Beleidsregels jaarlijkse en eenmalige subsidie culturele activiteiten 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels jaarlijkse en eenmalige subsidie culturele activiteiten 2014

Artikel 1. Algemene bepalingen

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie en verantwoording van toegekende subsidie moet voldoen aan het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Aalsmeer 2012.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders neemt een aanvraag niet in behandeling als de aanvrager deze niet tijdig of volledig indient.

  • 3.

    Activiteiten die plaatselijk of regionaal ook commercieel worden aangeboden komen niet voor subsidie in aanmerking. Een uitzondering hierop kan worden gemaakt als dergelijke commerciële activiteiten niet voor alle Aalsmeerders toegankelijk zijn door financiële of fysieke belemmeringen. Indien zulks het geval is dient de subsidievragende organisatie dat expliciet en gemotiveerd aan te geven.

  • 4.

    Subsidievragende organisaties dienen bij een reikwijdte van activiteiten over de gemeentegrenzen heen een beroep te doen op de betreffende andere woongemeente(n) om een subsidie aan te vragen voor de deelnemers uit die gemeente(n). Indien de subsidievragende organisatie hier zelf geen rekening mee houdt zal bij de beoordeling van de ingediende begroting ambtshalve een correctie worden toegepast.

  • 5.

    Alle subsidieverzoeken van buiten Aalsmeer, waaruit blijkt dat deze in een dusdanig meervoud zijn verspreid dat kan worden aangenomen dat de verzoeken er alleen op gericht zijn om een maximaal aantal financiële ondersteuners te krijgen, worden afgewezen.

  • 6.

    Het subsidiebedrag is gericht op een jaarlijkse of eenmalige uitvoering van een activiteit van een Aalsmeerse culturele organisatie of initiatief dan wel een Aalsmeerse vereniging/individu (individu dient een rechtspersoon te zijn).

  • 7.

    De activiteit vindt hoofdzakelijk plaats in de gemeente Aalsmeer, is gericht op inwoners van de gemeente Aalsmeer of dient bij te dragen aan het, vanuit het oogpunt van cultuur, ‘Op de kaart zetten van Aalsmeer’.

Artikel 2. Toetsingscriteria

Algemene toetsingscriteria

  • 1.

    Subsidies onder € 10.000,00: indien het eigen vermogen van een instelling meer bedraagt dan 100% van het in enig jaar te verlenen subsidiebedrag, dan wordt de subsidieaanvraag geheel of gedeeltelijk afgewezen.

  • Subsidies boven € 10.000,00: indien het eigen vermogen van een instelling meer bedraagt dan 50% van het in enig jaar te verlenen subsidiebedrag, dan wordt de subsidieaanvraag geheel of gedeeltelijk afgewezen.

  • 2.

    De hoogte van een jaarlijkse subsidie wordt bepaald op basis van de baten en lasten van de activiteiten waarvoor het college subsidie verleent. De instelling is daarbij vrij in de wijze waarop de subsidie wordt besteed, met inachtneming van het bepaalde in de algemene subsidieverordening, deze beleidsregels en in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 3.

    In de beschikking tot subsidieverlening kan het college van burgemeester en wethouders bepalen welke activiteiten tenminste moeten worden gerealiseerd. Het college van burgemeester en wethouders kan daarbij tevens bepalen tot welke resultaten de activiteiten moeten leiden.

  • 4.

    Subsidies van minder dan € 150,00 worden niet verstrekt.

  • 5.

    Vermogensvorming;

    Een instelling mag een bestemmingsreserve vormen:

    • a.

      Voor het vormen van een bestemmingsreserve dient de instelling jaarlijks vooraf schriftelijk toestemming te vragen aan het college van burgemeester en wethouders gelijktijdig met het verzoek om subsidieverlening.

    • b.

      In de toestemmingsbrief wordt in ieder geval omschreven, het doel van de reserve en, de maximale hoogte van de reserve;

    • c.

      Als de reserve is besteed aan het vastgestelde doel, zal het resterende bedrag komen te vervallen aan het vrij besteedbaar eigen vermogen.

    • d.

      Het college van burgemeester en wethouders bepaalt de maximale hoogte van de bestemmingsreserve, alsmede de maximale jaarlijkse toevoeging.

    • e.

      Een bestemmingsreserve mag uitsluitend worden aangewend voor het doel waarvoor deze is gevormd.

    Een instelling mag een egalisatiereserve vormen:

    • a.

      Het bepaalde in artikel 4:72, leden 2 t/m 5 van de Awb zijn overeenkomstig van toepassing.

    • b.

      Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen inzake de maximale hoogte van de egalisatiereserve.

Inhoudelijke toetsingscriteria

  • 1.

    De activiteit draagt bij aan het vergroten van de actieve en/of passieve cultuurdeelname en is derhalve voor iedereen toegankelijk.

  • 2.

    De activiteit waarbij het vergroten van de cultuurdeelname van jongeren onderdeel is van de doelstelling van de activiteit hebben een pré.

  • 3.

    De activiteit dient bij te dragen aan het zichtbaar maken van cultuur en/of het culturele leven in Aalsmeer.

