Regeling vervallen per 01-01-2022

Subsidieregeling Peuteropvang en Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Nissewaard 2020

Geldend van 23-11-2019 t/m 31-12-2021

Intitulé

Subsidieregeling Peuteropvang en Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Nissewaard 2020

Het college van de gemeente Nissewaard;

  • -

    gelet op het collegebesluit van (datum) om een nieuwe subsidieregeling vast te stellen voor de gesubsidieerde voorschoolse voorzieningen en onderwijs achterstandenbeleid;

  • -

    gelet op de artikelen 108, 149 van de Gemeentewet, titel 4.1. en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Nissewaard;

  • -

    gelet op het Besluit van 20 september 2019 tot wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie in verband met de verhoging van het minimaal aantal uren aanbod voorschoolse educatie en de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker

  • -

    overwegende dat het gewenst is om nadere regels vast te stellen die in acht worden genomen bij het verstrekken van subsidies voor peuteropvang en het onderwijs achterstandenbeleid in de gemeente;

  • -

    besluit:

vast te stellen de “Subsidieregeling peuteropvang en onderwijs achterstandenbeleid gemeente Nissewaard 2020”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV Nissewaard: Algemene subsidieverordening gemeente Nissewaard d.d. 15 december 2015;

  • b.

    College: College van burgemeester en wethouders van Nissewaard;

  • c.

    bestuur: het bestuur van een geregistreerde voorschoolse voorziening, onderwijsvoorziening of derden die zich bezig houden met kinderopvang, taalonderwijs of taalstimulerende activiteiten voor jeugd tot 18 jaar met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal als instructietaal ;

  • d.

    doelgroep: peuters in de leeftijd van 2 jaar tot de leeftijd waarop het kind naar de basisschool gaat; en personen tot 18 jaar met een achterstand in de Nederlandse taal.

  • e.

    voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderopvang die aan de geldende wettelijke eisen voldoet;

  • f.

    VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie, gemeentelijke kindgebonden gefinancierd aanbod van taal- en ontwikkelingseducatie volgens een methodiek die speciaal ontwikkeld is voor kinderen met een risico op taal- en ontwikkelingsachterstand met als doel de kansen op een goede schoolloopbaan voor deze kinderen te vergroten. Het aanbod is 960 uur per peuter in de leeftijdsperiode 2,5 tot 4 jaar met een maximum van 6 uur per dag conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie met de mogelijkheid dit standaard VVE aanbod uit te breiden met 320 uur in de leeftijdsperiode 2 tot 2,5 jaar;

  • g.

    VVE-methodiek: programma waarin, aantoonbaar en positief beoordeeld door GGD, systematisch en samenhangend wordt gewerkt aan de ontwikkeling van kinderen op het gebied van taal, rekenen, motoriek, en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • h.

    Peuteropvang: gemeentelijke kindgebonden gefinancierde dienst binnen de kinderopvang bestaand uit een aanbod van maximaal 480 uur per peuter in de leeftijdsperiode 2,5 tot 4 jaar met een maximum van 6 uur per dag met de mogelijkheid dit standaard peuteropvang aanbod uit te breiden met 160 uur in de leeftijdsperiode 2 tot 2,5 jaar;

  • i.

    indicatie VVE: een door de jeugdgezondheidszorg Nissewaard (consultatiebureau) afgegeven verklaring aan ouder/verzorger dat deelname aan voorschoolse educatie (VVE) geïndiceerd is;

  • j.

    landelijk register kinderopvang (LRK): een register op grond van artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang met gegevens van alle geregistreerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland;

  • k.

    ouder: persoon met ouderlijk gezag;

  • l.

    verzorger: verzorger van de peuter;

  • m.

    peuter: een kind in de leeftijd vanaf 2 jaar tot 4 jaar dat gebruik maakt van een in het landelijk register kinderopvang opgenomen voorschoolse voorziening;

  • n.

    subsidie: een bedrag dat via het bestuur beschikbaar wordt gesteld voor peuteropvang en/of onderwijsachterstandenbeleid;

  • o.

    kindplaats: een aanbod van een voorschoolse voorziening met een door het college vast te stellen omvang in uren per peuter op een voorschoolse voorziening;

  • p.

    inkomensafhankelijke bijdrage: de eigen bijdrage die ouder/verzorger betaalt voor het gesubsidieerde voorschoolse aanbod. Deze is afhankelijk van de hoogte van het gezinsinkomen. De bijdrage wordt vastgesteld volgens een gemeentelijk tabel welke is gebaseerd op de tabel van de kinderopvangtoeslag die jaarlijks door het rijk wordt vastgesteld.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van deze regeling , in aanvulling op de ASV Nissewaard.

