Nadere regels dance events in horeca

Geldend van 01-08-2017 t/m heden

Intitulé

Nadere regels dance events in horeca

Burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op;

  • de belangen zoals weergegeven in het Amsterdams beleidskader dance events; over drugs, gezondheid en veiligheid (vastgesteld door de Burgemeester op 11 mei 2015);

  • de constatering dat het Amsterdams beleidskader dance events zich primair richt op dance events die gehouden worden op basis van een evenementenvergunning;

  • dat vergelijkbare feesten ook (structureel dan wel incidenteel) plaatsvinden in horecabedrijven, binnen de reguliere uitoefening van het bedrijf;

  • dat ook hierbij sprake is van (gezondheids)risico's, die samenhangen met de langdurige inspanningen (door dansen op repeterende melodieën) in combinatie met middelengebruik;

brengen ter algemene kennis, dat zij in hun vergadering van 11 juli 2017 hebben besloten op grond van art. 3.23 A van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (hierna: APV):

I. vast te stellen de volgende nadere regels voor horecabedrijven waarin dance events worden gehouden:

Inhoud

Artikel 1

  • In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. dance event: een feest in een horecabedrijf, waarbij het hoofddoel is om (langdurig) te dansen op versterkte elektronische muziek

  • b. horecabedrijf: horecabedrijf als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 onder f APV

  • c. exploitant: exploitant als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 onder c APV

  • d. gecertificeerde beveiligingsbeambte: natuurlijke persoon die toestemming heeft van de eenheidsleiding van de politie Amsterdam tot het verrichten van beveiligingswerkzaamheden in het horecabedrijf en beschikt over een legitimatiebewijs, voorgeschreven op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

  • e. eerste hulp gekwalificeerde medewerker: natuurlijke persoon die minimaal beschikt over een geldig EHBO of BHV-certificaat (met de modulen ‘spoedeisende hulp' en ‘niet spoedeisende hulp'), overeenkomstig de Nederlandse Richtlijnen Eerste Hulp van 15 april 2016 van het Oranje Kruis, Nederlands Rode Kruis en NIBHV, aangevuld met een EHBD-certificaat conform het landelijk curriculum Eerste Hulp bij Drank- en Drugsincidenten in het uitgaanscircuit (EHBDu)

  • f. horecakluis: een alleen door de politie te openen stalen kluis die beschikt over twee gemarkeerde inwerp-openingen (een voor wapens en een voor drugs) en die goed is af te sluiten met een slot of codeslot met moedersleutel, welke zijn overgedragen aan de politie. De horecakluis heeft een mechanisme in de opening (klep) waardoor het niet mogelijk is om ingeworpen goederen via de opening uit de kluis te halen.

Artikel 2

  • Wanneer er een dance event plaatsvindt in een horecabedrijf, neemt de exploitant de volgende maatregelen om middelengebruik en daarmee gepaard gaande (gezondheids)risico's zo veel mogelijk te beperken en een goede gang van zaken in het horecabedrijf en in de directe omgeving daarvan (als bedoeld in artikel 3.16 lid 3 APV) te waarborgen:

  • a. Uitvoeren van een goede visitatie door gecertificeerde beveiligingsbeambten;

  • b. Communiceren van toegangsregels en huisregels zodat bezoekers hiervan kennis kunnen nemen;

  • c. Gebruik maken van een horecakluis die deugdelijk is bevestigd aan de wand;

  • d. Beschikken over voldoende eerste hulp gekwalificeerde medewerkers en de benodigde middelen om eerste hulp te kunnen verlenen bij (middelengerelateerde) gezondheidsincidenten;

  • e. Bezoekers op adequate wijze voorlichten over de gezondheidsrisico's van middelengebruik;

  • f. Op verzoek verstrekken van gratis drinkwater.

Artikel 3

Als een exploitant van een horecabedrijf beschikt over een veiligheidsplan op grond van de Nadere regels veiligheidsplan horecabedrijven, vult de exploitant het veiligheidsplan aan met de in artikel 2 genoemde maatregelen en licht daarbij toe op welke wijze hij invulling geeft aan deze maatregelen. Dit met inachtneming van de hierna in de toelichting gegeven richtlijnen.