  • 4.

    De organisatie, vereniging of het individu treedt naar buiten met de activiteit en promoot de activiteit.

  • 5.

    De activiteit ontstaat bij voorkeur vanuit samenwerking tussen de Aalsmeerse amateurkunst en de professionele culturele organisaties en/of professionele kunstenaars in Aalsmeer. In het geval van educatieve activiteiten dient te worden samengewerkt met het onderwijs.

  • 6.

    De activiteit dient in artistiek inhoudelijk opzicht kwalitatief een goed product (op basis van inhoudelijke visie en realisatie) te omvatten waarbij kwaliteitsbehoud en/of verbetering van belang zijn. De gemeente Aalsmeer geeft daarnaast voorrang aan activiteiten met een bijzondere kwaliteit en die blijk geven van vernieuwing.

  • 7.

    Voor nieuwe activiteiten geldt dat het aanvullend is op het huidige culturele aanbod in Aalsmeer en de regio.

  • 8.

    Bij het bereiken van publiek wordt gelet op een breed publieksbereik en/of omvang van het publieksbereik.

Artikel 3. Randvoorwaarden

Er dient zoveel mogelijk naast subsidie en entreeprijzen (in het geval van uitvoeringen/voorstellingen) een derde geldstroom aanwezig te zijn (sponsors, fondsen). Deze overige inkomsten leveren een substantiële bijdrage aan de exploitatie van de activiteit.

Artikel 4. Subsidiabele kosten

Subsidie kan worden, aangevraagd als bijdrage in de exploitatie (in het geval van jaarlijkse subsidies) of als bijdrage aan de kosten die direct gerelateerd zijn aan de uitvoering van de culturele activiteiten.

Artikel 5. Vormen van subsidieverlening

  • 1.

    Jaarlijkse subsidie wordt verleend aan culturele organisaties of culturele activiteiten die, als onderdeel van de culturele basisinfrastructuur in Aalsmeer worden gezien. De culturele basisinfrastructuur is het geheel aan culturele functies welk wordt gezien als de basis van het culturele voorzieningenniveau passend bij een gemeente van deze omvang. De toekenning is in de vorm, van een budgetsubsidie. Een jaarlijkse subsidie kan ook worden verleend in de vorm van een waarderingssubsidie, (zie artikel 5, lid 4).

  • 2.

    Eenmalige subsidie is van toepassing bij een bijzondere gebeurtenissen of activiteiten. Jaarlijks is een bedrag beschikbaar voor eenmalige culturele activiteiten op het gebied van podiumkunsten, beeldende kunst, cultureel erfgoed, literatuur en media). Het beschikbare budget voor eenmalige subsidies wordt zoveel mogelijk evenredig over de verschillende kunstdisciplines en over de twee indieningtermijnen verdeeld. Reguliere activiteiten (die reeds gesubsidieerd worden) komen niet in aanmerking voor eenmalige subsidiëring, tenzij de activiteit in nieuwe (project)vorm voldoet aan de hiervoor geformuleerde voorwaarden.

  • De toekenning is in de vorm van een budgetsubsidie. Een eenmalige subsidie kan ook worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie, of een waarderingssubsidie (zie artikel 5, lid 4).

  • 3.

    Garantiesubsidie

  • Nieuwe activiteiten komen in aanmerking voor een garantiesubsidie. Bij een garantiesubsidie worden vooraf geen middelen verstrekt. De subsidie wordt verleend als garantie, waarbij de activiteit kostendekkend dient te zijn. Wanneer de activiteit achteraf bezien niet kostendekkend is, door onvoorziene omstandigheden, wordt de garantie omgezet in subsidie. Het bedrag dat wordt uitgekeerd is nooit hoger dan vooraf verleend.

  • 4.

    Waarderingssubsidie

    • Een waarderingsubsidie kan zowel jaarlijks als eenmalig zijn en heeft een maximum van 2.400 euro.

    • Voor culturele activiteiten waarvan inhoudelijk niet kan worden voldaan aan de toetsingscriteria zoals aangegeven in artikel 2 maar waarvan de doelstelling van de activiteit als een bijzondere bijdrage aan de creatieve ontwikkeling en/of ervaring van de doelgroep wordt ervaren.

  • Voorwaarden waarderingssubsidie

    • 1.

      Het college van burgemeester en wethouders kan genoegen nemen met een dekkingsgraad die lager is dan 50%:

      • a.

        indien de subsidieaanvrager aantoont dat de hoogte van de deelnemersbijdragen en contributies overeenkomt met de hoogte van tarieven en contributies, in andere, door het college vergelijkbaar geachte gemeenten of regio's;

      • b.

        indien het naar de aard van de activiteit niet mogelijk is om overige inkomsten te werven.

  • Hoogte waarderingssubsidie

    • 1.

      De hoogte van een waarderingssubsidie wordt bepaald op basis van de criteria zoals aangegeven in het zogenaamde blokkensysteem.

    • 2.

      Indien toepassing van de criteria volgens het blokkensysteem, leidt tot een subsidiebedrag dat hoger ligt dan het gevraagde bedrag, dan wordt maximaal het gevraagde bedrag verleend.

