Verordening op de vertrouwencommissie

Artikel 1

Er is een vertrouwenscommissie die tot taak heeft:

• a.

  Tenminste drie maal in de ambtsperiode van de burgemeester een gesprek met de burgemeester te hebben over diens functioneren, het laatste ter voorbereiding van een eventuele herbenoeming;

• b.

  de raad een voorstel te doen over het aan de Commissaris der Koningin kenbaar te maken gevoelen inzake een herbenoeming van de burgemeester.

Artikel 2

• 1.

  Lid van de commissie zijn de voorzitters van de fracties in de gemeenteraad.

• 2.

  Een wethouder maakt deel uit van de commissie in de hoedanigheid van adviseur, aan te wijzen door de wethouders gezamenlijk.

• 3.

  De gemeentesecretaris en de griffier maken als adviseurs deel uit van de commissie.

• 4.

  De adviseurs hebben geen stemrecht.

• 5.

  De commissie kan, indien de meerderheid dit gewenst acht, de adviseurs verzoeken zich terug te trekken uit de beraadslagingen dan wel niet deel te nemen aan bepaald overleg. Dit geldt niet voor de griffier.

Artikel 3

De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter.De griffier is secretaris van de commissie.

Artikel 4

De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter het nodig acht of twee of meer leden de wens daartoe schriftelijk aan de commissie kenbaar hebben gemaakt.

Artikel 5

De voorzitter schrijft de vergaderingen van de commissie uit en zorgt ervoor dat de uitnodiging en agenda tenminste een week voor de vergadering aan de leden van de commissie zijn gezonden.De vergadering wordt niet gehouden als niet alle leden van de commissie aanwezig zijn tenzij het afwezige lid schriftelijk te kennen heeft gegeven geen bezwaar te hebben tegen het houden van de vergadering.

Artikel 6

De leden van de commissie en de secretaris zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen in de commissie wordt besproken en aan de commissie wordt toegezonden. De geheimhoudingsplicht geldt eveneens voor de adviseurs.

Artikel 7

De secretaris maakt een verslag van de vergaderingen van de commissie en zendt dit in concept aan de leden van de commissie en de adviseurs. Indien geen van de leden en adviseurs binnen een week na ontvangst op- of aanmerkingen kenbaar heeft gemaakt, wordt het verslag geacht te zijn vastgesteld overeenkomstig het concept.

Artikel 8

Voor de vergadering van de commissie waarin met de burgemeester over diens functioneren wordt gesproken, wordt de burgemeester tenminste tien dagen voordat de vergadering wordt gehouden schriftelijk uitgenodigd. Daarbij wordt ook het verslag van de voorafgaande vergadering van de commissie, waarin het gesprek met de burgemeester is voorbereid, ter kennis aan de burgemeester gebracht.

Artikel 9

In de vergadering waarin met de burgemeester over diens functioneren wordt gesproken komen de hieronder genoemde aspecten, mede gezien in het licht van de voor zijn aantreden opgestelde profielschets, in ieder geval aan de orde:

• 1.

  het functioneren als voorzitter van de raad;

• 2.

  de wijze van informeren van de raad;

• 3.

  het functioneren als voorzitter van het college van burgemeester en wethouders;

• 4.

  het beheer van de aan de burgemeester toebedeelde portefeuilles;

• 5.

  het extern functioneren;

• 6.

  nevenfuncties;

• 7.

  het functioneren in relatie tot de organisatie (inclusief de griffie(r));

• 8.

  de ontwikkelingen die in de gemeente worden verwacht en het verwachte functioneren van de burgemeester in dat verband;

• 9.

  de realisatie van eventuele eerder gemaakte afspraken;

• 10.

  eventueel noodzakelijk geachte aanpassingen in het functioneren van de burgemeester.

Artikel 10

Het conceptverslag van de in artikel 8 genoemde vergadering wordt gezonden aan de burgemeester. De burgemeester wordt gedurende een week na ontvangst van het conceptverslag in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het verslag. Indien hij hier geen gebruik van maakt wordt hij geacht in te kunnen stemmen met de inhoud van het verslag. Schriftelijke reacties van de burgemeester worden gehecht aan het verslag.

Artikel 11

Nadat het verslag van de in artikel 8 genoemde vergadering is vastgesteld dan wel geacht wordt te zijn vastgesteld, wordt het concept van de conclusies van de commissie ter kennis aan de burgemeester gebracht. De commissie nodigt de burgemeester uit voor een vergadering waarin de conceptconclusies worden besproken. Vervolgens stelt de commissie de definitieve conclusies op. Deze worden behalve aan de burgemeester, ook ter kennis gebracht aan de Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen.

Artikel 12

Mede op basis van de in artikelen 8 en 9 genoemde vergaderingen met de burgemeester, stelt de commissie, nadat de Commissaris van de Koningin de raad heeft gevraagd zijn gevoelen omtrent een herbenoeming van de burgemeester aan hem kenbaar te maken, een advies aan de gemeenteraad op. Het concept van het advies wordt ter kennis van de burgemeester gebracht.

Artikel 13

Indien de commissie en/of de burgemeester dat wenselijk acht/achten wordt het conceptadvies besproken in een vergadering van de commissie en de burgemeester.Voordat de commissie een definitief advies aan de gemeenteraad opstelt, wisselt zij van gedachten met de Commissaris van de Koningin.Tegelijk met de verzending van het definitieve advies aan de gemeenteraad wordt een kopie van dit advies ter kennis van de burgemeester gebracht.

Artikel 14

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de vertrouwenscommissie.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling. Met ingang van gelijke datum vervalt de Verordening op de vertrouwenscommissie zoals die is vastgesteld bij raadsbesluit van 18 november 2004.