de zoekzone tot 2,5 m boven maaiveld. Buiten de zoekzone in principe tot 1,5 m boven maaiveld tenzij hoger landschappelijk aanvaardbaar is.

  • De constructie van de opstellingen van zonnepanelen moet zo eenvoudig mogelijk worden vormgegeven om zo min mogelijk op te vallen.

  • Ondersteunende bouwwerken als schakelcellen, algemene

  • laagspanningsborden en transformatoren moeten zo gepositioneerd worden dat zij zich voegen naar het patroon van de opstelling van de zonnepanelen. Ook geldt voor deze ondersteunende bouwwerken extra aandacht bij de landschappelijke inpassing.

  • Bij het ontwerpen van een zonnepark moet rekening gehouden worden met de aanwezige kabels en leidingen en moeten afspraken gemaakt worden met de desbetreffende leidingbeheerder. Op de beleidskaart 'Zonneparken’ is een aanduiding ‘aandachtsgebied leidingen’ opgenomen, ter plaatse van de belangrijkste hoofdaardgastransportleidingen en hoogspanningsverbindingen.

  • Zonneparken worden zoveel mogelijk ontsloten via de bestaande infrastructuur. Waar dit niet mogelijk is worden nieuwe toegangswegen uitgevoerd in halfverharding of geheel onverhard.

  • Zonneparken zijn beperkt toegankelijk omwille van risicobeperking

  • ten aanzien van diefstal en/of vandalisme. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van natuurlijke oplossingen voor de beveiliging aan de rand van een zonnepark. Het aanbrengen van hekwerken moet zoveel mogelijk vermeden worden. Indien dit onmogelijk is, wordt voor een passend type hekwerk gekozen (bijvoorbeeld afrastering met houten palen en schapengaas) en worden de aangebrachte hekwerken landschappelijk ingepast. In open gebieden is met name een watergang een goede begrenzing van het zonnepark. Hekwerken of opgaande houtachtige beplanting niet, tenzij dit grenst aan bestaande bebouwing/laanbeplanting etc.

  • Bij een zonnepark moet voor derden informatie te vinden zijn over duurzame energie in de vorm van een informatiebord. Hierop kunnen bijvoorbeeld de hoeveelheid opgewekte stroom, het

  • aantal ton koolstofdioxide (CO2) dat niet wordt uitgestoten of het aantal huishoudens dat wordt voorzien van groene stroom worden weergegeven.

Verdere Ruimtelijke randvoorwaarden & aandachtspunten zijn gedetailleerd uitgewerkt in hoofdstuk 4.

Overige randvoorwaarden en aandachtpunten

De gemeente hanteert verder de volgende randvoorwaarden/ kent de volgende aandachtspunten voor zonneparken:

  • Zonneparken en de ondersteunende bouwwerken dienen op een veilige manier geconstrueerd te worden en gebruik te maken van veilige materialen. Brandveiligheid is hierbij een belangrijk aandachtspunt;

  • Zonneparken dienen goed bereikbaar te zijn voor hulpdiensten. Ook binnenin de zonneparken dient er aandacht te zijn voor de bereikbaarheid voor hulpdiensten (met name brandweer).

  • Het dient mogelijke onderzocht te worden, of elektromagnetische compatibiliteit (EMC) invloed heeft op de bestaande infrastructuur. Initiatiefnemers dienen zelf hier over in gesprek te gaan met de relevante instanties (bijvoorbeeld ProRail)

Hardheidsclausule

Na vaststelling van het 'Beleidskader zonne-energie' zijn de hierin beschreven uitgangspunten en randvoorwaarden van toepassing op alle toekomstige initiatieven voor zonneparken. Het college kan één of meerdere bepalingen van deze nota buiten toepassing laten of daarvan afwijken. Het kan voorkomen dat een plan niet voldoet aan de gebieds- of inrichtingscriteria of dat deze criteria niet toereikend zijn, zodat de toepassing van dit beleidskader onredelijk uitpakt in individuele gevallen. Het college van burgemeester en wethouders kan dan gemotiveerd afwijken van het beleid. Dit moet dan in een collegebesluit en/of een ruimtelijk besluit c.q. omgevingsvergunning vastgelegd worden.

Landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering

4.1. Landschappelijke inpassing

Een zonnepark dient voorzien te worden van een degelijke ruimtelijke inpassing. Het realiseren van deze landschappelijke inpassing wordt als voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan verankerd of gekoppeld aan de omgevingsvergunning.

Landschappelijke inpassing is maatwerk en moet aansluiten bij de schaal en het karakter van het betreffende landschapstype. Bestaande landschappelijke (kavel) structuren zijn hierbij leidend. Bij het ontwerpen van zonneparken moet rekening worden gehouden met de bestaande landschaps- en bebouwingskarakteristieken zoals landschapselementen, beplantingssoorten, waardevolle historische bebouwing of beeldbepalende gebieden en de mate van openheid.Daarnaast zijn de zichtlijnen vanuit de omgeving en eventuele afscherming door beplanting van minder fraaie delen belangrijke aandachtspunten.

Meer inspiratie is te vinden in het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) van Lingewaard en/of de ZonneWIJzer van het Gelders EnergieAkkoord.

Hoofdpunten uit het LOP

  • Versterken landschappelijke hoofdstructuur;

  • Versterken historische identiteit;

  • Versterken van netwerken;

  • Vergroten natuurwaarden.

Voor het oeverwallengebied kan bijvoorbeeld aan de volgende inpassingsmaatregelen worden gedacht:

  • de aanleg van een houtwal met gebiedseigen beplanting (o.a. hazelaar, sleedoorn, els, eik);

  • de aanleg van een windsingel (sleedoorn, els);

  • de aanleg van een recreatieve route (in combinatie met een gebiedseigen knip-en scheerheg of struweelhaag);

  • de aanleg van greppels met natuurlijke kruidenvegetatie.

Tevens moet de landschappelijke inpassing van zonneparken altijd gepaard gaan met een landschappelijke kwaliteitsverbetering.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeelden inpassingsmaatregelen

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld landschappelijke inpassing

afbeelding binnen de regeling

Bouwstenen landschappelijke inpassing

Landschappelijke inpassing zoekzone zonneparken

De zoekzone ligt in een relatief open gebied. De openheid wordt begrensd door de Linge met aangrenzende incidentele bebouwing en een beperkt aantal wegen. De grootschaligheid van het landschap maakt het gebied geschikt voor relatief grootschalige zonneparken, mits deze op zorgvuldige wijze worden ingepast in het landschap. De openheid en bestaande landschappelijke structuur zijn belangrijke kwaliteiten, die zoveel mogelijk overeind moeten worden gehouden.

afbeelding binnen de regeling

Aanvullend kader Park Lingezegen

De zoekzone zonneparken ligt in Park Lingezegen en valt binnen de deelgebieden 'Het Landbouwland' en 'De Buitens'. Voor de landschappelijke inpassing van zonneparken binnen Park Lingezegen zijn aanvullende kwaliteitseisen zowel voor het geheel als voor de verschillende deelgebieden binnen het park uitgewerkt. De deelgebieden kennen elk hun eigen karakter en ontwikkelingsdoelstellingen. In de structuurvisie Park Lingezegen worden deze verschillenden doelstellingen beschreven:

afbeelding binnen de regeling

Uitsnede zoekzone - deelgebieden Park Lingezegen

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld inrichtingsprincipe uit 'Lofzang op de Betuwe'

Daarnaast zijn voor het gehele parkgebied inrichtingsprincipes voor de verschillende landschapselementen zoals waterlopen, paden, lanen, boomgaarden uitgewerkt (zie 'Lofzang op de Betuwe').

Landschappelijke inpassing van zonneparken in Park Lingezegen kan op verschillende manieren vorm krijgen:

  • de aanleg van brede stroken met kruidenrijkgrasland;

  • de aanleg van een natuurvriendelijke oever, plas-draszones of amfibienpoelen;

  • de aanleg van recreatieve routes;

  • in relatie met bestaande bebouwing/beplanting: de aanleg van opgaande beplanting in vorm van een windsingel, struweelhaag of hoogstamboomgaard.

Afhankelijk van de exacte locatie en reeds aanwezige landschaps- kenmerken en - structuren kan gekozen worden voor één of meerdere van de voorgenoemde wijzen van landschappelijke inpassing.