Artikel 4

Als bij de visitatie of elders in het horecabedrijf verboden middelen worden aangetroffen, dan dienen deze te worden afgenomen door de beveiligingsbeambte. De verboden goederen worden in de horecakluis gedeponeerd, tenzij conform de vervolgingsrichtlijn van het Openbaar Ministerie de politie direct moet worden ingeschakeld. Aan de betrokken bezoeker dient de toegang te worden ontzegd.

Artikel 5

  • a. Het niet nakomen van deze nadere regels wordt gelijk gesteld met een overtreding van de voorschriften exploitatievergunning horeca.

  • b. Bij een overtreding wordt opgetreden conform de Handhavingsstrategie Horeca gemeente Amsterdam.

  • c. Indien in incidentele onvoorzienbare gevallen de voorwaarde uit artikel 2 onder c leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, gelet op het doel en de strekking van deze regeling, kan de burgemeester besluiten dat hieraan niet of slechts gedeeltelijk hoeft te worden voldaan.

  • I. Te bepalen dat deze Nadere regels dance events in horeca in werking treden op 1 augustus 2017 en daarmee de op 12 juli 2016 vastgestelde Nadere regels dance events in horeca vervangen.

Toelichting

Het college van burgemeester en wethouders streeft naar een zo veilig en gezond mogelijk uitgaansleven. De exploitant van een horecabedrijf wordt geacht om "alles te doen wat nodig is" voor een goede gang van zaken in het horecabedrijf en in de directe omgeving daarvan. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 3.16 APV. De exploitant van het horecabedrijf waar een dance event plaats vindt is derhalve eindverantwoordelijk voor het treffen van maatregelen om de (gezondheids)risico's die daarmee gepaard gaan te beperken. In deze Nadere regels dance events is vastgelegd welke inspanningen in elk geval worden verwacht van een horeca exploitant. Deze toelichting geeft daarvoor richtlijnen.

In het Amsterdams beleidskader dance events; over drugs, gezondheid en veiligheid staat meer achtergrond informatie over de risico's van dance events en de manier waarop deze kunnen worden beperkt.

Artikel 1

Onder a

Dance kent veel stijlen en het begrip ‘dance event' wordt daarom zo breed mogelijk gedefinieerd. Het gaat om activiteiten waarbij er een verhoogd risico is op gezondheidsincidenten, mede gelet op de combinatie van langdurige inspanningen (door het dansen op repeterende melodieën) en het gebruik van middelen. Dat het hoofddoel is om (langdurig) te dansen, kan onder meer blijken uit het feit dat het horecabedrijf is ingericht op het bieden van dansgelegenheid (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een dansvloer).

Artikel 2

Onder a (visiteren/fouilleren)

‘Goede visitatie' gaat over de controle die gecertifieerd beveiligingsbeambten verrichten op de bezoekers en die is gericht op het tegengaan van het naar binnen brengen van drugs en andere niet geoorloofde goederen (zoals wapens of andere zaken die letsel kunnen toebrengen). Deze controle omvat zowel de zogenaamde privaatrechtelijke oppervlakkige veiligheidsfouillering, waarbij de kleding oppervlakkig wordt afgetast, alsook het doorzoeken van meegevoerde bagage(vaak aangeduid als visiteren), zoals handtassen en rugzakken.

De controle vindt plaats voordat de bezoeker naar binnen gaat en wordt uitgevoerd op basis van de toegangsregels (bezoekersvoorwaarden). Het instemmen met de controle geldt als voorwaarde om toegang te krijgen tot de horeca inrichting, maar kan niet worden afgedwongen. Weigert een betrokkene mee te werken, dan dient hem de toegang te worden ontzegd. Uiteraard moeten de toegangsregels/bezoekersvoorwaarden vooraf kenbaar zijn voor de bezoekers.

Vanaf de start van het feest moeten alle bezoekers  worden gecontroleerd, inclusief VIP's en personeel. Dit geldt ook voor bezoekers die even naar buiten zijn geweest (bijvoorbeeld om te roken). Bij voorkeur vindt de controle plaats door een beveiligingsbeambte van het zelfde geslacht. Indien dit niet mogelijk is, dan dient de bezoeker daar ook mee in te stemmen.

Het oppervlakkig aftasten van kleding moet van top tot teen gebeuren en de bagage dient goed te worden doorzocht. Het doorzoeken van iemands kleren of zakken is voorbehouden aan bevoegde opsporingsambtenaren (o.a. politie), maar aan bezoekers kan wel worden gevraagd om hun zakken leeg te maken en de inhoud te tonen.

