Regeling vervallen per 01-01-2021

Regeling klokkenluiders gemeente 's-Hertogenbosch 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2020

Intitulé

Regeling klokkenluiders gemeente 's-Hertogenbosch 2013

Burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch,

gelet op de Gemeentewet,

gelet op het bepaalde in artikel 15:2 van de "Rechtspositieregeling gemeente 's-Hertogenbosch";

besluiten

Een nieuwe klokkenluidersregeling vast te stellen, waarvan titel en tekst komt te luiden:

"Regeling klokkenluiders gemeente 's-Hertogenbosch 2013".

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a en artikel 1:2, onderdeel a, b, c en f van de Rechtspositieregeling gemeente ‘s-Hertogenbosch, alsmede de persoon die anders dan op basis van een aanstelling of een arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam is en de gewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 3 van deze regeling.

  • -

    melder: de ambtenaar die een vermoeden van een misstand meldt overeenkomstig deze regeling.

  • -

    vertrouwenspersoon integriteit: de functionaris die als zodanig door het college is aangewezen.

  • -

    meldpunt: de gemeentelijke Ombudscommissie als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Verordening op de gemeentelijke Ombudscommissie.

  • -

    vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke organisatie waar de ambtenaar werkzaam is omtrent:

    • a.

      een strafbaar feit;

    • b.

      een schending van regelgeving of beleidsregels;

    • c.

      het misleiden van justitie;

    • d.

      een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu;

    • e.

      het bewust achterhouden van informatie over deze feiten, of

    • f.

      een gevaar voor het goed functioneren en het aanzien van deze organisatie als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten.

Procedure interne melding

Artikel 2 Melding

  • 1. De ambtenaar doet een melding bij zijn (voormalig) direct leidinggevende, diens leidinggevende of bij de vertrouwenspersoon integriteit, tenzij artikel 10 van toepassing is.

  • 2. Een melding laat de wettelijke verplichting tot het doen van aangifte van een strafbaar feit onverlet.

Artikel 3 Melding door een gewezen ambtenaar

De gewezen ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden doet dit binnen ene periode van twaalf maanden na zijn ontslag of beëindiging van zijn werkzamaheden voor de gemeente. Hij kan alleen ene melding van een vermoeden van een misstand doen als hij in de hoedanigheid van ambtenaar kennis heeft gekregen van het vermoeden.

Artikel 4 Identiteit ambtenaar

  • 1. De persoon als bedoeld in artikel 2 lid 1 bij wie een melding wordt gedaan maakt de identiteit van de ambtenaar die melding doet niet bekend zonder instemming van de ambtenaar.

  • 2. Diegenen die betrokken zijn bij de behandeling van een melding gaan op behoorlijke en zorgvuldige wijze met de identiteit van de melder om.

Artikel 5 Informeren van college

De persoon bij wie een melding is gedaan als bedoeld in artikel 2 lid 1 draagt er zorg voor dat via de gemeentesecretaris hte college onverwijld op de hoogte wordt gesteld van de melding en van de datum waarop de melding is ontvangen.

Artikel 6 Onderzoek door college

  • 1. Het college stelt na ontvangst van de mededeling over de melding onmiddellijk een onderzoek in.

  • 2. Het college gaat op een behoorlijke en zorgvuldige wijze om met de verkregen onderzoekresultaten. De informatie wordt beveiligd en niet aan onbevoegden verstrekt.

  • 3. De gemeentesecretaris zendt namens het college aan de ambtenaar dan wel de persoon als bedoeld in artikel 2 lid 1, een ontvangstbevestiging. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand en het moment waarop de ambtenaar het vermoeden heeft gemeld.

  • 4. Het college informeert de persoon of de personen op wie een melding betrekking heeft over de melding, tenzij daardoor het onderzoeksbelang kan worden geschaad.

Artikel 7 Standpunt college

  • 1. De gemeentesecretaris stelt namens het college de ambtenaar dan wel de persoon als bedoeld in artikel 2 lid 1 binnen zes weken schriftelijk op de hoogte van het standpunt over het gemelde vermoeden van een misstand.