Artikel 3 Doel

Deze subsidieregeling beoogt te voorzien in een volledig dekkend aanbod van peuteropvang, VVE en aanvullende stimulerende activiteiten ter voorkoming van taal- en ontwikkelingsachterstanden voor jeugd tot 18 jaar binnen de gemeente met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal als instructietaal of een risico hiertoe.

Artikel 4 Subsidieaanvrager

Voor subsidie komt in aanmerking:

  • a.

    Het bestuur van een in het LRK geregistreerde voorschoolse voorziening in de gemeente Nissewaard;

  • b.

    Schoolbesturen van scholen gevestigd in de gemeente;

  • c.

    Derden die zich bezig houden met taalonderwijs of taal- en ontwikkelingsstimulerende activiteiten voor jeugd tot 18 jaar met (een risico tot) onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal als instructietaal.

Artikel 5 subsidiabele activiteiten.

  • 1. Voor subsidie komt in aanmerking:

    • a.

      Alle activiteiten binnen opvang- en schoollocaties met locatieadres binnen de gemeente die te maken hebben met de instandhouding en kwalitatief goede uitvoering van peuteropvang en VVE (uitgezonderd Vroegschoolse Educatie);

    • b.

      Taalonderwijs of taalstimulerende activiteiten in algemene zin voor jeugd tot 18 jaar, indien deze aansluiten op de afspraken die zijn gemaakt binnen het convenant ‘Beleid centrale opvang van basisschoolleerlingen met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal als instructietaal’ d.d. 26 juni 2017 of indien deze aansluiten bij de gemeentelijke doelstelling voor VVE.

  • 2. Binnen Kinderopvang vindt de financiering van de uitvoering plaats via kindgebonden financiering, op basis van:

    • a.

      Bij Peuteropvang de, door de voorschoolse voorziening uitgevoerde, rechtmatigheidtoets Kinderopvangtoeslag, en toetsing aan de subsidieregels;

    • b.

      Bij VVE op basis van kindgebonden indicatie VVE verkregen vanuit Jeugdgezondheidszorg (CJG) Nissewaard.

Artikel 6 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. Bij een eerste subsidieaanvraag van een bestuur moet worden overgelegd:

    • a.

      Een recent (dagtekening minder dan 3 maanden voor de aanvraag) uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen. 

  • 2. De subsidieaanvraag bevat:

    • a.

      Informatie over het aantal peuters per locatie (peildatum 1 oktober) waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      Een begroting met onderverdeling naar de volgende categorieën: a. met aanspraak op kinderopvangtoeslag (KOT), b. zonder aanspraak op kinderopvangtoeslag (NKOT), c. VVE- geïndiceerd (VVE) en d. niet VVE-geïndiceerd (NVVE);

    • c.

      Een onderbouwing van de behoefte aan het te subsidiëren aanbod;

    • d.

      Een beschrijving van de geplande uitvoering van VVE of peuteropvang, inclusief te gebruiken methodiek.

  • 3. Een onderbouwing van het verzochte kindgebonden te subsidiëren uurtarief.

    De aanvrager vraagt de subsidie digitaal aan, via de door het college vastgestelde aanvraagprocedure binnen de website van gemeente Nissewaard;

  • 4. Een aanvraag voor subsidie wordt uiterlijk ingediend vóór 1 juli van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft (conform ASV Nissewaard);

  • 5. Het college neemt voor 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend, een besluit over de subsidieaanvraag.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6 van de ASV Nissewaard, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a.

    de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen te behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal kunnen verkrijgen;

  • b.

    niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor het te exploiteren voorschoolse aanbod;

  • c.

    de totale aanvraag tot subsidie onvoldoende is onderbouwd.

Artikel 8 Verlening subsidie

Bij het besluit tot subsidieverlening (de beschikking) geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats dient te vinden.

Artikel 9 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Indien een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven, kan het college voorschotten verstrekken tot maximaal 100% van het, bij beschikking verleende, subsidiebedrag;

  • 2. In het besluit tot subsidieverlening (de beschikking) wordt de hoogte en de termijnen van de voorschotten vastgelegd.

Artikel 10 Subsidiehoogte

De subsidie per kind bedraagt het aantal af te nemen uren kinderopvang vermenigvuldigd met een subsidiebijdrage die jaarlijks vastgesteld wordt door het college en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de ouderbijdrage die jaarlijks vastgesteld wordt door het college.

Artikel 11 VVE-kwaliteit

VVE dient te voldoen aan de wettelijke kwaliteit als neergelegd in het 'Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie' d.d. 20 september 2019, aangevuld met de uitvoeringsbepalingen Nissewaard zoals deze vastgelegd in de begripsbepalingen binnen onderhavige subsidieregeling artikel 1.

Artikel 12 Subsidieduur

  • 1. De kindgebonden subsidie vangt aan op de datum dat een peuter volgens contractafspraak daadwerkelijk deelneemt aan de diensten van de voorschoolse voorziening en eindigt met ingang van de datum waarop de peuter om welke reden dan ook, de voorschoolse voorziening verlaat;

  • 2. Subsidie wordt altijd verleend voor het tijdvak van één kalenderjaar.

Artikel 13 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. Het bestuur bepaalt, aan de hand van door de ouder/verzorger te verstrekken actuele inkomensgegevens, de subsidie- en de inkomensafhankelijke ouderbijdrage die van toepassing is op het aanbod;

  • 2. Het bestuur brengt de subsidie in mindering op de door de ouder/verzorger van de peuters te betalen kosten voor gebruik van een kindplaats;

  • 3. Het bestuur registreert per subsidiejaar cumulatief per geplaatste peuter de volgende gegevens:

    • a.

      klantnummer peuter/ ouder(s);

    • b.

      geboortedatum;

    • c.

      startdatum;

    • d.

      einddatum, indien relevant;

    • e.

      geïndiceerd VVE inclusief indicatie VVE of niet-geïndiceerd;

    • f.

      met kinderopvangtoeslag (KOT)/ zonder kinderopvangtoeslag niet-KOT;

    • g.

      uitgevoerde rechtmatigheidtoets Kinderopvangtoeslag;

    • h.

      aanwezigheid inkomensverklaring (J/N);

    • i.

      inkomensafhankelijke ouderbijdrage per uur;

    • j.

      de ontwikkelingslijn op VVE;

    • k.

      overdrachtsrapportage onderwijs.

  • 4. Het bestuur rapporteert digitaal twee keer gedurende het subsidiejaar (in de maanden april/mei en in oktober/november) aan de gemeente cumulatief en geanonimiseerd de volgende gegevens vanuit het uitvoeringsjaar:

    • a.

      Aantal geïndiceerde VVE kinderen die actief deelnemen;

    • b.

      Aantal geïndiceerde VVE kinderen op de wachtlijst indien van toepassing ;

    • c.

      Aantal geïndiceerde VVE kinderen die niet conform de minimale 10 uurs-eis actief deelnemen en de reden waarom;

    • d.

      Indien bekend: het aantal geïndiceerde VVE kinderen die niet actief deelnemen aan VVE of geen inschrijving hebben en de reden waarom indien bekend;

    • e.

      Aantal kinderen VVE die niet de volledige VVE-periode hebben afgenomen en de reden waarom;

    • f.

      Een prognose VVE bezetting komende periode;

    • g.

      Een kort algemeen verslag van de successen en belemmeringen in de ontwikkelingslijnen VVE;

    • h.

      Aantal overdragen VVE naar onderwijs en een overzicht van het aantal warme overdragen daarin;

    • i.

      Een overzicht van eventuele afwijkingen van artikel 1 en/of 11 binnen onderhavige subsidieregeling, inclusief onderbouwing;

    • j.

      Aantal kinderen actief deelnemende kinderen zonder kinderopvangtoeslag of te wel de actieve afname peuteropvang;

    • k.

      Een prognose Peuteropvangbezetting komende periode;

    • l.

      Het laatste vigerende oordeel van de inspectie kwaliteit kinderopvang en VVE uitgevoerd door GGD Rijnmond.

Artikel 14 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. Uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend, dient het bestuur de aanvraag tot subsidievaststelling in;

  • 2. Deze aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend met een door het college vastgesteld format;

  • 3. De kindgebonden subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal peuters en opvanguren per peuter aan de hand van het afgesproken subsidietarief, de berekende ouderbijdrage en onderverdeling naar categorieën van artikel 6, lid 2 onder a. en b.;

  • 4. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt vergezeld van een cumulatief en geanonimiseerd verslag vanuit het uitvoeringsjaar, met de volgende gegevens:

    • a.

      Aantal geïndiceerde VVE kinderen die actief deelnemen;

    • b.

      Aantal geïndiceerde VVE kinderen op de wachtlijst indien van toepassing;

    • c.

      Aantal geïndiceerde VVE kinderen die niet conform de minimale 10 uurs-eis actief deelnemen en de reden waarom;

    • d.

      Indien bekend: het aantal geïndiceerde VVE kinderen die niet actief deelnemen aan VVE of geen inschrijving hebben en de reden waarom indien bekend;

    • e.

      Aantal kinderen VVE die niet de volledige VVE-periode hebben afgenomen en de reden waarom;

    • f.

      Een prognose VVE bezetting volgend uitvoeringsjaar;

    • g.

      Een kort algemeen verslag van de successen en belemmeringen in de ontwikkelingslijnen VVE gebaseerd op de volledige groep VVE-deelnemers;

    • h.

      Aantal overdragen VVE naar onderwijs en een overzicht van het aantal warme overdragen daarin;

    • i.

      Een overzicht van eventuele afwijkingen van artikel 1 en/of 11 binnen onderhavige subsidieregeling, inclusief onderbouwing;

    • j.

      Aantal actief deelnemende kinderen zonder kinderopvangtoeslag of te wel de actieve afname peuteropvang;

    • k.

      Een prognose Peuteropvangbezetting volgend uitvoeringsjaar;

    • l.

      Een totaal verslag eigen bevindingen uitvoering VVE en peuteropvang, waarin ook verbeterpunten of succespunten die uit te bouwen zijn, opgenomen worden.

  • 5. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt vergezeld van een accountancy rapportage van een registeraccountant (ook als zodanig geregistreerd). De rapportage omvat een verklaring omtrent de getrouwheid van het vaststellingsverzoek en haar onderbouwing, almede een getrouwheidverklaring omtrent de gevoerde administratie m.b.t. artikel 13, lid 1 t/m 3, inclusief steekproefsgewijs de achterliggende uitvoering van de geadministreerde onderdelen op basis van onderhavige regeling;

  • 6. Indien de subsidie lager wordt vastgesteld dan het verleende subsidiebedrag, zal op basis van het verleende subsidiebedrag met de subsidieontvanger worden afgerekend en vindt indien van toepassing na vaststelling een terugvordering plaats;

  • 7. Indien bij de afrekening blijkt dat de te ontvangen subsidie hoger moet zijn dan het toegekende subsidiebedrag dient bij het vaststellingsverzoek een verzoek tot extra verlening (compensatie) te worden ingediend;

  • 8. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidie-vaststelling de subsidie vast;

  • 9. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot extra verlening (compensatie) de subsidie vast;

  • 10. Het college kan deze termijn voor ten hoogste 13 weken verlengen;

  • 11. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet tijdig is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2020;

  • 2. Op aanvragen die voor de datum als genoemd in lid 1 zijn ingediend wordt beslist overeenkomstig deze subsidieregeling.

Artikel 17 Intrekking

De ‘Subsidieregeling Peuteropvang en Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Nissewaard’, vastgesteld 06-11-2018, wordt ingetrokken per 31 december 2019.

Artikel 18 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling peuteropvang en Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Nissewaard 2020”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 12 november 2019

De secretaris,

M.L.M. Weerts

De burgemeester,

F. van Oosten