Mocht de situatie zich voordoen dat er andere openbare orde-, veiligheids- dan wel gezondheidsrisico's ontstaan door de lengte of de duur van de wachtrij, dan kan de exploitant (eventueel op aanwijzing van de politie) besluiten dat de visitatie bij sommige bezoekers wat sneller gebeurt. In een dergelijk geval moet nog wel iedereen (snel) worden gecontroleerd en  moet er met enige regelmaat (steekproefsgewijs) een bezoeker zeer grondig worden gevisiteerd. Daarbij is het essentieel dat dit zichtbaar is voor de rest van de rij (signaal werking) en dat niet kan worden voorspeld wie er uit de rij wordt gehaald voor een volledige visitatie (dus ad random).

Het is van belang dat de visitatie goed wordt uitgevoerd ten behoeve van de veiligheid van de bezoekers en het beperken van gezondheidsrisico's. De exploitant is hiervoor eindverantwoordelijk. Wanneer er drugs of wapens in een horecazaak worden aangetroffen, kan dit in het uiterste geval tot gevolg hebben dat de zaak door de burgemeester wordt gesloten.

Onder b (toegangsregels en huisregels)

Toegangsregels gelden aan de deur en zijn de basis voor de beveiliging om personen te kunnen weren (bijvoorbeeld als deze in het bezit is van drugs of wapens). Ook moet hierin duidelijk zijn aangeven dat een bezoeker instemt met visitatie bij de ingang en (indien het personeel dat nodig acht) in de horecagelegenheid zelf. Huisregels maken duidelijk aan bezoekers welk gedrag wel en niet van bezoekers wordt verlangd als ze eenmaal binnen zijn. Toegangsregels en huisregels bepalen samen eigenlijk de ‘bezoekersvoorwaarden' en vormen de basis om personen uit de horeca te kunnen weren op het moment dat ze ongewenst gedrag vertonen.

Onder c (horecakluis ook wel drugskluis genoemd)

Bij de visitatie kunnen verboden goederen worden aangetroffen, die ook een beveiliger in principe niet in zijn/haar bezit mag hebben. Daarom moet er een zogenaamde horecakluis aanwezig zijn, waarin deze goederen (direct) worden gedeponeerd en daarmee feitelijk worden overgedragen aan de politie. De kluis moet worden aangeschaft door de horeca-exploitant en is zijn eigendom, maar de politie is de enige die de kluis mag openen en leeghalen.

Er kan pas sprake zijn van een horecakluis als de ondernemer de toegang tot de horecakluis specifiek aan de politie heeft voorbestemd. Dit houdt in dat beschikbare sleutels/codes direct na ontvangst bij het basisteam (wijkteam) van politie worden ingeleverd, dat geen exemplaren van de (moeder)sleutel worden behouden of worden gekopieerd en dat codes niet bekend zijn bij het personeel.

Doordat de horecakluis alleen door de politie is te openen en de politie hem periodiek komt legen (op onderling afgesproken tijdstippen), hoeft de beveiliging of de exploitant niet met de inhoud over straat. Op deze manier kan ook niemand in de verleiding komen om de verboden goederen weer uit de kluis te halen en heeft het geen zin voor bezoekers om hun spullen terug te vragen/eisen, aangezien de ondernemer of beveiliger hier niet bij kan.

Er wordt geadviseerd de horecakluis in de buurt van de entree te positioneren, zodat de beveiligers ook niet met de in beslag genomen spullen door de zaak hoeven te lopen.

Onder d (kunnen verlenen van eerste hulp bij gezondheidsincidenten)

De eerste hulp gekwalificeerde medewerkers kunnen bijvoorbeeld BHV'ers of beveiligingsbeambten zijn die aantoonbaar beschikken over de in artikel 1 sub e vermelde papieren. Op de website van het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (http://www.nibhv.nl/) kunt u nagaan wat de modules ‘spoedeisende hulp' en ‘niet-spoedeisende hulp' inhouden en welke opleiders gecertificeerd zijn. Op de websites van Educare Groningen (http://www.educaregroningen.nl/) en van Jellinek (http://www.jellinek.nl/) is informatie te vinden over het gecertificeerde landelijk curriculum EHBDu, dat is ontwikkeld door Educare in samenwerking met het Trimbos-instituut.