  • 2. Indien het standpunt niet binnen zes weken kan worden gegeven, kan het college de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ambtenaar of de persoon als bedoeld in artikel 2 lid 1 hiervan schriftelijk in kennis.

Procedure externe melding

Artikel 8 Het meldpunt

  • 1. Er is een meldpunt.

  • 2. Het meldpunt heeft tot taak een door de ambtenaar gemeld vermoeden van een misstand te onderzoeken en het college daarover te adviseren.

Artikel 9 Melding bij het meldpunt nadat de interne procedure is doorlopen

  • 1. De ambtenaar kan het vermoeden van een misstand binnen een redelijke termijn melden bij het meldpunt, indien

    • a.

      hij het niet eens is met het standpunt bedoeld in artikel 7;

    • b.

      hij geen standpunt heeft ontvangen binnen de termijnen bedoeld in artikel 7.

  • 2. Het meldpunt maakt de identiteit van de ambtenaar niet bekend zonder instemming van de ambtenaar.

Artikel 10 Rechtstreekse melding bij het meldpunt

  • 1. Indien daartoe in bijzondere gevallen aanleiding bestaat, kan de ambtenaar, het vermoeden van een misstand rechtstreeks melden bij het meldpunt.

  • 2. Een melding die verband houdt met (leden van) het college en de gemeentesecretaris wordt in ieder geval direct bij het meldpunt gedaan.

Artikel 11 Identiteit ambtenaar

  • 1. Het meldpunt maakt de identiteit van de ambtenaar die melding doet niet bekend zonder instemming van de ambtenaar.

  • 2. Het meldpunt gaat op behoorlijke en zorgvuldige wijze met de identiteit van de melder om.

Artikel 12 Ontvangstbevestiging en onderzoek

  • 1. Het meldpunt bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden heeft gemeld.

  • 2. Het meldpunt draagt er zorg voor dat het college, via de gemeentesecretaris, op de hoogte wordt gesteld van de melding bij het meldpunt.

  • 3. In afwijking van lid 2 kan het meldpunt besluiten het college of de gemeentesecretaris niet te informeren over een melding in het geval de melding betrekking heeft op (leden van) het college of de gemeentesecretaris.

  • 4. Het college informeert, via de gemeentesecretaris, de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft over de melding bij het meldpunt, tenzij het onderzoeksbelang hierdoor kan worden geschaad.

  • 5. Indien het meldpunt dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk acht, stelt het een onderzoek in.

  • 6. Ten behoeve van het onderzoek over een melding van een vermoeden van een misstand is het meldpunt bevoegd bij het college of de gemeentesecretaris alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht. Het college of de gemeentesecretaris verschaft het meldpunt alle inlichtingen.

  • 7. Het meldpunt kan het onderzoek of gedeelten daarvan opdragen aan één of meerdere leden en/of aan één of meerdere deskundigen.

  • 8. Wanneer de inhoud van bepaalde door het college of de gemeentesecretaris verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het meldpunt meegedeeld.

  • 9. Het meldpunt gaat op een behoorlijke en zorgvuldige wijze om met de verkregen onderzoekresultaten en overige informatie. Alle informatie wordt beveiligd en niet aan onbevoegden verstrekt.

Artikel 13 Niet ontvankelijkheid

Het meldpunt verklaart de melding niet ontvankelijk indien:

  • a.

    de misstand niet van voldoende gewicht is;

  • b.

    de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 niet heeft gevolgd en artikel 10 niet van toepassing is;

  • c.

    de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 heeft gevolgd, maar de termijn bedoeld in artikel 3 nog niet is verstreken, of

  • d.

    de melding niet binnen een redelijke termijn is geschied.

Artikel 14 Advies van het meldpunt

  • 1. Indien de melding ontvankelijk is, legt het meldpunt binnen zes weken zijn bevindingen neer in een advies aan het college. Het meldpunt zendt een afschrift van het advies aan de ambtenaar met inachtneming van het eventueel vertrouwelijk karakter van de aan het meldpunt verstrekte informatie.