    • 3.

      Gelijktijdig met de subsidieveriening vindt de subsidievaststelling plaats.

Inhoudelijke toetsingscriteria voor een waarderingssubsidie op basis van het blokkensysteem

Blok 1 Algemeen waarderingsblok

Criteria:

Voldoet de aanvraag aan de criteria zoals gesteld in de algemene subsidieverordening Aalsmeer 2012.

Hierbij wordt gekeken naar de volgende onderdelen:

  • Het bestaan van de activiteit komt zonder ondersteuning van de gemeente in gevaar (hierbij wordt gekeken naar het eigen vermogen, de bestaande reserves en de begroting).

  • De aanvraag past binnen het door de gemeente vastgestelde beleid.

  • De subsidie komt ten goede aan Aalsmeerse inwoners.

  • De aanvrager kan aantonen dat op andere wijze middelen zijn gegenereerd (contributie, sponsoring, interne acties enz.).

Indien de aanvraag voldoet aan alle onderdelen van bovenstaande criteria dan wordt een subsidiebedrag van maximaal € 400,00 toegekend en wordt de aanvraag getoetst aan blok 2, 3 en/of 4.

Blok 2 Doelgroepen

Criteria:

  • De subsidieaanvrager biedt activiteiten die gericht zijn op de jeugd en jongeren tot en met achttien jaar € 400,00

  • De subsidieaanvrager maakt daarbij voor 90% of meer gebruik van vrijwillige medewerkers (bestuur, leiding activiteiten e.d.). € 400,00

  • De subsidieaanvrager heeft in het vrijwilligersmedewerkers bestand cliënten in het kader van sociale activering. € 200,00

  • De subsidieaanvrager biedt activiteiten aan mensen met een functiebeperking. € 200,00

  • De subsidieaanvrager biedt activiteiten die gericht zijn op ouderen die geïsoleerd zijn of op korte termijn dreigen te raken, om weer actiever in het leven te staan. € 300,00

Indien de aanvraag voldoet aan één of meer onderdelen van bovenstaande criteria dan wordt een bedrag per onderdeel toegekend tot een maximum subsidiebedrag van € 800,00. (Bijv.: voldoet een aanvraag aan de eerste drie onderdelen, dan wordt maximaal € 800,00 verstrekt, ook al is het bedrag bij elkaar opgeteld € 1.000,00).

Blok 3 Specifieke criteria

Criteria:

  • De subsidieaanvrager maakt gebruik van één of meer beroepskrachten (gediplomeerd en betaald volgens geldende CAO). € 200,00

  • De subsidieaanvrager bekostigt specifieke duurzame instrumenten nodig voor de uitvoering van de activiteiten. € 200,00

  • De subsidieaanvrager heeft voor 80% of meer jeugdleden. € 200,00

Indien de aanvraag voldoet aan één of meer onderdelen van bovenstaande criteria dan wordt het bedrag per onderdeel toegekend met een maximum subsidiebedrag van € 600,00.

Blok 4 Bijzonder

Criteria:

  • De subsidieaanvrager levert ondersteunende diensten aan instellingen die werken met vrijwilligers. € 300,00

  • De aanvraag betreft een samenwerkingsverband tussen twee verenigingen uit verschillende werkvelden. € 300,00

Indien de aanvraag voldoet aan één of meer onderdelen van bovenstaande criteria dan wordt het bedrag per onderdeel toegekend met een maximum subsidiebedrag van € 600,00.

Artikel 6. Indieningstermijn

  • 1.

    Aanvrager voor jaarlijkse subsidie, ook in de vorm van een waarderingsubsidie, dienen jaarlijks, voor 1 oktober te worden ingediend voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

  • 2.

    Aanvragen voor eenmalige subsidie, ook in de vorm van een garantiesubsidie en waarderingssubsidie kunnen in aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 6 lid 2 van de Algemene Subsidie Verordening twee maal per jaar worden ingediend. De aanvragen kunnen uiterlijk 1 mei en 1 november worden ingediend, waarbij de aanvraag minimaal 8 weken voorafgaand aan de activiteit ingediend wordt. Aanvragen die voor een bepaalde periode worden ingediend, worden gebundeld waarna een integrale afweging plaatsvindt.

Artikel 7. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregels jaarlijkse en eenmalige subsidie culturele activiteiten 2014.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2014 en zijn voor het eerst onverkort toepasbaar op de voor het jaar 2014 aangevraagde of aan te vragen subsidies.

  • 3.

    Met ingang van 31 december 2013 vervallen de beleidsregels 2011 Algemene subsidieverordening Aalsmeer.

Ondertekening

Aalsmeer, 7 januari 2014.
De burgemeester
De secretaris

Toelichting/werkwijze

Een mogelijke rol van het Cultuurpunt Aalsmeer ten aanzien van het mede beoordelen van incidentele subsidieaanvragen en de samenwerking hierin tussen de gemeente en het Cultuurpunt Aalsmeer zal in onderling overleg op korte termijn verder worden vormgegeven.