Om adequate hulp te kunnen verlenen, moeten er minimaal twee eerste hulp gekwalificeerde medewerkers aanwezig zijn tijdens een dance event, die te allen tijde direct kunnen optreden.

Bij kleinere horecazaken, met een maximum capaciteit van 300 bezoekers,  of wanneer aantoonbaar maximaal 300 bezoekers aanwezig zijn, kan eventueel worden volstaan met één eerste hulp gekwalificeerde medewerker (als de interne risico-inventarisatie dit toelaat).

Ook kan het in incidentele gevallen nodig zijn om een complete EHBO-post in te richten met een gespecialiseerde medische organisatie. Dit wordt in eerste instantie ter beoordeling gelaten aan (de risico-inschatting van) de exploitant, maar dergelijke maatregelen kunnen ook verplicht worden gesteld door het bevoegd gezag. De GHOR kan het bevoegd gezag hierin adviseren.

Naast mensen zijn er ook middelen nodig om de eerste hulp te kunnen bieden; dat is minimaal een eerstehulpkoffer met een standaarduitrusting volgens het Oranje Kruis (www.hetoranjekruis.nl/over-het-oranje-kruis/verbandmiddelen/ ).

Al het personeel dient alert te zijn op afwijkend gedrag dat kan duiden op (middelen gerelateerde) gezondheidsproblemen, zodat hierop kan worden geacteerd.

Voor bezoekers moet het kenbaar zijn dát en waar er eerste hulp beschikbaar is in het horecabedrijf.

Onder e (voorlichting over gezondheidsrisico's)

Voorlichting over de gezondheidsrisico's die gepaard gaan met het gebruik van uitgaansdrugs, is een belangrijk element in de preventiestrategie bij dance events. Van exploitanten wordt verwacht dat zij hieraan bijdragen, bijvoorbeeld door een link te plaatsen op hun website of social media, waarbij wordt verwezen naar een professionele voorlichtingswebsite zoals die van Jellinek, Unity of Celebrate Safe. Als de exploitant eigen voorlichtingsmaterialen ontwikkelt of laat ontwikkelen, dient de inhoud daarvan te worden afgestemd met de GGD/GHOR.

Wanneer er van overheidszijde een waarschuwingscampagne wordt opgestart (bijvoorbeeld een Red Alert), dan wordt van de exploitant verwacht dat hij hier op verzoek aan meewerkt.

Onder f (gratis drinkwater)

Gratis drinkwater moet beschikbaar zijn voor bezoekers die daarom vragen bij een andere consumptie, of als de situatie daarom vraagt. Indien er bij de bar geen gratis drinkwater verkrijgbaar is, dan moet er een ander drinkwaterpunt zijn in de horecagelegenheid waar gratis drinkwater op een hygiënische wijze wordt verstrekt. Het is van belang dat dit punt goed bereikbaar en makkelijk te vinden is (personeel moet er naar kunnen verwijzen).

Omdat oververhitting en waterintoxicatie belangrijke oorzaken zijn van incidenten op dance events, dient hier in de voorlichting over het gebruik van uitgaansdrugs nadrukkelijk aandacht voor te zijn.

Artikel 4

Algemeen geldt dat bij het constateren van strafbare feiten de politie moet worden ingeschakeld. Dat geldt dus ook als er bijvoorbeeld wapens of drugs worden aangetroffen bij de visitatie of elders in het horecabedrijf. Voor wat betreft het aantreffen van drugs hanteert het Openbaar Ministerie een vervolgingsrichtlijn. De richtlijn van het Openbaar Ministerie in Amsterdam is onder meer te vinden in het Amsterdams beleidskader dance events. Vanuit praktische overwegingen is met de politie afgesproken dat de beveiliging een bezoeker overdraagt aan de politie als er een hoeveelheid drugs wordt aangetroffen zoals benoemd in deze vervolgingsrichtlijn of als er anderszins sprake is van een dealerindicatie. Bij kleinere hoeveelheden hoeft de bezoeker niet te worden overgedragen (want zal hij/zij ook niet worden vervolgd), maar moet de drugs wel worden ingenomen door de beveiliging/exploitant en te worden gedeponeerd in de horecakluis. Bovendien wordt van de exploitant verwacht dat aan deze bezoeker de toegang wordt ontzegd.