  • 2. Indien een melding direct verband houdt met (leden van) het college wordt een afschrift van het advies eveneens aan de gemeenteraad overgelegd.

  • 3. Indien niet binnen zes weken een advies kan worden gegeven wordt de termijn door het meldpunt met ten hoogste vier weken verlengd. Het meldpunt stelt het college en de ambtenaar daarvan schriftelijk in kennis.

  • 4. Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het meldpunt verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten.

Artikel 15 Standpunt college naar aanleiding van het advies van het meldpunt

  • 1. Het college stelt binnen twee weken na ontvangst van het advies van het meldpunt de melder alsmede het meldpunt schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt.

  • 2. De melder van wie de identiteit niet bekend is gemaakt door het meldpunt zal het college het standpunt via het meldpunt doen toekomen.

  • 3. Een van het advies afwijkend standpunt wordt gemotiveerd.

Artikel 16 Jaarverslag

  • 1. Jaarlijks wordt door de vertrouwenspersonen integriteit en het meldpunt een verslag opgemaakt.

  • 2. In dat verslag wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de ter zake wettelijke bepalingen gemeld: a. het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand; b. het aantal meldingen dat niet heeft geleid tot een onderzoek; c. het aantal onderzoeken dat het meldpunt heeft verricht, en d. het aantal adviezen en de aard van de adviezen dat het meldpunt heeft uitgebracht.

  • 3. Dit jaarverslag wordt aan het college, de ondernemingsraad en de gemeenteraad gestuurd en openbaar gemaakt.

Bescherming tegen gevolgen van de melding

Artikel 17 Bescherming van de ambtenaar

  • 1. De ambtenaar zal als gevolg van de melding van een vermoeden van een misstand geen nadelige gevolgen ondervinden voor zijn rechtspositie. Onder nadelige gevolgen worden in ieder geval verstaan besluiten tot:

    • a.

      het verlenen van ongevraagd ontslag;

    • b.

      het niet verlengen van een aanstelling voor bepaalde tijd;

    • c.

      het niet omzetten van een aanstelling voor bepaalde tijd in een vaste aanstelling;

    • d.

      de opgelegde benoeming in een andere functie;

    • e.

      het treffen van disciplinaire maatregelen;

    • f.

      het onthouden van salarisverhoging, incidentele beloning of toekenning van vergoedingen;

    • g.

      het onthouden van promotiekansen en

    • h.

      het afwijzen van een verlofaanvraag, voor zover deze besluiten worden genomen vanwege de door de ambtenaar gedane melding van een vermoeden van een misstand.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat de melder ook anderszins bij de uitoefening van zijn functie geen nadelige gevolgen van de melding ondervindt.

  • 3. Het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel geldt ook voor de ambtenaar die te goeder trouw een vermoeden van een misstand meldt in een andere organisatie dan die van de gemeente, volgens een bij die organisatie geldende regeling. De bescherming geldt alleen als de ambtenaar

    • -

      uit hoofde van zijn functie met die andere organisatie samenwerkt of heeft samengewerkt;

    • -

      uit hoofde van zijn functie kennis heeft verkregen van de vermoede misstand;

    • -

      het vermoeden van de misstand tijdig bij zijn leidinggevende of het meldpunt heeft gemeld, en

    • -

      zich heeft gehouden aan de afspraken die ter zake van deze melding met hem zijn gemaakt door het college.

Artikel 18 Bescherming van de vertrouwenspersoon

De vertrouwenspersoon integriteit geniet bescherming overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 lid 1 en 2 tegen benadeling als gevolg van de hem bij deze regeling toebedeelde taken.

Intrekking en inwerkingtreding

Artikel 19 Intrekking en inwerkingtreding

  • 1. De Regeling klokkenluiders gemeente ’s-Hertogenbosch 2005 van de gemeente 's-Hertogenbosch wordt ingetrokken per 1 januari 2013.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

Ondertekening

de secretaris, de burgemeester,
mr.drs. I.A.M. Woestenberg, mr.dr. A.G.J.M. Rombouts