Uitgangspunt is dat alle zijden van het zonnepark landschappelijk worden ingepast. Belangrijk is in ieder geval dat de hoogte van zonnepanelen beperkt wordt tot 2,50 meter boven maaiveld. De voorgenoemde opsomming is overigens niet uitputtend. De landschappelijke inpassing van zonneparken blijft maatwerk en zal in goed overleg met de gemeente worden afgestemd.

Indien landschappelijke inpassing geen of weinig meerwaarde heeft, kan er voor gekozen worden een bijdrage te storten in het gemeentelijke landschapsfonds. Dit fonds wordt ingezet om bestaande grootschalige landschappelijke structuren te versterken en nieuwe structuren te ontwikkelen.

4.2. Landschappelijke kwaliteitsverbetering

Naast de directe landschappelijke inpassing is ook een extra kwaliteitsverbetering van het landschap noodzakelijk bij de ontwikkeling van een zonnepark. De ontwikkeling van een zonnepark moet bijdragen aan het verder versterken van de aanwezige landschappelijke kwaliteiten. Het realiseren van deze kwaliteitsverbetering zal als voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan verankerd worden of gekoppeld aan de omgevingsvergunning.

De gemeente ziet de volgende maatregelen als (landschappelijke) kwaliteitsverbetering:

  • Het aanleggen van natuur- en landschapselementen buiten het bestemmingsvlak waar het zonnepark gerealiseerd wordt. Houdt hierbij rekening met de specifieke ecologische en cultuurhistorische waarden van het gebied waarin het zonnepark wordt gerealiseerd: in de dijkzone en het oeverwalgebied zijn dit onder andere hoogstamboomgaarden, houtwallen en los groeiende hagen, geriefhoutbosjes, kruiden- en faunarijke graslanden;

  • Het aanleggen van extensieve recreatieve voorzieningen zoals een nieuw wandel- of struinpad of het herstellen van een oud kerkpad;

  • Voorzieningen als bankjes zijn zinvolle voorzieningen, mits ze op de juiste locatie geplaatst worden.

  • Het behouden en restaureren van cultuurhistorisch waardevolle Recreatieve voorzieningen bebouwing/beeldbepalende gebieden;

  • Het slopen van ontsierende bebouwing en het verwijderen van verharding;

  • Het verkleinen of opheffen van een niet-agrarisch bestemmingsvlak en/of een (agrarisch) bouwvlak c.q. aanduiding binnen een agrarisch bestemmingsvlak. Een voorbeeld hiervan is het verwijderen van de aanduiding intensieve veehouderij;

  • Het aanleggen van extra waterberging ten behoeve van verbetering van de waterhuishouding (o.a. de aanleg van een poel).

afbeelding binnen de regeling

Voorbeelden inrichtingsmaatregelen landschappelijke kwaliteitsverbetering

De voorgenoemde lijst van maatregelen is niet uitputtend. Kwaliteitsverbetering is immers maatwerk; bespreek uw ideeën daarom met de gemeente. De gemeente hanteert als uitgangspunt dat ten minste 10% van de oppervlakte van het zonnepark wordt aangewend voor landschappelijke kwaliteitsverbetering. Daarnaast vraagt de gemeente dat de biodiversiteitsontwikkeling gemonitord dient te worden.

afbeelding binnen de regeling

Bouwstenen landschappelijke kwaliteitsverbetering

Ondertekening

Bijlage 1 Visiekaart

afbeelding binnen de regeling

Visiekaart (noord)

afbeelding binnen de regeling

Visiekaart (zuid)

Bijlage 2 Beleidsinventarisatiekaarten

De beleidsinventarisatiekaart is opgebouwd uit diverse lagen, die gebaseerd zijn op de verschillende beleidsdocumenten van het Rijk, provincie, de gemeente Lingewaard en Park Lingezegen. Op de volgende pagina is de verzamelkaart weergegeven, waarin alle beleidslagen zijn opgenomen. In het vervolg van deze bijlage zijn de afzonderlijke kaartlagen weergegeven. Het gaat om de volgende deelkaarten:

  • Omgevingsvisie Gelderland

  • Natuurnetwerk Nederland

  • Structuurvisie - landschappelijke eenheden

  • Park Lingezegen - deelgebieden

  • NextGarden - begrenzing

  • Overig (Energie en A15)

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Beleid zonneakkers

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling