Uitvoeringsbesluit opruimmiddel hondenpoep

Geldend van 28-03-2014 t/m heden

Intitulé

UITVOERINGSBESLUIT OPRUIMMIDDEL HONDENPOEP

Het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland,

overwegende,

dat in artikel 2:58, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening is bepaald dat degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft verplicht is om een doeltreffend hulpmiddel bij zich te hebben dat geschikt is voor het verwijderen van de uitwerpselen van die hond en verplicht is dit hulpmiddel op eerste vordering te laten zien aan een toezichthouder;

dat in artikel 2:58, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening voorts is bepaald dat het college eisen kan vaststellen waaraan een doeltreffend hulpmiddel zoals bedoeld in het tweede lid, voldoet;

gelet op het belang van duidelijkheid over wat er onder een doeltreffend hulpmiddel moet worden verstaan;

B E S L U I T:

dat een stevig zakje (van plastic of van papier), een schepje of een hondenpoepgrijper als een doeltreffend hulpmiddel, zoals bedoeld in artikel 2:58, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening, wordt beschouwd.

Drachten, 21 februari 2014

Burgemeester en wethouders,

secretaris, burgemeester,

drs. E. Bos drs. T. van Bekkum