Regeling vervallen per 01-08-2020

Subsidieregeling beeldend kunstenaars Dordrecht 2016

Geldend van 01-08-2016 t/m 31-07-2020

Intitulé

Subsidieregeling beeldend kunstenaars Dordrecht 2016

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Subsidieregeling beeldend kunstenaars Dordrecht 2016

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    beeldend kunstenaar: iemand die professioneel werkzaam is op een of meerdere gebieden van teken-, schilder- en grafische kunsten, beeldhouwkunst, (sociale) sculptuur en installatiekunst, conceptuele kunst, performancekunst, artistic research, fotografie, audiovisuele, digitale en (nieuwe) mediakunst, beeldende kunsttoepassingen, kunst in de openbare ruimte en niet-traditionele vormen van beeldende kunst;

  • b.

    vormgever: iemand die professioneel werkzaam is op een of meerdere gebieden van grafisch, industrieel, interactief en ruimtelijk ontwerp; product- en meubelvormgeving, textiel-, glas- en keramiekvormgeving; het ontwerpen van mode, sieraden en accessoires; theatervormgeving, styling, (kinderboek) illustraties, strips, animaties en aanverwante disciplines gericht op het analyseren van en reflecteren op vormgeving;

  • c.

    professioneel werkzaam: iemand die is afgestudeerd aan een Hbo-opleiding voor beeldende kunst en/of vormgeving; de beeldende kunst en/of vormgeving als beroep uitoefent en zodanig staat geregistreerd bij de Kamel van Koophandel; aantoonbaar erkenning hiervoor krijgt (wat blijkt uit exposities, verkoop van werken, het verwerven van opdrachten, de vermelding in recensies en artikelen en/of de ontvangst van prijzen, subsidies en beurzen); en die markt- en publieksgerichte activiteiten ontplooit;

  • d.

    pas afgestudeerde beeldend kunstenaar of vormgever: een beeldend kunstenaar of vormgever die niet langer dan vijf jaar vóór indiening van de aanvraag om een startsubsidie, is afgestudeerd aan een Hbo-opleiding voor beeldende kunst of vormgeving.

Artikel 2 Doelstelling

Op grond van deze regeling kan het college subsidie verstrekken voor activiteiten van beeldend kunstenaars en vormgevers, gericht op de gemeente Dordrecht en die passen binnen het beleid van de gemeente Dordrecht.

Artikel 3 Subsidievormen en vereisten

  • 1.

    De volgende subsidies worden onderscheiden:

    • a.

      projectsubsidie voor beeldend kunstenaars en vormgevers, die in de gemeente Dordrecht woonachtig zijn: subsidie voor een in tijd begrensd plan of activiteit op artistiek-inhoudelijk of zakelijk gebied of gastatelier in het buitenland, voor zover gericht op de gemeente Dordrecht;

    • b.

      projectsubsidie voor beeldend kunstenaars en vormgevers, die buiten de gemeente Dordrecht woonachtig zijn: een per kalenderjaar aan één beeldend kunstenaar of vormgever te verstrekken eenmalige subsidie voor een plan of activiteit dat bijdraagt aan het kunstklimaat van de gemeente Dordrecht en dat in de gemeente Dordrecht wordt gepresenteerd;

    • c.

      werkbeurs: subsidie voor beeldend kunstenaars en vormgevers, die in de gemeente Dordrecht woonachtig zijn, ten behoeve van een verdiepingsonderzoek dat bijdraagt aan de artistieke ontwikkeling;

    • d.

      startsubsidie: subsidie voor pas afgestudeerde beeldend kunstenaars en vormgevers, woonachtig in de gemeente Dordrecht.

      • 2.

        Subsidie als bedoeld in het eerste lid onder b, wordt uitsluitend verstrekt als de aanvrager in het kader van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd:

        • a.

          samenwerkt met en/of in dialoog is met kunstenaars, vormgevers en/of samenwerkingspartners uit de gemeente Dordrecht; of

        • b.

          inspeelt op stedelijke activiteiten en ontwikkelingen in de gemeente Dordrecht.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN VERDELING VAN HET BESCHIKBARE BEDRAG

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 augustus voorafgaande aan het daarop volgende kalenderjaar voor deze regeling een subsidieplafond vast, onder voorbehoud van verstrekking van bijbehorende middelen door de raad.

  • 2.

    Het college kan een eerder vastgesteld subsidieplafond verhogen of verlagen.

  • 3.

    Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden kenbaar gemaakt via de huis-aan-huis bladen in de gemeente en op de gemeentelijke website.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een projectsubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder a, bedraagt maximaal € 10.000,- per jaar per kunstenaar/vormgever.

  • 2.

    Een projectsubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder b, bedraagt maximaal € 10.000,- per jaar per kunstenaar/vormgever.

  • 3.

    Een werkbeurs, als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder c, bedraagt € 5.000,- per jaar per kunstenaar/vormgever en kan eenmaal in de 5 jaar worden verstrekt.

  • 4.

    Een startsubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder d, bedraagt € 5.000,- per jaar per kunstenaar/vormgever en kan in een periode van 5 jaar maximaal driemaal worden verstrekt.

  • 5.

    Kunstenaars met een bijstandsuitkering komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 6.

    Aan een kunstenaar/vormgever kan per jaar op basis van deze regeling in totaal niet meer subsidie worden verstrekt dan € 10.000,-.

Artikel 6 Procedure behandeling subsidieaanvragen

  • 1.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder a, c en d, worden voor het eerste halfjaar (periode januari tot en met juni) uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar ingediend.

  • 2.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder a, c en d, worden voor het tweede halfjaar (periode juli tot en met december) uiterlijk 1 april van het subsidiejaar ingediend.

  • 3.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder b, worden uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar ingediend.

  • 4.

    De aanvragen worden beoordeeld door een commissie van 3 leden die wordt benoemd door het college. Bij haar beoordeling betrekt de commissie in ieder geval het voor de subsidieverstrekking vastgestelde subsidieplafond, het geldende beleid en de subsidievereisten.

  • 5.

    Het college beslist over de aanvragen met inachtneming van het oordeel van de commissie over het subsidiabel zijn van de aanvraag als bedoeld in lid 4.

  • 6.

    Het college beslist op subsidieaanvragen:

    • a.

      voor het eerste halfjaar, als bedoeld in het eerste lid, voor 1 januari van het subsidiejaar;

    • b.

      voor het tweede halfjaar, als bedoeld in het tweede lid, voor 1 juli van het subsidiejaar;

    • c.

      als bedoeld in het derde lid, voor 1 januari van het subsidiejaar.

      • 7.

        Een aanvraag voor een subsidie bevat naast de in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval de volgende gegevens:

        • a.

          een heldere motivatie en omschrijving van het plan waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waaruit blijkt wat de doelstelling, de inhoud, de werkwijze en de duur van het project is en hoe het project zichtbaar wordt gemaakt in de gemeente Dordrecht;

        • b.

          een toelichting op het werk en de beroepspraktijk; een omschrijving van de inhoudelijke en artistieke uitgangspunten en hoe die tot uitdrukking komen in het werk en de beroepspraktijk;

        • c.

          een gespecificeerde begroting en dekkingsplan van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voorzien van offertes ter ondersteuning van de kostenpost(en) in de begroting;

        • d.

          een CV met de belangrijkste gegevens uit de beroepspraktijk;

        • e.

          visuele documentatie bestaande uit digitale afbeeldingen voorzien van een bijbehorende documentatielijst die in ieder geval gegevens bevat als de titel, het jaartal, de afmeting, de techniek en het materiaal van de gedocumenteerde werken.

          • 8.

            Bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder d, levert de aanvrager daarnaast een kopie van een diploma van een Hbo-opleiding voor de beeldende kunst of vormgeving aan.

HOOFDSTUK 3. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht wordt een subsidieaanvraag in ieder geval geweigerd, indien niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze regeling.

  • 2.

    Niet-projectgebonden kosten binnen een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder a of b, zijn niet subsidiabel.

  • 3.

    Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder b, wordt daarnaast geweigerd, indien:

    • a.

      de aanvraag afkomstig is van een beeldend kunstenaar of vormgever aan wie al eerder een projectsubsidie op grond van artikel 3, lid 1 onder b, is verstrekt; en/of

    • b.

      voor het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, reeds aan een ander subsidie op grond van artikel 3, lid 1 onder b, is verstrekt.

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Overgangs- en slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Subsidieregeling beeldend kunstenaars Dordrecht 2016".

  • 2.

    De Nadere regels voor subsidies aan beeldend kunstenaars 2010 worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 juli 2016.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de loco-secretaris de burgemeester

H. Kranendonk A.A.M. Brok